RegionaalSamenwerkingsorgaan Gooi en Vechtstreek

Beleidsregels flexibele beloning

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieRegionaalSamenwerkingsorgaan Gooi en Vechtstreek
Officiële naam regelingBeleidsregels flexibele beloning
CiteertitelBeleidsregels flexibele beloning
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerponbekend
Eigen onderwerp

Opmerkingen m.b.t. de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerking-
treding
Terugwerkende
kracht t/m
Datum uitwerking-
treding
BetreftDatum ondertekening
Bron bekendmaking
Kenmerk voorstel
27-01-2011nieuwe regeling27-01-2011
Geen bron
Geen

Tekst van de regeling

Beleidsregels flexibele beloning

Beleidsregels flexibele beloning

Op grond van artikel 17, van de Bezoldigingsregeling BGV, kan het dagelijks bestuur nadere regels stellen omtrent de toepassing en hoogte van de instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 12 tot en met 16, van de Bezoldigingsverordening BGV. Met de onderstaande regels heeft het dagelijks bestuur invulling gegeven aan deze mogelijkheid. Daarnaast geeft het bestuur met deze regels een nadere invulling van de bevoegdheid, als opgenomen in artikel 10a, van de Bezoldigingsregeling BGV, tot het toekennen van periodieken als bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10, van de Bezoldigingsregeling BGV.

Het functioneren van de ambtenaar wordt jaarlijks beoordeeld aan de hand van een beoordeling op grond van de Regeling personeelsbeoordeling BGV. De totaalscore van deze beoordeling is gebaseerd op een 5-puntsschaal, te weten “onvoldoende”, “matig”, “voldoende”, “goed” of “uitstekend”. De periodieke verhoging van het salaris van de ambtenaar is gebaseerd op de score van de beoordeling. In sommige gevallen is ook de score in het voorgaande jaar van belang.

  • - De ambtenaar die blijkens de opgemaakte beoordeling “voldoende” functioneert, wordt een periodiek toegekend (art. 8 Bezoldigingsregeling BGV).
  • - Indien de ambtenaar blijkens een opgemaakte beoordeling “matig” functioneert, dan wordt hem een periodiek toegekend (art. 8 Bezoldigingsregeling BGV), met dien verstande dat mocht de ambtenaar aansluitend in het daaropvolgende jaar wederom “matig” of “onvoldoende” functioneren, hem dan een periodiek zal worden onthouden (artikel 10 Bezoldigingsregeling BGV).
  • - Indien de ambtenaar blijkens een opgemaakte beoordeling “onvoldoende” functioneert, wordt hem een periodiek onthouden (art. 10 Bezoldigingsregeling BGV). Mocht de ambtenaar aansluitend in het daaropvolgende jaar hoger dan “onvoldoende” scoren, dan zal hem een periodiek binnen de voor hem geldende salarisschaal worden toegekend (artikel 8 Bezoldigingsregeling BGV).
  • - Indien de ambtenaar blijkens een opgemaakte beoordeling “goed” functioneert, dan wordt hem een periodiek toegekend (art. 8 Bezoldigingsregeling BGV), met dien verstande dat mocht de ambtenaar aansluitend in het daaropvolgende jaar wederom “goed” of “uitstekend” functioneren, hem dan twee periodieken zullen worden toegekend (artikel 9 Bezoldigingsregeling BGV). Mocht de ambtenaar aansluitend in het daaropvolgende jaar weer “goed” functioneren, dan wordt hem weer één periodiek toegekend enz..
  • - Indien de ambtenaar blijkens een opgemaakte beoordeling “uitstekend” functioneert, dan worden hem twee periodieken toegekend (art. 9 Bezoldigingsregeling BGV).

