Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Beleidsregels voor de aanleg van uitwegen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingBeleidsregels voor de aanleg van uitwegen
CiteertitelBeleidsregels voo rde aanleg van uitwegen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening, artikel 2:12

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-01-2011nieuwe regeling

21-12-2010

Tussenklappen, 5 januari 2011

beleidsregels aanleg uitwegen

Tekst van de regeling

Beleidsregels voor de aanleg van uitwegen

Artikel 1 INLEIDING

1.1 Aanleiding 

Het ontbreekt in de gemeente Menterwolde aan een eenduidig beleid op het gebied van uitwegen. De voorwaarden en specifieke afspraken worden vastgelegd in een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitweg”, maar er is momenteel geen formeel kader waarbinnen gehandeld en op teruggevallen kan worden.De tarieven voor aanleg zijn al vele jaren niet meer geïndexeerd, wat het moeilijk maakt om kostendekkend te werken. De huidige tarieven zullen dus aangepast moeten worden.Bij door de aanvrager zelf aangelegde uitwegen is het beheer en onderhoud van uitwegen nogal eens een discussiepunt. Wie is verantwoordelijk en aansprakelijk voor eventuele schade? Om in de toekomst geschillen hieromtrent te voorkomen zal dit goed vastgelegd moeten worden.Gelet op het bovenstaande is er de behoefte ontstaan om op het gebied van uitwegen een duidelijk en helder beleid te formuleren.  

1.2 Beleidsproces 

Deze notitie omschrijft het te voeren beleid van de Gemeente Menterwolde ten aanzien van de aanleg van uitwegen. Om een goed beleid te kunnen formuleren is het van belang dat alle afdelingen binnen de gemeente betrokken worden bij het nieuwe uitwegenbeleid. Het Bureau Ruimte van de afdeling Grondgebiedzaken heeft de regie in handen bij het opstellen van het inrittenbeleid en heeft de afdeling Middelen en Ondersteuning er actief bij betrokken (interactieve beleidsvoorbereiding). 

1.3 Beleidsdoelstelling 

De doelstelling van onderhavig beleid is een formeel kader te scheppen waarin o.a. de voorwaarden, aansprakelijkheid, beheer en onderhoud m.b.t. de aanleg van uitwegen zijn vastgelegd met als uitgangspunt dat de vergunningverlening en de aanleg van uitwegen zoveel mogelijk kostendekkend moeten zijn.

1.4 Leeswijzer 

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het wettelijk kader voor het inrittenbeleid en wordt het beleid nader geformuleerd. Hoofdstuk 3 beschrijft de processen en procedures. In hoofdstuk 4 worden de financiële consequenties uiteengezet. De bijlagen bevatten aanvullende informatie m.b.t. aanvraag en kosten. 

Artikel 2 BELEID

2.1 Wettelijk kader 

Met betrekking tot de bruikbaarheid van de weg zijn er diverse wettelijke regelingen van belang. Het betreft de volgende wettelijke regelingen: - Wabo- Wegenverkeerswet;- Burgerlijk Wetboek;- Arbo wet en het Arbeidsomstandighedenbesluit;- De gemeente Menterwolde heeft ten aanzien van haar wegennet op grond van de Wegenwet een zorgplicht om een goed gebruik van de weg te waarborgen. Om aan deze zorgplicht te kunnen voldoen zijn in de Wegenwet en Algemene Plaatselijke Verordening regels opgenomen. Tevens zijn er in diverse bestemmingsplannen regels opgenomen t.a.v. uitwegen en parkeren.

Met betrekking tot uitwegen is in de A.P.V., de Wegenwet en de Wabo de volgende regelgeving opgenomen:

1. In de wet bepalingen omgevingsrecht (Wabo)is de volgende artikel opgenomen:Artikel 2.2, eerste lidVoor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om:e. een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen.

2. In de Wegenwet is de volgende regelgeving opgenomen:Artikel 13, eerste lidDe eigendom van wegen wordt, zolang en voor zover niet het tegendeel blijkt, vermoed te zijn bij de provincie, de gemeente of het waterschap, door welke of door het welk de weg wordt onderhouden.Artikel 15, eerste lidHet Rijk, de provincie, de gemeente en het waterschap is verplicht een weg te onderhouden, wanneer dat openbare lichaam dien tot openbare weg heeft bestemd.3. In de A.P.V. is in verband met de komst van de Wabo de volgende gewijzigde regelgeving opgenomen (vastgesteld op 9 september 2010 en in werking getreden op 1 oktober 2010):Artikel 2:12, eerste lidHet is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag:a. een uitweg te maken naar de weg;b. van de weg gebruik te maken door het hebben van een uitweg;c. verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de wegArtikel 2:12, tweede lidEen vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd in het belang van:a. het wegverkeer ter plaatseb. een bestaande openbare parkeerplaatsc. ter bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgevingd. openbare groenvoorzieningen.Deze artikelen wijken af van het standaard model APV van de VNG

4. BestemmingsplanIn sommige bestemmingsplannen staan passages beschreven die een relatie hebben tot een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” (b.v. bij parkeren in de voortuin). De aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” wordt daarom altijd getoetst aan het geldende bestemmingsplan. 

