RegionaalSamenwerkingsorgaan Gooi en Vechtstreek

Regeling cafetariamodel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieRegionaalSamenwerkingsorgaan Gooi en Vechtstreek
Officiële naam regelingRegeling cafetariamodel
CiteertitelRegeling cafetariamodel
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerponbekend
Eigen onderwerp

Opmerkingen m.b.t. de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerking-
treding
Terugwerkende
kracht t/m
Datum uitwerking-
treding
BetreftDatum ondertekening
Bron bekendmaking
Kenmerk voorstel
27-01-2011nieuwe regeling27-01-2011
Geen bron
Geen

Tekst van de regeling

Regeling cafetariamodel

Inleiding

In het arbeidsvoorwaardenakkoord voor de sector Gemeenten van 1999 is een start gemaakt met een (gemeentelijke) cafetariamodel. Dit cafetariamodel is deels vastgelegd in hoofdstuk 4a van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV. Het cafetariamodel biedt de ambtenaar, als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV, de mogelijkheid om een deel van het arbeidsvoorwaardenpakket zelf samen te stellen. Naast de ambtenaar aangesteld in tijdelijke of vaste dienst, kan in een aantal gevallen ook door de vrijwilliger, als bedoeld in artikel 19:1:1, eerste lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV, gebruik worden gemaakt van het cafetariamodel door inzet van de bruto vergoeding. In welke gevallen dat mogelijk is, is in de onderstaande regeling aangegeven. Ook voor ambtenaren die zijn aangesteld en op wie hoofdstuk 9a of 9b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV van toepassing is, gelden een aantal beperkingen. Ook deze beperkingen zijn, voor zover mogelijk, in de onderstaande regeling aangegeven.

Indien aan het fiscaal vriendelijk inzetten van bronnen en/of het verkrijgen van bestedingsdoelen door de fiscus voorwaarden worden gesteld, gelden deze voorwaarden onverkort voor het gebruik van dit Cafetariamodel.

De verlaging van de bruto bron van de ambtenaar heeft als voordeel dat hij minder loonbelasting en minder premies sociale verzekeringen betaalt. Het belastbare inkomen van de ambtenaar wordt door de deelname aan het cafetariamodel lager. De verlaging van het belastbare inkomen van de ambtenaar kan ook gevolgen hebben voor de hoogte van het verzekerd inkomen voor de WW en de WIA en voor het pensioengevend inkomen voor het ABP. Wanneer bijvoorbeeld de ambtenaar een deel van zijn bezoldiging gebruikt als bron en hij wordt werkloos of arbeidsongeschikt, kan zijn uitkering dus iets lager uitvallen.

Artikel 1 Verzoek

De ambtenaar alsmede de vrijwilliger kunnen jaarlijks een verzoek bij de regionaal commandant indienen om gebruik te maken van de uitwisseling van arbeidsvoorwaarden via het formulier Cafetariamodel.

Een verzoek wordt toegewezen, tenzij het dienst- c.q. bedrijfsbelang zich hiertegen verzet.

Een gehele of gedeeltelijk afwijzing van een verzoek wordt schriftelijk gemotiveerd.

Artikel 2 Bronnen

De ambtenaar geeft aan welke bronnen hij wil inzetten voor het realiseren van de door hem gekozen bestedingsmogelijkheden.

De ambtenaar heeft keuze uit de volgende bronnen:

  • a de bezoldiging (salaris incl. vaste toeslagen);
  • b de eindejaarsuitkering;
  • c de vakantie-uitkering;
  • d vergoeding verkochte vakantie-uren;
  • e persoonsgebonden budget (PGB);
  • f overwerktoeslag;
  • g levensloopbijdrage.

Deze bronnen worden in de artikelen 4 tot en met 9 verder uitgewerkt.

Per kalenderjaar kunnen meerdere bronnen tegelijkertijd ingezet worden.

Indien de fiscus de fiscaal vriendelijke inzet van de in het eerste lid genoemde bronnen niet meer mogelijk maakt, kunnen deze bronnen niet meer worden ingezet.

De vrijwilliger kan als bron inzetten zijn vergoeding als bedoeld in artikel 19:1:9, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV, alsmede zijn persoonsgebonden budget.

