Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarderadeel

Voorwaarden voor de verpachting van staanplaatsen voor kermisinrichtingen gemeente Leeuwarderadeel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarderadeel
Officiële naam regelingVoorwaarden voor de verpachting van staanplaatsen voor kermisinrichtingen gemeente Leeuwarderadeel
CiteertitelVerpachtingsvoorwaarden kermisinrichtingen gemeente Leeuwarderadeel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de voorgaande regeling, vastgesteld door het college op 2 november 1982.

Datum ondertekening inwerkingstredingbesluit 30-05-1996.

Bron ondertekening inwerkingstredingbesluit Stienser Omroeper,17-6-1996,1996/24.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden hebben op 8 mei 2018 besloten de beleidsregel ''Verpachtingsvoorwaarden kermisinrichtingen gemeente Leeuwarderadeel'', vastgesteld op 18 oktober 2011 in te trekken voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Leeuwarden zoals dat per 1 januari 2018 op grond van de Wet van 8 maart 2017 tot herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Sudwest-Fryslan, is ontstaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet Bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-10-201108-05-2018Wijziging

29-09-2011

Stienzer Omroeper,10-10-2011

29-09-2011

Tekst van de regeling

Nr. 32

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel;

overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht noodzakelijk is om de verordeningen en regelingen aan te passen aan deze wet;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende:

"Voorwaarden voor de verpachting van staanplaatsen voor kermisinrichtingen gemeente Leeuwarderadeel"

Artikel 1

De kermis(sen) zal (zullen) worden gehouden op een jaarlijks nader vast te stellen tijdstip op het terrein tegenover het gemeentehuis en in de Langebuorren.

Artikel 2

  • 1.

    De staanplaatsen worden verpacht door of vanwege het college van burgemeester en wethouders; de staanplaatsen worden door of namens de marktmeester aangewezen volgens een door of vanwege het college van burgemeester en wethouders goedgekeurd plan.

  • 2.

    Deze voorwaarden zijn ook van toepassing wanneer de kennis met vergunning, dan wel in opdracht van de gemeente wordt georganiseerd door een particulier persoon of bureau.

Artikel 3

  • 1.

    Inschrijving dient te geschieden op daartoe door of vanwege het college van burgemeester en wethouders vastgestelde en ter beschikking gestelde formulieren.

  • 2.

    Op het inschrijfformulier moet ten minste worden vermeld:

    • a.

      naam, voornaam en adres van de inschrijver, dan wel correspondentie-adres, indien de inschrijver geen vaste woonplaats heeft, bank- of girorekeningnummer, alsmede handtekening van de inschrijver;

    • b.

      naam en omschrijving der inrichting, overeenkomstig de registratie in het handelsregister of bij een organisatie van kermisvakgenoten, alsmede het handelsregisternummer;

    • c.

      de juiste afmetingen van de frontbreedte en diepte of doorsnede van de inrichting, alsmede van de uitsteekzeilen, oploopvoeren, kassa e.d., wanneer deze buiten de maten van breedte, diepte of doorsnede uitsteken, benevens voor zij- en achterschoren;

    • d.

      de benodigde aansluitwaarde in KWU en PK;

    • e.

      het aantal woon- en pakwagens;

    • f.

      aanduiding van het (de) terrein(en), waarvoor de inschrijving bedoeld is;

    • g.

      het bedrag, zowel in cijfers als letters, dat geboden wordt; bij verschil van biedsom in letters en cijfers, geldt uitsluitend het bedrag in letters;

    • h.

      de verzekeringsmaatschappij, waarbij de exploitant verzekerd is tegen de risico's ex artikel 19.

  • 3.

    Op één inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting worden ingeschreven. Inschrijvingen met een combinatie van twee of meer inrichtingen, alsmede gecombineerde inschrijvingen door of voor verschillende exploitanten zijn niet toegestaan.

  • 4.

    Inschrijvingen, bevattende concurrentiebedingen ten doel hebbend om andere, niet dezelfde inrichtingen als waarmede wordt ingeschreven, te weren of slechts om bepaalde personen toe te laten, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, kunnen ter zijde worden gelegd.

  • 5.

    Op een daartoe strekkende aanvraag, gedaan voor het einde van de kermis, door exploitanten van inrichtingen met een behoorlijk spelend orgel, zal na afloop van de kermis een restitutie van 10% van de pachtsom met een maximum van f 200,--kunnen worden verleend. Restitutie vindt slechts plaats, wanneer naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders het orgel in een behoorlijke staat van onderhoud verkeert en in de inrichting tijdens de kermis uitsluitend orgelmuziek ten gehore wordt gebracht.

Artikel 4

De inschrijfformulieren moeten vóór een door of vanwege het college van burgemeester en wethouders bepaalde datum en bepaald uur ten gemeentehuize of op een andere aangegeven plaats zijn ingeleverd. Te laat ingeleverde formulieren worden ter zijde gelegd.

Artikel 5

De inschrijver is gehouden zijn bod gedurende 14 dagen na de in artikel 4 genoemde datum gestand te doen.

