Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nederlek

Reglement van de orde voor de commissies 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nederlek
Officiële naam regelingReglement van de orde voor de commissies 2002
CiteertitelReglement van de orde voor de commissies 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpreglement orde commissies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 62, lid 2 van de gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-200224-01-2015Onbekend

14-03-2002

Nederlek Nieuws

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

REGLEMENT VAN DE ORDE VOOR DE COMMISSIES 2002

De raad van de gemeente Nederlek;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Nederlek;

Gelet op het bepaalde in artikel 62, lid 2 van de gemeentewet;

BESLUIT:

Vast te stellen de Verordening tol regeling van de samenstelling en de bevoegdheden van de vaste commissies van advies en bijstand.

Artikel 1

  • 1. De vaste commissies van advies welke zijn ingesteld ingevolge artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet, bestaan uit twee leden per fractie. De fractie uit wiens midden de voorzitter wordt gekozen, heeft de mogelijkheid een derde persoon als lid van de betreffende commissie aan Ie wijzen, tenzij hiervan bij het instellingsbesluit wordt afgeweken.

  • 2. De leden van het college van burgemeester en wethouders treden op als adviseurs van de commissies en wonen de vergaderingen van de commissies bij voorzover het om onderwerpen gaat die hun portefeuille betreffen. Zij kunnen zich zo nodig laten bijstaan door de gemeentesecretaris of de door de gemeentesecretaris aangewezen ambtenaar of ambtenaren.

  • 3. ledere commissie wordt zo nodig bijgestaan door de griffier of de door de griffier aangewezen ambtenaar of ambtenaren.

  • 4. Het secretariaat van een commissie wordt verzorgd door de griffier of een door deze aangewezen ambtenaar.

Artikel 2

  • 1. Tot de taak van het secretariaat van een commissie behoort in ieder geval:

    • a.

      het bieden van de mogelijkheid aan de leden van de commissie om kennis te nemen van de stukken, die van belang zijn voor de in de commissievergadering te behandelen onderwerpen, hetzij door deze stukken tijdig voor de vergadering voor de leden ter inzage te leggen, hetzij door hen afschriften van die stukken tijdig voor de vergadering toe te zenden;

    • b.

      het bijhouden en doen tekenen van een presentielijst;

    • c.

      het houden van aantekeningen voor en hel opstellen van een beknopt verslag van het behandelde in de vergadering;

    • d.

      het op schrift stellen en het met de voorzitter mede-ondertekenen van de door de commissie uitgebrachte adviezen.

  • 2. De taakuitoefening door het commissiesecretariaat geschiedt met inachtneming van de door of namens de gemeentesecretaris gegeven aanwijzingen.

Artikel 3

  • 1. Voor zover bij het instellingsbesluit niet anders wordt bepaald, worden de leden en de plaatsvervangende leden van de commissies benoemd door de raad.

  • 2. De benoeming vindt plaats voor de duur van de zittingsperiode van de raad.

  • 3. In tussentijds openvallende plaatsen wordt zo spoedig mogelijk voorzien en in afwijking van het eerste lid van dit artikel benoemd door burgemeester en wethouders op voordracht van de gemeenteraadsfractie, welke het te benoemen commissielid vertegenwoordigt.

  • 4. Het ter vervulling van een buiten periodieke aftreding opengevallen plaats benoemde lid treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.

  • 5. Als lid of plaatsvervangend lid kan worden aangewezen een ieder die voorkomt op de kandidatenlijst als bedoeld in artikel N 19 van de kieswet. Van de twee commissieleden wordt er minimaal één ui! de kring van raadsleden benoemd, tenzij de fractie slechts één vertegenwoordiger heeft in de gemeenteraad.

Artikel 4

  • 1. Bij verhindering van de voorzitter treedt het daartoe door de commissie uit haar midden aan tewijzen lid als zodanig op.

  • 2. Bij verhindering van een lid van een commissie waarschuwt deze, voor zoveel mogelijk, zelf zijn bij de benoeming aangewezen plaatsvervanger.

Artikel 5

  • 1.

    De werkkring van een commissie wordt geregeld bij het instellingsbesluit.

  • 2.

    Daartoe behoort in elk geval het schriftelijk dienen van advies aan het College van Burgemeester en Wethouders in de gevallen, waarin dit wordt verzocht.

  • 3.

    Desgewenst brengen de commissies ongevraagd advies uit over zaken, die bepaaldelijk tot hun werkkring behoren.

