Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Spijkenisse

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Spijkenisse (2010)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Spijkenisse
Officiële naam regelingBesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Spijkenisse (2010)
CiteertitelBesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Spijkenisse (2010)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

1. Deze regeling vervangt het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Spijkenisse (2009)

2. Deze regeling wordt ingetrokken door het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Spijkenisse (2011)

3. Deze regeling is niet voorzien van een opschrift en is niet ondertekend. De datum ondertekening is overgenomen van het collegebesluit waarbij de regeling is vastgesteld

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Spijkenisse

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-08-201001-01-201001-01-2011nieuwe regeling

24-11-2009

DIT! is Spijkenisse, 23-08-2010

IWMOBO

Tekst van de regeling

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder verordening: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Spijkenisse.

Artikel 2 Standaardoffertes voorzieningen in natura

Het college vraagt jaarlijks standaardoffertes op bij de gecontracteerde leveranciers van voorzieningen. Standaardoffertes zijn offertes die de gemeente één keer per jaar opvraagt bij de gecontracteerde aanbieders. De prijzen in de laagste offertes gelden een jaar lang als richtprijzen voor de verschillende voorzieningen.

Paragraaf 2 De verstrekking van individuele voorzieningen

Artikel 3 Bezwaren van overwegende aard

In de volgende gevallen is er sprake van bezwaren van overwegende aard, als bedoeld in artikel 4 van de verordening, tegen het verstrekken van een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming:

  • 1.

    op grond van het indicatieonderzoek bestaat het ernstige vermoeden dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming;

  • 2.

    op grond van het indicatieonderzoek bestaat het ernstige vermoeden dat het verstrekken van een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming zal leiden tot verwaarlozing.

Artikel 4 Omvang van de eigen bijdrage bij de verstrekking van een individuele voorziening
  • 1. Op grond van de Algemene Maatregel van Bestuur ‘Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning’ [Red: Besluit maatschappelijke ondersteuning, artikel 4.1] mag de eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp niet meer bedragen dan:

    • a.

      € 17,20 [Red: per 1 januari 2010: € 17,60] per vier weken voor alleenstaanden jonger dan 65 jaar met een inkomen tot € 21.703 [Red: per 1 januari 2010: € 22.222];

    • b.

      € 17,20 [Red: per 1 januari 2010: € 17,60] per vier weken voor alleenstaanden van 65 jaar en ouder met een inkomen tot € 14.812 [Red: per 1 januari 2010: € 15.256];

    • c.

      € 24,60 [Red: per 1 januari 2010: € 25,20] per vier weken voor meerpersoonshuishoudens, indien één van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar, met een gezamenlijk verzamelinkomen tot € 26.535 [Red: per 1 januari 2010: € 27.222];

    • d.

      € 24,60 [Red: per 1 januari 2010: € 25,20] per vier weken voor meerpersoonshuishoudens van 65 jaar of ouder met een gezamenlijk verzamelinkomen tot € 20.431 [Red: per 1 januari 2010: € 21.058].

  • 2. Voor personen met een (verzamel)inkomen boven het inkomen zoals genoemd in lid 1 geldt dat de eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp verhoogd wordt met een inkomensafhankelijk deel. Dit inkomensafhankelijk deel is 1/13 deel van 15% van het verschil tussen het (verzamel)inkomen en het inkomen genoemd in lid 1, waarbij de kostprijs van de geleverde dienst niet mag worden overschreden.

  • 3. De in lid 1 en 2 genoemde bepalingen en bedragen zijn ontleend aan de op 01-01-2009 geldende tekst van de AMvB ‘Besluit maatschappelijke ondersteuning’. Bij aanpassing van dit besluit per 01-01-2010 zullen lid 1 en 2 automatisch worden aangepast.

  • 4. In de gemeente Spijkenisse bedraagt de eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp maximaal € 12,90 per geleverd uur huishoudelijke hulp.

  • 5. Indien de eigen bijdrage voor zorg zonder verblijf uit de AWBZ voor 2010 hoger is dan het in lid 4 genoemde bedrag, wordt de eigen bijdrage van lid 4 verhoogd tot dit bedrag.