2.2 Gemeentelijk kader 

De gemeente bepaalt de constructieopbouw en breedte van de uitweg en stelt aanvullende voorwaarden aan de omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen”. Er worden zoveel mogelijk standaardmaterialen toegepast en voorgeschreven.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” zullen leges verschuldigd zijn.

2.3 Aanvraag tot aanleg uitweg 

De aanvraag tot aanleg uitweg kunnen we onderverdelen in 3 fasen:· De aanvraag· De vergunningverlening· De aanleg

2.3.1 De aanvraag 

Iedere eigenaar kan een uitweg aanvragen vanaf het eigen perceel naar de openbare weg. De aanvraag dient digitaal te worden ingediend. De procedure voor het indienen van de aanvraag staat omschreven in paragraaf 3.2. De aanvraag wordt door het Bureau Openbare Werken in behandeling genomen als het aanvraag volledig is ingevuld en de gevraagde stukken zijn bijgevoegd. Het BOW verzorgt de schriftelijke afwikkeling (verlening, afwijzing, publicaties, etc.). Bureau Ruimte wordt advies gevraagd over het geldende bestemmingsplan en verkeersveiligheid. Deze punten worden als vast onderdeel opgenomen in het college voorstel. 

2.3.2 Uitwegcategorieën 

De aanvragen tot het hebben van een uitweg zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:1. aanleg uitweg van particulieren (burgerwoningen in bestaande situaties)2. aanleg uitweg in nieuwbouwlocaties (nieuwe situaties)3. aanleg uitweg op bedrijventerreinen in nieuwe situaties4. aanleg uitweg op bedrijventerreinen in bestaande situaties5. aanleg uitweg in buitengebied6. aanleg uitweg met duiker (dempen bermsloot)

2.3.3 Aanleg uitweg 

2.3.3.1 aanleg uitweg particulieren binnen en buiten de bebouwde kom 

Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:a. Een standaarduitweg voor burgerwoningen is 3 meter breed, gemeten op de perceelsgrensb. Parkeren op eigen erf dient zoveel mogelijk achter de voorgevel rooilijn te geschiedenc. De constructie wordt bepaald door de gemeente en bestaat in principe uit: - verlaagde trottoirbanden- uitwegblokken- uitwegblokken met betonstraatstenen of gebakken materiaald. De aanleg wordt door of namens de gemeente uitgevoerd (i.v.m. uniformiteit en aansprakelijkheid) tenzij anders overeengekomen. (zelfwerkzaamheid)e. De kosten worden verrekend in een standaardtarief (incl. leges) per nieuw aan te leggen uitweg. Dit tarief geldt voor een standaarduitweg zoals onder a omschreven. Bij uitweg breder dan 3 meter worden extra kosten per meter in rekening gebracht, omgerekend naar standaardtarief. f. Een uitweg die niet standaard is, wordt aangelegd op basis van werkelijke kosten. Te denken valt o.a. aan de volgende situaties; wanneer tussen het te ontsluiten particulier terrein en de openbare weg een groenstrook is gelegen of bij situaties waarbij aanpassingen aan de openbare weg dienen plaats te vinden (parkeerplaatsen, verkeersgeleiders e.d.)g. Het verbreden of verplaatsen van een bestaande uitweg wordt uitgevoerd op basis van werkelijke kosten.h. Een uitweg die gelijktijdig wordt aangelegd met een reconstructie/herinrichting wordt tegen gereduceerd tarief aangelegd.i. Extra maatregelen zoals het verplaatsen van een lichtmast, trottoirkolk, verwijderen of verplaatsen van een boom e.d. zullen extra in rekening worden gebracht tegen werkelijke kosten.j. Het onderhoud van de uitweg geschied door bewoner/gebruiker.k. Er wordt maximaal 1 omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” verleend.l. De maximale uitwegbreedte mag 5 meter bedragen. 

2.3.3.2. aanleg uitweg bij nieuwbouwlocaties van de gemeente.  

Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:a. Een standaarduitweg is 3 meter breed, gemeten op de perceelsgrensb. De constructie wordt bepaald door de gemeente en kan bestaan uit: ­ verlaagde trottoirbanden­ verhoogde trottoirbanden met uitwegblokken­ uitwegblokken met betonstraatstenen of gebakken materiaalc. De aanleg wordt door de gemeente tijdens het woonrijp maken van het plan uitgevoerd tenzij anders overeengekomen.d. De uitweg (inclusief leges) wordt aangelegd op kosten van de gemeente en zit in de grondprijs inbegrepen.e. Een uitweg breder dan 3 meter is alleen mogelijk in situaties waarbij de inrichting van het plan (parkeerplaatsen, bomen) niet in het gedrang komt.f. De omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” wordt gelijktijdig met de omgevingsvergunning voor de activiteit “bouwen” verleend en hoeft niet apart aangevraagd te worden. g. Het onderhoud van de uitweg, ook op openbaar gebied, geschiedt door de bewoner/gebruiker.h. Er wordt maximaal 1 omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” verleend.i. Voor uitwegen op nieuwbouwlocaties van projectontwikkelaars dient een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” te worden aangevraagd. De kosten voor de uitweg komen ten laste van de aanvrager / eigenaar.

