Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Maasdonk

Evenementenbeleid gemeente Maasdonk 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Maasdonk
Officiële naam regelingEvenementenbeleid gemeente Maasdonk 2007
CiteertitelEvenementenbeleid gemeente Maasdonk 2007
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpEvenementen en markten

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2007Onbekend

12-12-2006

Streekwijzer

Onbekend

Tekst van de regeling

Evenementenbeleid gemeente Maasdonk 2007

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Aanleiding

Hoofdstuk 2 Evenementen

2.1 Wat is een evenement

2.2 Wanneer is een evenementenvergunning vereist?

2.2.1 Besloten feesten

2.2.2 Horeca-inrichtingen en sociaal culturele gebouwen

2.3 Tijdstip indienen aanvraag

2.4 Toetsing aanvraag evenementenvergunning

2.5 Bestemmingsplan

Hoofdstuk 3 Grote en kleine evenementen

3.1 Grote evenementen

3.2 Kleine evenementen

3.3 Spreiding van evenementen

Hoofdstuk 4 Uitgangspunten beleid

4.1 Locatie evenement

4.1.1 Weekmarkt

4.1.2 Onderhoud sportvelden

4.2 Start- en eindtijden evenement

4.3 Geluidsnormen

4.3.1 De mate van hinder

4.3.2 Grenswaarde

4.4 Plaatsen tent

4.5 Verkoop zwakalcoholische dranken

4.6 Terrassen

4.7 Bingo of ander klein kansspel

4.8 Loterij

4.9 Vuurwerk

4.10 Kampvuren en vreugdevuren

4.11 Luchtballonnen en helikopters

4.12 Zondagswet

4.13 Toiletvoorzieningen

4.14 Stroomvoorzieningen

4.15 Verkoopstandplaatsen

4.16 EHBO

4.17 Verzekeringen

4.18 Parkeren

4.18.1 Grondwaterbeschermingsgebied Nuland

4.19 Verkeersregelaars

4.20 Verkeersmaatregelen

4.21 Beschikbaar stelling materialen

4.22 Reclameborden

4.23 Opruimen van afval, schade

4.24 Overige algemene beleidsuitgangspunten

4.25 Controle en handhaving

4.26 Middelen

Hoofdstuk 5 Zienswijzen

5.1 Zienswijze van mevrouw J. Strik, d.d. 15 juni 2006

5.2 Zienswijze Koninklijke Horeca Nederland, d.d. 4 juli 2006

Hoofdstuk 6 Evaluatie evenementenbeleid

6.1 Evaluatie

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

1. Aanleiding

In de gemeente Maasdonk vinden jaarlijks een aantal evenementen plaats. Het gaat om een aantal jaarlijks terugkerende evenementen, zoals Effe noar Geffe, de Spullenmert, de carnavalsoptochten, kerstmarkten en de jaarlijkse festiviteiten in het centrum van Nuland. Daarnaast worden er jaarlijks incidenteel evenementen georganiseerd, voornamelijk voor en door verenigingen. Maasdonk heeft een actief verenigingsleven en dat willen we graag stimuleren om een goed woon- en leefklimaat te bevorderen.

Voor het organiseren van activiteiten is meestal een vergunning nodig om te zorgen dat deze activiteiten ook veilig en zonder veel overlast voor anderen kunnen plaatsvinden. Wat onder overlast wordt verstaan kan voor iedereen anders zijn. In dit beleid hebben wij ons daarom gericht op de grens tussen wat over het algemeen als aanvaardbaar wordt ervaren en wat niet.

Deze nota heeft als doel organisatoren van evenementen meer inzicht en duidelijkheid te geven over wanneer een vergunning nodig is, welke voorschriften dan van toepassing zijn en welke procedures door de gemeente of aanvrager gevolgd moeten worden.

Wij hopen op deze manier het organiseren van evenementen te stimuleren en te ondersteunen.

2. Evenementen

2.1 Wat is een evenement?

In de Algemene Plaatselijke Verordening Maasdonk 2005 (hierna: APV) zijn in hoofdstuk 2 bepalingen opgenomen over het organiseren van evenementen. In artikel 2.2.1 van de APV is de volgende begripsomschrijving opgenomen:

1. Onder evenement wordt verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichtingen van vermaak, met uitzondering van:

  • a.

    bioscoopvoorstellingen;

  • b.

    markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5.2.4. van deze verordening;

  • c.

    Kansspelen als bedoeld in de Wet op de Kansspelen (bijvoorbeeld loterijen, bingo en rad van avontuur);

  • d.

    dansen in horeca-inrichtingen;

  • e.

    betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • f.

    activiteiten als bedoeld in de artikelen (2.1.2.1 (optochten), 2.1.4.1 (feest, muziek of wedstrijd), 2.1.4.2 (dienstverlening), 2.1.4.3 (straatartiest) en 2.3.3.1. (casino's) van deze verordening.

2. Onder evenement wordt mede verstaan: een herdenkingsplechtigheid.

Verbod om zonder vergunning een evenement te organiseren

In artikel 2.2.2 van de APV is bepaald dat het verboden is zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

Evenementen en activiteiten

Deze nota heeft naast activiteiten welke vallen onder definitie van artikel 2.2.1 van de APV ook betrekking op activiteiten die door de meeste mensen ook als evenement aangemerkt worden zoals wedstrijden, optochten, en feesten.

Een schematisch overzicht van diverse activiteiten:

Activiteit

Artikel APV*

Voorbeeld

Wie neemt het besluit

Plaatsen van voorwerpen op/aan boven de weg

2.1.5.1

Plaatsen van een kleine tent

Het college van B&W

Feest, muziek of wedstrijd

2.1.4.1

Hardloopwedstrijd op de weg

De burgemeester

Optocht

2.1.2.1

Carnavalsoptocht, optocht Koninginnedag

De burgemeester

Betoging

2.1.2.2

Stille tocht

De burgemeester

Snuffelmarkt

5.2.4

Kunstmarkt

De burgemeester

* de in dit hoofdstuk genoemde artikelen zijn in zijn geheel te vinden in bijlage 1.