Artikel 6

  • 1.

    Een commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste vier leden van de commissie dit nodig oordelen.

  • 2.

    In het geval waarin vier of meer leden van de commissie een vergadering nodig oordelen, delen zij dit schriftelijk aan de voorzitter mede, die de gevraagde vergadering binnen tien dagen belegt.

  • 3.

    De secretaris van de commissie draagt zorg voor tijdige uitnodiging van de vergadering. De convocaties worden -spoedeisende gevallen uitgezonderd-tenminste vijf dagen van tevoren toegezonden. Zij vermelden zoveel als mogelijk is de zaken, waarvoor de vergadering is belegd. Een afschrift van de uitnodiging met bijbehorende stukken wordt toegezonden aan de leden van de raad en aan het college van Burgemeester en Wethouders, alsmede aan degemeentesecretaris en aan de griffier.

Artikel 7

  • 1.

    De commissies vergaderen in het openbaar.

  • 2.

    De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat, tegelijk met de uitnodigingen, dag en uur en plaats van de vergadering ter openbare kennis worden gebracht.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie of vier leden van de commissie kunnen besluiten, dat met gesloten deuren wordt vergaderd, indien en voor zover onderwerpen aan de orde zijn van zodanige aard, dat behandeling daarvan in een openbare vergadering, gezien de schade, die daardoor aan algemene of bijzondere belangen kan worden toegebracht, niet gerechtvaardigd moet worden geacht.

Artikel 8

De voorzitter en de leden van de raad zijn bevoegd als zodanig de commissievergaderingen als bedoeld in artikel 7, derde lid bij te wonen. Indien zij niet tevens zitting hebben in de commissie, onthouden zij zich van deelneming aan de discussie.

Artikel 9

  • 1.

    De vergadering wordt niet gehouden indien niet tenminste de helft van het aantal zittinghebbende leden is opgekomen.

  • 2.

    Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt binnen 10 dagen een nieuwe vergadering belegd, die kan worden gehouden, ongeacht het aantal opgekomen leden.

Artikel 10

  • 1.

    Elke commissie is bevoegd om, buiten de in artikel 1 , tweede lid, bedoelde ambtenaren,deskundigen -al dan niet tot het gemeentebestuur of het gemeentepersoneel behorend- uit tenodigen om de vergadering bij te wonen, teneinde haar van voorlichting te dienen.

  • 2.

    De commissie maakt van deze bevoegdheid geen gebruik dan nadat zij zich ervan verzekerdheeft, dat voor de eventueel aan deze bijwoning en voorlichting verbonden en voor rekening vande gemeente komende kosten voldoende krediet is verleend.

Artikel 11

Wanneer de kommissie in het openbaar vergadert zal de voorzitter de aanwezigen die geen lid van de commissie zijn en ook anderszins niet bevoegd zijn aan de beraadslagingen van de commissie deel te nemen, voor het te behandelen agendapunt de gelegenheid te geven over de geagendeerde onderwerpen vragen te stellen of opmerkingen te maken.

De voorzitter van de kommissie bepaalt hoe lang een niet commissielid het woord mag voeren. Dit spreekrecht geldt niet voor de agendapunten "opening", "Vaststelling besluitenlijst", voorzover geagendeerd.

Artikel 12

De door de commissies uitgebrachte adviezen worden bij de betreffende voorstellen aan de raad terinzage gelegd. Van deze tervisielegging wordt in het voorstel melding gemaakt.

Artikel 13

  • 1. Voorzover in deze verordening niet anders bepaald is het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Nederlek van overeenkomstige toepassing voor de commissievergaderingen, met dien verstande, dat waar gesproken wordt van raadsleden en vergaderingen van de raad daarvoor gelezen wordt commissieleden en vergaderingen van de commissies.

  • 2. VERVALLEN

Artikel 14

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juni 2002 en wordt aangehaald als "Verordening tot regeling van de samenstelling en de bevoegdheden van de vaste commissies van advies aan de gemeenteraad.

  • 2.

    Met ingang van de datum van in werkingtreding van deze verordening vervalt de "Verordening tot regeling van de samenstelling en de bevoegdheden van de vaste commissies van advies en bijstand" van 20 mei 1986.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nederlek van 14 maart 2002.

De secretaris, de voorzitter,

(Mr. G. Heeringa) (Mr. A. van 't Laar)