Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Beleidsregels m.b.t. de bevoegdheden van de burgemeester op grond van artikel 13b Opiumwet en artikel 174a Gemeentewet 2001

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingBeleidsregels m.b.t. de bevoegdheden van de burgemeester op grond van artikel 13b Opiumwet en artikel 174a Gemeentewet 2001
CiteertitelBeleidsregels Opiumwet 2001
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Opiumwet, art. 13b
  2. Algemene Wet bestuursrecht, art. 4:18

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-10-2001Nieuwe regeling

24-10-2001

Gemeenteblad, jrg 8, nr 14, 20 november 2001

geen.

Tekst van de regeling

Beleidsregels m.b.t. de bevoegdheden van de burgemeester op grond van artikel 13b Opiumwet en artikel 174a Gemeentewet

De burgemeester van Naarden;

gelet op het door het regionaal college op 6 november 1997 vastgestelde regionale drugsbeleid (vastgelegd in een notitie d.d. 29 oktober 1997) en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen;

gelet op artikel 13b Opiumwet en artikel 174a en Gemeentewet;

gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

  • 1.

    bijgevoegde notitie regionaal drugsbeleid ook vast te stellen als lokaal drugsbeleid, hetgeen voor Naarden een nulstelsel inhoudt.

  • 2.

    dit drugsbeleid (nulbeleid) te handhaven door middel van artikel 13b Opiumwet en artikel 174a Gemeentewet.

Naarden, 24 oktober 2001

De burgemeester van Naarden,

J.A.N. Patijn

Artikel 1

Toelichting op notitie regionaal drugsbeleid

Inleiding In regionaal verband is het bestuurlijk kader geschapen voor de opzet van een "regionaal coffeeshopbeleid". Daarin wordt geregeld dat de vestiging van een of meerdere coffeeshops kan worden beschouwd als een middel om de handel in en het gebruik van soft¬drugs controleerbaar te maken. Immers, door de vestiging van een coffeeshop wordt de straathandel tegengegaan en kan door het stellen van voorschriften aan de exploitant, overlast zoveel mogelijk worden voorkomen. Aan de andere kant kan de vestiging van een coffeeshop juist de oorzaak zijn van overlast, in velerlei vormen. Er bestaat dus behoefte aan een beleid om de vestiging van coffeeshops te reguleren en de overlast rondom coffeeshops tegen te gaan. In het regionaal college van de politie Gooi en Vechtstreek is afgesproken dat een werkgroep adviseert over de opzet van een drugs¬beleid. Dit advies is uitgebracht, waarna het regionaal college heeft ingestemd met dit advies. Daarbij is overeenstemming verkregen over de gemeenschappelijke uitgangspun¬ten voor een lokaal coffeeshopbeleid.

Overwegingen In Naarden is tot dusver geen coffeeshop aanwezig waar softdrugs verkocht worden. Desalniettemin dient er een lokaal beleid vastgesteld te worden. In de regio Gooi en Vechtstreek is een reële vraag naar softdrugs. Het drugsbeleid van de Nederlandse regering is gericht op het beperkt gedogen van coffeeshops. De regering beoogt de consumentenmarkten van soft- en harddrugs ge¬scheiden te houden en daardoor een sociale drempel op te werpen voor de overgang van het gebruik van softdrugs naar dat van harddrugs. De gemeentebesturen worden vrijgela¬ten in de keuze voor een gedoogbeleid of een nulbeleid voor de vestiging van coffees¬hops. Gelet op het Nederlandse drugsbeleid stelt het regionaal college voor om de vestiging van een beperkt aantal coffeeshops in de regio te gedogen. Daardoor kan worden voldaan aan de lokale en regionale vraag naar softdrugs, maar wordt tevens door het beperkt aantal een dam opgeworpen om jongeren (te) makkelijk met het aanbod van softdrugs in aanraking te laten komen.