2.2 Wanneer is een evenementenvergunning vereist?

Er zijn verschillende situaties denkbaar waarvoor een evenementenvergunning aangevraagd moet worden. De begripsomschrijving van evenement in artikel 2.2.1. van de APV is ruim gehouden, gelet op de grote variatie in evenementen. Een evenementenvergunning is in ieder geval vereist bij alles wat aan festiviteiten plaatsvindt in de open lucht en/of op openbaar gebied of plaatsen met een openbaar karakter die in principe niet voor deze festiviteiten bedoeld zijn, zoals sporthallen e.d.

Voorbeelden van situaties wanneer een evenementenvergunning vereist is:

  • -

    Het evenement is voor publiek toegankelijk, voorbeelden zijn muziekfeesten en braderieën.

  • -

    Het evenement vindt plaats in een straat, op een plein, in een gebouw of in een tent, maar die plaats wordt normaal niet voor een dergelijk evenement gebruikt.

  • -

    Het evenement wordt gehouden op een locatie die normaal wel voor het publiek toegankelijk is, maar die in principe niet bedoeld is om festiviteiten te organiseren (bijvoorbeeld een sporthal).

2.2.1 Besloten feesten

Voor besloten feesten is geen evenementenvergunning vereist, maar er kunnen wel andere vergunningen, ontheffingen of vrijstellingen nodig zijn op basis van de APV of andere wet- en regelgeving. Voor een besloten feest op een openbaar terrein is bijvoorbeeld wel een vergunning nodig om gebruik te maken van de weg of een weggedeelte (artikel 2.1.4.1 APV). Indien er ten behoeve van een besloten feest een tent wordt geplaatst waarin meer dan 50 personen aanwezig kunnen zijn, dient tevens een gebruiksvergunning (aanvraagformulier ''Vergunning brandveilig gebruik'') te worden aangevraagd in verband met de brandveiligheid. Ook bij de verkoop van alcohol of het afsteken van vuurwerk is een ontheffing c.q. vergunning vereist.

2.2.2 Horeca-inrichtingen en sociaal culturele gebouwen

Voor evenementen/ activiteiten/ festiviteiten in een horeca-inrichting of sociaal cultureel centrum die in gebruik overeenkomstig de gebruiksvergunning zijn is geen evenementenvergunning vereist. Voor het dansen in een horeca-inrichting is bijvoorbeeld geen evenementenvergunning nodig. Indien het evenement geheel of gedeeltelijk buiten de horeca-inrichting plaatsvindt dient hiervoor wel een evenementenvergunning aangevraagd te worden.

Voor het organiseren van rommelmarkten, e.d., tentoonstellingen of beurzen in de inrichting dient wel een vergunning te worden aangevraagd. Het betreft dan echter geen evenementenvergunning maar een vergunning voor het organiseren van snuffelmarkten e.d. (artikel 5.2.4. APV).

2.3 Tijdstip indienen aanvraag

Aanvragen voor kleine evenementen dienen tenminste 8 weken voordat het evenement plaatsvindt te worden ingediend.

Aanvragen voor grote evenementen dienen tenminste 16 weken voordat het evenement plaatsvindt te worden ingediend. Overleg met brandweer, politie en overige betrokkenen maakt deze termijn noodzakelijk om te kunnen beoordelen of een evenement veilig kan plaatsvinden.

Indien een aanvraag niet op tijd is ingediend kan de burgemeester besluiten dat de aanvraag niet in behandeling wordt genomen.

In hoofdstuk 3 van deze nota wordt verder ingegaan op het verschil tussen kleine en grote evenementen.

De algemene procedure voor het afhandelen van een aanvraag is te vinden in bijlage 2.

2.4 Toetsing aanvraag evenementenvergunning

Vergunning als bedoeld in de artikelen 2.1.4.1 (feest, muziek, wedstrijd), 2.1.2.1 (optocht) en 2.2.1 (evenement) van de APV kunnen geweigerd worden in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    het voorkomen of beperken van overlast;

  • c.

    de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

  • d.

    de zedelijkheid of gezondheid.

Ad. a. Openbare orde

Dit criterium speelt een rol indien sprake is van kans op onveilige situaties. Deze weigeringsgrond hangt samen met punt C. Op deze weigeringsgrond wordt een beroep gedaan indien de veiligheid tijdens het evenement niet voldoende gegarandeerd kan worden. Een goede planning, het tijdig aanvraag van een vergunning en een draaiboek (en een checklist evenementen) kan dit meestal voldoende ondervangen.

Ad. b. Het voorkomen of beperken van overlast

Hierbij wordt gekeken naar overlast van bijvoorbeeld geluid, stank en verkeer. Daarnaast wordt bekeken of deze overlast objectief gezien aanvaardbaar is voor omwonenden of andere gebruikers van de openbare ruimte.

Ad. c. De verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen

Bekeken wordt of de normale verkeersdoorstroming nog steeds op kan plaatsvinden, eventueel via omleidingen met waarborging van de verkeersveiligheid. Tevens toetst de gemeente in hoeverre het evenement nadelige gevolgen kan hebben voor de veiligheid van bezoekers en/of deelnemers van het evenement.

Veiligheidsdraaiboek

Afhankelijk van de omvang en de locatie van een evenement kan de gemeente van de organisatie een veiligheidsdraaiboek verlangen. Bij grote evenementen is een draaiboek verplicht. In een dergelijk draaiboek dient de organisatie aan te geven welke maatregelen en/of voorzieningen worden getroffen om het evenement veilig te laten verlopen en calamiteiten te voorkomen. Een draaiboek moet aansluiten op de werkwijze van de hulpdiensten. In de praktijk wordt het draaiboek, bij voorkeur samen met een afvaardiging van de organisatie van het evenement, door deze diverse partijen getoetst.

Ad. d. Zedelijkheid of gezondheid

Als de zedelijkheid of gezondheid van bezoekers en/of deelnemers in gevaar kan komen tijdens een evenement worden hieromtrent voorschriften opgenomen in de vergunning.

Met betrekking tot bovenstaande punten moet een checklist overgelegd worden. Deze checklist maakt onderdeel uit van de aanvraag. De checklist zijn bijgevoegd in bijlage 3.

