Overheidsorganisatie | Gemeente Boarnsterhim |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op het raadgevend correctief referendum 2002 |
Citeertitel | Verordening op het raadgevend correctief referendum 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Datum inwerkingtreding is bij benadering aangegeven
Tijdelijke referendumwet, art. 8, vierde lid
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-11-2002 | 01-01-2005 | nieuwe regeling | 17-09-2002 Op 'e hichte | nr. 15 |
De raad van de gemeente Boarnsterhim;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2002;
gelet op artikel 8, vierde lid, van de Tijdelijke referendumwet;
overwegende dat de raad het aangewezen acht bepaalde in de Tijdelijke referendumwet genoemde besluiten van een referendum uit te zonderen en in aanvulling op de Trw een regeling te treffen voor het budget;
overwegende voorts dat de raad de instelling van een referendumcommissie aangewezen acht met het oog op een eerlijk verloop van de referendumprocedure;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende
" Verordening op het raadgevend correctief referendum 2002".
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet: de Tijdelijke referendumwet;
b. een referendum: een raadsgevend correctief referendum als bedoeld in de Tijdelijke referendumwet over de in artikel 8 van de wet genoemde besluiten van de gemeenteraad;
c. het college: het college van burgemeester en wethouders.
Een referendum kan niet worden gehouden over:
a. een besluit van de gemeenraad inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan, dat uitsluitend betrekking heeft op:
1. de rechtspositie van ambtsdragers of gewezen ambtsdragers als zodanig dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun belanghebbenden;
2. de gemeentelijke belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
b. een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 155m, eerste lid van de Gemeentewet;
c. een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, artikel 51, eerste en derde lid, artikel 61, eerste en derde lid, artikel 73, eerste en derde lid en artikel 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
De raad stelt na de vaststelling dat een referendum zal worden gehouden als bedoeld in artikel 105 van de wet, budget ter beschikking voor de voorlichting en de organisatie van een referendum.
Er is een referendumcommissie, waartoe als zodanig is aangewezen het raadspresidium.
De commissie heeft tot taak:
a. het adviseren van de burgemeester bij de vaststelling van de feitelijke samenvatting van het aan het referendum onderworpen besluit als bedoeld in artikel 114, derde lid van de wet;
b. het toetsen van de gemeentelijke voorlichting en in het bijzonder het voorlichtingsmateriaal;
c. het behandelen van klachten over de organisatie van of voorlichting bij een referendum;
d. het uitvoeren van evaluaties over gehouden referenda en het uitbrengen van verslag hieromtrent aan de raad.
Deze verordening treedt in werking zes weken na de datum van bekendmaking, tenzij op dat moment een verzoek tot het houden van aan referendum aanhangig is.
Grou, 17 september 2002.
De raad voornoemd,
de secretaris, R.P. van der Starre
de voorzitter, Y. Dijkstra