Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarderadeel

Reglement WMO-Adviesraad

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarderadeel
Officiële naam regelingReglement WMO-Adviesraad
CiteertitelReglement WMO-Adviesraad
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is dit reglement per 1 januari 2020 vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 150
  2. WMO, art. 12
  3. WMO, art. 22

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-11-200701-01-2020nieuwe regeling

27-11-2007

Stienser Omroeper, 26-11-2007, 2007/48

Onbekend.

Tekst van de regeling

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet en artikel 22 en 12 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning;

b e s l u i t e n:

  • 1.

    In te stellen een commissie, als bedoeld in artikel 83 en 84 van de Gemeentewet, genaamd de WMO-Adviesraad; en

  • 2.

    Vast te stellen het navolgende reglement, regelende de taak, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de WMO-Adviesraad.

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.WetDe Wet Maatschappelijke Ondersteuning, hierna te noemen WMO.
b. CollegeHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel.
c.WMO-beleidHet beleid dat betrekking heeft op de prestatievelden van de WMO.
d.WMO-prestatieveldenHet geheel van maatschappelijke terreinen waarop de gemeente aan maatschappelijke ondersteuning vorm moet geven.
e.BurgerparticipatieDe wijze waarop de gemeente uitvoering geeft aan de inspraak en medezeggenschapsintentie van de WMO.
f.WMO-AdviesraadHet door de gemeenteraad ingestelde orgaan dat vorm geeft aan de door de gemeenteraad vastgestelde wijze van uitvoering van participatie binnen het kader van de WMO.

Artikel 2 Doel van de WMO-Adviesraad

  • 1.

    De WMO-Adviesraad adviseert, zoals bedoeld in artikel 11 en 12 van de WMO.

  • 2.

    De WMO-Adviesraad bevordert een goede uitvoering en voortgang van de WMO.

  • 3.

    Met de instelling van de WMO-Adviesraad wordt beoogd om de kennis en ervaring van de Inwoners van de gemeente Leeuwarderadeel te betrekken bij de beleidsvorming en de uitvoering van de WMO en daardoor een meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de WMO-dienstverlening.

  • 4.

    De WMO-Adviesraad heeft als werkterrein beleid, uitvoering en evaluatie van de WMO.

Artikel 3 Instellen WMO-Adviesraad

  • 1.

    De WMO-Adviesraad bestaat uit minimaal 7 en maximaal 10 personen, waaronder een onafhankelijk voorzitter.

  • 2.

    De leden van de WMO-Adviesraad worden door burgemeester en wethouders benoemd.

  • 3.

    De leden worden voor een periode van vier jaar benoemd.

  • 4.

    Herbenoeming van leden van de WMO-Adviesraad voor nog een periode van vier jaar is mogelijk.

  • 5.

    Vervanging van de leden zal getrapt gebeuren, waarbij jaarlijks een vierde deel van de leden wisselt. De WMO-Adviesraad stelt hiervoor een rooster van aftreden op.

  • 6.

    Bij tussentijdse vacatures geschiedt de benoeming voor de duur van de resterende zittingsperiode van het lid dat tussentijds is teruggetreden.

  • 7.

    De leden dienen woonachting te zijn in de gemeente Leeuwarderadeel en zijn betrokken bij één of meer van de volgende doelgroepen:

    • mensen met een lichamelijke beperking;

    • mensen met een verstandelijke handicap;

    • geestelijke gezondheidszorg/maatschappelijke opvang;

    • jeugd;

    • ouderen;

    • minima;

    • mantelzorgers/vrijwilligers.

  • 8.

    Voor het werven van leden wordt door de gemeente een oproep geplaatst.

  • 9.

    De leden van de WMO-Adviesraad hebben daarin zitting zonder last of ruggespraak. Zij dienen bij hun adviseringstaak het geheel van het in artikel 2, vierde lid aangeduide en in artikel 5 nadere ingevulde werkterrein voor ogen te houden.

  • 10.