2.3.3.3 aanleg uitweg op bedrijventerreinen in nieuwe situaties.  

Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Bedrijven krijgen maximaal één uitweg van 8 meter breed, gemeten op de perceelsgrens.a. De aanlegkosten van deze uitweg komen voor rekening van de aanvrager. De uitweg wordt door de aanvrager aangelegd tenzij anders overeengekomen.b. Indien een bedrijf een uitweg wenst die breder is dan 8 meter is het toegestaan om de uitweg te verbreden tot een breedte die in overleg met en door de gemeente wordt bepaald. De verbreding van de uitweg wordt door de aanvrager aangelegd maar de gemeente bepaald de constructie. Dit geldt tevens voor de aanleg van een tweede uitweg. Wenst een bedrijf meer dan 2 uitwegen dan moet de noodzaak daarvan aangegeven worden en zal dit per geval bekeken worden.

Als de gemeente van mening is dat de uitwegbreedte door de eigenaar te smal is gekozen in relatie tot het vrachtverkeer wat van deze uitweg gebruik gaat maken, wordt de eigenaar verplicht om de uitweg te verbreden. De gemeente geeft de breedte aan die zij nodig acht om goed gebruik te kunnen maken van de uitweg (daarbij wordt gebruik gemaakt van rijcurves). De kosten van de verbreding komen voor rekening van de eigenaar. De constructie wordt bepaald door de gemeente en bestaat uit:· De verharding, voor zover dit betreft de openbare strook c.q. het gemeentelijk eigendom, mag uitsluitend in één soort worden uitgevoerd; asfalt of betonklinkerkeien. Keuze voor asfalt betekent echter dat ingeval van reparatiewerkzaamheden aan ter plaatse gelegen openbare nutsvoorzieningenmoeten worden verricht , hier ondanks een zorgvuldige werkwijze niet gegarandeerd kan worden dat de verharding weer geheel in oorsprokelijke staat teruggebracht kan worden;· Indien gekozen wordt voor een asfaltverharding dient de dikte hiervan minimaal 14 cm te zijn, aangebracht in 3 lagen, op een fundering van 250mm menggranulaat en minimaal 700mm zand;· Ingeval van toepassing van betonklinkerkeien, dienen deze een dikte te hebben van 80 of 100mm, en aan de zijkanten te worden opgesloten door trottoirbanden, zwaar 180/200x250mm. Deze banden dienen gesteld te zijn in stelspecie met een steunrug van beton. De constructie onder de klinkers dient te bestaan uit 50mm brekerzand, 250mm menggranulaat en minimaal 700 mm zand;· Het zandbed onder de verharding dient te worden verdicht tot een sondeerwaarde van minimaal 2N/mm2 en dient zich minimaal 50 cm buiten de verharding uit te strekken;· Ter plaatse van de aansluiting aan de weg dient een molgoot te worden aangebracht, bestaande uit 4 streks gelegen betonklinkerkeien, dik 100mm, gestraat in 50mm specie;· De in/uitrit dient op de weg aan te sluiten met aan weerszijden een bochtstraal van r = 5m of r = 10m, afhankelijk van de betreffende locatie;· De kleur van de toe te passen materialen dient in overleg met de gemeente te worden vastgesteld;Extra maatregelen zoals het verplaatsen van een lichtmast, trottoirkolk, verwijderen of verplaatsen van een boom e.d. komen voor rekening van de eigenaar/aanvrager.De eigenaar dient na aanleg zijn uitweg goed te beheren, zorg te dragen voor een goed gebruik van de uitweg en schade zoveel mogelijk te voorkomen. Indien de eigenaar zijn uitweg niet goed beheerd wordt de uitweg hersteld door de gemeente op kosten van de eigenaar.

2.3.3.4. aanleg uitweg op bedrijventerrein in bestaande situaties. 

