Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rijnwoude

Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen Rijnwoude

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rijnwoude
Officiële naam regelingVerordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen Rijnwoude
Citeertitel"Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen Rijnwoude"
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpHoorcommissie Ruimtelijke Plannen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de Ruimtelijke Ordening, art. 23
  2. Gemeentewet, art. 156

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-03-200801-01-2016Nieuwe Regeling

06-03-2008

Rijnwoude Koerier, 12-03-2008

2008/II/E

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen Rijnwoude

De raad van de gemeente Rijnwoude;

b e s l u i t :

I.Vast te stellen de navolgende Verordening, regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen voor het horen van indieners van zienswijzen tegen ontwerpbestemmingsplannen, tegen ontwerpstructuurvisies, en tegen

andere ruimtelijke plannen waarbij een zienswijze procedure wordt voorgeschreven;

II. De bevoegdheid tot het horen in het kader van voorbereiding van ruimtelijke plannen te delegeren aan de in te stellen Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen.

Artikel 1: Taak en functie

  • 1. De “Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen” is een hoorcommissie namens de raad.

  • 2. De “Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen” gaat over tot het horen van indieners van zienswijzen in de volgende gevallen:

    • -

      indien zienswijzen naar voren zijn gebracht bij de procedure inzake totstandkoming van een structuurvisie;

    • -

      indien zienswijzen naar voren zijn gebracht bij de procedure inzake totstandkoming van een bestemmingsplan;

    • -

      indien zienswijzen naar voren zijn gebracht bij de procedure inzake wijziging van een bestemmingsplan, voor zover deze bevoegdheid is voorbehouden aan de raad;

    • -

      indien zienswijzen naar voren zijn gebracht bij de procedure inzake vrijstelling van een bestemmingsplan, voor zover deze bevoegdheid is voorbehouden aan de raad.

  • 3. De commissie brengt verslag uit aan de raad en het college.

Artikel 2: Lidmaatschap, samenstelling

  • 1. Het aantal leden van de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen is gelijk aan het aantal fracties dat is vertegenwoordigd in de raad.

  • 2. Commissieleden worden benoemd door de raad op voordracht van de fracties, dit kunnen raadsleden of burgercommissieleden zijn. Per fractie wordt tevens een plaatsvervangend lid benoemd.

  • 3. De raad benoemt de voorzitter van de hoorcommissie. De voorzitter is geen lid van de commissie.

  • 4. Bij ontstentenis van de voorzitter wijzen de aanwezige commissieleden uit hun midden een plaatsvervanger aan.

  • 5. De voorzitter van de raad kan voorstellen om de voorgedragen kandidaten voor de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen zonder stemming met algemene goedkeuring te benoemen. Over dit voorstel van orde wordt niet beraadslaagd. Als een lid van de raad verklaart hier niet mee in te stemmen, vindt een schriftelijke stemming plaats.

  • 6. De zittingsduur van de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen wordt gelijk gesteld met de zittingsduur van de raad.

  • 7. Het lidmaatschap eindigt tussentijds zodra men ophoudt lid te zijn van de raad en/of raadscommissie of als de raad dat bepaalt.

  • 8. Als een vacature ontstaat, wordt zo spoedig mogelijk een nieuw lid benoemd uit dezelfde fractie.

Artikel 3: De voorzitter

  • 1. De voorzitter is bevoegd, eigener beweging of daartoe uitgenodigd door de commissie, om ambtenaren, andere deskundigen of belanghebbenden voor het verstrekken van inlichtingen uit te nodigen.

  • 2. De voorzitter stelt degene die zich met een zienswijze, als bedoeld in artikel 1, tot de raad heeft gewend, schriftelijk in de gelegenheid zich persoonlijk of bij gemachtigde te doen horen in de vergadering van de commissie waarin de zienswijze wordt behandeld.

  • 3. De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde tijdens de hoorzittingen en voor het naar redelijkheid limiteren van de spreektijd.

Artikel 4: Het secretariaat

  • 1. Het secretariaat van de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen wordt vervuld door de griffier.

  • 2. Het secretariaat wordt ambtelijke bijgestaan door de vakafdeling.

Artikel 5: De hoorzittingen

  • 1. De Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen komt bijeen na afloop van de termijn van ter inzage legging van het (de) ruimtelijke plan(nen), doch uiterlijk binnen 6 weken na afloop van die termijn. De hoorzittingen zijn openbaar.

  • 2. De hoorzittingen worden door de voorzitter belegd. Hij zorgt dat elk lid en alle belanghebbenden, spoedeisende gevallen uitgesloten, tenminste één week voor de aanvang van de hoorzitting worden opgeroepen.

  • 3. Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt;

  • 4. De leden van de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen, en eventueel aanwezige genodigden, hebben de mogelijkheid verduidelijkende vragen te stellen.

  • 5. Een lid van de commissie neemt niet deel aan de hoorzitting indien het een aangelegenheid betreft die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. Doet zich een zodanig geval voor, dan wordt dit lid vervangen.

Artikel 6: Quorum

  • 1. Het horen geschiedt door de voorzitter en minimaal drie commissieleden.

  • 2. Indien de zitting in verband met het ontbreken van het quorum geen doorgang vindt schrijft de voorzitter binnen twee werkdagen een nieuwe vergadering uit in overleg met de belanghebbenden.

Artikel 7: In behandeling nemen van stukken

  • 1. Een zienswijze als bedoeld in artikel 1 wordt door de voorzitter onmiddellijk in handen van de commissie gesteld.

  • 2. Het college doet de commissie zo spoedig mogelijk de voor de behandeling van de zienswijze vereisten stukken toekomen en, na een verzoek daartoe, aanvullende informatie, indien de hoorcommissie van mening is dat zij daar voor een goede taakuitoefening over dient te beschikken.

Artikel 8: Bezoldiging

  • 1. Leden van de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen, geen raadsleden zijnde, kunnen aanspraak maken op een vergoeding conform de Verordening rechtspositie wethouders, raads - en commissieleden.

  • 2. De vergoeding zoals genoemd onder lid 1 wordt niet uitgekeerd indien het lid van de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen op de dag dat een hoorzitting wordt gehouden tevens een vergadering heeft van de raadscommissie waar hij lid van is.

Artikel 9: Algemene bepalingen

Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, worden beslissingen omtrent de werkwijze van de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen en de orde van de hoorzittingen genomen door de voorzitter.

Artikel 10: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen Rijnwoude”.

Artikel 11: In werking treding en Wet op de ruimtelijke ordening

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag, volgende op de bekendmaking ervan.

  • 2. Deze verordening vindt mede zijn grondslag in de (nieuwe) Wet op de ruimtelijke ordening vanaf het tijdstip dat deze wet in werking treedt.

Ondertekening

Bij dit besluit heeft de raad zich gebaseerd op:

- Het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 januari 2008.

- Behandeling in de commissie RZ d.d. 12 februari 2008.

- Artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 156 van de Gemeentewet.

- Artikel 3.8 van de Wet op de ruimtelijke ordening (Staatsblad 2006, 566 en Staatsblad 2007, 271).

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Rijnwoude,

d.d. 6 maart 2008,

De griffier, de voorzitter,