    Leden van de WMO-Adviesraad ontvangen geen presentiegeld. Wel is er sprake van een onkostenvergoeding.

Artikel 4 Beëindiging lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van de WMO-Adviesraad eindigt:

    • door het aflopen van de zittingsperiode;

    • door overlijden;

    • door ontslag te nemen als lid;

    • door verlies van de hoedanigheid waarin werd benoemd;

    • bij vertrek uit de gemeente Leeuwarderadeel.

  • 2.

    Een lid van de WMO-Adviesraad dat ontslag neemt, blijft in functie totdat in zijn of haar vacature is voorzien.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan een lid van de WMO-Adviesraad ontslaan als deze zonder geldige reden zijn of haar taak verzuimt.

  • 4.

    In vacatures wordt zo mogelijk binnen drie maanden voorzien.

Artikel 5 Invulling van het werkterrein van de WMO-Adviesraad

1. Het in artikel 2, lid 4, aangeduide werkterrein van de WMO-Adviesraad betreft alle prestatievelden van de WMO, met uitzondering van de werkzaamheden/taken die in dit kader aan de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân in Franeker zijn opgedragen.

3. Op de WMO werkzaamheden/taken van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân is een afzonderlijke (eigen Dienst)inspraakprocedure van toepassing.

2. De WMO-Adviesraad brengt tevens advies uit over de onderdelen van het overige gemeentelijke beleid, voor zover dat directe raakvlakken met het WMO-beleid heeft.

Artikel 6 WMO-Adviesraad

  • 1.

    Het gevraagd en ongevraagd geven van advies aan het college burgemeester en wethouders over onderwerpen van de in artikel 5 genoemde prestatievelden.

  • 2.

    De vergaderingen van WMO-Adviesraad zijn in principe openbaar. Wanneer tenminste 3 leden of de voorzitter van de WMO-Adviesraad dit vorderen kunnen de deuren worden gesloten.

  • 3.

    De voorzitter kan ten aanzien van de inhoud van stukken de leden tijdelijke geheimhouding opleggen.

  • 4.

    Plaats, datum en aanvangsuur van de vergaderingen worden ter openbare kennis gebracht.

  • 5.

    Deskundigen, zowel gemeentelijk als extern, kunnen per onderwerp in de vergadering van de WMO-Adviesraad worden uitgenodigd.

  • 6.

    De WMO-Adviesraad legt haar interne werkwijze vast in een huishoudelijk reglement.

Artikel 7 De relatie belangenorganisaties en WMO-Adviesraad

De WMO-Adviesraad neemt zo dikwijls als hij dat nodig vindt voor een goed uitvoeren van zijn adviseringstaak contact op met burgers, groepen van burgers of (delen van) zijn achterban.

Artikel 8 De wijze van advisering

1.De WMO-Adviesraad adviseert het college van burgemeester en wethouders inzake beleidsvoornemens in de ruimste zin van het woord. De WMO-Adviesraad brengt in ieder geval advies uit over:
 -Het vierjaarlijks op te stellen WMO Beleidsplan.
 -Vaststelling en wijziging van verordeningen.
 -De ontwikkeling van nieuw WMO-beleid.
 -De vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie van en de verantwoording over het gevoerde WMO-beleid.
2.Burgemeester en wethouders dienen tijdig advies te vragen over zaken die aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Burgemeester en wethouders leggen een adviesaanvraag schriftelijk aan de WMO-Adviesraad voor. De WMO-Adviesraad wordt vier weken in de gelegenheid gesteld om een advies uit te brengen.
3.a.Het besluit omtrent de advisering wordt bij meerderheid van stemmen genomen.
 b.Bij het staken van stemmen heeft de voorzitter de doorslaggevende stem.
 c.Minderheidsstandpunten kunnen apart worden vermeld.
4.Zo nodig vindt bij de aanbieding van een advies overleg plaats tussen (het dagelijks bestuur van) de WMO-Adviesraad en het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 9 Opvolging adviezen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de gemeenteraad voor, zover het kwesties betreffen die tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren, in de gelegenheid kennis te nemen van het advies van de WMO-Adviesraad.

