Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Verordening op de welstands- en monumentencommissie van de gemeente Naarden 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingVerordening op de welstands- en monumentencommissie van de gemeente Naarden 2004
CiteertitelVerordening op de welstands- en monumentencommissie van de gemeente Naarden 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149 en monumentenwet 1988

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-03-200409-03-2015Nieuwe regeling

29-01-2004

Gemeenteblad, jaargang 11, nummer 3, 4 maart 2004

Nieuwe regeling

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Naarden;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 januari 2004, nr. rv04.02.

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 12, 12a, 12b en 12c van de Woningwet en de Monumentenwet 1988;

b e s l u i t :

vast te stellen de 'Verordening op de welstands- en monumentencommissie van de gemeente Naarden 2004' conform onderstaande bepalingen;

Artikel 1 Taken

  • 1. Advies De commissie adviseert over:

    • a.

      de welstandsaspecten van aanvragen voor regulier vergunningsplichtige en licht-verguningsplichtige bouwwerken zoals bedoeld in artikel 9.1 van de Bouwverordening;

    • b.

      de plaatsing van onroerende monumenten op de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in artikel 3 van de Monumentenverordening gemeente Naarden 2003;

    • c.

      de plaatsing van archeologische monumenten op de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in artikel 14 van de Monumentenverordening gemeente Naarden 2003;

    • d.

      de aspecten van monumentenzorg van aanvragen om monumentenvergunning zoals bedoeld in artikel 7 en artikel 12 van de Monumentenverordening gemeente Naarden 2003;

    • e.

      stedenbouwkundige plannen, beeldkwaliteitsplannen, bestemmingsplannen en omtrent alle andere aangelegenheden, die burgemeester en wethouders van belang achten voor het bereiken van een verantwoord stads- en landschapsbeeld.

  • 2. Eigen initiatief De commissie is bevoegd burgemeester en wethouders uit eigener beweging voorstellen te doen over zaken die tot haar werkkring behoren.

Artikel 2 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit minimaal vier leden (inclusief de voorzitter);

  • 2. De voorzitter van de commissie is deskundig op het gebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit dan wel cultuurhistorie. Voor diens plaatsvervanger geldt dit vereiste niet.

  • 3. De voorzitter is lid van de commissie.

  • 4. Minimaal twee leden van de commissie moeten architect zijn, waarvan minimaal een tevens bij uitstek deskundig moet zijn op het gebied van de monumentenzorg en minimaal een stedenbouwkundige kennis moet hebben.

  • 5. In de commissie kan een ingezetene van de gemeente, zoals bedoelt in artikel 9.2 lid 6 van de Bouwverordening, zitting hebben.

  • 6. Voor de voorzitter en leden worden 2 plaatsvervangers aangewezen die hen bij afwezigheid kunnen vervangen.

  • 7. De commissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste drie leden aanwezig zijn waarvan ten minste twee leden beschikken over deskundigheid op het gebied van welstand.

  • 8. In afwijking van het vorige lid kan de commissie bij advisering zoals bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b, c en d slechts adviezen uitbrengen indien ten minste vier leden aanwezig zijn waarvan er ten minste één deskundig is op het gebied van monumentenzorg.

  • 9. De voorzitter en leden van de welstandscommissie zijn onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur.

  • 10. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris of diens plaatsvervanger.

Artikel 3 Benoemingsprocedure

  • 1. Functie-eisen

    • a.

      Indien sprake is van een vacature, wordt door de raad op voorstel van burgemeester en wethouders een functieprofiel vastgesteld. Uit dit functieprofiel blijkt waaraan een sollicitant moet voldoen om voor benoeming in aanmerking te komen.

    • b.

      Aan de in het vorige lid genoemde verplichting is voldaan, indien voor de desbetreffende functie binnen de commissie reeds eerder een functieprofiel is vastgesteld en dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders nog actueel is.

  • 2. Benoeming

    • a.

      Burgemeester en wethouders dragen kandidaten voor benoeming aan de raad voor.

    • b.

      De kandidaat wordt als lid van de commissie benoemd door de raad.

    • c.

      De benoeming wordt hem, onder afschrift van het raadsbesluit, schriftelijk medegedeeld door de secretaris.

    • d.

      De leden van de commissie kunnen ten hoogste voor een termijn van drie jaar worden benoemd. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste drie jaren.

  • 3. Secretaris

    • a.

      De secretaris van de commissie en diens plaatsvervanger(s) worden benoemd door burgemeester en wethouders.

Artikel 4 Ontslagprocedure

  • 1. Redenen voor ontslag

    • a.

      Eervol ontslag wordt verleend na ommekomst van de zittingsduur.

    • b.

      Ontslag kan ook worden verleend bij gebleken disfunctioneren of indien na benoeming blijkt dat bij de sollicitatie onjuiste gegevens zijn verstrekt.

