Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Nieuw Valkeveen van de gemeente Naarden 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Nieuw Valkeveen van de gemeente Naarden 2010
CiteertitelVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Nieuw Valkeveen van de gemeente Naarden 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpbegraafplaats Nieuw Valkeveen begrafenis

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de lijkbezorging, artikel 35
  2. Gemeentewet, artikel 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-02-2011vervanging oude regeling

22-09-2010

Gemeenteblad, jaargang 18 nr 2

begraafplaats Nieuw Valkeveen

Tekst van de regeling

gelezen het voorstel van het college van 5 juli 2010, nr. RV 10.032;overwegende dat het gewenst is om een nieuwe verordening op het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen vast te stellen;gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit:vast te stellen de volgende verordening:Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Nieuw Valkeveen van de gemeente Naarden 2010 

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats Nieuw Valkeveen, Valkeveenselaan 58 te Naarden;b. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Naarden; c. graf: een ruimte bestemd voor het begraven van lijken en/of het bijzetten van asbussen;d. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;e. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: het doen begraven en begraven houden van 3 lijken; het doen bijzetten en bijgezet houden van 2 asbussen met of zonder urnen; het eenmalig doen verstrooien van as;f. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van 3 lijken;g. particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: het doen begraven en begraven houden van 3 lijken van kinderen tot de leeftijd van 12 jaar; het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen 2 met of zonder urnen van kinderen tot de leeftijd van 12 jaar; het eenmalig doen verstrooien van as van kinderen tot de leeftijd van 12 jaar;h. algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een lijk van een kind tot de leeftijd van 12 jaar;i. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: het doen bijzetten en bijgezet houden van 3 asbussen met of zonder urnen;j. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid; k. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;l. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;m. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of verstrooiingsplaats;n. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;o. aanvrager: degene die – al dan niet door tussenkomst van een uitvaartverzorger – opdracht geeft voor een begrafenis, of die de uitgifte van een graf of urnenruimte vraagt;p. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier kindergraf of een particulier urnengraf, dan wel degene die redelijkerwijs geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;q. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of algemeen kindergraf is verleend, danwel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden. 

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf
  • 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier urnengraf en/of particulier kindergraf.

  • 2 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen kindergraf.

Hoofdstuk II Beheer, openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Beheer begraafplaats
  • 1 Het beheer van de begraafplaats berust bij het college. Het beheer omvat het onderhouden en exploiteren van het terrein en de gebouwen en het bieden van faciliteiten voor lijkbezorging en herdenking van overledenen.

  • 2 Onder toezicht van het college worden een beheerder en zonodig een of meer daartoe hem vervangende personen belast met: De administratie van de begraafplaats; Het beheer en onderhoud van de begraafplaats; Het openen en sluiten van de graven voor een begraving, opgraving of ruiming c.q. bijzetting of ruiming; De verstrooiing van as. 

Artikel 4 Administratie
  • 1 1. Het college is verantwoordelijk voor de administratie van de begraafplaats; 

  • 2 De administratie bevat een register van alle op de begraafplaatsen begraven lijken met een nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven zijn, alsmede een register van bijgezette asbussen. De in dit register opgenomen gegevens zijn openbaar en worden op verzoek verstrekt;

  • 3 De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven, met hun namen en adressen en zo mogelijk aantekening van hun relatie tot de overledene. Dit register is niet openbaar. Alleen rechthebbenden en gebruikers of hun rechtsopvolgers kunnen hiervan een uittreksel verkrijgen;

  • 4 De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven.

Artikel 5 Openstelling begraafplaats
  • 1 De begraafplaats is voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend. 

  • 2 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. 

  • 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. 

Artikel 6 Ordemaatregelen
  • 1 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. 

  • 2 De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen. 

  • 3 Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden:a. zonder toestemming van de beheerder;b. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;c. sneller dan 10 km per uur. 

  • 4 Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid. 

Artikel 7
  • 1 Het is verboden op de begraafplaats:a. Nodeloos rumoer te maken of zich anderszins onbetamelijk te gedragen;b. Rijwielen mede te nemen anders dan met het doel deze in de daarvoor bestemde bewaarplaats te stallen;c. Onaangelijnde honden mee te nemen;d. Op de graven te lopen of, de begraafplaats te verontreinigen;e. Beplantingen of materialen te beschadigen of te vernielen;f. Gereedschappen, kledingsstukken, potten of andere niet tot de graven behorende voorwerpen neer te leggen of te laten liggen op of achter de graven en de grafbedekking. 

  • 2 Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde voorschrift houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen. 

Artikel 8 Plechtigheden
  • 1 Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze tenminste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld. 

  • 2 De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder. 

Artikel 9 Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 10 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
  • 1 Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12:00 uur van de werkdag voorafgaand aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. 

  • 2 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen. 

Artikel 11 Gebouwen en muziekinstallatie
  • 1 Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12:00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder. 

  • 2 De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager. 

Artikel 12 Over te leggen stukken
  • 1 Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder. 

  • 2 Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet. 

  • 3 Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende. 

  • 4 De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5 De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 13 Tijden van begraven en asbezorging
  • 1 De tijd van begraven en het bezorgen van as is: a. op werkdagen tussen 09:00 en 15:00 uur;b. op zaterdag tussen 09:00 en 12:00 uur;voor zover de werkdagen en zaterdagen niet vallen op algemeen erkende feestdagen. Onder feestdag wordt verstaan:Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, tweede Paasdag, de dag waarop de verjaardag des koningin wordt gevierd, 5 mei, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag.