Schematisch ziet één en ander er als volgt uit:

Jaar 1
Periodiek(en) binnen de schaal:
A = Onvoldoende: +0 periodieken
B = Matig: +1 periodiek
C = Voldoende: +1 periodiek
D = Goed: +1 periodiek
E = Uitstekend: +2 periodieken
Jaar 2
Periodiek(en) binnen de schaal:
A = Onvoldoende: +0 periodieken
B = Matig: +0 Periodieken (indien in jaar 1 score B)
B = Matig: +1 periodiek (indien in jaar 1 score A, C, D of E)
C = Voldoende: +1 periodiek
D = Goed: +1 periodiek (indien in jaar 1 score A, B, C of E)
D = Goed: +2 periodieken (indien in jaar 1 score D)
E = Uitstekend: +2 periodieken
Jaar 3
Periodiek(en) binnen de schaal:
A = Onvoldoende: +0 periodieken
B = Matig: +0 Periodieken (indien in jaar 2 score B)
B = Matig: +1 periodiek (indien in jaar 2 score A, C, D of E)
C = Voldoende: +1 periodiek
D = Goed: +1 periodiek (indien in jaar 2 score A, B, C, D = 2 per., of E)
D = Goed: +2 periodieken (indien in jaar 2 score D = 1 periodiek)
E = Uitstekend: +2 periodieken
Jaar 4
Periodiek(en) binnen de schaal:
A = Onvoldoende: +0 periodieken
B = Matig: +0 Periodieken (indien in jaar 3 score B)
B = Matig: +1 periodiek (indien in jaar 3 score A, C, D of E)
C = Voldoende: +1 periodiek
D = Goed: +1 periodiek (indien in jaar 3 score A, B, C, D = 2 per., of E)
D = Goed: +2 periodieken (indien in jaar 3 score D = 1 periodiek)
E = Uitstekend: +2 periodieken

De voornoemde periodieke verhogingen worden de ambtenaar toegekend indien en voor zover de ambtenaar het maximum van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt. Mocht een toegekende periodiek niet passen binnen de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, dan wordt deze periodiek hem, voor zover mogelijk, toegekend als persoonlijke toelage op grond van artikel 15, van de Beloningsregeling BGV.

Indien de ambtenaar het maximum van de voor hem geldende salarisschaal reeds heeft bereikt, dan kan hem naar aanleiding van een beoordeling een persoonlijke toelage worden toegekend. Het toekennen van een persoonlijke toelage is niet mogelijk indien de voor de ambtenaar geldende salarisschaal hoger is dan de functieschaal.

De ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal heeft bereikt - en de voor hem geldende salarisschaal niet hoger is dan de functieschaal – kan een persoonlijke toelage worden toegekend. Uitgangspunt bij het toekennen van deze toelage is, dat er op basis van een beoordeling sprake is van “goed” of “uitstekend” functioneren. Het toekennen van een persoonlijke toelage is derhalve bedoeld om bovengemiddeld functioneren te belonen.

De persoonlijke toelage bestaat uit de toekenning van één (“goed”) of twee (“uitstekend”) periodieken in de naasthogere functieschaal. De persoonlijke toelage wordt voor één jaar toegekend. Dit betekent dat de persoonlijk toelage ieder jaar weer opnieuw moet worden verdiend, in die zin dat de periodiek(en) die in een jaar wordt toegekend aan de hand van de score in een beoordeling, wordt opgeteld bij de vorige periodiek(en) zolang het functioneren “goed” of “uitstekend“ is. Indien het functioneren op enig moment “voldoende” is wordt geen extra periodiek toegekend, maar behoudt de medewerker zijn periodieken zoals hij die tot dan toe toegekend heeft gekregen. Mocht de medewerker evenwel in enig jaar “onvoldoende” of “matig” scoren, dan worden zijn tekortkomingen duidelijk besproken en worden afspraken gemaakt voor verbetering. Het aantal periodieken dat hem tot dat moment zijn toegekend, behoudt hij evenwel voor dat jaar. Mocht de medewerker in het daaropvolgende jaar weer “matig” of “onvoldoende” scoren, dan vervallen alle periodieken in de naasthogere schaal, zoals die tot op dat moment in de vorm van een persoonlijke toelage zijn toegekend. Het salaris van de medewerkers is op dat moment dus weer gelijk aan het maximum van de voor hem geldende salarisschaal.

