Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Boarnsterhim

Verordening op de heffing en invordering van een hondenbelasting

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Boarnsterhim
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van een hondenbelasting
CiteertitelVerordening hondenbelasting 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling is vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2001, nr. 3.2, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 6 november 2012, nr. 3.03

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 226

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2014Art. 4 en art. 13 zijn gewijzigd. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

06-11-2012

Op 'e hichte d.d. 27 november 2012

nr. 3.03
01-01-201201-01-2013Art. 4, art. 9 en art. 13 zijn gewijzigd. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

20-12-2011

Op 'e hichte d.d. 27 december 2011

nr. 3.13
02-12-201001-01-2012Art. 4 en art. 13 zijn gewijzigd. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

16-11-2010

Op 'e hichte d.d. 30 november 2010

4.01

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van een hondenbelasting

De raad van de gemeente Boarnsterhim;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

overwegende, dat het gewenst is ter voorziening in de Algemene Middelen gebruik te maken van de daartoe geboden wettelijke mogelijkheden, met name door het heffen van een "Hondenbelasting";

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de:

"Verordening op de heffing en invordering van een hondenbelasting".

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Maatstaf van de heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 4 Belastingtarief

De belasting bedraagt per belastingjaar:

a. € 48,25 voor de eerste hond;

b. € 68,25 voor de tweede hond;

c. € 79,30 voor elke volgende hond.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

1. beneden de leeftijd van drie maanden;

2. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

3. waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van de Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging, mits de houder zich verbindt, zijn hond met een geleider, aan wiens bevelen hij gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen;

4. waarvan de houder geen inwoner der gemeente is en de hond niet langer dan 90 dagen in het belastingjaar in de gemeente verblijft;

5. boven het getal van twee gehouden door:

a. handelaren in honden mits en voorzover deze worden gebezigd als voorwerpen van een handel;

b. kennelhouders, ingeschreven bij de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland.

Artikel 7 Aanvang belastingplicht in de loop van het belastingjaar

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontheffing

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet staat vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaldatum.

  • 2. Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dient de aanslag in acht gelijke termijnen te worden betaald waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijn telkens een maand later, met dien verstande dat het aantal termijnen nimmer meer kan bedragen dan het aantal maanden hetgeen na dagtekening van de aanslag in het kalenderjaar resteert maar tenminste twee bedraagt.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 13 Overgangsregeling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De artikelen 4 en 13 van de “Verordening op de heffing en invordering van een hondenbelasting”, zoals deze artikelen luidden op 1 januari 2012, worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor hebben gedaan voor 1 januari 2013.

  • 2. Deze verordening is in werking sinds 1 januari 2002. Na publicatie treden de gewijzigde artikelen 4 en 13 in werking op 1 januari 2013.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening hondenbelasting 2013”.

Ondertekening

Grou, 6 november 2012.

De raad voornoemd,

de griffier, A.G.M. Rutten        

de voorzitter, T. Baas