  • 5. De eigen bijdrage voor alle andere voorzieningen uit dit besluit bedraagt € 0,-.

  • 6. Het eigen aandeel voor alle andere voorzieningen uit dit besluit bedraagt € 0,-.

Artikel 5 Vergoeding collectief vervoer

Het bedrag, als bedoeld in artikel 8 lid 3 van de verordening, dat als besparingsbijdrage in rekening wordt gebracht wanneer een cliënt gebruik maakt van het collectief vervoer, is gelijk aan het bedrag dat een volwassene tot 65 jaar betaalt voor de af te leggen afstand met het openbaar vervoer.

Paragraaf 3 Hulp bij het huishouden

Artikel 6 Bandbreedte

Bij noodzaak tot structurele positieve of negatieve afwijking van het geïndiceerde aantal uren huishoudelijke hulp, vindt er een nieuwe indicatie plaats.

Artikel 7 Omvang van het persoonsgebonden budget
  • 1. De omvang van het persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp 1 en 2, als bedoeld in artikel 13 van de verordening, wordt gevormd door het aantal uren geïndiceerde hulp vermenigvuldigd met:

    • a.

      € 12,50 voor huishoudelijke hulp 1 uitgevoerd door een particuliere hulp;

    • b.

      € 20,00 voor huishoudelijke hulp 1 uitgevoerd door een medewerker in dienst van een organisatie of voor huishoudelijke hulp 2 uitgevoerd door een particuliere hulp;

    • c.

      € 24,50 voor huishoudelijke hulp 2 door een gespecialiseerde medewerker in dienst van een organisatie.

  • 2. Voor cliënten die in 2009 al een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp hadden geldt een overgangsregeling: zij ontvangen tot en met 30 juni 2010 een vergoeding van € 17,15 per geïndiceerd uur.

  • 3. Voor cliënten die onder het nieuwe besluit in aanmerking komen voor een hoger PGB tarief, vindt na 30 juni 2010 een nabetaling plaats op basis van de tarieven, zoals vermeld in lid 1 van dit artikel, onder b en c.

Paragraaf 4 Woonvoorzieningen

Artikel 8 Omvang van het persoonsgebonden budget

Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen, als bedoeld in artikel 14 sub c van de verordening, wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening. Deze waarde wordt vermeld in de door het college geaccepteerde (standaard)offerte.

Het persoonsgebonden budget wordt, indien nodig, verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering. Dit bedrag is gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening.

Artikel 9 Omvang van de financiële tegemoetkoming
  • 1. Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als bedoeld in artikel 16 sub a van de verordening bedraagt voor een huishouden een forfaitair bedrag van € 3.304,16.

  • 2. In individuele gevallen kan een uitzondering worden gemaakt op het verhuisprimaat zoals genoemd in artikel 17 van de verordening indien de woning in beginsel wel geschikt is voor mensen met beperkingen. Er dient dan minimaal sprake te zijn van een gelijkvloerse woning op een etage die bereikbaar is met een lift of een gelijkvloerse woning op de begane grond. In dergelijke gevallen kunnen de woningaanpassingen toch worden uitgevoerd als de totale kosten daarvan niet meer dan € 1.000,- boven het in lid 1 genoemde bedrag liggen.

  • 3. De financiële tegemoetkoming in de kosten van woningsanering als bedoeld in artikel 16 sub c van de verordening wordt vastgesteld aan de hand van de volgende bedragen:

    • a.

      normbedrag vloerbedekking / vinyl € 14,32 per vierkante meter;

    • b.

      leg-/lijmkosten € 8,82 per vierkante meter;

    • c.

      gordijnen/lamellen € 12,12 per vierkante meter raam;

    • d.

      normbedrag bankstel € 660,83 per bankstel.

    Is het te vervangen artikel jonger dan 2 jaar oud, dan vindt financiering plaats o.b.v. 100%.

    Is het te vervangen artikel tussen 2 en 4 jaar oud, dan vindt financiering plaats o.b.v. 75%.