Het aantal in een jaar toe te kennen periodieken in de vorm van een persoonlijke toelage is afhankelijk van de totaalscore van de beoordeling in een jaar. Schematisch ziet dit er als volgt uit:

Jaar 1
Periodieken in de naasthogere schaal:
A = Onvoldoende: +0 periodieken
B = Matig: +0 periodieken
C = Voldoende: +0 periodieken
D = Goed: +1 periodiek
E = Uitstekend: +2 periodieken
Jaar 2
Periodieken in de naasthogere schaal:
A = Onvoldoende: verlies alle periodieken indien in jaar 1 score A of B
A = Onvoldoende: + 0 periodieken indien in jaar 1 score C, D, E
B = Matig: verlies alle periodieken indien in jaar 1 score A of B
B = Matig: + 0 periodieken indien in jaar 1 score C, D of E
C = Voldoende: + 0 periodieken
D = Goed: + 1 periodiek
E = Uistekend: + 2 periodieken
Jaar 3
Periodieken in de naasthogere schaal:
A = Onvoldoende: verlies alle periodieken indien in jaar 2 score A of B
A = Onvoldoende: + 0 periodieken indien in jaar 2 score C, D of E
B = Matig: verlies alle periodieken indien in jaar 2 score A of B
B = Matig: + 0 periodieken indien in jaar 2 score C, D of E
C = Voldoende: + 0 periodieken
D = Goed: + 1 periodiek
E = Uistekend: + 2 periodieken

De regionaal commandant beslist jaarlijks, op basis van de uitkomst van de beoordeling, wat de hoogte van de persoonlijke toeslag voor dat jaar zal zijn. De toekenning van een persoonlijke toelage tot en met het niveau van afdelingshoofd is gemandateerd aan de regionaal commandant. De toekenning van een persoonlijke toelage aan de regionaal commandant is voorbehouden aan het dagelijks bestuur van de BGV. Deze beslist op voorstel van het hoofd P&O en/of de plv. commandant.

Uitgangspunt bij het toekennen van een gratificatie op grond van artikel 12 van de Bezoldigingsregeling BGV is, dat sprake is van een bijzondere, veelal eenmalige prestatie. Dat kan binnen het kader van de eigen functie zijn, maar ook bijvoorbeeld voor een bijzondere opdracht, of extra inspanning voor een klus, etc.

Gratificaties zijn niet bedoeld om structureel boven gemiddeld functioneren te belonen. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van de periodieke verhoging (artikelen 8 en 9 Bezoldigingsregeling BGV) of de persoonlijke toelage (artikel 15 Bezoldigingsregeling BGV). Een gratificatie wordt derhalve veelal achteraf toegekend voor een éénmalige in tijd begrensde prestatie van de ambtenaar. Het moet gaan om prestaties die voor de directe collega's duidelijk herkenbaar zijn. Een gratificatie wordt zo snel mogelijk na de geleverde prestatie toegekend ('lik op stuk beleid'). De toekenning van gratificaties tot en met het niveau van MT leden is gemandateerd aan de regionaal commandant. De toekenning van een gratificatie aan de regionaal commandant is voorbehouden aan het dagelijks bestuur van de BGV. De regionaal commandant stelt via een jaarlijks verslag de OR in de gelegenheid zich een oordeel te vormen over het terzake gevoerde beleid. Een gratificatie bestaat uit een netto bedrag van maximaal € 700,-. In plaats van een gratificatie kan ook extra verlof worden toegekend (eventueel naar keuze van betrokkene).

Over onderwerpen op het gebied van periodieke verhogingen, persoonlijke toelagen en gratificaties die in het bovenstaande niet zijn behandeld, beslist de regionaal commandant.