2.5 Bestemmingsplan

In een bestemmingsplan zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot activiteiten die toegestaan of verboden zijn op de betreffende bestemming. Doorgaans bevat een bestemmingsplan in ieder geval een algemeen gebruiksverbod: een verbod gronden en opstallen te (laten) gebruiken in afwijking van de daaraan gegeven bestemming.

Afgevraagd kan worden wanneer een activiteit die niet past binnen de bestemming maar slechts gedurende een beperkte periode plaatsvindt, worden aangemerkt als van de bestemming afwijkend gebruik zoals bedoeld in het gebruiksverbod. Een activiteit kan ''zodanig kortdurend en incidenteel'' zijn dat deze als niet relavant moet worden aangemerkt, zodat van een met het bestemmingsplan strijdig gebruik niet kan worden gesproken.

Hoe kortdurend een activiteit moet zijn om deze als irrelevant te kunnen kwalificeren, zal met name afhangen van de aard van de bestemming (en van de omgeving) en de aard van de activiteit en de (mogelijk) blijvende nadelige gevolgen ervan. Zo zal een motorcross in een gebied dat is bestemd tot ''natuurgebied'' in dit verband relevant zijn gelet op de ingrijpendheid van de mogelijke consequenties van zo'n activiteit voor dat gebied.

Behalve de duur van een activiteit is ook de frequentie ervan van belang. Een activiteit die op zichzelf beschouwd niet ingrijpend is voor de bestemming, kan dat wél worden als deze met enige regelmaat op dezelfde locatie plaatsvindt.

3. Grote en kleine evenementen

Als wordt gekeken naar de belasting die evenementen voor hun omgeving vormen, zijn er twee soorten evenementen: grote en kleine evenementen.

3.1 Grote evenementen

Grote evenementen zijn evenementen waarvan de gemeente op basis van de plannen van de organisator voorziet dat ze een belasting kunnen vormen voor de leefomgeving. Het zijn evenementen waar één of meer van de volgende zaken aan de orde komen:

• Er is sprake van versterkte muziek (bijvoorbeeld optredens tijdens een braderie of een openluchtconcert).

• Er komen meer dan 500 bezoekers op af.

• Er worden meerdere straten afgesloten en er vinden veel verkeersbewegingen plaats.

3.2 Kleine evenementen

Kleine evenementen hoeven geen belasting te vormen voor de leefomgeving. Indicatiecriteria hierbij zijn:

• Geen sterk versterkte muziek.

• Er komen minder dan 500 bezoekers op af.

• Er is maximaal 1 straat of plein afgesloten en er vinden weinig verkeersbewegingen plaats.

3.3 Spreiding van evenementen

Zowel in het kader van de openbare orde, als in het belang van de activiteiten zelf, moet voorkomen worden dat een aantal evenementen op hetzelfde moment plaatsvindt. Daarom wordt spreiding van evenementen nagestreefd. Deze spreiding is vooral van belang bij grote evenementen aangezien deze evenementen een grotere belasting vormen voor hun omgeving en daarbij ook vaak extra inzet van de politie nodig is om de veiligheid te kunnen garanderen. Voor de organisatie is een goede spreiding ook belangrijk in verband met de opkomst. Als er twee weekenden achter elkaar bijvoorbeeld grote evenementen gepland zijn met eenzelfde karakter zal de opkomst bij het tweede evenement waarschijnlijk lager zijn dan wanneer er een langere periode tussen zit.

Om spreiding van evenementen te kunnen bewerkstelligen, wordt gebruik gemaakt van een evenementenkalender. Aan het einde van een kalenderjaar zullen organisatoren via de lokale huis-aan-huis krant en via de gemeentelijke website opgeroepen worden om evenementen aan te melden voor het daaropvolgende kalenderjaar. Dit kan gezien worden als het reserveren van een datum of data. De conceptkalender wordt gepubliceerd zodat bewoners weten wanneer zij enige mate van overlast kunnen verwachten. Indien er sprake is van een dubbele reservering wordt contact opgenomen met de organisatoren zodat men nog ruim van tevoren een andere datum kunnen plannen. Op deze manier wordt de spreiding van evenementen bevorderd.

! De melding ten behoeve van de evenementenkalender wordt niet aangemerkt als aanvraag!

! Daarnaast wil plaatsing op de evenementenkalender nog niet zeggen dat er uiteindelijk ook een evenementenvergunning wordt verleend!

4. Uitgangspunten beleid

Bij het plaatsvinden van evenementen wordt nagenoeg altijd enige overlast veroorzaakt, met name voor bewoners die wonen rond een evenemententerrein. In hoofdstuk 1 van deze nota evenementenbeleid zijn dan ook twee doelstellingen genoemd. Enerzijds het bevorderen van het organiseren van evenementen, anderzijds het tegengaan van de negatieve kanten van evenementen, te weten overlast.

In dit hoofdstuk worden, zonder de mogelijkheden voor evenementen onevenredig zwaar te beperken, de uitgangspunten uiteen gezet om deze overlast zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken.

4.1 Locatie evenement

Aan de hand van de, op het aanvraagformulier, aangegeven route en/of locatie waar het evenement plaatsvindt wordt door de voorman van de gemeentewerf, eventueel in overleg met de politie, de hulpverlenende instanties en de wegbeheerder bepaald:

  • a.

    of de route en of locatie vanuit openbare orde of veiligheidsaspecten gewenst is;

  • b.

    of er op dat moment geen werkzaamheden aan de weg of op de gewenste locatie plaatsvinden.

Voordat een aanvraag wordt ingediend, kan een afspraak gemaakt worden met de gemeente om te bekijken of de gewenste locatie of route geen problemen oplevert voor de bereikbaarheid door de hulpdiensten. Daarnaast zal beoordeeld worden of voor de locatie en of omleidingsroute een verkeersbesluit genomen moet en ook kan genomen worden (zie ook paragraaf 4.19).

4.1.1 Weekmarkt

Op woensdagochtend is het niet mogelijk een evenement te organiseren op het Dorpsplein te Geffen in verband met de weekmarkt. In Nuland vindt de weekmarkt op donderdagochtend plaats op het Prins Bernhardplein en kan er geen evenement georganiseerd worden op die locatie.