    Is het te vervangen artikel tussen 4 en 6 jaar oud, dan vindt financiering plaats o.b.v. 50%.

    Is het te vervangen artikel tussen 6 en 8 jaar oud, dan vindt financiering plaats o.b.v. 25%.

    Is het te vervangen artikel ouder dan 8 jaar, dan wordt geen financiële tegemoetkoming verstrekt.

Artikel 10 Bezoekbaar maken van een woning

Het bedrag dat als maximum wordt verstrekt bij het bezoekbaar maken van een woning, als bedoeld in artikel 20 lid 4 van de verordening, bedraagt € 1.101,39.

Artikel 11 Afschrijvingsschema waardevermeerdering koopwoningen
  • 1. Artikel 22 van de verordening heeft betrekking op het terugbetalen van een deel van de waardestijging die het gevolg is van aanpassing van een koopwoning.

    Het in artikel 22 van de verordening genoemde afschrijvingsschema ziet er voor 2010 als volgt uit:

    1 jaar0 %  6 jaar0 %
    2 jaar0 %  7 jaar0 %
    3 jaar0 %  8 jaar0 %
    4 jaar0 %  9 jaar0 %
    5 jaar0 %  10 jaar0 %

    Dit betekent dat woningaanpassingen die in 2010 worden aangebracht en tot waardevermeerdering van de woning leiden, niet worden afgeschreven.

  • 2. De in artikel 22 van de verordening bedoelde terugbetaling is een uit een wettelijk voorschrift voortvloeiende verplichting tot betaling van een geldschuld.

  • 3. Terugbetaling geschiedt aan het college.

  • 4. a. De verplichting tot betaling van een geldsom wordt bij beschikking vastgesteld.

    b. De beschikking vermeldt in ieder geval:

    1. de te betalen geldsom;

    2. de termijn waarbinnen de betaling moet plaatsvinden.

  • 5. De betaling geschiedt binnen zes weken nadat de beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, tenzij de beschikking een later tijdstip vermeldt.

  • 6. a. Betaling geschiedt door bijschrijving op een daartoe door de gemeente Spijkenisse bestemde bankrekening.

    b. Betaling geschiedt in euro.

    c. Betaling door bijschrijving op een bankrekening geschiedt op het tijdstip waarop de rekening van de gemeente wordt gecrediteerd.

  • 7. De schuldenaar is in verzuim indien hij niet binnen de voorgeschreven termijn heeft betaald.

  • 8. Het verzuim heeft de verschuldigdheid van wettelijke rente tot gevolg overeenkomstig de artikelen 119, eerste en tweede lid, en 120, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 9. Het college stelt het bedrag van de verschuldigde wettelijke rente bij beschikking vast.

Artikel 12 Belangrijke reden toekenning woonvoorziening

Bij een bijzondere reden als bedoeld in artikel 21 lid sub a van de ‘Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2007’ [Red: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Spijkenisse], waardoor een verhuizing naar een inadequate woning toegestaan is, moet worden gedacht aan een verhuizing vanwege samenwoning, huwelijk, scheiding of het aanvaarden van werk elders. De individuele omstandigheden van de cliënt zijn zwaarwegend bij de beoordeling.

Paragraaf 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 13 Omvang van het persoonsgebonden budget

Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen, als bedoeld in artikel 23 sub c van de verordening, wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening. Deze waarde wordt vermeld in de door het college geaccepteerde (standaard)offerte. Het persoonsgebonden budget wordt, indien nodig, verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering. Dit bedrag is gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening.

Artikel 14 Omvang financiële tegemoetkoming

De financiële tegemoetkoming voor individuele vervoersvoorzieningen, als bedoeld in artikel 23 sub c van de verordening, bedraagt per jaar voor het gebruik van:

  • a.

    een (eigen) auto / taxi / vervoer door derden € 985,73

  • b.

    een rolstoeltaxi € 1.481,36

Artikel 15 Algemeen gebruikelijke vervoersvoorzieningen

Er wordt geen voorziening of vergoeding verstrekt voor een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten, indien het inkomen meer bedraagt dan 1,5 maal het hieronder genoemde bedrag.

