| Overheidsorganisatie | Gemeente Naarden |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Beleidsregels incidentele subsidieverstrekking gemeente Naarden 2008 |
| Citeertitel | beleidsregels incidentele subsidieverstrekking gemeente Naarden 2008 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Deze regeling is een nadere uitwerking van een deel van de Algemene Subsidieverordening 2008.
Algemene subsidieverordening Naarden 2008, art. 6, lid 4
n.v.t.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 30-01-2009 | nieuwe regeling | 17-12-2008 Gemeenteblad, jrg 16, nr 1, 29 januari 2009 | geen. |
BELEIDSREGELS INCIDENTELE SUBSIDIEVERSTREKKING GEMEENTE NAARDEN 2008 OP GROND VAN DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE NAARDEN 2008
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Naarden;
Overwegende dat de gemeenteraad jaarlijks binnen het subsidieplafond in de gemeentebegroting een budget aan het college van burgemeester en wethouders ter beschikking stelt voor het verlenen van incidentele subsidies;
Overwegende dat een incidentele subsidie een subsidie is voor een activiteit met een incidenteel of experimenteel karakter;
Overwegende dat het van belang is voor de behandeling van aanvragen van incidentele subsidies een afwegingskader in nadere beleidsregels neer te leggen;
Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders ingevolge artikel 6 lid 4 van de Algemene subsidieverordening Naarden 2008 bevoegd is tot het vast stellen van nadere beleidsregels voor bepaalde subsidie vormen;
Gelet op de Algemene subsidieverordening Naarden 2008;
besluit :
vast te stellen de volgende beleidsregels incidentele subsidieverstrekking gemeente Naarden 2008:
De Algemene Subsidieverordening van de gemeente Naarden 2008 is van toepassing op aanvragen voor incidentele subsidies.
Het college verstrekt op een aanvraag voor een incidentele subsidie een subsidie van maximaal € 500,-.
Het college van burgemeester en wethouders behandelt de aanvragen voor incidentele subsidies op volgorde van binnenkomst.
Het college van burgemeester en wethouders beslist gelijktijdig over subsidieverlening en -vaststelling voor aanvragen incidentele subsidies. Achteraf hoeft de subsidieverkrijger dus geen verantwoording af te leggen. Dit is analoog aan de regeling voor waarderingssubsidies neergelegd in de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Naarden 2008.
Het college van burgemeester en wethouders beoordeelt aanvragen voor incidentele subsidies door toetsing van de aanvraag aan het begrip Naardens belang. Van Naardens belang is sprake indien de subsidie wordt aangevraagd voor een binnen het gemeentelijk beleid passende activiteit betreft die:
binnen de gemeentegrenzen wordt gehouden en primair gericht is op het welzijn van bewoners van de gemeente Naarden en open staat voor deelname of gebruik door die gemeenschap;
binnen de gemeentegrenzen wordt gehouden, en - hoewel open staand voor deelname door (tenminste een deel van de) inwoners van de gemeente Naarden - primair gericht is op een breder publiek, met dien verstande dat de activiteit een belangrijke bijdrage dient te leveren aan de promotie van Naarden in nauwe verbondenheid met haar cultuur en historie als aspecten van welzijn;
buiten de gemeentegrenzen wordt gehouden en voortvloeit uit de bijzondere band van de gemeente Naarden met de organiserende instelling, welke activiteit mede gericht is op het welzijn van en open staat voor deelname door (tenminste een bepaald deel van de) bewoners van de gemeente Naarden;
buiten de gemeentegrenzen wordt gehouden en daadwerkelijk voorziet in een binnen de gemeente Naarden niet of in onvoldoende mate aanwezig en gewenst aanbod op het terrein van welzijn van haar bewoners;
uitgaat van een regionale of landelijke welzijnsinstelling, waarvan de activiteit kenbaar mede is gericht op het behartigen van de belangen van Naardense inwoners en in die zin voorziet in een bestaande behoefte;
voorvloeit uit de bijzondere band of duidelijke relatie van de gemeente Naarden met de organiserende instelling;
a. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.
b. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als 'beleidsregels incidentele subsidieverstrekking gemeente Naarden 2008'.
Aldus vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders der gemeente Naarden
Naarden, 17 december 2008
de secretaris, de burgemeester,
R. Kool dr. J.P. Rehwinkel
De gemeenteraad heeft in het subsidiebeleidskader de uitgangspunten van het subsidiebeleid vastgesteld, en met de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Naarden 2008 (hierna ASV) een aantal voorwaarden en procedurele zaken betreffende subsidieverstrekking vastgelegd.
Het maximale subsidiebedrag wordt jaarlijks door de raad vastgesteld als subsidieplafond binnen de gemeentebegroting.
Het college van burgemeester en wethouders is op grond van artikel 6 lid 3 ASV o.a. belast met de uitvoering van de subsidieverstrekking.