4.1.2 Onderhoud sportvelden

Jaarlijks vindt in de periode van 1 juni tot en met 15 augustus onderhoud plaats aan de natuurgras-sportvelden binnen de gemeente. In deze periode is het niet mogelijk om evenementen te organiseren op de betreffende sportvelden.

4.2 Start- en eindtijden evenement

Starttijden

Wat betreft de aanvangstijden van evenementen moet aansluiting gezocht worden bij het maatschappelijk aanvaardbare. Wat aanvaardbaar is, is mede afhankelijk van de aard van de activiteit. Op basis van vergunningen die in het verleden zijn afgegeven mogen in het algemeen evenementen van maandag tot en met zaterdag niet vóór 09.00 uur starten. Op de zondagen is de Zondagswet van toepassing. In principe mogen er dan geen activiteiten voor 13.00 uur starten. Binnen de gemeente Maasdonk wordt voor evenementen die weinig geluidshinder geven over het algemeen een ontheffing verleend op basis van de Zondagswet. Dergelijke evenementen mogen al eerder starten. Ook hierbij wordt aangesloten worden bij wat in het algemeen maatschappelijk aanvaardbaar geacht. Dit is dus afhankelijk van het soort activiteit.

Eindtijden

Om een geleidelijk vertrek van de bezoekers (‘cooling down’) mogelijk te maken wordt een

onderscheid gemaakt in de eindtijd van het geluid/drankverstrekking en de eindtijd van het evenement.

De eindtijd van het evenement houdt in dat op dat moment géén bezoekers meer aanwezig

mogen zijn in de tent of op de locatie waar het evenement wordt gehouden. De volgende eindtijden worden gehanteerd voor alle evenementen:

 

Eindtijd muziek/drankverstrekking

Eindtijd evenement

Zondag t/m donderdag

23u.30

00u.00

Vrijdag, zaterdag en dagen vóór een officiële feestdag

00u.30

01u.00

4.3 Geluidsnormen

Ter voorkoming van geluidsoverlast kan de burgemeester overwegen dat het noodzakelijk is om geluidsnormen op te nemen in de evenementenvergunning.

De vraag is daarbij aan de orde hoeveel hinder omwonenden in redelijkheid -gezien het algemeen belang- dienen te accepteren. De grens van wat omwonenden gevraagd kan worden te accepteren ligt in het algemeen bij het vaak gehanteerde begrip “onduldbaar”, in relatie tot het aantal keren dat deze hinder optreedt.

4.3.1. De mate van hinder

Indien geluiden van een evenement in een woning doordringen heeft dat tot gevolg dat het

‘achtergrondgeluid’ in de woning toeneemt. Het geluidsniveau in veel woningen varieert

overdag van 25 tot 35 dB(A) (van zacht gefluister tot iets luider geroezemoes). Een toename van 25 dB(A) tot 40 dB(A) binnen is goed hoorbaar en zal leiden tot het ondervinden van hinder c.q. het toenemen van hinder. Indien het geluidsniveau binnen stijgt boven de 40 dB(A) zal dat tot gevolg hebben dat de bewoners van die woning daardoor ‘luider’ moeten gaan spreken om verstaanbaar te zijn.

Hinderkwalificatietabel

Overschrijding ref. niveau binnen de woning

Overschrijding absolute waarde

Overlast

0 – 5 dB(A)

 

Enige

5 – 10 dB(A)

 

Veel

10 – 15 dB(A)

 

Ernstige

15 – 20 dB(A)

 

Zeer ernstige

> 20 dB(A) of hoger

50 dB(A)

onduldbare

4.3.2. Grenswaarde

Hoewel de achtergrondniveaus in woningen – afhankelijk van de ligging – nogal variëren, wordt in het algemeen toch steeds uitgegaan van een vaste waarde van 35 dB(A) etmaalwaarde zoals onderstaande tabel aangeeft.

Dagperiode

07.00 – 19.00 uur

35 dB(A)

Avondperiode

19.00 – 23.00 uur

30 dB(A)

Nachtperiode

23.00 – 07.00 uur

25 dB(A)

Om de grens van het optreden van ‘onduldbare hinder’ niet te overschrijden, dient als maximaal toelaatbaar geluidsniveau binnen te worden aangehouden de laagste waarde van:

  • a.

    het referentieniveau + 20 dB(A) en;

  • b.

    het absolute geluidsniveau van 50 dB(A)

Rekening houdend met een gemiddelde gevelisolatie van 20 a 25 dB(A) leidt deze benadering tot maximaal toelaatbare gevelbelastingen zoals in onderstaande tabel zijn aangegeven. De maximale gevelbelasting is de toetsingsnorm die bij evenementen met mogelijke geluidsoverlast in de evenementenvergunning wordt opgenomen.

Periode

Basisnorm

Max. niveau binnen

Gevelisolatie

Maximale Gevelbelasting

Dag

35 dB(A)

50 dB(A)

20 à 25 dB(A)

75 dB(A)

Avond

30 dB(A)

50 dB(A)

20 à 25 dB(A)

75 dB(A)

Nacht

25 dB(A)

45 dB(A)

20 à 25 dB(A)

70 dB(A)

Een geluidsniveau van 70-75 dB(A) is te vergelijken met het geluid van een druk restaurant of een overvliegende F16A straaljager op 3000 meter hoogte.

4.4 Plaatsen tent

Het plaatsen van een tent is, in verband met de brandveiligheid, verbonden aan een aantal veiligheidsvoorschriften. De voorschriften zijn opgesteld door de brandweer en zullen ook, voorafgaand aan en tijdens het evenement, gecontroleerd worden door de brandweer. Uiterlijk 2 dagen (48 uur) voor aanvang van het evenement dient de organisator van het evenement contact op te nemen met de brandweer voor het maken van afspraken over het evenement, de controle en naleving.

Bijlage 4 van deze nota presenteert de brandveiligheidsvoorwaarden met betrekking tot het plaatsen en in gebruik hebben van een tent.