    • c.

      Onder disfunctioneren wordt onder meer verstaan: - Het in de praktijk niet voldoen aan de eisen ingevolge het functieprofiel; - Het zich ongemotiveerd niet conformeren aan het door de raad vastgestelde beleid.

  • 2. Wijze van ontslag

    • a.

      Burgemeester en wethouders stellen aan de raad voor om tot ontslag te besluiten.

    • b.

      Het ontslag wordt, onder afschrift van het raadsbesluit, schriftelijk medegedeeld door de secretaris.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1. Het vaststellen van adviezen van de commissie vindt plaats bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.

  • 2. Aan de beraadslaging over een advies, wordt niet deelgenomen door een lid, dat op enigerlei wijze rechtstreeks of zijdelings is betrokken bij de zaak, waarop het advies betrekking heeft.

  • 3. Bij twijfel over een situatie als in het vorige lid, beslist de voorzitter.

  • 4. De commissie adviseert en motiveert schriftelijk.

  • 5. De commissie vergadert ten minste één maal per maand, zoveel mogelijk op een vast tijdstip.

Artikel 6 Jaarlijkse verantwoording

  • 1. De commissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt: - op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota; - de werkwijze van de commissie; - op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen; - de aard van de beoordeelde plannen; - de bijzondere projecten.

  • 2. De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.

Artikel 7 Openbaarheid van vergaderen

  • 1. De vergadering van de commissie is openbaar. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt tijdig bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. Indien burgemeester en wethouders al dan niet op verzoek van de aanvrager een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 2. Indien de aanvrager van de bouwvergunning of monumentenvergunning hierom bij het indienen van de aanvraag om vergunning heeft verzocht, wordt deze door of namens de commissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het bouwplan.

  • 3. In het geval dat het plan in de vergadering van de commissie wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de bouwvergunning een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de commissie, waarin de aanvraag wordt behandeld.

  • 4. Belanghebbenden hebben geen spreekrecht.

Artikel 8 Afdoening bij mandaat

  • 1. De commissie kan de advisering over een aanvraag om advies voor regulier vergunningplichtige bouwwerken als bedoeld in artikel 44, eerste lid onder d van de Woningwet mandateren aan een delegatie van tenminste twee leden. De aangewezen leden adviseren over bouwplannen waarvan volgens hen het oordeel van de welstandscommissie als bekend mag worden verondersteld.

  • 2. In elk geval van twijfel legt de gemandateerde het bouwplan als bedoeld in het vorige lid alsnog voor aan de commissie.

  • 3. Behandeling van bouwplannen onder mandaat is openbaar. Indien burgemeester en wethouders al dan niet op verzoek van de aanvrager een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen.

Artikel 9 Slotbepaling

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de 3e dag na die waarop zij is afgekondigd.

  • 2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de bij raadsbesluit van 1 december 1990 vastgestelde "Verordening regelende de samenstelling, werkwijze en bevoegdheden van de welstandscommissie van de gemeente Naarden".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering der gemeente Naarden, gehouden op 29 januari 2004.

de voorzitter,

de griffier,

Toelichting 1 Gemeente Naarden, wijziging

De raad van de gemeente Naarden;

Gelet op artikel 3 van de Verordening op de welstands- en monumentencommissie gemeente Naarden 2004

besluit:

1. De heer ir. P. Jansen Schoonhoven, geboren 29 juli 1947 te Scheveningen, per direct te benoemen tot voorzitter/lid van de welstands/-momunentencommissie. 2. De Verordening op de welstands- en monumentencommissie van de gemeente Naarden 2004 als volgt te wijzigen:

  • a.

    Artikel 2, eerste lid: het woord "vier" te vervangen door "drie".

  • b.

    Artikel 2, zevende lid, komt als volgt te luiden: "De commissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste drie leden aanwezig zijn, waarvan ten minste één lid architect is".

  • c.

    Artikel 2, achtste lid, komt als volgt te luiden: "In afwijking van het vorige lid kan de commissie bij advisering, zoals bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b, c en d slechts adviezen uitbrengen indien ten minste één van de aanwezige leden deskundig is op het gebied van monumentenzorg".

  • d.

    Artikel 7, tweede volzin te vervangen door: "Het tijdstip van de vergadering wordt tijdig bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huis-blad, dan wel op andere geschikte wijze."

  • e.

    Artikel 8, eerste lid, komt als volgt te luiden: " De commissie kan de advisering over een aanvraag om advies voor aanvragen voor een lichte bouwvergunning, als bedoeld in artikel 44, tweede lid, van de Woningwet, mandateren aan de voorzitter en één lid. De voorzitter en het lid adviseren over bouwplannen, waarvan volgens hen het oordeel van de welstandscommissie als bekend mag worden verondersteld."

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering der gemeente Naarden, gehouden op 11 april 2006.

De voorzitter,

De griffier,