Artikel 6

De gemeente is gehouden zijn aanbod gestand te doen wat betreft soort, aantal en kwaliteit van de kermisattracties waarvoor de inschrijving bij advertentie wordt opengesteld.

Artikel 7

  • 1.

    Binnen 14 dagen na de in artikel 4 genoemde datum beslist het college van burgemeester en wethouders omtrent de toewijzing van de staanplaatsen.

  • 2.

    Met inschrijving voor een bepaalde plaats wordt bij de toewijzing rekening gehouden, mits uit deze aanduiding duidelijk en ondubbelzinnig de bedoeling van de inschrijver blijkt.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 8

  • 1.

    De pachtsommen moeten in twee termijnen betaald worden:

    • a.

      50% van de pachtsom binnen een maand na dagtekening van de toewijzing van de staanplaats;

    • b.

      het restant 14 dagen vóór de aanvang van de kermis.

  • 2.

    De betaling kan geschieden door storting of overschrijving op rekeningnr. 45 00 12 514 (ABN-AMRO Bank) 28.50.04.875 (Bank Ned. Gem.) 1898753 (Postbank) t.n.v. de gemeente Leeuwarderadeel of in contanten op het gemeentehuis te Stiens.

  • 3.

    Indien de pachtsom niet is betaald binnen de termijnen in dit artikel genoemd, is de exploitant van de inrichting in gebreke door het enkele verloop van deze termijnen zonder dat daarvoor een rechterlijke ingebrekestelling nodig is en verliest hij het recht op de hem toegewezen plaats.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde nalatige exploitant verbeurt het door hem reeds gestorte deel van de pachtsom en blijft daarenboven verplicht tot betaling van de volledige pachtsom.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich het recht voor de opengevallen plaats aan een ander toe te wijzen zonder verplicht te zijn de opbrengst hiervan aan de nalatige exploitant geheel of gedeeltelijk uit te keren.

Artikel 9

  • 1.

    Degene, aan wie een staanplaats is toegewezen, is verplicht deze in te nemen, overeenkomstig de op het inschrijfformulier vermelde bestemming.

  • 2.

    Afstand, overdracht of ruiling van staanplaatsen is niet geoorloofd, tenzij toestemming is verkregen van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 10

  • 1.

    Een staanplaats die 2 uur vóór de aanvang van de kermis door betrokkene niet is ingenomen, vervalt aan het college van burgemeester en wethouders en kan aan een ander worden toegewezen.

  • 2.

    Toewijzing aan een ander laat de verplichting van degene, wiens recht vervallen is, tot betaling van de geboden pachtsom onverlet.

Artikel 11

Wanneer de kermis niet doorgaat of ophoudt door te gaan - zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders - worden de betaalde pachtsommen teruggegeven, dan wel gedeeltelijk naar rato van het aantal dagen, waarop de staanplaatsen niet kunnen worden gebruikt, gerestitueerd.

Artikel 12

In gevallen waarin door overmacht, door onvoorziene en niet aan enige schuld of nalatigheid van de exploitant te wijten omstandigheden de toegewezen staanplaats niet kan worden ingenomen, zal het college van burgemeester en wethouders vermindering, teruggave of kwijtschelding van pachtsom, dan wel het betaalde gedeelte, verlenen.

Artikel 13

De verpachting geschiedt voor de duur van de kermis, aanvangende vrijdags, zaterdags en zondags om 13.00 uur en eindigende diezelfde dagen om 24.00 uur. Het kermisterrein wordt voor het doorgaande verkeer afgesloten op de donderdag vóór de eerste kermisdag om 10.00 uur.

De datum, waarop de staanplaatsen in gebruik mogen worden genomen tot het opslaan van de inrichtingen, wordt door of namens de burgemeester bepaald in overleg met de pachters van de staanplaatsen. Het afbreken en wegvoeren van de inrichtingen moet binnen 16 uren ná laatstgenoemde datum geschieden. Afbreken en wegvoeren van de inrichtingen vóór 10.00 uur 's avonds van de derde kermisdag is verboden.

Op de eerste maandag na de kermis om 16.00 uur moeten de staanplaatsen geheel ontruimd en verlaten, in de toestand waarin zij zijn aanvaard, weer ter beschikking van de gemeente zijn gesteld, bij gebreke waarvan de ontruiming of het weer in de vorige toestand brengen van gemeentewege geschiedt voor rekening van de nalatige pachter.

Artikel 14

Op het kermisterrein, alsmede op het terrein waar de salonslaapwagens worden geplaatst, zal van gemeentewege worden gezorgd voor voldoende wateraftappunten en stroomtoevoercontacten en tijdens de kermis voor politietoezicht. De terreinen worden tijdens de kermis en de afbraak ervan door de Gemeentelijke Reinigingsdienst gereinigd.

Artikel 15

  • 1.

    De geluidsbelasting ten gevolge van geluidsbronnen mag op gevels van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen gedurende de activiteit maximaal 90 Db(A) bedragen; als piekwaarde geldt een niveau van 100 Db(A), gemeten en/of berekend volgens het ICG-rapport IL-HR-13-01 (muziekcorrectie van 10 Db(A) is in de voorwaarden verwerkt).