4.5 Verkoop zwakalcoholische dranken

Voor het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank buiten een horeca-inrichting is op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet een ontheffing van de burgemeester vereist. Hierbij wordt de eis gesteld dat de drankverstrekking van alcohol onder onmiddellijke leiding van een persoon geschiedt die voldoet aan artikel 8, lid 2 van de Drank- en Horecawet

(leeftijd minimaal 21 jaar, niet onder curatele staan, en niet van slecht levensgedrag zijn) en een bewijsstuk heeft inzake sociale hygiëne.

Op aanvraag van de organisator van het evenement kan ontheffing worden verleend voor het schenken van zwak alcoholhoudende dranken. Deze ontheffing wordt verleend tot uiterlijk een half uur (i.v.m. cooling down) voor de eindtijd van het evenement.

4.6 Terrassen

Indien er sprake is van een tijdelijk terras dient een tekening met de maten van het terras binnen het evenemententerrein bij de aanvraag gevoegd te worden. De terrassen mogen toegangen van gebouwen en het verkeer niet belemmeren of hinderen.

4.7 Bingo of ander klein kansspel

Op basis van de Wet op de kansspelen mag een vereniging die tenminste drie jaar bestaat een bingo of een ander klein kansspel organiseren. Het prijzengeld mag per spelronde niet hoger zijn dan € 350,- en per bijeenkomst niet hoger dan € 1.400,-. Een bingo of ander klein kansspel moet 14 dagen van tevoren worden gemeld bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. De gemeente kan vervolgens voorschriften vaststellen. Indien niet wordt voldaan aan de voorschriften of er al een bijeenkomst op dat moment plaatsvindt kan de gemeente het kansspel verbieden.

Op het aanvraagformulier kan worden aangegeven dat er tijdens een evenement een klein kansspel wordt georganiseerd. Bij de afhandeling van de aanvraag wordt dit onderdeel meegenomen.

4.8 Loterij

Indien een loterij wordt gehouden is daarvoor vergunning nodig op grond van de Wet op de kansspelen. Loterijen mogen uitsluitend worden gehouden indien de opbrengst daarvan enig algemeen belang dient. Gedacht kan worden aan de aankoop van materialen voor een vereniging. De gemeente kan slechts toestemming geven indien de prijzenpot niet meer bedraagt dat € 4.500,--.

4.9 Vuurwerk

Tijdens een evenement mag alleen professioneel vuurwerk worden afgestoken. Het afsteken van dit vuurwerk kan slechts geschieden door een bedrijf, die over de vereiste vergunning beschikt. Gedeputeerde staten van de provincie waarin het bedrijf is gevestigd zijn bevoegd om te beslissen op een aanvraag om vergunning.

4.10 Kampvuren en vreugdevuren

Op grond van de Wet milieubeheer is het verboden om afvalstoffen te verbranden. Voor het houden van een kampvuur of vreugdevuur kan ontheffing aangevraagd worden.

In artikel 5.5.1 van APV staat dat het is verboden in de openlucht vuren aan te leggen, te stoken of te hebben. Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing verlenen van dit verbod.

Voor het houden van een vreugdevuur of kampvuur dienen twee verschillende ontheffingen aangevraagd te worden. De reden hiervan is dat beide wetten een ander doel hebben. Bij de Wet milieubeheer is dat de bescherming van het milieu, bij de APV gaat het vooral om de openbare orde en de leefomgeving. De procedures van deze twee ontheffingen zijn op elkaar afgestemd zodat de twee ontheffingen tegelijkertijd verleend of geweigerd zullen worden.

Momenteel zijn wij bezig om de regels met betrekking tot het stoken te vereenvoudigen. Zodra de nieuwe procedure gereed is wordt het evenementenbeleid op dit punt aangepast.

4.11 Luchtballonnen en helikopters

Om een rondvlucht met helikopter of luchtballonvaart te mogen maken dient er een verklaring van geen bezwaar te worden aangevraagd bij de burgemeester. Een verklaring van geen bezwaar kan alleen aangevraagd worden door helikopterbedrijven die commerciële helikoptervluchten uitvoeren of door personen die in het bezit zijn van een brevet en een helikopter. Om deze vluchten te mogen uitvoeren hebben zij een vergunning (Air Operator Certificate) nodig van de Divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

4.12 Zondagswet

Ter verzekering van de openbare rust op zondag en bepaalde christelijke feestdagen (o.a. Hemelvaart, Pinksteren) kent de Zondagswet verboden, waarbij de artikelen 3 en 4 de meest relevante zijn met betrekking tot evenementen.

De burgemeester kan ontheffing verlenen van de verboden uit de Zondagswet. De burgemeester zal daarbij met name kijken naar de vraag of het evenement leidt tot overlast voor bijvoorbeeld een kerkdienst.

4.13 Toiletvoorzieningen

Bij evenementen waar veel bezoekers verwacht wordt, is het verplicht om voldoende sanitaire voorzieningen aanwezig te hebben. Niet alleen met het oog op uitstraling, maar ook ter voorkoming van milieuverontreiniging en (geur)overlast door wildplassen. Een richtlijn voor het aantal te plaatsen toiletten is: 1 toilet per 100 personen.

De organisatie dient zelf voor toiletvoorzieningen te zorgen en de kosten komen derhalve ook voor rekening van de organisatie. Binnen de gemeente Maasdonk kan enkel gebruik worden gemaakt van chemische toiletvoorzieningen waarbij dus geen aansluiting op de riolering nodig is. De chemische toiletvoorzieningen moeten op een correcte manier geleegd worden.

4.14 Stroomvoorzieningen

In de gemeente Maasdonk zijn in totaal 7 stroomkasten aanwezig waarvan gebruik kan worden gemaakt tijdens evenementen. Bijlage 5 presenteert kaarten met de locaties van de kasten. De wens om gebruik te maken van een of meer kasten dient aangegeven te worden op het aanvraagformulier.

4.15 Verkoopstandplaatsen

Indien bij de aanvraag wordt aangegeven dat er ook verkoopstandplaatsen worden ingericht, worden hiervoor voorschriften opgenomen in de vergunning. Op een situatietekening moet worden aangegeven op welke plaats de standplaatsen gepland zijn.