Artikel 3 Bestedingsdoelen

De ambtenaar kan de in artikel 2 genoemde bronnen inzetten voor de navolgende bestedingsdoelen. De bestedingsdoelen binnen het cafetariamodel zijn beperkt tot zaken die de fiscus fiscaal vriendelijk toestaat en onder de door de fiscus gestelde voorwaarden:

  • a koop extra vakantie-uren;
  • b bruto bezoldiging (salaris incl. vaste toeslagen);
  • c storting als spaarloon;
  • d storting als levensloop;
  • e storting als premie voor extra pensioen;
  • f fiets;
  • g studiefaciliteiten en cursussen;
  • h contributie aan een vakbond;

Deze bestedingsdoelen worden in de artikelen 10 tot en met 17 nader uitgewerkt.

Indien de fiscus de fiscaal vriendelijke inzet voor de in het eerste lid genoemde doelen niet meer toestaat, kan niet meer op deze doelen worden ingezet.

Alle bronnen kunnen voor alle bestedingsdoelen worden aangewend. Uitzondering is de geldelijke vergoeding voor de verkoop van verlofuren; deze bron kan niet worden ingezet voor de koop van extra verlofuren.

De vrijwilliger kan zijn bronnen inzetten voor de doelen als bedoeld in het eerste lid, onder f, g en h.

Artikel 4 Bezoldiging ambtenaar en vergoeding vrijwilliger

Het brutosalaris als bedoeld in artikel 3:1, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV en de vergoeding als bedoeld in artikel 19:1:9, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV, kan worden verlaagd. Dit bedrag kan vervolgens fiscaal vriendelijk worden ingezet voor de doelen uit artikel 3.

Artikel 5 Eindejaarsuitkering

Onder eindejaarsuitkering wordt verstaan de eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 3:6, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV. Deze uitkering kan fiscaal vriendelijk worden ingezet voor de doelen uit artikel 3.

Artikel 6 Vakantietoelage

Onder vakantietoelage wordt verstaan de vakantietoelage als bedoeld in artikel 6:3, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV. Deze uitkering kan fiscaal vriendelijk worden ingezet voor de doelen uit artikel 3.

Artikel 7 Verkoop vakantie-uren

In artikel 4a:1, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV, is bepaald dat de ambtenaar vakantie-uren kan verkopen. Dit artikel geeft daarvan een nadere uitwerking.

Er zijn drie mogelijkheden om vakantie-uren te verkopen. Hieronder worden de mogelijkheden voor voltijders beschreven. Voor deeltijders geldt de regeling naar rato van de omvang van het dienstverband (de deeltijdfactor = uren per week/36).

Op jaarbasis mogen maximaal 72 uren worden verkocht met als restrictie, dat een minimum aantal vakantie-uren moet overblijven van 144 uur. Dit geldt voor een vol-ledige betrekking. Het basis vakantieverlof bedraagt 165,6 uur. Dit verlof kan hoger zijn als de medewerker recht heeft op leeftijdsverlof of restant verlofuren heeft. Uitgaande van het basisverlof kan een medewerker dus een verzoek indienen om 21,6 uur te verkopen. De regionaal commandant wijst het verzoek toe, tenzij zwaarwegende dienst c.q. bedrijfsbelangen zich hiertegen verzetten.Van zodanig belang is in ieder geval sprake indien de toekenning van het verzoek leidt tot ernstige problemen:

  • a van financiële c.q. organisatorisch aard;
  • b wegens het niet voorhanden zijn voldoende werk; of
  • c omdat de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting daartoe geen ruimte biedt.

Een tweede mogelijkheid om extra uren op te bouwen en die te verkopen is om een verzoek in te dienen om boven de voor de BGV geldende maximale arbeidsduur (1824 uur) maximaal 50,4 meer te werken. Dit geldt voor een volledige betrekking. De regionaal commandant wijst het verzoek toe, tenzij zwaarwegende dienst c.q. bedrijfsbelangen zich hiertegen verzetten. Van zodanig belang is in ieder geval sprake indien de toekenning van het verzoek leidt tot ernstige problemen:

  • a van financiële c.q. organisatorisch aard;
  • b van roostertechnische aard.