  • a.

    alleenstaanden jonger dan 65 jaar: € 14.618,-

  • b.

    alleenstaanden van 65 jaar en ouder: € 12.690,-

  • c.

    meerpersoonshuishoudens, indien één van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar: € 18.180,-

  • d.

    meerpersoonshuishoudens van 65 jaar of ouder: € 17.388,-

Paragraaf 6 Rolstoelen

Artikel 16 Omvang van het persoonsgebonden budget

Het persoonsgebonden budget voor rolstoelen, als bedoeld in artikel 27 sub c van de verordening, wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening. Deze waarde wordt vermeld in de door het college geaccepteerde (standaard)offerte. Het persoonsgebonden budget wordt, indien nodig, verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering. Dit bedrag is gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening.

Artikel 17 Omvang van de financiële tegemoetkoming

Het bedrag voor de aanschaf en het onderhoud van een sportrolstoel, als bedoeld in artikel 27 sub d van de verordening, bedraagt € 2.676.37 voor een periode van drie jaar.

Paragraaf 7 Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten

Artikel 18 Samenhangende afstemming

Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek, indien van toepassing, aandacht besteed aan:

  • a.

    de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager;

  • b.

    de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek;

  • c.

    de woning en de woonomgeving van de aanvrager;

  • d.

    het psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager;

  • e.

    de sociale omstandigheden van de aanvrager.

Bij de besluitvorming en de motivering van het indicatiebesluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.

Paragraaf 8 Slotbepalingen

Artikel 19 Tarieventabel

Op grond van artikel 38 van de verordening, verhoogt het college jaarlijks de in de verordening en in dit besluit genoemde bedragen met minimaal het inflatiepercentage belastingen- en tarieven uit de Kadernota. Alle bedragen zijn opgenomen in de tarieventabel (bijlage 1).

Artikel 20 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Spijkenisse (2010).

Artikel 21 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010. Met ingang van deze datum wordt tevens het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Spijkenisse (2009) ingetrokken.

Bijlage 1 Tarieventabel

ArtikelOmschrijving2009 Indexering 2010 (2,41%)
5Besparingsbijdrage collectief vervoerHet bedrag dat een volwassene tot 65 jaar voor de af te leggen afstand met het openbaar vervoer betaalt.NeeHet bedrag dat een volwassene tot 65 jaar voor de af te leggen afstand met het openbaar vervoer betaalt.
7HH1 door zelfstandige€ 17,15Nee€ 12,50
 HH1 door organisatie€ 17,15Nee€ 20,00
 HH2 door zelfstandige€ 17,15Nee€ 20,00
 HH2 door organisatie€ 17,15Nee€ 24,00
9 lid 1Verhuiskosten huishouden€ 3.226,40Ja€ 3.304,16
9 lid 2 [Red: lid 3]Sanering Vloerbedekking per m2€ 13,98Ja€ 14,32
 Leg / lijmkosten per m2€ 8,61Ja€ 8,82
 Gordijnen / lamellen per m2€ 11,83Ja€ 12,12
 Bankstel€ 645,28Ja€ 660,83
10Bezoekbaar maken woning€ 1.075,47Ja€ 1.101,39
14Eigen auto / taxi / vervoer door derden€ 962,54Ja€ 985,73
 Rolstoeltaxi€ 1.446,50Ja€ 1.481,36
15        Een vergoeding voor een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten wordt niet verstrekt indien het inkomen meer bedraagt dan het in de tweede kolom genoemde bedrag*: Nee         
 alleenstaanden jonger dan 65 jaar€ 20.775  € 21.927
alleenstaanden van 65 jaar en ouder€ 24.900€ 19.035
meerpersoonshuishoudens, indien één van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar€ 26.850€ 27.270
meerpersoonshuishoudens van 65 jaar of ouder€ 26.850€ 26.082
17Sportrolstoel€ 2.613,39Ja€ 2.676,37

*      Het gaat om de bedragen uit artikel 15, vermenigvuldigd met 1,5.