Heffingsverordening markt- en staanplaatsgelden Stadsdeel Oost

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. bijzondere warenmarkt: markt waarop slechts één of een beperkt aantal waren wordt verhandeld;

b. dag: een periode van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur, of een gedeelte daarvan;

c. dagmarkt: markt die tenminste vier dagen per week wordt gehouden;

d. gemeentegrond: de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond;

e. gemeentewater: waterpercelen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond;

f. jaar: een kalenderjaar;

g. jaarmarkt: markt die ten hoogste vier keer per jaar voor een gezamenlijke duur van ten hoogste vier weken wordt gehouden;

h. kadraaier: de koopman die vanaf het water met een boot scheepbenodigdheden verkoopt aan de scheepvaart;

i. kwartaal: een kalenderkwartaal;

j. losse plaats: marktplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;

k. maand: een kalendermaand;

l. markt: het door het dagelijks bestuur aangewezen gedeelte van de openbare weg of openbaar water bestemd voor het uitoefenen van de markthandel door ten minste zeven vergunninghouders;

m. marktplaats: plaats op de markt, bestemd voor het uitoefenen van de markthandel.

n. parlevinker: de koopman die vanaf het water met een boot levensmiddelen verkoopt aan de scheepvaart;

o. seizoenmarkt: markt die gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste 26 weken per kalenderjaar wordt gehouden;

p. staan- of ligplaats: plaats op of aan de openbaar weg of het openbare water buiten een markt, waarop de ambulante handel wordt uitgeoefend, niet zijnde venten;

q. tarieventabel: de bij deze verordening behorende tarieventabel

r. vaste plaats: marktplaats die in beginsel voor onbepaalde tijd aan de vergunninghouder beschikbaar wordt gesteld;

s. week: een kalenderweek;

t. weekmarkt: markt die ten hoogste op drie dagen per week wordt gehouden;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam marktgelden worden rechten geheven:

1. Ten aanzien van de dag-, week-, jaar-, seizoen-, bijzondere waren- en andere uitgezonderde markten wegens:

a. het innemen of het doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een vaste plaats op een markt;

b. het genot van, door of vanwege het dagelijks bestuur verstrekte diensten;

2. Wegens het gebruik maken van gemeentegrond of gemeentewater voor het venten met goederen dan wel het opkopen van goederen, alsmede voor het uitoefenen van het beroep van kadraaier of parlevinker;

3. Wegens het innemen of doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een plaats buiten als markt aangewezen gemeentegrond of gemeentewater voor de verkoop van goederen;

4. Wegens het innemen of doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een plaats op als markt aangewezen gemeentegrond of gemeentewater buiten de markturen.

Artikel 3 Belastingplicht

1. De in artikel 2, eerste lid bedoelde rechten worden geheven:

a. onder a: van degene die een plaats heeft, inneemt of laat innemen dan wel een vaste plaats heeft;

b. onder b: van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de diensten worden verricht.

2. De in artikel 2, tweede tot en met vierde lid bedoelde rechten worden geheven van degene

die:

a. een plaats heeft, inneemt of laat innemen;

b. een vaste plaats heeft;

c. gebruik maakt of laat maken van gemeentegrond of gemeentewater.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Voor zover in de tarieventabel rechten zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak één jaar.

Artikel 5 Tarief

1. De rechten worden berekend naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een eenheid van tijd of afmeting voor een geheel gerekend.

Artikel 6 Ontstaan belastingschuld; ontheffing

1. De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien dit later is, op het tijdstip waarop de belastingplicht aanvangt.

2. Bij beëindiging van de belastingplicht wordt ingeval er is geheven naar een jaar-, boekjaar- tijdvak- en kwartaaltarief, ontheffing verleend tot het bedrag dat na toepassing van het desbetreffende maand- of dagtarief verschuldigd zou zijn geweest.

3. Ontheffing van de rechten wordt slechts verleend, indien het bedrag van de ontheffing ten minste € 25 is.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wijze van een mondelinge of een schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota.

Artikel 8 Betaling

De rechten moeten worden betaald indien de kennisgeving als bedoeld in artikel 7:

a. mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving of indien de kennisgeving wordt toegezonden binnen veertien dagen na dagtekening hiervan.

Artikel 9 Kwijtschelding

Van de marktgelden als bedoeld in rubriek 1 en 2 van de tarieventabel wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de markt- en staanplaatsgelden.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

1. De Heffingsverordening marktgelden 2012 Stadsdeel Oost, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid vermelde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

2. Deze heffingsverordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

4. Deze heffingsverordening wordt aangehaald als Heffingsverordening markt- en staanplaatsgelden 2013 Stadsdeel Oost.