Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Boarnsterhim

Verordening regelende de organisatie en de uitvoering van de in artikel 162, lid 1, van de Wet Geluidhinder omschreven taak

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Boarnsterhim
Officiële naam regelingVerordening regelende de organisatie en de uitvoering van de in artikel 162, lid 1, van de Wet Geluidhinder omschreven taak
CiteertitelVerordening Geluidmeetdienst gemeente Boarnsterhim
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze verordening per 1 januari 2016 vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet geluidhinder, art. 162, lid 1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-02-199401-01-199401-01-2016nieuwe regeling

18-01-1994

Mid Fryslander

nr. 4.48

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening geluidmeetdienst gemeente Boarnsterhim

De raad van de gemeente Boarnsterhim;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 januari 1994;

overwegende dat het door de in werking treding van de Algemene Wet Bestuursrecht (Staatsblad 1992/315) noodzakelijk is de "Geluidmeetdienstverordening" aan te passen aan deze wet;

gelet op het bepaalde in de Wet Geluidhinder, de Algemene Wet Bestuursrecht alsmede de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende

"Verordening regelende de organisatie en de uitvoering van de in artikel 162, lid 1, van de Wet Geluidhinder omschreven taak (Geluidmeetdienstverordening)".

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

wet: Wet Geluidhinder van 16 februari 1979, Staatsblad 99;

de minister: de minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne; bestuursorgaan: burgemeester en wethouders.

Artikel 2

Het gemeentebestuur draagt zorg dat de voor een goede uitvoering van de taken door de Wet aan hem opgelegd, noodzakelijke geluidsmetingen worden verricht.

Artikel 3

  • 1. Vanwege het bestuursorgaan zullen de in artikel 2 genoemde metingen worden verricht voor zover zij kunnen worden uitgevoerd met behulp van een elementaire handmeetapparatuur en/of integrerende geluidsniveaumeter.

  • 2. Vanwege het bestuursorgaan zullen de in artikel 2 genoemde metingen, voor zover zij niet zijn begrepen onder lid 1 van dit artikel, worden verricht door de geluidmeetdienst van de regio noord of door een ander door het bestuursorgaan aan te wijzen deskundig bureau.

Artikel 4

Vanwege burgemeester en wethouders verricht het in artikel 3 lid 2 bedoelde bureau of genoemde geluidmeetdienst geluidmeet- en rekenwerkzaamheden als genoemd in:

a. hoofdstuk II van de Wet = Toestellen;

b. hoofdstuk III van de Wet = Recreatie-inrichtingen;

c. hoofdstuk IV van de Wet = Inrichtingen;

d. hoofdstuk V van de Wet = Zones rond industrieterreinen;

e. hoofdstuk VI van de Wet = Zones langs wegen;

f. hoofdstuk VII van de Wet = Zones langs spoorwegen;

g. hoofdstuk VIII van de Wet = Andere geluidzones;

h. hoofdstuk XIV van de Wet = Geluidbewaking;

i. hoofdstuk XVII van de Wet = Geluidisolatie van gebouwen.

Artikel 5

De directeur van de hoofdafdeling II kan geluidmetingen doen verrichten en het bestuursorgaan gevraagd dan wel ongevraagd adviseren ten aanzien van alle aangelegenheden die van belang zijn voor de goede uitvoering van de taken, zoals die bij of krachtens de Wet aan het bestuursorgaan zijn opgedragen.

Artikel 6

De vaststelling van de geluidbelasting heeft plaats met in acht neming van de door de minister krachtens de artikelen 73, 102, 116 en 163 van de Wet gestelde regels.

Artikel 7

  • 1. Het ingevolge artikel 141 van de wet jaarlijks aan de minister over te leggen overzicht van de door het bestuursorgaan noodzakelijk geachte maatregelen tot bestrijding van geluidhinder in de volgende vijf jaren (indicatief Meerjarenprogramma Geluid), alsmede van de door het bestuursorgaan geraamde daarvoor benodigde uitgaven ten laste van het rijk, zullen in overleg met de directeur van de hoofdafdeling II worden opgesteld.

  • 2. In dit overzicht worden ook de kosten van het technisch en administratief in stand houden van de geluidmeetdienst Boarnsterhim ten laste van het rijk opgenomen.

Artikel 8

De financiële tegemoetkomingen van de minister voor het in stand houden van de geluidmeetdienst Boarnsterhim zullen worden besteed voor het doel waarvoor zij zijn gegeven.

Artikel 9

  • 1. Deze verordening treedt in werking de achtste dag na bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang wordt geacht te zijn 1 januari 1994.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Geluidmeetdienst gemeente Boarnsterhim".

Ondertekening

Grou, 18 januari 1994.

De raad voornoemd,

de secretaris, mevrouw A.M.E. van der Sluijs

de voorzitter, Y. Dijkstra