Overheidsorganisatie | Gemeente Boarnsterhim |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening) |
Citeertitel | Inspraakverordening 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
1. Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze verordening per 1 januari 2016 vervallen, tenzij de hierna genoemde bestuursorganen de betreffende verordening al eerder vervallen hebben verklaard.
2. De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân heeft op 19 december 2013 besloten deze verordening vervallen te verklaren voor zover deze verordening ziet op het grondgebied van de gemeente Boarnsterhim dat vanaf 1 januari 2014 deel gaat uitmaken van de gemeente Súdwest Fryslân.
3. De raad van de gemeente Leeuwarden heeft op 6 januari 2014 besloten deze verordening vervallen te verklaren voor zover deze verordening ziet op het grondgebied van de voormalige gemeente Boarnsterhim dat vanaf 1 januari 2014 deel is gaan uitmaken van de nieuwe gemeente Leeuwarden.
4. Zowel het college van burgemeester en wethouders als de raad van de gemeente Heerenveen hebben op 2 januari 2014 besloten deze regeling vervallen te verklaren voor zover dit besluit ziet op het grondgebied van de voormalige gemeente Boarnsterhim dat vanaf 1 januari 2014 deel is gaan uitmaken van de nieuwe gemeente Heerenveen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-03-2006 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 24-01-2006 Op 'e Hichte, 7 februari 2006 | nr.11 |
De raad van de gemeente Boarnsterhim;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 december 2005;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
gehoord de commissie BMM (Bestjoer, Mienskipssaken en Middels van 9 januari 2006;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende
"Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening)".
inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;
inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.
1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijke beleid.
2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.
3. Geen inspraak wordt verleend:
a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
2. Het bestuursorgaan kan voor één of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.
1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.
2. Het eindverslag bevat in elk geval:
a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.
3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.
4. De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.
De Inspraakverordening van 18 januari 1994 wordt hierbij ingetrokken.
Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.
Deze verordening wordt aangehaald als "Inspraakverordening 2006".
Grou, 24 januari 2006.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter
M. Frensel, P. Schadd-de Boer