Bij het verbreden/verplaatsen van een bestaande uitweg of aanleg van een 2e uitweg op een bedrijventerrein worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:a. De maximale breedte van de te verbreden uitweg wordt in overleg met en door de gemeente bepaald. De verbreding van de uitweg wordt door de aanvrager aangelegd tenzij anders overeen gekomen De constructie wordt door de gemeente bepaald. De kosten voor het verbreden van de uitweg zijn voor rekening van de eigenaar. b. Het verplaatsen van een uitweg moet in overleg met de gemeente geschieden. De kosten komen voor rekening van de eigenaar. De breedte van een 2e uitweg wordt in overleg met en door de gemeente bepaald. De uitweg wordt door de eigenaar/aanvrager aangelegd, tenzij anders overeengekomen De gemeente bepaalt de constructie. De kosten komen voor rekening van de eigenaar. Wenst een bedrijf meer dan 2 uitwegen dan moet de noodzaak daarvan aangetoond worden. Dit zal per geval bekeken worden.Als de gemeente van mening is dat de uitwegbreedte door de eigenaar te smal is gekozen in relatie tot het vrachtverkeer wat van deze uitweg gebruik gaat maken, wordt de eigenaar verplicht om de uitweg te verbreden. De gemeente geeft de breedte aan die zij nodig acht om goed gebruik te kunnen maken van de uitweg (daarbij wordt gebruik gemaakt van rijcurves). De kosten komen voor rekening van de eigenaar. De constructie wordt bepaald door de gemeente en bestaat uit:· De verharding, voor zover dit betreft de openbare strook c.q. het gemeentelijk eigendom, mag uitsluitend in één soort worden uitgevoerd; asfalt of betonklinkerkeien. Keuze voor asfalt betekent echter dat ingeval van reparatiewerkzaamheden aan ter plaatse gelegen openbare nutsvoorzieningenmoeten worden verricht , hier ondanks een zorgvuldige werkwijze niet gegarandeerd kan worden dat de verharding weer geheel in oorsprokelijke staat teruggebracht kan worden;· Indien gekozen wordt voor een asfaltverharding dient de dikte hiervan minimaal 14 cm te zijn, aangebracht in 3 lagen, op een fundering van 250mm menggranulaat en minimaal 700mm zand;· Ingeval van toepassing van betonklinkerkeien, dienen deze een dikte te hebben van 80 of 100mm, en aan de zijkanten te worden opgesloten door trottoirnaden, zwaar 180/200x250mm. Deze banden dienen gesteld te zijn in stelspecie met een steunrug van beton. De constructie onder de klinkers dient te bestaan uit 50mm brekerzand, 250mm menggranulaat en minimaal 700 mm zand;· Het zandbed onder de verharding dient te worden verdicht tot een sondeerwaarde van minimaal 2N/mm2 en dient zich minimaal 50 cm buiten de verharding uit te strekken;· Ter plaatse van de aansluiting aan de weg dient een molgoot te worden aangebracht, bestaande uit 4 streks gelegen betonklinkerkeien, dik 100mm, gestraat in 50mm specie;· De in/uitrit dient op de weg aan te sluiten met aan weerszijden een bochtstraal van r = 5m of r = 10m, afhankelijk van de betreffende locatie;· De kleur van de toe te passen materialen dient in overleg met de gemeente te worden vastgesteld;Extra maatregelen zoals het verplaatsen van een lichtmast, trottoirkolk, verwijderen of verplaatsen van een boom e.d. zullen extra in rekening worden gebracht tegen werkelijke kosten.De eigenaar dient na aanleg zijn uitweg goed te beheren, zorg te dragen voor een goed gebruik van de uitweg en schade zoveel mogelijk te voorkomen. Indien de eigenaar zijn uitweg niet goed beheerd wordt de uitweg hersteld door de gemeente op kosten van de eigenaar. Voor het in behandeling nemen van de vergunning zal een bedrag wegens leges verschuldigd zijn.

2.3.3.5. aanleg bedrijfsuitweg in buitengebied 

Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:De maximale breedte van de aan te leggen uitweg bedraagt 8 meter. Indien men een bredere uitweg wenst dan moet de noodzaak daarvan aangegeven worden en zal dit per geval bekeken worden.De constructie wordt bepaald door de gemeente en bestaat uit:· De verharding, voor zover dit betreft de openbare strook c.q. het gemeentelijk eigendom, mag uitsluitend in één soort worden uitgevoerd; asfalt of betonklinkerkeien. Keuze voor asfalt betekent echter dat ingeval van reparatiewerkzaamheden aan ter plaatse gelegen openbare nutsvoorzieningenmoeten worden verricht , hier ondanks een zorgvuldige werkwijze niet gegarandeerd kan worden dat de verharding weer geheel in oorsprokelijke staat teruggebracht kan worden;· In dien gekozen wordt voor een asfaltverharding dient de dikte hiervan minimaal 14 cm te zijn, aangebracht in 3 lagen, op een fundering van 250mm menggranulaat en minimaal 700mm zand (alleen bij bedrijven);· Ingeval van toepassing van betonklinkerkeien, dienen deze een dikte te hebben van 80 of 100mm, en aan de zijkanten te worden opgesloten door opsluitbanden 10x20x100 gesteld op specie en voor bedrijven trottoirbanden, zwaar 180/200x250mm. Deze banden dienen gesteld te zijn in stelspecie met een steunrug van beton. De constructie onder de klinkers dient te bestaan uit een zandbed van minimaal 50cm en voor bedrijven 50mm brekerzand, 250mm menggranulaat en minimaal 700 mm zand;· Het zandbed onder de verharding dient te worden verdicht tot een sondeerwaarde van minimaal 2N/mm2 en dient zich minimaal 50 cm buiten de verharding uit te strekken;· Ter plaatse van de aansluiting aan de weg dient een molgoot te worden aangebracht, bestaande uit 4 streks gelegen betonklinkerkeien, dik 100mm, gestraat in 50mm specie;

Extra maatregelen zoals het verplaatsen van een lichtmast, trottoirkolk, verwijderen of verplaatsen van een boom e.d. worden in rekening gebracht tegen werkelijke kosten.De eigenaar dient zijn uitweg goed te beheren, zorg te dragen voor een goed gebruik van de uitweg en schade zoveel mogelijk te voorkomen. Voor het in behandeling nemen van de vergunning zal een bedrag wegens leges verschuldigd zijn. 