  • 2 Als gewone uren van begraving worden aangemerkt de uren tussen 09:00 en 15:00 uur op de dagen, bedoeld in het eerste lid onder a. De overige tijden worden aangemerkt als buitengewone uren van begraving.

  • 3 3. De begraving, bijzetting of verstrooiing dient geheel binnen de onder lid 1 genoemde tijdsvensters te vallen.

  • 4 4. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken. 

Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven

Artikel 14 Indeling graven en asbezorging
  • 1 Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:a. particuliere gravenb. particuliere kindergravenc. particuliere urnengraven; 

  • 2 Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels de afmetingen en de uitgifteduur van de particulier graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging. 

Artikel 15 Aantal overledenen in algemene graven

In de algemene graven kunnen drie lijken worden begraven.

Artikel 16 Strooiveld
  • 1 Op de begraafplaats is een strooiveld aanwezig. Hierop kan in overleg met de beheerder as worden verstrooid. 

  • 2 Het is niet toegestaan om bloemen, planten of andere voorwerpen op het strooiveld te plaatsen. Deze worden, bij het aantreffen ervan, direct verwijderd. 

  • 3 Bij het algemene gedenkteken nabij het strooiveld is het toegestaan om bloemen neer te leggen. Na verwelking van deze bloemen worden deze door de gemeente verwijderd.

Artikel 17 Volgorde van uitgifte
  • 1 De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. 

  • 2 Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is. 

Artikel 18 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 19 Termijnen particuliere graven
  • 1 Het college verleent, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven. 

  • 2 Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 10 jaren, mits de aanvraag maximaal 1 jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. 

  • 3 De rechthebbende is verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn adres of verblijfplaats te allen tijde bij de burgemeester en wethouders bekend is. 

  • 4 Indien de rechthebbende niet aan deze verplichting voldoet, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen. 

Artikel 20 Grafkelder
  • 1 Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden. 

  • 2 Een aanvraag hiertoe dient minimaal 3 werkdagen, voorafgaand aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kenbaar te zijn gemaakt aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. 

  • 3 Een grafkelder kan alleen worden aangelegd bij graven die voor het eerst worden uitgegeven. 

Artikel 21 Overschrijving van verleende rechten
  • 1 Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.  

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particulier graf te doen vervallen.

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 22 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende. 

Artikel 23 Sluiting van graven
  • 1 Op verzoek van de rechthebbende kan het college in bijzondere gevallen een particulier graf voor gesloten verklaren. In dit geval blijft het particuliere graf tot diens overlijden ten name van de rechthebbende staan. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere begraving, bijzetting asbus of asverstrooiing plaatsvinden dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn verzoek met name heeft genoemd.  

  • 2 Het college bepaald in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Het college kan overigens bijzondere voorwaarden vaststellen, waaraan moet zijn voldaan alvorens tot sluiting kan worden overgegaan. 

Hoofdstuk V Grafbedekkingen

Artikel 24 Vergunning grafbedekking
  • 1 Voor het hebben en/of wijzigen van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college. 

  • 2 De vergunning dient te zijn verkregen voordat de grafbedekking wordt geplaatst. De rechthebbende/gebruiker vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan;  

  • 3 Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen. 

  • 4 Het college kan de vergunning weigeren indien:a. niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. 

  • 5 Geen vergunning als bedoeld in het eerste lid is nodig indien een wijziging van het gedenkteken beperkt blijft tot het toevoegen van tekst als gevolg van een volgende bijzetting van een lijk in een particulier graf.

     

  • 6 Het is verboden zonder toestemming van het college een memoriamplaatje te plaatsen op het algemene gedenkteken bij het strooiveld

Artikel 25 Onderhoud door de gemeente
  • 1 De rechthebbende kan bij het college een aanvraag indienen voor het jaarlijks schoonmaken van het gedenkteken c.q. het onderhoud van de winterharde beplantingen van gemeentewege te laten verzorgen. 

  • 2 Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van onderhoud. 

Artikel 26 Onderhoud door de rechthebbende of gebruiker
  • 1 Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker. 

  • 2 De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. 

  • 3 Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4 De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.  

  • 5 Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

Artikel 27 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of de gebruiker indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 28 Nieuw Artikel
  • 1 De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of de gebruiker bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaand aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 3 Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.  

Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 29 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
  • 1 Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of de gebruiker bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming gedurende ten minste een jaar voorafgaan aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2 De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 4 Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor een crematie of een herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 5 De rechthebbende op een particulier graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien. 

Hoofdstuk VII Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 30 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
  • 1 Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 5, eerste lid, 14, tweede lid, 18 en 24, derde lid, van deze verordening.

  • 2 Het college stelt het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk ervan in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft, wanneer het kerkgenootschap schriftelijk om een dergelijke kennisgeving heeft verzocht.

Hoofdstuk VIII Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 31 Lijst
  • 1 Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. 

  • 2 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. 

  • 3 De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk IX Slotbepalingen

Artikel 32 Nieuw Artikel
  • 1 Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de ingevolge artikel 34 ingetrokken verordening gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. 

  • 2 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Nieuw Valkeveen 2007 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast. 

Artikel 33 Strafbepaling
  • 1 Hij die handelt in strijd met de artikelen 5 lid 3, 6 en 7 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 34 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van de openbare bekendmaking in de Naarder Koerier.Op dat tijdstip vervalt de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Naarden 2007’. 

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Nieuw Valkeveen van de gemeente Naarden 2010