RegionaalSamenwerkingsorgaan Gooi en Vechtstreek

Regeling personeelsbeoordeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieRegionaalSamenwerkingsorgaan Gooi en Vechtstreek
Officiële naam regelingRegeling personeelsbeoordeling
CiteertitelRegeling personeelsbeoordeling
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerponbekend
Eigen onderwerp

Opmerkingen m.b.t. de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerking-
treding
Terugwerkende
kracht t/m
Datum uitwerking-
treding
BetreftDatum ondertekening
Bron bekendmaking
Kenmerk voorstel
27-01-2011nieuwe regeling27-01-2011
Geen bron
Geen

Tekst van de regeling

Regeling personeelsbeoordeling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

  • a Ambtenaar:de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, eerste lid onder a. van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV;
  • b Beoordelaar:de direct leidinggevende van de te beoordelen ambtenaar, die met de beoordeling van de ambtenaar is belast;
  • c Beoordelingsadviseur:de personeel- en organisatieadviseur, die de naasthogere leidinggevende, de beoordelaar en de ambtenaar kan adviseren inzake de interpretatie en de uitvoering van deze regeling;
  • d Beoordelingsformulier:formulier waarin de beoordeling wordt vastgelegd;
  • e Beoordelingsgesprek:gesprek over het functioneren van de ambtenaar in de afgelopen periode;
  • f Beoordelingstijdvak:: een tijdvak van ten hoogste één jaar, direct voorafgaand aan het tijdstip van beoordeling waarover de beoordelaar zich met betrekking tot de functievervulling door de ambtenaar een oordeel vormt. In de regel loopt het beoordelingstijdvak van 1 januari tot en met 31 december;
  • g Beslissing met rechtspositionele consequenties:een door of namens het bevoegd gezag te nemen beslissing omtrent bevordering, verandering in de bezoldiging - anders dan die voortvloeiende uit een arbeidsvoorwaardenakkoord - of persoonlijke toelagen en wijziging van de aanstelling, die de rechtspositie van de ambtenaar in negatieve of positieve zin direct beïnvloeden.
  • h Concept-beoordeling:het voorlopige, vooruitlopend op het beoordelingsgesprek met de ambtenaar, door de beoordelaar ingevulde beoordelingsformulier;
  • i Formulier startgesprek: formulier waarin de afspraken gemaakt in het startgesprek worden vastgelegd;
  • j Formulier voortgangsgesprek: formulier waarin de afspraken gemaakt in het voortgangsgesprek worden vastgelegd;
  • k Functie:het samenstel van werkzaamheden waarmee de ambtenaar door of vanwege het bestuursorgaan gedurende het beoordelingstijdvak feitelijk was belast;
  • l Functionele leidinggevende of informant:degene die op verzoek van de ambtenaar, de beoordelaar of de naasthogere leidinggevende de beoordelaar informeert over de functievervulling in het beoordelingstijdvak van de ambtenaar;
  • m HR cyclus: jaarlijkse gesprekcyclus waarin concrete afspraken worden gemaakt m.b.t. de taken voor het komende jaar en de persoonlijke ontwikkeling;
  • n Naasthogere leidinggevende: de direct leidinggevende van de beoordelaar, die namens het bevoegd gezag de beoordeling vaststelt;
  • o Startgesprek: gesprek waarin concrete afspraken worden gemaakt m.b.t. de taken voor het komende beoordelingstijdvak en de persoonlijke ontwikkeling;
  • p Voortgangsgesprek:gesprek waarin de voortgang van de afspraken die zijn gemaakt in het startgesprek worden geëvalueerd.
Artikel 2 Beoordeling

De beoordeling van een ambtenaar betreft de wijze waarop deze zijn functie gedurende het beoordelingstijdvak heeft uitgeoefend, zulks tegen de achtergrond van aan de functievervulling redelijkerwijze te stellen eisen, zoals is vastgelegd in het beoordelingsformulier.

Artikel 3 HR cyclus

De beoordeling van de ambtenaar vindt plaats in een vaste cyclus, die aanvangt met het startgesprek en eindigt met het beoordelingsgesprek.

In het startgesprek worden afspraken gemaakt ten aanzien van de taken van de medewerker in het beoordelingstijdvak en de persoonlijke ontwikkeling.

De afspraken die worden gemaakt in het startgesprek worden vastgelegd in het formulier startgesprek en voor gezien ondertekend door de ambtenaar.

Halverwege het beoordelingstijdvak worden de afspraken die zijn gemaakt in het startgesprek in een voortgangsgesprek tussen de ambtenaar en de leidinggevende geëvalueerd.

