Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarderadeel

Verordening op de gemeentelijke identificatieplicht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarderadeel
Officiële naam regelingVerordening op de gemeentelijke identificatieplicht
CiteertitelVerordening op de identiteitskaart
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze verordening per 1 januari 2020 vervallen.

.

Deze verordening vervangt de op 17 december 1992 vastgestelde verordening.

Datum ondertekening inwerkingstredingbesluit 19-12-1994.

Bron ondertekening inwerkingstredingbesluit Stienser Omroeper,2-1-1995,1995/1.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Paspoortwet, art. 2, lid 2
  2. Paspoortwet, art. 3
  3. Gemeentewet, art. 168

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-190010-01-199501-01-2020nieuwe regeling

19-12-1994

Stienser Omroeper,2-1-1995,1995/1

1994/31

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Leeuwarderadeel;

Overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht noodzakelijk is om de verordeningen en regelingen aan te passen aan deze wet;

Overwegende dat er een maatschappelijke behoefte bestaat aan een officiële gemeentelijke identiteitskaart naast de bestaande documenten die als identiteitsbewijs kunnen worden gebruikt;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 juli 1994;

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Besluit: vast te stellen de volgende:

"Verordening op de gemeentelijke identiteitskaart"

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    identiteitskaart: het door het college van burgemeester en wethouders verstrekte document aan de hand waarvan is vast te stellen of waarmee is aan te tonen welke persoon iemand is;

  • b.

    houder: degene op wiens naam de identiteitskaart is gesteld en ten behoeve van wie de identiteitskaart door het college van burgemeester en wethouders is uitgereikt;

  • c.

    verstrekken: de beslissing tot het uitreiken van een identiteitskaart;

  • d.

    uitreiken: het feitelijk ter beschikking van de houder stellen van de op zijn naam gestelde identiteitskaart;

  • e.

    inhouden: het feitelijk aan de beschikking van de houder onttrekken van de op zijn naam gestelde identiteitskaart.

Artikel 2

vervallen per 1-1-1995

Artikel 3

  • 1.

    De identiteitskaart heeft een geldigheidsduur van vijf jaren.

  • 2.

    De identiteitskaart blijft na uitreiking gemeente-eigendom.

Artikel 4

vervallen per 1-1-1995

HOOFDSTUK 2 DE IDENTITEITSKAART

Artikel 5

De identiteitskaart is het document zoals dat door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is vastgesteld en bekendgemaakt.

Artikel 6

  • 1.

    De identiteitskaart vermeldt de volgende gegevens van de houder:

    • a.

      de geslachtsnaam;

    • b.

      de voornamen;

    • c.

      de geboortedatum;

    • d.

      de gemeente van geboorte;

    • e.

      het geslacht;

    • f.

      de Nederlandse nationaliteit;

    • g.

      het adres;

    • h.

      de woonplaats;

    • i.

      de lengte;

  • 2.

    De identiteitskaart vermeldt voorts:

    • a.

      de afgevende autoriteit;

    • b.

      het tijdvak waarvoor het document geldig is;

    • c.

      het documentnummer;

    • d.

      het persoonsnummer;

    • e.

      het druknummer;

  • 3.

    De identiteitskaart bevat tevens een rubriek: aantekeningen afgevende autoriteit.

  • 4.

    De in het eerste lid onder a. genoemde geslachtsnaam omvat tevens de voorvoegsels en adellijke titels.

  • 5.

    De in het eerste lid, onder b. genoemde voornamen worden voluit geschreven en omvatten tevens de adellijke predikaten. Voornamen die door de beperkte ruimte niet voluit zijn te vermelden worden met de voorletter vermeld.

  • 6.

    Aan de in het eerste lid, onder f. genoemde vermelding wordt, in het geval de identiteitskaart aan een persoon als bedoeld in de Wet betreffende de positie van Molukkers wordt verstrekt, toegevoegd: *. In de rubriek "aantekeningen afgevende autoriteit", wordt in dit geval vermeld: * S.468.76.

  • 7.

    De in het eerste lid, onder g. en h. genoemde gegevens, zijn het adres en de woonplaats op het moment waarop de identiteitskaart wordt verstrekt.

  • 8.

    De identiteitskaart is voorzien van een zwart-wit pasfoto van 3 bij 4 cm van de houder en van de handtekening van de houder.

Artikel 7 t/m artikel 15

vervallen per 1-1-1995

Artikel 16

  • 1.

    Vervallen per 1-1-1995

  • 2.