Een derde mogelijkheid is om verlofuren die het gevolg zijn van overwerk om te zetten in vakantie-uren. Het totaal aantal uren van optie 1, 2, en 3, mag niet meer bedragen dan 72 uur. Dit geldt voor een volledige betrekking.

Tegenover de verkoop van de uren staat een vergoeding gebaseerd op het uursalaris van de ambtenaar bij aanvang van het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft. Deze uurvergoeding telt niet mee voor de vakantie-uitkering, de eindejaarsuitkering, wachtgeld/uitkering, het pensioen en de IZA-premie. Wel heeft de vergoeding gevolgen voor de belasting.

Het uurloon bij koop en verkoop van vakantie-uren wordt als volgt berekend. Een voorbeeld: het brutosalaris bedraagt per maand € 2.250,== (voltijd) Het uurloon bedraagt € 2.250,== : 156 = € 14,42,== Deeltijders kunnen het uurloon berekenen door het deeltijdsalaris te herleiden naar een voltijdsalaris; de salarisbedragen zijn te vinden op intranet.

Artikel 8 Persoons Gebonden Budget (PGB)

Het PGB is een bron die door de BGV beschikbaar wordt gesteld. Jaarlijks wordt aan de hand van de decentrale loonruimte vastgesteld hoeveel geld er beschikbaar is voor het PGB. Het bedrag wordt in beginsel niet zomaar op de rekening van de ambtenaar gestort, maar hij kan er gebruik van maken in het kader van dit cafetariamodel.

Het PGB kan vrij ingezet worden, eventueel in combinatie met een individuele bron. Uitbetaling in geld kan wel, maar dan moet er gewoon loonbelasting over het PGB worden betaald

Ten aanzien van het PGB gelden een paar voorwaarden:

  • a uitgangspunt voor toekenning van het budget is de peildatum 1 januari van het kalenderjaar, hetgeen ook betekent dat alleen de ambtenaar die op 1 januari van het kalenderjaar in dienst is, recht heeft op het PGB over dat kalenderjaar;
  • b aanvragen moeten uiterlijk 1 november van het kalenderjaar ingediend worden;
  • c indien de ambtenaar op 1 november van het kalenderjaar geen aanvraag heeft ingediend voor de besteding van het PGB, dan vervalt deze en vloeit terug in de algemene middelen;
  • d het bepaalde onder c geldt ook indien de ambtenaar lopende het kalenderjaar de dienst heeft verlaten en op de datum van ontslag nog geen aanvraag voor de besteding heeft ingediend;
  • e voor de ambtenaar met een aanstelling in deeltijd geldt dat hij het toegekende PGB naar rato van het deeltijdpercentage ontvangen.

Dit artikel is eveneens van toepassing op de vrijwilliger. De hoogte van het PGB voor de vrijwilliger zal separaat worden vastgesteld.

Artikel 9 Levensloopbijdrage

Op grond van het bepaalde in artikel 6a:7, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV, ontvangt de ambtenaar jaarlijks een levensloopbijdrage.

Indien de ambtenaar niet deelneemt aan de levensloopregeling kan hij de levensloopbijdrage als bedoeld in het eerste lid, uit laten betalen of inzetten voor een van de bestedingsdoelen als bedoeld in artikel 3.

Van belang is dat de ambtenaar tijdig voor 1 juli van het kalenderjaar aangeeft waarvoor hij de levensloopbijdrage wilt inzetten, anders wordt de bijdrage uitbetaald.

Artikel 10 Koop van verlofuren

Op grond van het bepaalde in artikel 4a:2, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV, kan de ambtenaar voor 1 november een verzoek indienen om voor het daaropvolgende jaar vakantie-uren te kopen tegen een vergoeding ter grootte van het salaris per uur op 1 januari van het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft.

Op jaarbasis mogen maximaal 72 uren worden gekocht. Dit geldt voor een volledige betrekking. Voor deeltijders geldt de regeling naar rato van de omvang van het dienstverband (de deeltijdfactor = uren per week/36).