In artikel 5.2.3, vierde lid, van de APV Maasdonk 2005 is onder andere bepaald dat geen standplaatsvergunning is vereist indien sprake is van een evenement in de zin van artikel 2.2.1 van de APV Maasdonk 2005.

4.16 EHBO

U bent zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van de bezoekers aan het evenement. In dit kader is het van belang dat de organisator zorgt voor een EHBO-post en beveiliging.

Vanaf 500 verwachte bezoekers dienen minimaal twee gediplomeerde EHBO-medewerkers aanwezig te zijn tijdens het evenement.

4.17 Verzekeringen

In de vergunning voor het organiseren van een evenement wordt in de standaardvoorschriften het afsluiten van een wettelijke aansprakelijkheid verplicht gesteld. Dit voor het geval dat de organisatie aansprakelijk wordt gesteld.

4.18 Parkeren

Voor wat betreft de parkeersituatie dient de organisatie ervoor te zorgen dat er voldoende parkeergelegenheid voor bezoekers en deelnemers is. Bij de parkeergelegenheid dienen medewerkers aanwezig te zijn om het parkeren in goede banen te leiden en toezicht te houden. Tevens dient de organisatie ervoor te zorgen dat er voldoende bewegwijzering is aangebracht

naar het parkeerterrein.

Omwonenden mogen gedurende de evenementen geen overlast ondervinden van geparkeerde auto's van bezoekers. De hulpverleningsdiensten dienen te allen tijde vrije doorgang

te hebben. De politie en de gemeente kunnen voorwaarden stellen aan de te creëren parkeergelegenheid.

4.18.1 Grondwaterbeschermingsgebied Nuland

Een groot gedeelte van de kern Nuland is aangewezen als grondwaterbeschermingsgebied. Dit heeft gevolgen voor het organiseren van evenementen. Tijdens evenementen in Nuland mogen alleen de volgende parkeerterreinen gebruikt worden om auto’s van bezoekers te parkeren:

  • ·

    Prins Bernhardplein

  • ·

    Kerkplein

  • ·

    Parkeerterrein Sportpark Duyn&Dael

Indien bovenstaande locaties niet voldoende parkeercapaciteit bieden moet uitgeweken worden naar een terrein of straat buiten het grondwaterbeschermingsgebied. In bijlage 6 is een kaart opgenomen aan van het grondwaterbeschermingsgebied.

4.19 Verkeersregelaars

Bij elke activiteit op de openbare weg, waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers en weggebruikers geregeld moet worden, zijn verkeersregelaars vereist. Of er verkeersregelaars moeten worden ingezet wordt bepaald in overleg met de behandelend ambtenaar van de gemeente en de politie. Aan de hand van de route wordt in samenspraak met de organisatie, het aantal verkeersregelaars vastgesteld. Bij de aanvraag dienen de route of het gebied en de plaatsen waar het verkeer door de organisatie geregeld wordt, op een plattegrond aangegeven te worden. Het werven van verkeersregelaars is een eigen verantwoordelijkheid van de organisatie. Degenen die gaan optreden als verkeersregelaar tijdens een evenement dienen hiervoor een korte instructie te volgen bij de politie.

Verkeersregelaars mogen uitsluitend optreden gekleed in een oranje fluorescerende hes met daarop het woord verkeersregelaar, zowel op voor- als achterzijde. Deze hesjes kunnen door de organisatie worden geleend bij de gemeente (tot een maximum van 20).

Verkeersregelaars worden per evenement aangesteld door de burgemeester.

In bijlage 7 is een advies opgenomen met informatie omtrent een adequate verzekering voor verkeersregelaars.

4.20 Verkeersmaatregelen

Ten behoeve van een evenement kan het noodzakelijk zijn tijdelijke verkeersmaatregelen te treffen. Voorbeelden van tijdelijke verkeersmaatregelen zijn het instellen van eenrichtingsverkeer ten behoeve van een omleiding en het afsluiten van een weg. Als er verkeersmaatregelen getroffen moeten worden, dient dit aangegeven te worden op het aanvraagformulier. De afdeling Grondgebied, bureau CCT, kan worden benaderd met vragen over mogelijkheden tot afsluiting en omleiding.

De benodigde verkeersborden worden door de gemeente beschikbaar gesteld, geplaatst en ook weer opgehaald.

4.21 Beschikbaar stelling materialen

Ten behoeve van een evenement kan gebruik worden gemaakt van gemeentelijke materialen

zoals:

  • ·

    dranghekken (maximaal 400 beschikbaar)

  • ·

    afvalcontainers.

Per evenement kunnen slechts 6 afvalcontainers gegarandeerd beschikbaar gesteld worden. In overleg met de gemeentewerf kunnen er wellicht meer containers worden verzorgd. Na het evenement moeten deze extra containers leeg geretourneerd te worden bij de werf. De containers kunnen geleegd worden bij het milieustation van de Kruisstraat.

4.22 Reclameborden

Niet-commerciële organisaties kunnen gebruik maken van de evenementenaankondigingsborden welke op 12 locaties binnen de gemeente zijn geplaatst. Per locatie kunnen maximaal 4 borden geplaatst worden voor een maximale periode van 4 weken. De borden dienen door de organisatie van een evenement bij de gemeentewerf aangeleverd te worden. Er kan ruimte gereserveerd worden door het reserveringsformulier in te vullen.

Indien men sandwichborden wil plaatsen dient men dit aan te geven op het aanvraagformulier voor het organiseren van een evenement.

Op 26 locaties binnen de gemeente mogen sandwichborden aan lantaarnpalen bevestigd worden. In bijlage 8 is een kaart opgenomen met daarop de locaties van de betreffende lantaarnpalen. De sandwichborden mogen twee weken voor aanvang van het evenement bevestigd worden en één dag na afloop van het evenement dienen alle borden weggehaald te worden. Indien er borden blijven hangen zullen deze door de gemeente op kosten van de organisatie weggehaald worden.

4.23 Opruimen van afval , schade aan gemeentelijke eigendommen

In de evenementenvergunning wordt een aantal voorwaarden opgelegd t.a.v. het opruimen van afval na afloop van een evenement. De vergunning bepaalt onder andere het volgende:

  • 1.