    Vervallen per 1-1-1995

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders meldt aan het Hoofd van het Centraal Inkoopbureau van de VNG bij verstrekking, vermissing, diefstal, inhouding of het ter beschikking stellen aan de Centrale Recherche Informatiedienst van een identiteitskaart van een Centraal Persoonsregister opgenomen persoon:

    • a.

      de geslachtsnaam, de voornamen, de geboortedatum en het persoonsnummer van deze persoon;

    • b.

      de gegevens als bedoeld in artikel 24.

Artikel 17

vervallen

Artikel 18

vervallen

HOOFDSTUK 4 VERVAL VAN RECHTSWEGE EN INHOUDEN

Artikel 19

  • a.

    De identiteitskaart vervalt van rechtswege, indien:

  • b.

    de geldigheidsduur van de identiteitskaart is verstreken;

  • c.

    vervallen;

  • d.

    de geslachtsnaam, de geboortedatum of het geslacht van de houder op grond van wettelijke voorschriften of rechtelijke uitspraak is gewijzigd;

  • e.

    de houder de Nederlandse nationaliteit heeft verloren;

  • f.

    de identiteitskaart kennelijk spel- of schrijffouten bevat;

  • g.

    de houder niet meer op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 als Nederlander wordt behandeld;

  • h.

    de houder is overleden;

  • i.

    vervallen.

Artikel 20

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders houdt een identiteitskaart onmiddellijk in, indien:

    • a.

      het document zodanig is beschadigd dat de vermelde gegevens niet meer leesbaar zijn of een deel van de gegevens ontbreekt;

    • b.

      in of aan het document wijzigingen zijn aangebracht, of een deel ervan ontbreekt;

    • c.

      de foto van de houder onvoldoende gelijkenis vertoont;

    • d.

      de identiteitskaart op grond van artikel 19 vervallen is.

  • 2.

    Een document dat een valse identiteitskaart blijkt te zijn, wordt door het college van burgemeester en wethouders onmiddellijk ingehouden.

Artikel 21

  • 1.

    De houder van de op grond van artikel 19, onder a t/m f, vervallen identiteitskaart levert het document binnen twee weken na de dag waarop het verval ingaat in bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin hij zijn woonplaats heeft.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders vernietigt de ingehouden en de ingeleverde identiteitskaarten en de identiteitskaarten waarop artikel 19, aanhef en onder h, van toepassing is.

  • 3.

    Het vernietigen van de in het tweede lid genoemde identiteitskaarten gebeurt, onmiddellijk na inhouding of inlevering dan wel na verloop van 3 maanden als bedoeld in artikel 19, aanhef en onder h, door versnippering, zodat reconstructie van de identiteitskaart niet meer mogelijk is.

  • 4.

    Het bepaalde in het tweede en het derde lid is niet van toepassing op het document waarin wijzigingen zijn aangebracht of op het document dat een valse identiteitskaart blijkt te zijn.

  • 5.

    Documenten waarop het vierde lid van toepassing is, worden door het college van burgemeester en wethouders aan de Centrale Recherche Informatiedienst beschikbaar gesteld voor onderzoek.

Artikel 22

  • 1.

    Een ieder die, anders dan voor ambtelijke doeleinden, in het bezit is van een identiteitskaart waarvan hij niet de houder is, draagt zorg dat het document zo spoedig mogelijk ter beschikking komt van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente die het document heeft verstrekt.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders dat de in het eerste lid bedoelde identiteitskaart in bezit krijgt, vernietigt deze identiteitskaart op de wijze als bedoeld in artikel 21, derde lid, tenzij uitreiking aan de houder mogelijk is.

HOOFDSTUK 5 ADMINISTRATIE

Artikel 23

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders houdt een administratie bij van de verstrekte, uitgereikte, vermiste, gestolen, gevonden en ingehouden en aan de Centrale Recherche Informatiedienst ter beschikking gestelde identiteitskaarten.

  • 2.

    De administratie bevat het aanvraag-/identiteitsformulier, de tweede pasfoto en voor zover van toepassing de verklaring over de vermissing.

  • 3.

    De gegevens in de administratie zijn op naam en op documentnummer toegankelijk.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders verstrekt op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van een andere gemeente binnen één week de aanvraagbescheiden, als bedoeld in het tweede lid, in verband met het bepaalde in artikel 12, tweede en derde lid.

Artikel 24

  • 1.

    Het verstrekken, de vermissing, de diefstal, het vinden, de inhouding en het ter beschikking stellen aan de Centrale Recherche Informatiedienst van een identiteitskaart wordt geregistreerd op de persoonskaart.

  • 2.