2.3.3.6. aanleg uitweg met duiker (dempen bermsloot) 

Zowel in het buitengebied als binnen de bebouwde kom kan het voorkomen dat er voor een uitweg naar de openbare weg deels een bermsloot gedempt moet worden. Om de waterbergende en waterafvoerende functie te behouden zal er een duiker aangelegd moeten worden. Tevens dient het waterschap geïnformeerd te worden. Het kan zijn dat de bermsloot in beheer is bij het waterschap en onder de keur van het waterschap valt en dat zij daarom ook toestemming dienen te verlenen. Indien de sloot onder het keur van het waterschap valt dient er eerst schriftelijk toestemming van het waterschap te zijn alvorens de vergunning aanvraag verleend kan worden. Dit dient door de aanvrager zelf te worden geregeld.Hierbij worden dezelfde uitgangspunten gehanteerd als bij uitwegen in het buitengebied met dien verstande dat de constructie bestaat uit:· een betonduiker met een diameter van minimaal Ø 300 (afhankelijk van wat het waterschap voorschrijft);· de binnenkant van de duiker dient op bodem sloothoogte te worden gelegd;· de kopeinden van de duiker dienen indien mogelijk onder een helling van 1:1 vanaf de vaste slootbodem beginnende op 10 cm vanaf het begin en einde van de duiker met stapelzoden te worden opgezet tot maaiveldhoogte;· zandbed van 50cm;· fundering van 25 cm gebroken puin (alleen bij bedrijven);· 5 cm brekerzand (alleen bij bedrijven);· verharding van (beton)klinkers;· opsluitbanden 10x20x100 gesteld op specie;

2.3.4 Onderhoud uitwegen 

Het onderhoud van de uitweg (evt. ook de dam met duiker), dient in het kader van nut en gebruik aan de bewoner/gebruiker van het perceel, door de bewonder/gebruiker te worden uitgevoerd. Dit is middels de voorwaarden in de vergunning weergegeven.Om een uniform beleid ten aanzien van het onderhoud van de uitwegen te realiseren, wordt overeenkomstig de huidige praktijk, thans nader vastgelegd dat ook het onderhoud van de uitwegen (dammen, duikers, verhardingen), aangelegd voor 1-1-2011 onder de verantwoordelijkheid van de bewoners/gebruikers van de uitwegen naar de percelen valt. Deze dammen met duikers zijn aangelegd t.b.v. het gebruik en het nut van de bewoners/gebruikers van het aangrenzende perceel. Tevens is dit een verzwaring van de onderhoudslast van de bermsloot. Op basis van artikel 14 lid 4 van de Wegenwet kan hiervoor door de gemeente een schadevergoeding worden gevorderd. Indien op verzoek van de bewoner/gebruiker van een uitweg naar een perceel werkzaamheden ten behoeve van de uitweg moeten worden uitgevoerd, komen de kosten voor rekening van de verzoeker.Bij uitwegen op bedrijventerreinen ligt de situatie anders. Door het zware vrachtverkeer ontstaat er soms schade aan uitwegen. Dit is afhankelijk van een aantal factoren:· uitweg constructief niet goed aangelegd;· uitwegbreedte te smal gekozen in verhouding tot de lengte van de vrachtwagens en de breedte van de rijbaan;· rijstijl van de vrachtwagenchauffeurs.In het verleden zijn er omtrent het onderhoud van de uitweg conflictsituaties ontstaan. Wie is de veroorzaker van de schade en wie is verantwoordelijk/aansprakelijk en op wiens kosten kan de schade worden hersteld.

Procedure herstel schades aan uitwegen op bedrijventerreinena. uitwegen aangelegd voor 1-1-2011- De schade wordt hersteld door en op kosten van de eigenaar en de uitweg wordt heraangelegd volgens de constructie-eisen zoals voorgeschreven door de gemeente (zie paragraaf 2.3.2. punt f ).- In overleg met de vergunninghouder wordt bepaald of de huidige breedte van de uitweg nog voldoet in relatie tot het vrachtverkeer wat van deze uitweg gebruik maakt. Als de gemeente vindt dat de breedte van de uitweg te smal is wordt deze verbreed. De gemeente geeft de breedte aan die zij nodig acht om goed gebruik te maken van deze uitweg. De kosten voor de verbreding komen voor rekening van de eigenaar.- Na heraanleg van de uitweg conform de geldende eisen dient de vergunninghouder zorg te dragen voor een goed gebruik van de uitweg, schade zoveel mogelijk te voorkomen en vervolgens zelf zijn uitweg goed te beheren. Deze voorwaarden worden toegevoegd aan de huidige omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” en schriftelijk aan de vergunninghouder medegedeeld.- Indien de vergunninghouder de uitweg niet goed beheerd wordt de hieruit voortvloeiende schade aan de uitweg hersteld door de gemeente op kosten van de vergunninghouder.