  • 2.

    Piekwaarden mogen de gemiddelde geluidsbelasting niet beïnvloeden.

  • 3.

    De exploitanten zijn verplicht te allen tijde ambtenaren van politie, bouw- en woningtoezicht, brandweer alsmede andere vertegenwoordigers van de gemeente in hun inrichtingen toe te laten; tevens dienen de voorschriften of aanwijzingen met betrekking tot de openbare orde, veiligheid en gezondheid of de geluidssterkte of het geluidstoestel stipt en terstond te worden opgevolgd.

Artikel 16

Het is verboden:

  • a.

    muziek te maken buiten de openingsuren, behoudens voor afstellen en testen;

  • b.

    gebruik te maken van sirenes, hoorns- en anders dan in een draaizaak om het begin en einde van een rit aan te geven - en/of andere overmatig lawaaimakende apparaten;

  • c.

    in verkoopzaken gebruik te maken van versterkers;

  • d.

    in vermaakzaken consumptie-artikelen of andere voorwerpen te verkopen of uit te geven of automaten te hebben;

  • e.

    vanuit speelgoedkramen goederen met suikerwaren of snoepgoed in welke vorm dan ook al dan niet aangehecht of gevuld te verkopen;

  • f.

    in nougatkramen speelgoed in welke vorm dan ook aangehecht met snoepgoed, behalve de zgn. vulartikelen, zoals trompetten, wandelstokken, paraplu's en flesjes met speen, te verkopen;

  • g.

    vóór het sluitingsuur van de kermis inrichtingen te sluiten of onverlicht te laten, behoudens bijzondere gevallen;

  • h.

    op het terrein levende dieren te vertonen, of inrichtingen in gebruik te hebben in strijd met de Wet op de Kansspelen.

Artikel 17

  • 1.

    Door de exploitant zullen de door de gemeente gestelde regelen omtrent veiligheid, zowel in het algemeen als bij brand, in acht genomen moeten worden.

  • 2.

    De exploitant is voorts verplicht ervoor te zorgen, dat in de inrichting al die maatregelen worden getroffen, welke redelijkerwijs kunnen worden verwacht ter waarborging van de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de inrichting bevindt.

Artikel 18

Indien de exploitanten en/of personeelsleden handelen of doen handelen in strijd met de vorenstaande bepalingen kan op last van de burgemeester de inrichting worden gesloten.

Artikel 19

  • 1.

    Houders van vermaakinrichtingen zijn verplicht het risico van burgerrechtelijke aansprakelijkheid, waarin begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen, alsmede de daaruit voortvloeiende schade, direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de inrichting, te verzekeren.

  • 2.

    De exploitant vrijwaart de gemeente voor alle in lid 1 bedoelde aanspraken wegens geleden schade, tenzij deze schade aanwijsbaar het gevolg is van, door of vanwege de gemeente voor de samenstelling van de kermis genomen of voorgeschreven maatregelen.

Artikel 20

  • 1.

    De gemeente zal in het dorp Stiens op generlei wijze gronden van de gemeente in gebruik geven ten behoeve van het houden van een braderie met kermiszaken, lunapark of andere kermis, gedurende de kermis of in een periode van 4 weken voorafgaand aan de aanvangsdatum van de kermis.

  • 2.

    Bij het beslissen over een aanvraag strekkende tot het verkrijgen van ontheffing van de van toepassing zijnde verbodsbepalingen van de Algemene Plaatselijke Verordening ten behoeve van het organiseren van een braderie met kermiszaken, circus of soortgelijke inrichting, lunapark of andere kermis, gedurende de kermis of in een periode van 4 weken voorafgaand aan de aanvangsdatum van de kermis, houdt de gemeente rekening met doel en strekking van deze overeenkomst.

Artikel 21

  • 1.

    De gemeente behoudt zich het recht voor om bij niet naleving van de voorwaarden hiervan mededeling te doen aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

  • 2.

    De gemeente geeft hiervan tegelijkertijd kennis aan de betrokkene onder mededeling dat deze zich tot een organisatie van kermisexploitanten kan wenden ten einde zijn belangen te doen behartigen bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

  • 3.

    De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft het recht om de in lid 1 bedoelde mededeling ter kennis te brengen van de daarvoor in aanmerking komende gemeentebesturen. Zij gaat hiertoe niet over dan nadat de kalendermaand volgende op die waarin de mededeling van het gemeentebestuur is ontvangen, verstreken is.

Artikel 22

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Verpachtingsvoorwaarden kermisinrichtingen gemeente Leeuwarderadeel".

  • 2.

    De regeling treedt in werking op de dag na vaststelling.

  • 3.

    Gelijktijdig met de vaststelling dezer regeling, vervalt de voorgaande regeling, vastgesteld door het college op 2 november 1982, sedertdien gewijzigd.

    Stiens, 30 mei 1996

    Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel,

de secretaris,de burgemeester,
   
(J.J. Kingma)(mr. C. Bijl)