    In vak 24 van de persoonskaart worden de volgende gegevens met betrekking tot de identiteitskaart opgenomen:

    • a.

      de code "ID" en de datum van verstrekking;

    • b.

      het documentnummer;

    • c.

      de CBS/GBA-code van de gemeente die het document heeft verstrekt;

    • d.

      in geval van inhouding van de identiteitskaart de code "I" en de datum van de inhouding;

    • e.

      in geval van vermissing of diefstal de code "V" en de datum van de schriftelijke verklaring over de vermissing.

    • f.

      in geval van ter beschikking stelling aan de Centrale Recherche Informatiedienst de code "C" en de datum van verzending aan deze dienst.

    • g.

      in geval van het vinden de code "G" en de datum van inlevering bij de gemeente.

  • 3.

    Bij verstrekking van een nieuwe identiteitskaart wordt de registratie van de eerder verstrekte identiteitskaart met de pen doorgehaald.

Artikel 25

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders vernietigt het aanvraag-/identiteitsformulier en de tweede pasfoto zes jaar na de datum waarop de geldigheidsduur van de identiteitskaart is verstreken.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college van burgemeester en wethouders het aanvraag/identiteitsformulier en de tweede pasfoto vernietigen nadat een nieuwe identiteitskaart is uitgereikt of na het overlijden van de houder.

HOOFDSTUK 6 DOCUMENTBEHEER

Artikel 26

  • 1.

    De voorraad identiteitskaarten en de materialen worden opgeslagen in een waardekast of kluis, met een waardebergingsindicatie overeenkomstig de richtlijn van het Ministerie van Binnenlandse Zaken ten behoeve van reisdocumenten. Deze voorziening is in een af te sluiten ruimte geplaatst.

  • 2.

    De plaatsen waar de identiteitskaarten en materialen zijn opgeslagen, zijn uitgerust met een elektronisch inbraakalarmeringssysteem dat voorziet in een zogenoemde permanente vaste-lijn-verbinding met een door de rijksoverheid toegelaten alarmcentrale.

  • 3.

    De werkvoorraad identiteitskaarten en de te gebruiken materialen bevinden zich tijdens de werkuren, onder voortdurend toezicht, op een voor het publiek onzichtbare en voor onbevoegden onbereikbare plaats. Buiten de werkuren wordt de werkvoorraad opgeslagen in de in het eerste lid bedoelde voorziening. De werkvoorraden bedragen niet meer dan het gemiddelde verbruik van twee dagen.

  • 4.

    Met betrekking tot de toegang van personen tot de hoofdvoorraad en het zorgvuldig beheer van de werkvoorraad worden organisatorische maatregelen getroffen, die regelmatig op hun effectiviteit worden onderzocht en zo nodig verbeterd.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg, dat de bij de uitvoering van de verordening betrokken ambtenaren regelmatig worden geïnformeerd over ontvreemdingrisico’s en geïnstrueerd met betrekking tot risicobeperkende afspraken en maatregelen ter zake.

Artikel 27

In het geval van ontvreemding dan wel vernietiging van identiteitskaarten of materialen ten gevolge van inbraak, diefstal, verduistering, overvallen, brand of anderszins doet het college van burgemeester en wethouders daarvan terstond aangifte bij de plaatselijke politie.

Artikel 28

Het college van burgemeester en wethouders stelt als nadere regels het VNG-Reglement vast betreffende inkoop, aflevering, werkvoorraad, uitgifte, verschrijving, vermissing, diefstal en innemen van identiteitskaarten.

HOOFDSTUK 7 SLOT- EN STRAFBEPALINGEN

Artikel 29

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze verordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van het ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze verordening de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 30

  • 1.

    Het is een ieder verboden een identiteitskaart valselijk op te maken of te vervalsen, of een identiteitskaart op grond van valse gegevens te doen verstrekken dan wel een aan hem of een ander uitgereikte identiteitskaart ter beschikking te stellen van derden, met het oogmerk het door dezen te doen gebruiken als ware het aan hen uitgereikt.

  • 2.

    Het is een ieder verboden in het bezit te zijn van een identiteitskaart waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het vals of vervalst is, dan wel gebruik te maken van een niet op zijn naam gestelde identiteitskaart.

Artikel 31

Hij die handelt in strijd met het bepaalde in de artikelen 21, eerste lid, 22, 29 of 30 wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 32

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de identiteitskaart".

  • 2.

    De verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

  • 3.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening, wordt de voorgaande verordening, vastgesteld door de raad op 17 december 1992, sedertdien gewijzigd, ingetrokken.

    Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Leeuwarderadeel in de openbare vergadering van 19 december 1994,

de secretaris,de voorzitter,
   
(J.J. Kingma)(mr. C. Bijl)