b. uitwegen aangelegd na 1-1-2011- Uitwegen waarvoor vergunning is verleend na 1-1-2011 worden aangelegd volgens de eisen, voorwaarden en uitgangspunten zoals gesteld in dit onderhavig beleid.- Met betrekking tot het onderhoud worden in de vergunning de volgende voorwaarden opgenomen waaraan de vergunninghouder dient te voldoen:- Na aanleg van de uitweg conform de geldende eisen dient de vergunninghouder zorg te dragen voor een goed gebruik van de uitweg en schade zoveel mogelijk te voorkomen en vervolgens zelf zijn uitweg goed te beheren.- Indien de vergunninghouder de uitweg niet goed beheerd wordt de hieruit voortvloeiende schade aan de uitweg hersteld door de gemeente op kosten van vergunninghouder.

2.3.5 Handhaving illegaal aangelegde uitwegen 

Het komt voor dat uitwegen worden aangelegd zonder vergunning van burgemeester en wethouders. Het is dus nodig om hier op te handhaven. Hierbij de volgende procedure te hanteren:· Eigenaar van perceel schriftelijk inlichten dat het volgens de APV artikel 2:12 eerste lid en Wabo artikel 2.2 eertse lid onder e verboden is om een uitweg te maken naar de openbare weg. · Indien eigenaar alsnog een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” aanvraagt en de vergunning wordt verleend wordt de uitweg aangepast door de gemeente aan de voorwaarden en constructie-eisen zoals vermeld in de omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen”. Hiervoor worden de kosten berekend die de aanvrager had moeten betalen voor de aanleg van een nieuwe uitweg (incl. leges).· Indien er binnen de termijn van 6 weken (bezwaartermijn) geen vergunning wordt aangevraagd dient alles binnen 2 weken in de oorspronkelijke staat teruggebracht te worden op kosten van de eigenaar (incl. leges). · Indien hier niet aan wordt voldaan dan wordt de oorspronkelijke situatie hersteld door de gemeente op kosten van de eigenaar (incl. leges).  

Artikel 3 PROCESSEN EN PROCEDURES

3.1 Proces 

In het proces van aanvraag tot aanleg van een uitweg zijn intern de volgende afdelingen betrokken:· Gemeentebalie· Grondgebiedzaken· Middelen en Ondersteuning· College van B&W3.2 Procedures 

Wabo procedureDe Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is per 1 oktober 2010 in werking getreden. Hiermee worden voortaan 25 voormalige vergunningen (o.a. bouw-, sloop-, kapvergunning) als één behandeld en heet een omgevingsvergunning. U vraagt geen inritvergunning meer aan, maar een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘uitweg’. U wilt een garage bouwen, maar u heeft daarbij ook een inrit/uitweg nodig naar uw garage? Dan vraagt u geen bouw en inrit/uitweg vergunning aan, maar één omgevingsvergunning voor de twee activiteiten ‘bouwen’ en ‘uitweg’.