De regionaal commandant wijst het verzoek toe, tenzij zwaarwegende dienst c.q. bedrijfsbelangen zich hiertegen verzetten. Van zodanig belang is in ieder geval sprake indien de toekenning van het verzoek leidt tot ernstige problemen:

  • a voor de bedrijfsvoering bij de herbezetting van de vrijgekomen uren;
  • b op het gebied van veiligheid; of
  • c van roostertechnische aard.
Artikel 11 Bruto bezoldiging

Indien de ambtenaar kan de in artikel 2 genoemde bronnen, met uitzondering van het persoonsgebonden budget, laten uitbetalen. De ambtenaar betaalt alsdan de normale loonbelasting.

Artikel 12 Storting als spaarloon

Indien de ambtenaar ervoor kiest één of meerdere bronnen in te zetten voor spaarloon, is de Regeling spaarloon BGV van toepassing.

Indien de ambtenaar in een kalenderjaar deelneemt aan een spaarloonregeling, kan hij niet in datzelfde kalenderjaar deelnemen aan een levensloopregeling.

Artikel 13 Storting als levensloop

Indien de ambtenaar ervoor kiest één of meerdere bronnen in te zetten voor de levensloopregeling, is hoofdstuk 6a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV, van toepassing.

Indien de medewerker in een kalenderjaar deelneemt aan een spaarloonregeling, kan hij niet in datzelfde kalenderjaar deelnemen aan een levensloopregeling.

De ambtenaar op wie hoofdstuk 9b van de Arbeidsvoorwaardenregeling BGV van toepassing is, kan zijn bronnen niet aanwenden voor dit bestedingsdoel.

Artikel 14 Storting als premie voor extra pensioen

De ambtenaar kan één bron of meerdere bronnen inzetten voor het bijsparen voor extra pensioen voor een of meerdere pensioenproducten van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP).

De ambtenaar bepaalt zelf hoe hoog de maandelijkse inleg is en hij mag de hoogte een keer per jaar wijzigen. Stoppen kan op elk moment.

De inleg wordt rechtstreeks overgeboekt naar het pensioenfonds en hij betaalt hierover in principe geen belasting, mits hij een “pensioengat” heeft.

Artikel 15 Fietsregeling

De ambtenaar kan één of meerdere bronnen inzetten voor de fiscaal vriendelijke aanschaf van een fiets.

Deze faciliteit wordt geboden onder de voorwaarden zoals de fiscus die stelt en voor zolang deze faciliteit door de fiscus mogelijk wordt gemaakt.

Maximaal één keer per drie jaar mag een ambtenaar een nieuwe fiets aanschaffen, indien hij op meer dan de helft van de dagen dat hij gewoonlijk reist in het kader van woon/ werkverkeer (gedeeltelijk) gebruik maakt van de fiets (wetgeving 2007).

Maximaal € 749 mag de ambtenaar besteden aan een fiets (wetgeving 2007).

Maximaal € 82 per jaar mag de ambtenaar besteden aan met een fiets samenhangende zaken (denk daarbij aan verzekering, onderhoud of bijvoorbeeld een regenpak of fietstas; een trui mag echter niet) (wetgeving 2007).

De ambtenaar moet kunnen aantonen dat hij daadwerkelijk de fiets gebruikt voor woon/werkverkeer.

Dit artikel is eveneens, voor zover fiscaal toelaatbaar, van toepassing op de vrijwilliger.

Dit bestedingsdoel is niet inzetbaar indien de ambtenaar een fiets is verstrekt op grond van de Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer BGV

Artikel 16 Studiefaciliteiten en cursussen

Indien de ambtenaar een studie volgt die niet of niet volledig wordt vergoed of hij wil een dergelijke studie gaan volgen, dan kan hij (een deel van) deze studiekosten bekostigen door inzet van één of meerdere bronnen.

De kosten van de cursus of opleiding inclusief het aan te schaffen cursus- of studiemateriaal en voor zover van toepassing de kosten van het tentamen of examen komen in aanmerking voor bekostiging via dit cafetariamodel.

Dit artikel is eveneens, voor zover fiscaal toelaatbaar, van toepassing op de vrijwilliger.

Artikel 17 Contributie aan een vakbond

De ambtenaar die kan aantonen dat hij lid is of wordt van een vakbond en daarvoor maandelijks of jaarlijks contributie betaalt, kan één of meerdere bronnen, met uitzondering van de bruto bezoldiging, inzetten voor de betaling van deze contributie.