Overheidsorganisatie | Gemeente Wieringermeer |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening regelende de aanwijzing van op voertuig gereserveerde invalidenparkeerplaatsen |
Citeertitel | Verordening regelende de aanwijzing van op voertuig gereserveerde invalidenparkeerplaatsen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-09-1996 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 19-09-1996 Wieringermeerbode, 27-09-1996 | 1996, 4 |
De raad der gemeente Wieringermeer;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 juli 1996;gelezen het advies van de Commissie samenlevingszaken d.d. 2 september 1996;gelet op artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens,alsmede op het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;gelet op artikel 149 Gemeentewet;
besluit
vast te stellen de Verordening regelende de aanwijzing van op voertuig gereserveerde invalidenparkeerplaatsen’:
Burgemeester en wethouders besluiten op een aanvraag om aanwijzing van een op voertuig gereserveerde invalidenparkeerplaats.
Een aanvraag voor een op voertuig gereserveerde invalidenparkeerplaats wordt toegewezen indien:a. de aanvrager de bestuurder is van het voertuig waarvoor de parkeerplaats wordt aangevraagd;b. de aanvrager in het bezit is van een geldige invalidenparkeerkaart;c. er vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid ter plaatse geen belemmeringen zijn om een invalidenparkeerplaats aan te wijzen, end. wordt aangetoond dat door de aanwijzing van de gevraagde parkeerplaats wordt bewerkstelligd dat de aanvrager de afstand tussen woning c.q. werkadres en voertuig zelfstandig kan overbruggen.
Een aanvraag voor een op voertuig gereserveerde invalidenparkeerplaats wordt eveneens toegewezen indien:a. de aanvrager voor vervoer is aangewezen op het voertuig waarvoor de parkeerplaats wordt aangevraagd;b. de aanvrager, die voor verplaatsingen buitenshuis is aangewezen op vervoer door een huisgenoot, in het bezit is van een geldige passagierskaart;c. wordt aangetoond dat het niet kunnen beschikken over een invalidenparkeerplaats leidt tot een verkeersgevaarlijke situatie -ten gevolge van het in- en uitstappen door aanvrager in combinatie met de begeleiding van de aanvrager door bestuurder- ter plaatse van de woning c.q. werkadres, zulks na advies van de ambtenaar belast met het toezicht op de verkeersveiligheid.
De kosten, verbonden aan het plaatsen van noodzakelijke verkeersborden, komen voor rekening van de aanvrager.
Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening regelende de aanwijzing van op voertuig gereserveerde invalidenparkeerplaatsen” en treedt in werking op de dag nadat deze is bekendgemaakt.
Wieringerwerf, 19 september 1996.
De raad voornoemd,