Huidige spreiding coffeeshops in de regio Gooi en Vechtstreek Gelet op de huidige coffeeshopvestigingen is geconstateerd dat er voldoende aanbod en spreiding is. Er zijn momenteel drie gemeenten die één of meer coffeeshops/gedoogpunten binnen de grenzen hebben, te weten: Hilversum, Bussum en Weesp. De overige gemeenten hebben thans geen coffeeshop binnen hun grenzen. Om deze situatie te bestendigen moeten deze gemeenten - waar onder Naarden – een nulbeleid voeren. Het voordeel van concentratie in drie gemeenten is dat het vereiste politietoezicht gericht kan worden ingezet. Daardoor kan in het kader van een stringente handhaving, aantasting van de openbare orde en de woon- en leefomgeving in de nabijheid van coffeeshops in die gemeente beter worden voorkomen of aange¬pakt.

De keuze voor een nulbeleid (ter bestrijding van de overlast van coffeeshops) in een gemeente waar thans geen coffeeshop is, heeft niet alleen effect op de openbare orde in die gemeente maar kan ook zijn weerslag hebben op de openbare orde in de omringende gemeenten. Door deze samenhang is het wenselijk het coffeeshopbeleid in regionaal verband af te stemmen.

Het regionaal college heeft derhalve op 6 november 1997 besloten in te stemmen met een gemeenschappelijk beleid voor de coffeeshopvestigingen in de gemeenten gelegen binnen het werkgebied van de Politie Gooi en Vechtstreek. Dit houdt in dat de huidige spreiding van coffeeshops over de gemeenten binnen de regio gehandhaafd blijft en vestiging in andere dan genoemde gemeenten niet zal worden toegestaan. Het regionale beleid is vastgelegd in een notitie d.d. 29 oktober 1997.

Nulstelsel voor de gemeente Naarden Voor Naarden betekent dit dat met inachtneming van het hiervoor genoemde regionale beleid en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen een coffeeshopbeleid wordt gebaseerd op een nulstelsel. Het nulstelsel houdt in dat de vestiging van coffeeshops waarin softdrugs worden verkocht niet wordt toegestaan. Uit jurisprudentie is gebleken dat een nulstelsel door de bestuursrechter wordt toegestaan. Het staat de burgemeester vrij om ter bescherming van het woon- en leefklimaat dan wel de openbare orde geen enkele coffeeshop toe te staan, mits deugdelijk gemotiveerd is waarom een dergelijk beleid gegeven de plaatselijke omstandigheden redelijk en wenselijk is.

Het nulstelsel is echter slechts te handhaven indien het gebaseerd is op een beleid. Omdat het lokale beleid voortvloeit uit het regionale beleid, wordt voldaan aan de eis dat het beleid op grond van plaatselijke omstandigheden redelijk en wenselijk is. Er is in deze situatie geen sprake van rechtsongelijkheid in de regio omdat elke gemeente in de regio heeft ingestemd met het geformuleerde regionale beleid en het daaruit af te leiden lokale beleid voor de vestiging van coffeeshops. De redenering voor een nulstelsel in Naarden heeft derhalve met name betrekking op het vanuit het oogpunt van openbare orde, weren van ongewenste verdere versprei¬ding dan thans het geval is, van coffeeshops in de regio. Bovendien wordt met een nulstelsel in Naarden voorkomen dat softdrugsgebruikers van buiten de gemeente naar Naarden komen, nu alle regiogemeenten, met uitzondering van Hilversum, Bussum en Weesp een nulbeleid voeren. Bijkomend argument voor een nulstelsel is: de geringe vraag in Naarden naar softdrugs in samenhang met de omstandigheid dat geen enkele wijk in Naarden zich qua bevolkingssamenstelling en qua karakter leent voor de vestiging van een coffeeshop.

Handhavingsinstrumenten artikel 13b Opiumwet en artikel 174a Gemeentewet De Wet ‘Damocles’ is op 21 april 1999 in werking getreden en komt neer op het in de Opiumwet opnemen van een bestuursdwangbevoegdheid van de burgemeester. Sinds deze wetswijziging is de burgemeester op grond van dit nieuwe artikel 13b Opiumwet bevoegd bestuursdwang toe te passen, als er in voor publiek toegankelijke lokalen drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn. Voor woningen of niet voor publiek toegankelijke woningen is van toepassing het handhavingsinstrument artikel 174a Gemeentewet. Bij overtreding van het eerdergenoemde nulbeleid worden bovengenoemde handhavingsinstrumenten ingezet.

Naarden, 24 oktober 2001