Voordelen van één omgevingsvergunningDe omgevingsvergunning maakt alles makkelijker! Er is één loket voor het indienen van een vergunningaanvraag. Voor een plan kan een burger of ondernemer één aanvraag indienen. De gemeente behandelt deze in één procedure en neemt één besluit. Het is aan de gemeente om zelf alle verschillende elementen van de vergunningverlening die voor dat plan nodig zijn bij elkaar te brengen en daarop één vergunning te verlenen. Er is ook nog maar één inspraak- en beroepsprocedure. De nieuwe vergunningaanvraag kan digitaal worden ingediend.Hoe dit in zijn werk gaat kunt u lezen in de brochure “Een omgevingsvergunning aanvragen”. Deze brochure kunt u downloaden via de website van de gemeente Menterwolde, www.menterwolde.nlAanvragenHet ‘Omgevingsloket online' is het instrument om digitaal een aanvraag om omgevingsvergunning in te dienen. Hierbij moet gebruik worden gemaakt van de DigiD. Vanaf 1 oktober 2010 is het omgevingsloket digitaal beschikbaar voor uw (digitale) aanvraag om een omgevingsvergunning.Na binnenkomst van de aanvraag, wordt deze in behandeling genomen en beoordeeld door het Bureau Openbare Werken. Deze gaat op locatie kijken en bepaalt aan de hand van de Algemene Plaatselijke Verordening, bestemmingsplan, verkeerstechnisch en op basis van deze beleidsnotitie vastgelegde richtlijnen of er wel/niet een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” wordt afgegeven. Bij aanvragen waar een bermsloot deels moet worden gedempt wordt tevens het waterschap ingelicht i.v.m. eventuele gemeenschappelijke belangen. Voldoet de aanvraag aan de criteria dan wordt een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” verleend met daarin vermeld de voorwaarden en de in rekening te brengen kosten. De omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” zal op adres worden verleend. Zij is dus overdraagbaar.Zowel de aanvraag als verlening van de vergunning zullen worden gepubliceerd in de “Tussenklappen” en op de gemeentelijke site. Belanghebbenden kunnen op deze wijze bezwaar aantekenen tegen de vergunning verlening. Voldoet een aanvraag niet aan de criteria dan ligt de besluitvorming hieromtrent bij het bevoegd gezag. Besluit het bevoegd gezag om de uitweg te weigeren dan wordt de aanvrager schriftelijk ingelicht over de reden(en) van weigering. De aanvrager kan hiertegen wel bezwaar maken.Na vergunningverlening dienen de kosten t.b.v. aanleg van de uitweg te worden overgemaakt alvorens er met de aanleg van de uitweg wordt begonnen. De betaling wordt ontvangen door Bureau Middelen.De betaling wordt vervolgens doorgegeven aan Bureau Openbare Werken die de uitweg aanlegt of opdracht geeft aan een extern aannemersbedrijf. Is de omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” verleend op basis van werkelijke kosten dan worden deze achteraf gefactureerd aan de aanvrager.Procedure nieuwbouwlocatiesEen uitweg in nieuwbouwlocaties van gemeente of project ontwikkelaars dienen aangevraagd te worden. Bij gemeentelijke nieuwbouwlocaties zijn de kosten verrekend in de grondprijs.De uitweg wordt namens de gemeente aangelegd door het extern aannemersbedrijf dat belast is met het woonrijp maken van het nieuwbouwplan.De aanvraag wordt getoetst aan de hand van de uitgangspunten genoemd in hoofdstuk 2.3.3 aanleg van een uitweg, de A.P.V. artikel 2:12, lid 2 en het geldende bestemmingsplan. Indien daaraan wordt voldaan wordt vergunning verleend.De omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” zal op adres worden verleend. Zowel de aanvraag als verlening van de vergunning zullen worden gepubliceerd. Belanghebbenden kunnen op deze wijze bezwaar aantekenen tegen de vergunning verlening. Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, ligt de besluitvorming omtrent het weigeren van een uitweg bij het college van burgemeester en wethouders. Besluit het college om de uitweg te weigeren dan wordt de aanvrager schriftelijk ingelicht over de reden van weigering. De aanvrager kan hiertegen wel bezwaar maken.Een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” wordt schriftelijk afgegeven voor het omgevingsloket vastgesteld formulier. In een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” worden de voorwaarden/bepalingen en kosten opgenomen m.b.t. de aan te leggen uitweg.

In gevallen waarin de beleidsnotitie niet voorziet zal het bevoegd gezag een beslissing nemen.Een vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd:· Indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt.· Indien een verandering in omstandigheden of inzichten dit rechtvaardigt.· Indien de aan de vergunning verbonden voorwaarden en bepalingen niet zijn of worden nagekomen.· Indien van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een termijn van 12 maanden na afgifte.· Indien de houder van de vergunning dit verzoekt.3.3 Verantwoordelijkheden 

De verantwoordelijkheid voor het afgeven van een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” ligt bij het bevoegd gezag. 

3.4 Contact 

De contacten met de aanvrager lopen via het Bureau Openbare Werken. 

Artikel 4 FINANCIELE CONSEQUENTIES

4.1 Kosten uitweg.  

Uitgangspunt is om de kosten voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” en aanleg van een uitweg zodanig vast te stellen met dien verstande dat de kosten de baten niet noemenswaardig zullen overstijgen.De kosten voor het afgeven van een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” en aanleg van een uitweg is van een aantal factoren afhankelijk:- Leges t.b.v. afgeven vergunning- Publicatiekosten- Aanleg kosten uitweg incl. materiaal- Nazorg zoals toezicht en afhandeling facturen.In bijlage 2 is weergegeven hoe de kostenopbouw is van een uitweg in verschillende situaties. Het is/blijft dan ook zeer moeilijk om kostendekkend te werken.4.2 Conclusie en aanbevelingen 

Uren die besteed worden aan nieuwe aanvragen t.b.v. particulieren, uitweg buitengebied, uitweg met duiker en bestaande bedrijventerreinen worden geboekt op de post omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen”; 1. Uren die besteed worden aan uitwegen op nieuwe bedrijventerreinen boeken op grondexploitatie;2. Leges uitwegen particulieren bedragen conform de Legesverordening Menterwolde 2011 € 82,65. Hiermee zijn de leges kostendekkend; 3. Leges uitwegen bedrijven, buitengebied en uitweg met duiker bedragen eveneens € 82,65 en zijn kostendekkend;4. Bij het annuleren van de aanvraag of weigeren van de omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” ook leges in rekening brengen;5. Extra werkzaamheden zoals verplaatsen lichtmast, rioolkolk, boom e.d. in rekening brengen bij aanvrager;

Dit zijn de eerste aanbevelingen om naar de kostendekkendheid van uitwegen toe te werken. Na 1 jaar zal het beleid worden geëvalueerd, maar hierop vooruitlopend zal er bekeken worden of eventuele efficiency bij de vergunningverlening ook nog te halen is uit het toepassen van standaardbrieven en bij de aanleg door het opstellen van een raamcontract met eenheidsprijzen.  