  • 2.

    Als het college van burgemeester en wethouders afwijkt van een door de WMO-Adviesraad gegeven advies, dan wordt deze afwijking beargumenteerd aan de gemeenteraad aangeboden. De WMO-Adviesraad wordt van deze argumentatie op de hoogte gebracht.

Artikel 10 De relatie college van burgemeester en wethouders en de WMO-Adviesraad

  • 1.

    De WMO-Adviesraad en het college van burgemeester en wethouders maken jaarlijks afspraken over:

    • a.

      De onderwerpen waarover de WMO-Adviesraad in ieder geval geconsulteerd wordt.

    • b.

      De wijze en het moment waarop de WMO-Adviesraad betrokken wordt in het beleidsvormingsproces.

    • c.

      De door de WMO-Adviesraad op basis van zijn werkplan opgestelde begroting.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst een contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de WMO-Adviesraad. Tussen deze contactambtenaar en (het dagelijks bestuur van) de WMO-Adviesraad vindt overleg plaats wanneer dit door beide partijen wenselijk wordt geacht,

  • 3.

    Tussen dat lid van het college van burgemeester en wethouders, dat als eerste belast is met de uitvoering van de WMO en (het dagelijks bestuur van) de WMO-Adviesraad vindt, over de door beide partijen aan te dragen onderwerpen, overleg plaats zo vaak als nodig is.

  • 4.

    Van dat overleg en de gemaakte afspraken wordt binnen veertien dagen een schriftelijk verslag gemaakt.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders verstrekt de WMO-Adviesraad informatie over voornemens, beleid of activiteiten op de terreinengenoemd in artikel 6. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en te ontwikkelen en wijzigingen te kunnen volgen.

Artikel 11 Verantwoording

  • 1.

    De WMO-Adviesraad evalueert jaarlijks met het in artikel 10, lid 3, bedoelde lid van het college van burgemeester en wethouders de samenwerking tussen voornoemde partijen.

  • 2.

    De WMO-Adviesraad brengt ieder jaar voor 1 juni een verslag uit over zijn werkzaamheden in het voorafgaande jaar.

  • 3.

    De WMO-Adviesraad verstrekt aan het college van burgemeester en wethouders alle gewenste inlichtingen over zijn werkzaamheden.

Artikel 12 Facilitering van de WMO-Adviesraad

  • 1.

    De gemeenteraad stelt de WMO-Adviesraad zodanige middelen ter beschikking dat hij redelijkerwijze in staat kan worden geacht zijn werkzaamheden te verrichten.

  • 2.

    Deze middelen worden jaarlijks op basis van een door de WMO-Adviesraad voor 1 juni voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd in te dienen begroting bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 13 Overige bepalingen

  • 1.

    De leden van de WMO-Adviesraad zullen in de contacten met de gemeente voordelen noch nadelen ondervinden, als gevolg van het lidmaatschap van de WMO-Adviesraad.

  • 2.

    De WMO-Adviesraad behandelt geen klachten die op individuen betrekking hebben.

  • 3.

    Opheffing van de WMO-Adviesraad kan slechts geschieden:

    • a.

      Bij besluit van het college en nadat de WMO-Adviesraad is gehoord,

    • b.

      Indien de WMO van Rijkswege wordt ingetrokken.

  • 4.

    Aanvullingen en wijzigingen van dit reglement worden vastgesteld door het college nadat de WMO-Adviesraad is gehoord.

Artikel 14 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders. Tevoren zal de WMO-Adviesraad daarover worden gehoord.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit reglement wordt aangehaald als Reglement WMO-Adviesraad

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking nadat het college van burgemeester en wethouders dit reglement heeft vastgesteld.

    Aldus vastgesteld in de vergadering van

    burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel

    van 27 november 2007.

    de secretaris, de burgemeester,

    (J.J. Kingma) (drs. E.J. ter Keurs)