Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nederlek

Handhavingsverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nederlek
Officiële naam regelingHandhavingsverordening
CiteertitelHandhavingsverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsociale zaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-10-201001-07-201016-01-2013Onbekend

12-10-2010

Nederlek Nieuws

NE10/06399

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren WIJ, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandige (IOAZ);

    • b.

      maatregel: het verlagen van de bijstand of inkomensvoorziening op grond van artikel 18, lid 2 van de WWB, dan wel artikel 41 van de WIJ, dan wel artikel 20 van de IOAW of IOAZ;

    • c.

      het K5-bestuur: het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling K5.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Hoofdstuk 2 Fraudepreventie

Artikel 2 Opdracht K5- bestuur
  • 1. Het K5- bestuur voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het K5- bestuur belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand, het verkrijgen van een werkleeraanbod en/of een inkomens-voorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik;

  • 2. Ter controle van de aanvraag wordt gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

Artikel 3 Controle
  • 1. Het K5 – bestuur doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand, het werkleeraanbod en/of inkomensvoorziening en kan daarbij gebruik maken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen. Het K5- bestuur onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand, een werkleeraanbod en/of een inkomensvoorziening.

  • 2. Het K5- bestuur doet onderzoek naar de reden van beëindiging van de bijstand, het werkleer-aanbod en/of de inkomensvoorziening en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de verstrekte voorzieningen, alsmede de wederzijdse resterende verplichtingen tussen het K5- bestuur en de belanghebbende en de afhandeling daarvan.

    Hoofdstuk 3 Gevolgen bij fraude

Artikel 4 Verlaging van de bijstand/ inkomensvoorziening
  • 1. Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van invloed kunnen zijn op het recht van bijstand, verlaagt het K5- bestuur de bijstand conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand en de Maatregelenverordening IOAW- IOAZ, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de ten onrechte verleende bijstand.

  • 2. Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van invloed kunnen zijn op het recht op een werkleeraanbod en/of inkomensvoorziening, verlaagt het K5- bestuur de inkomensvoorziening conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening Wet investeren in jongeren, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de ten onrechte verleende inkomenvoorziening, alsmede tot intrekking van het werkleeraanbod.

Artikel 5 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 4 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het K5- bestuur, onverminderd de mogelijkheden als in artikel 4 vermeld, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het K5- bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, als toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: de handhavingsverordening

Artikel 9 Intrekking

De Handhavingsverordening, in werking sinds 1 oktober 2009, vervalt per 1 juli 2010.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 12 oktober 2010

De griffier, De voorzitter

T.B.W.M. van der Torre B.F.A. van der Kluit – de Groot

Toelichting op de Verordening

Met de verordening die van kracht werd per 1 oktober 2009 werd invulling gegeven aan de in artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB) en artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van beide wetten.

Deze nieuwe wijziging is nodig, gelet op de invoering van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening (BUIG) per 1 juli 2010. Deze bundeling met het inkomensdeel heeft onder andere betrekking op de IOAW en de IOAZ en brengt geen nieuwe verplichtingen voor de uitkeringsgerechtigden. Wel dient de gemeente ervoor te zorgen dat de maatregelenverordening en handhavingverordening ook van toepassing zijn op deze uitkeringen.

Gelet op de grote verwantschap tussen de genoemde wetten is ervoor gekozen om het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in een nieuwe algemene verordening vast te leggen.

.