De afspraken die worden gemaakt in het voortgangsgesprek worden vastgelegd in het formulier voortgangsgesprek en voor gezien ondertekend door de ambtenaar.

Artikel 4 Beoordelingsfrequentie

De beoordeling wordt minstens één maal per jaar uitgevoerd.

Er vindt altijd een beoordeling plaats, voordat ten aanzien van de ambtenaar een beslissing met rechtspositionele consequenties genomen wordt.

De ambtenaar kan, onder opgaaf van redenen, te allen tijde zelf om een beoordeling verzoeken.

Indien bijzondere omstandigheden dit wenselijk maken, kan de naasthogere leidinggevende de beoordelingsfrequentie wijzigen.

De beoordelaar bepaalt in overleg met de ambtenaar de datum en het tijdstip waarop het beoordelingsgesprek zal plaatsvinden.

Het in onder 5 genoemde tijdstip wordt ten minste twee weken van tevoren ter kennis gebracht van de te beoordelen ambtenaar.

De te beoordelen ambtenaar en de beoordelaar bepalen in overleg of de beoordelingsadviseur aanwezig zal zijn bij het beoordelingsgesprek. Of de beoordelingsadviseur aan het gesprek deelneemt, dient uiterlijk 1 week voor het beoordelingsgesprek bekend te zijn.

Artikel 5 Informanten

Beoordelaar en beoordeelde kunnen gebruik maken van functionele leidinggevende(n) of informant(en) om verdere informatie ten behoeve van de beoordeling van de ambtenaar te verkrijgen.

Beoordelaar en beoordeelde bepalen in overleg wie er als informant optreedt, deze informanten dienen een functionele relatie met de te beoordelen ambtenaar te hebben.

Deze informanten kunnen zowel personen zijn die deel uitmaken van de BGV als personen die daar geen deel van uitmaken.

Indien over het gebruik maken van informanten geen overeenstemming tussen beoordelaar en beoordeelde wordt bereikt, beslist de naasthogere leidinggevende.

Artikel 6 Conceptbeoordeling en beoordelingsgesprek

De concept-beoordeling wordt opgemaakt door de beoordelaar en voorgelegd aan de naast hogere leidinggevende.

Indien de naasthogere leidinggevende van mening is, dat de conceptbeoordeling niet overeenkomstig de bepalingen van dit reglement tot stand is gekomen, dan wel dat hij de juistheid van de beoordeling betwijfelt, bespreekt hij dit met de beoordelaar.

De naasthogere leidinggevende is bevoegd de conceptbeoordeling daarna overeenkomstig zijn bevindingen te wijzigen.

In het beoordelingsgesprek wordt de concept-beoordeling toegelicht door de beoordelaar.

De te beoordelen ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Zonodig kan de beoordelaar de concept-beoordeling wijzigen.

Artikel 7 Beoordeling

Na het beoordelingsgesprek wordt het beoordelingsformulier door de beoordelaar definitief ingevuld en uiterlijk één week na het beoordelingsgesprek aan de ambtenaar uitgereikt.

Nadat het beoordelingsformulier is ingevuld, wordt dit door de beoordelaar ondertekend.

De ambtenaar kan binnen twee weken zijn zienswijze in een aparte notitie bij het beoordelingsformulier voegen.

Artikel 8 Vaststelling

Het beoordelingsformulier en eventueel de in artikel 7 lid 3 genoemde notitie, worden vervolgens aan de naasthogere leidinggevende voorgelegd.

In geval de conceptbeoordeling op grond van het bepaalde in artikel 6 lid 6 is aangepast, heeft de naasthogere leidinggevende nog de mogelijkheid de beoordeling te wijzigen. De naasthoger leidinggevende bespreekt deze wijzigingen met de ambtenaar en de ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld binnen één week zijn zienswijze op deze wijzigingen schriftelijk kenbaar te maken.

Vervolgens stelt de naasthogere leidinggevende de beoordeling definitief vast en wordt gelijktijdig een afschrift van de beoordeling aan de ambtenaar uitgereikt.

Tegen de beslissing van de naasthogere leidinggevende is bezwaar mogelijk conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 9 Slotbepalingen

In die gevallen, waarin dit reglement niet, of niet in redelijkheid, voorziet, kan het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek nadere regels stellen.

Deze regeling kan worden aangehaald als de "Regeling personeelsbeoordeling BGV" en treedt in werking op de dag na de bekendmaking op de gebruikelijke manier aan de medewerkers.