Artikel 5 IMPLEMENTATIE

5.1 Implementatie Nieuw Beleid 

Na vaststelling door het college zal de notitie ter kennisname aan de raad worden aangeboden via de ingekomen stukken en mededelingen. Als deze notitie wordt vastgesteld moet dit beleid vanaf 1-1-2011 in werking treden. Het beleid wordt na het eerste jaar geëvalueerd en indien nodig aangepast. 

Artikel 6 HARDHEIDSCLAUSULE

6.1 Hardheidsclausule

Het verdient aanbeveling te komen tot een ontsnappingsclausule voor die gevallen waarin deze notitie niet voorziet maar die wel passen binnen de doelstelling van het nieuwe beleid.Deze clausule luidt als volgt:

Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van deze regeling wanneer deze voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Kostenoverzicht uitwegen 1

Opbouw leges:- Situatie ter plekke beoordelen 20 min.- Verkeerstechnisch beoordelen 10 min.- Bestemmingsplantechnisch beoordelen 10 min.- B&W voorstel opstellen 10 min.- Beoordeling aan de hand van de APV 10 min.- Financiële afrekening 10 min.- Beoordeling conform beleidsnotitie 10 min.- Vergunning verlening 10 min.Totaal 90 min.

1,5 uur x € 55,10 = € 82,65

1. Uitweg voor personenauto in bestaand trottoir (particulieren)- Standaardtarief voor een uitwegbreedte van 3 meter: € 565,= (incl. € 82,65 leges)- Extra maatregelen zoals verplaatsen lichtmast,rioolkolk, verkeersbord,verwijderen boomof aanpassen groenstrook/parkeerplaats Standaardtarief + extra kosten- Verbreden of verplaatsen uitweg: Op basis van werkelijke kosten + € 82,65 leges

2. Uitweg voor personenauto in bestaande trottoirband- Standaardtarief voor een uitwegbreedte van 3 meter: € 320,= (incl. € 82,65 leges)

3. Uitweg voor personenauto ter plaatse van bestaande opsluitband- Legeskosten € 82,65

4. Uitweg voor personenauto in bestaand trottoir gelijktijdig met reconstructie- Standaardtarief voor een uitwegbreedte van 3 meter: € 350,= (incl. leges)

5. Uitweg voor personen auto in nieuwbouwlocaties - Voor een 1e uitweg op nieuwbouw locaties van de gemeente worden geen kosten aangerekend (zitten in de grondprijs verrekend). Vergunning wordt gelijktijdig afgegeven met omgevingsvergunning voor de activiteit “bouwen” en aangelegd met het woonrijpmaken. Hierbij zijn geen leges verschuldigd- Voor een uitweg op een nieuwbouwlocatie van een project ontwikkelaar dient een omgevingsvergunning voor de activiteit “uitwegen” aangevraagd te worden, zelfde tarief als 1- Een 2e uitweg dient wel apart aangevraagd te worden en indien de uitweg gelijktijdig met het woonrijpmaken wordt aangelegd bedragen de kosten € 82,65 (leges).- Een 2e uitweg aangevraagd na het woonrijpmaken, zelfde tarief als bij 1. 

6. Uitweg op bedrijven terrein in nieuwe situaties

- Een uitweg met een breedte van maximaal 8 meter wordt door en op kosten van de eigenaar / aanvrager aangelegd tenzij anders overeengekomen. Indien de eigenaar een uitweg wenst, breder dan 8 meter, komen de meerkosten voor rekening van de aanvrager.- Eventuele meerdere uitwegen komen voor rekening van de aanvrager en worden door de aanvrager aangelegd maar de gemeente bepaalt de constructie,- Extra maatregelen zoals verplaatsen lichtmast, rioolkolk of verkeersbord worden altijd in rekening gebracht

7. Uitweg op bedrijventerrein in bestaande situaties

- Voor het aanleggen van een 2e uitweg, het verbreden of verplaatsen van een bestaande uitweg worden leges in rekening gebracht van € 82,65.- De kosten voor het verbreden van een uitweg tot 8 meter komen voor rekening van de aanvrager. Wordt de uitweg breder dan 8 meter dan komen de kosten voor rekening van de aanvrager.- De kosten voor het aanleggen van een 2e uitweg of het verplaatsen van een uitweg komen voor rekening van de aanvrager.- Extra maatregelen zoals verplaatsen lichtmast, rioolkolk of verkeersbord worden altijd extra in rekening gebracht.

8. Uitweg in buitengebied (geldt ook voor dammen)- Voor het aanleggen van een uitweg, het verbreden of verplaatsen van een bestaande uitweg, worden leges in rekening gebracht van € 82,65- De kosten voor het aanleggen, het verbreden of verplaatsen van de uitweg, komen voor rekening van de aanvrager (inclusief dempen sloot en aanbrengen duiker bij dammen).- Extra maatregelen zoals verplaatsen lichtmast, rioolkolk of verkeersbord, worden altijd extra in rekening gebracht