Overheidsorganisatie | Gemeente Boarnsterhim |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
geen
Wet milieubeheer, art. 15.33
Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2011
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 14-12-2010 Op 'e hichte d.d. 21 december 2010 | 3.06 |
De raad van de gemeente Boarnsterhim;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
Overwegende, dat het gewenst is ter voorziening in de kosten van afvalverwijdering gebruik te maken van de daartoe verleende mogelijkheden, met name door het heffen van een "afvalstoffenheffing";
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
B E S L U I T :
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald:
1. in vijf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later, met dien verstande dat het aantal betaaltermijnen nimmer meer kan bedragen dan het aantal maanden hetgeen na dagtekening van de aanslag in het kalenderjaar resteert maar ten minste twee bedraagt.
2. in acht gelijke termijnen, indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand van dagtekening, met dien verstande dat het aantal betaaltermijnen nimmer meer kan bedragen dan het aantal maanden hetgeen na dagtekening van de aanslag in het kalenderjaar resteert maar ten minste twee bedraagt.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
De ‘Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten", vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2001, nummer 3.2, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening afvalstoffenheffing 2011”.
Grou, 14 december 2010.
De raad voornoemd,
de griffier, A.G.M. Rutten
de voorzitter, T. Baas