Tevens is het college bevoegd grond van artikel 6 lid 4 ASV om voor bepaalde subsidies nadere beleidsregels op te stellen.
In artikel 1 onder l van de ASV worden beleidsregels als volgt gedefinieerd: 'een door het college vastgestelde algemene regel niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift omtrent afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften'.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 3 Volgorde behandeling Het is niet ondenkbaar dat zich een situatie voordoet dat er meer aanvragen zijn dan vanuit het budget gehonoreerd kunnen worden. Om die reden is in de beleidsregel een procedure opgenomen voor de behandeling van aanvragen. Het is daarbij relevant om een zo objectief mogelijk criterium te hanteren voor het bepalen op welke wijze de aanvragen worden behandeld. Daarbij is de volgorde van het indienen van de subsidieaanvragen het meest duidelijk. De keuze voor een inhoudelijke afweging (welke aanvraag zou het mooist/best zijn om te honoreren) heeft een veel subjectiever karakter en is om die reden niet als criterium gehanteerd.
Artikel 4 Verantwoording Door de raad is in artikel 17 van de de ASV bepaald dat budgetsubsidies (subsidies boven een bedrag van € 5000,-) vooraf worden "verleend" als voorschot, en achteraf, na indienen van een verantwoording en jaarrekening, definitief worden "vastgesteld".
Deze procedure neemt relatief veel tijd in beslag. Juist om een doelgerichte inzet van capaciteit te bewerkstelligen in relatie tot de hoogte van de subsidie heeft de raad daarom bepaald dat subsidies beneden € 5000,- (waarderingssubsidies) geen vaststelling achteraf behoeven, maar bij toekenning tegelijkertijd worden vastgesteld.
In de ASV is over 'incidentele subsidies' en 'investeringssubsidies' opgenomen dat binnen 3 maanden na de activiteit of investering een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend. Daarbij is bepaald dat het college van B&W ontheffing kan verlenen voor het overleggen van een of meer bescheiden (art 17 lid 5 ASV).
Om recht te doen aan het uitgangspunt van de raad dat capaciteit doelmatig wordt ingezet wordt met de beleidsregel bewerkstelligd dat bij de incidentele subsidies de 'vaststelling' niet separaat wordt verricht. In de beleidsregel is dan ook vastgelegd dat de richtlijn uit de ASV inzake waarderingssubsidies (< € 5000) ook ten aanzien van incidentele subsidies wordt overgenomen. Voor incidentele subsidies is aldus geen separate vaststellingsprocedure meer nodig.
Artikel 5 Naardens belang Onder het begrip Naardens belang valt bij susidieverstrekking niet alleen gemeentebelang maar juist (ook) de belangen van bewoners, doelgroepen en subsidieaanvrager. Om deze uitgangspunten nader te formaliseren binnen het gemeentelijk subsidiebeleid is het begrip Naardens belang in deze beleidsregel expliciet geformuleerd en aldus gekoppeld aan de ASV.
Het gehanteerde begrip 'welzijn' dient breed geïnterpreteerd te worden en omvat bijvoorbeeld ook gezondheid, opvang en verzorging, overdracht en behoud van culturele waarden, recreatie, veiligheid en milieu, voor zover het een aandachtsgebied betreft dat tot het gemeentelijk takenpakket wordt gerekend en waarvan de bekostiging niet op grond van hogere regelgeving aan anderen is opgedragen. Bij het college dient de verwachting te bestaan dat de deelname of het gebruik ook daadwerkelijk zal plaatsvinden door (een op de omvang van de activiteit afgestemd gedeelte van) de beoogde doelgroep. Hetzelfde geldt voor 'het zich richten op een breder publiek'. Hier kunnen echter, gelet op de diversiteit in het aanbod van voorzieningen, geen aantallen of percentages genoemd worden. Een te subsidiëren activiteit dient te voorzien in een bepaalde (lokale) behoefte. Indien daarvan geen sprake is, blijkende uit een te verwachten of feitelijk onvoldoende gebruik of deelname, dient subsidiëring niet plaats te vinden.
Inherente afwijkingsbevoegdheid Artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht geeft het bestuursorgaan een zogeheten inherente afwijkingsbevoegdheid. Dit betekent dat het overeenkomstig de beleidsregel handelt, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. In dat geval is het bestuursorgaan - hoewel gesproken wordt van een bevoegdheid - verplicht om van de beleidsregel af te wijken. In dit opzicht verschilt een beleidsregel van een algemeen verbindend voorschrift, waarvan in beginsel niet mag worden afgeweken. Gelet op deze inherente afwijkingsbevoegdheid behoeft de beleidsregel zelf geen hardheidsclausule te bevatten.
Tevens is een afwijkingsbevoegdheid vastgelegd in de ASV. Op grond van artikel 24 lid 2 ASV heeft het college de bevoegdheid om in bijzondere gevallen af te wijken van de bepalingen in de ASV ten gunste van de subsidieaanvrager.