    De organisatie dient ervoor zorg te dragen dat er voldoende afvalbakken geplaatst worden.

  • 2.

    De organisatie dient bezoekers door middel van borden te attenderen op het voorkomen van straatvervuiling en schade aan de beplanting.

  • 3.

    Na afloop dient de organisatie ervoor zorg te dragen dat het terrein wordt opgeruimd en in de oorspronkelijke staat wordt gebracht.

  • 4.

    Indien het terrein niet volledig is opgeruimd zal de gemeente dit doen op kosten van de organisatie.

  • 5.

    Schade aan gemeente-eigendommen wordt op de organisatie verhaald.

4.24 Overige algemene beleidsuitgangspunten

  • 1.

    De organisatie is verantwoordelijk voor een goede gang van zaken en een ordelijk verloop van het evenement.

  • 2.

    De organisatie dient voldoende personeel (door de gemeente te bepalen uitgangspunt per 50 bezoekers één toezichthouder uitsluitend belast met toezicht) in te zetten voor het houden van toezicht gedurende de festiviteiten. Deze toezichthouders dienen duidelijk herkenbaar te zijn.

  • 3.

    Binnen de organisatie moet één persoon fungeren als aanspreekpunt.

  • 4.

    Aan de politie moet worden doorgegeven welke personen als toezichthouder en wie als aanspreekpunt worden ingezet.

  • 5.

    De hulpverleningsdiensten dienen te allen tijde vrije doorgang te hebben en te krijgen.

  • 6.

    Voorzieningen voor brandweer (bluswater) mogen nooit belemmerd worden. De organisatie mag geen gebruik van maken van deze voorzieningen.

  • 7.

    De groenvoorziening dient te worden ontzien. Eventuele schade komt voor rekening van de organisatie.

  • 8.

    Er dienen voldoende sanitaire voorzieningen aanwezig te zijn (1 toilet per 100 personen).

  • 9.

    Tijdens het evenement mag drank enkel worden geschonken in plastic glazen, gebruik van normaal glaswerk is niet toegestaan.

  • 10.

    Eventuele schade welke voortvloeit uit het gebruik maken van de evenementenvergunning is voor rekening van vergunninghouder. Deze vrijwaart de gemeente geheel van aanspraken van derden op schadevergoeding.

  • 11.

    11.Het in strijd handelen met een van de voorschriften uit de evenementenvergunning kan ertoe leiden dat de vergunning onmiddellijk wordt ingetrokken. Dit betekent dat het evenement moet worden beëindigd.

  • 12.

    De gestelde eindtijden dienen strikt te worden gehanteerd.

  • 13.

    Aanwijzingen van de politie, gemeente of brandweer dienen onmiddellijk te worden opgevolgd. Op eerste aanwijzing van de politie dienen alle activiteiten te worden stilgelegd.

4.25 Controle en Handhaving

Het sluitstuk van het evenementenbeleid is handhaving. Om overlast tegen te gaan is vooral de handhaving van de eindtijden en openbare orde van belang. Het opstellen van de evenementenkalender en de in deze nota voorgestelde beleidsuitgangspunten bij de vergunningverlening zullen bijdragen aan een groter draagvlak voor het beleid en dus tot betere naleving en handhaafbaarheid van voorschriften.

Daarnaast is de inzet van menskracht door politie en gemeente nodig voor handhaving. Wanneer geconstateerd wordt dat voorschriften van een vergunning worden overtreden kan daartegen op twee manieren worden opgetreden:

1. Bestuursrechtelijk

Bij ernstige overtredingen van de voorschriften kan in principe bestuursdwang worden toegepast (op grond van artikel 125 van de Gemeentewet). Het college van B&W of de burgemeester kan dan een eind aan de overtreding maken. Indien uitstel niet kan worden getolereerd, is een schriftelijke waarschuwing vooraf niet nodig.

2. Strafrechtelijk

Het overtreden van een voorschrift van een vergunning op basis van de APV is ook strafbaar op basis van diezelfde APV. Een opsporingsambtenaar kan in zo’n geval bevel geven om bijvoorbeeld de muziek zachter te zetten. Wanneer het bevel niet wordt opgevolgd, kan hij zelf eigenhandig de overtreding beëindigen. De politie kan in het geval dat de openbare orde in gevaar komt of dreigt te komen een proces verbaal opmaken.

4.26 Middelen

Voor inwoners van de gemeente Maasdonk zijn er geen kosten verbonden aan het verkrijgen van een evenementenvergunning. Daarbij wordt wel uitdrukkelijk opgemerkt dat er kosten verbonden zijn aan het verkrijgen van andere vergunningen en ontheffingen die verband houden met het te organiseren evenement. Zo zijn er bijvoorbeeld wel kosten verbonden aan het verkrijgen van een ontheffing op grond van de Drank- en Horecawet of het plaatsen van een tent.

Uit de legesverordening volgt dat er wel legeskosten zijn verbonden aan het verkrijgen van een instemming onder nadere voorschriften als bedoeld in artikel 2.2.2. (evenement) voor zover de aanvraag geschiedt door derden die niet zijn gevestigd in de gemeente Maasdonk.

Ten aanzien van het gebruik van gemeentelijke materialen heeft het college besloten om geen kosten in rekening van de organisatoren van evenementen te brengen.

5. Zienswijzen

Het concept van het Evenementenbeleid Maasdonk 2007 heeft in het kader van een zorgvuldige voorbereiding (ingevolge de Inspraakverordening Maasdonk 2005) vanaf 1 juni 2006 gedurende zes weken ter inspraak voorgelegd aan de ingezetenen van de gemeente Maasdonk.

Er zijn twee schriftelijke zienswijzen ingediend.

5.1 Zienswijze van mevrouw J. Strik, d.d. 15 juni 2006

De zienswijze kan als volgt worden samengevat:

  • a.

    Het is zinvol om een centraal punt binnen de gemeente in te richten.

    Reactie: De uitvoering van het evenementenbeleid (contactpunt en vergunningverlening) wordt centraal in onze organisatie geregeld. Er komt derhalve één aanspreekpunt ten aanzien van vragen over evenementen.

  • b.

    De gemeente Maasdonk moet een evenementenfolder opstellen, waarin onder meer de volgende onderdelen aan bod kunnen komen:

    • -

      concrete definitie van evenementen;

    • -

      waarmee komt een organisator in aanraking bij de gemeente als men een evenement wil aanvragen;

      - … 

      Reactie: Ons evenementenbeleid wordt op onze internetsite geplaatst. Daarnaast vinden wij het beter om inwoners persoonlijk te woord te staan, indien zij vragen hebben over het organiseren van een evenement.

5.2 Zienswijze Koninklijke Horeca Nederland, d.d. 4 juli 2006

De zienswijze kan als volgt worden samengevat:

  • a.

    De termijn voor het indienen van een aanvraag bij grote evenementen moet terug gebracht worden van 16 naar 12 weken.

    Reactie: Het is onze ervaring dat de termijn van 16 weken voor de behandeling van aanvragen van grote evenementen noodzakelijk is . Mede door de externe adviezen van de politie, de brandweer, het GHOR is een dergelijke termijn noodzakelijk.

  • b.

    Bij punt 2.5 wordt gewezen op de relatie van een evenement met het bestemmingsplan. Wanneer een locatie meerdere jaren achtereen als evenemententerrein wordt gebruikt en de bestemming laat het evenement niet toe, dan moet artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening worden toegepast.

    Reactie: Punt 2.5 is op dit punt aangepast. Opgemerkt wordt dat artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening veelal niet de aangewezen procedure biedt. Artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zal enkel kunnen worden toegepast bij evenementen die slechts éénmalig op een bepaalde locatie plaatshebben.

    Indien een evenement jaarlijks op dezelfde locatie wordt georganiseerd, dan geldt het volgende. In de jurisprudentie is uitgemaakt dat een activiteit “zodanig kortdurend en incidenteel” kan zijn dat deze als niet relevant moet worden aangemerkt, zodat van een met het bestemmingsplan strijdig gebruik niet kan worden gesproken. Indien wordt geoordeeld dat een evenement niet zodanig kortdurend en incidenteel is, dan zal vrijstelling moeten worden verleend van het bestemmingsplan via artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

    In de gemeente Maasdonk wordt een evenement als zodanig kortdurend en incidenteel beschouwd indien het evenement in zijn totaliteit 3 dagen beslaat (inclusief opbouwen en afbreken).

    Opgemerkt wordt overigens dat in het Bestemmingsplan Kernen Maasdonk is bepaald dat gronden die bestemd zijn als ‘Verkeersgebied’ tevens bestemd zijn voor evenementen.

  • c.

    Er moet nogmaals kritisch naar de definitie van grote en kleine evenementen gekeken worden.

    Reactie: Gelet op de grote van de gemeente Maasdonk hebben wij nogmaals naar de definitie van grote en kleine evenementen gekeken. In eerste instantie merken wij dat het gaat om indicatoren. De vraag of daadwerkelijk sprake is van een groot of een klein evenement is altijd aan de beoordeling van de burgemeester onderhavig. Omdat de norm van 1000 bezoekers toch vrij hoog is, is deze indicatienorm verlaagd naar 500 bezoekers.

  • e.

    Daar waar plotseling initiatieven opduiken, moet het mogelijk blijven om daarop in te spelen.

    Reactie: De evenementenkalender is een middel om spreiding van evenementen te bevorderen. Voorkomen moet worden dat evenementen die kort achter elkaar gepland worden ertoe leiden dat de evenementen in elkaars vaarwater gaan zitten, waardoor de evenementen minder bezocht en minder gewaardeerd worden. Dit houdt overigens niet in dat spontane initiatieven geen doorgang kunnen vinden. Immers, alle aanvragen worden getoetst aan het evenementenbeleid en derhalve ook aan de weigeringsgronden. Ook spontane initiatieven zullen bekeken worden.

  • f.

    De normering qua geluidsniveau is aan een te beperkte kant.

    Reactie: De geluidsniveaus zijn gebaseerd op de normen die zijn opgenomen in de Nota “Evenementen met een luidruchtig karakter” van de provincie Limburg. Gelet hierop zijn de geluidsniveaus niet aan de beperkte kant, maar de maximaal toelaatbare om te voorkomen dat er geen onduldbare geluidsoverlast ontstaat.

  • g.

    Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen toezicht in zijn algemeenheid en toezicht in het licht van de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties.

    Reactie: Op het aanvraagformulier kan worden aangegeven of de organisatie beveiligingsmedewerkers inzet. Aan de hand van het aanvraagformulier zal worden beoordeeld of wij een vergunning kunnen verlenen.

  • h.

    Vermeld moet worden wat niet is toegestaan. Daarbij kan gedacht worden aan kooigevechten, dwergwerpen, zwientje tikken en tent- en schuurfeesten.

    Reactie: Het is juridisch niet houdbaar om reeds op voorhand ten aanzien van bepaalde evenementen aan te geven dat er geen vergunning afgegeven zal worden. Per evenement zal gekeken moeten worden naar de omstandigheden van het geval en of deze omstandigheden vallen onder een van de weigeringsgronden van de evenementenvergunning. Daarnaast kan een dergelijke lijst niet limitatief zijn. Ten aanzien van andere evenementen, die in de lijn van de kooigevechten en het dwergwerpen liggen, maar die niet in de lijst zijn opgenomen, kan de indruk ontstaan dat die evenementen wel zullen worden toegestaan. Echter, ook dit is afhankelijk van de beoordeling van het evenement zelf.

6. Evaluatie evenementenbeleid

6.1 Evaluatie

In september 2007 wordt gestart met een evaluatie van het evenementenbeleid. Bij de evenementenvergunning zal een formulier gevoegd worden waarop mensen kunnen aangeven wat zij vinden van de afhandeling van hun aanvraag. Deze reacties worden meegenomen tijdens de evaluatie.

7. Slotbepalingen

Het Evenementenbeleid gemeente Maasdonk 2007 treedt in werking op 1 januari 2007.