Overheidsorganisatie | Gemeente Schermer |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening werkleeraanbod WIJ 2011 |
Citeertitel | Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-03-2011 | 01-10-2010 | 01-01-2012 | Onbekend | 15-02-2011 De Uitkomst, 22-02-2011 | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Wet: de Wet investeren in jongeren;
Algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen de openbare orde of goede zeden;
Startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Jongeren; (niet) uitkeringsgerechtigde personen in de leeftijdscategorie van 16 tot 27 jaar
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
1. Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan.
2. Het college kan het werkleeraanbod ook invullen met een combinatie van algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling dan wel één of meerdere voorzieningen.
3. In afwijking van het tweede lid kan een werkleeraanbod ook bestaan uit een voorbereidingsperiode op een zelfstandig beroep of bedrijf, als bedoeld in artikel 17, zesde lid van de wet.
4. Het college stemt het werkleeraanbod af op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere, wiens recht op een werkleeraanbod is vastgesteld. Bij de invulling van het werkleeraanbod onderzoekt het college de mogelijkheden en omstandigheden van de jongere. Zij beziet daarbij tevens in hoeverre de wensen van de jongere bij de invulling van het werkleeraanbod kunnen worden betrokken.
1. Jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod komen in aanmerking voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte en beschikbare voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.
2. Het college doet een werkleeraanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze Verordening en het in artikel 4 genoemde beleidskader.
1. Het College stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een beleidsplan vast.
2. Dit beleidsplan omvat in elk geval
een omschrijving van het beleid ten aanzien van de arbeidsinschakeling van jongeren en de wijze waarop aandacht wordt besteed aan verschillende doelgroepen:
een omschrijving van de beschikbare voorzieningen;
een omschrijving van de beschikbare instrumenten ter ondersteuning van de arbeidsinschakeling;
de wijze waarop de voorzieningen worden ingezet voor de verschillende doelgroepen;
een omschrijving van de maatregelen die worden genomen om het niet-gebruik van voorzieningen tegen te gaan.
3. Het college zendt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag over de effecten van het beleid.
Onverminderd artikel 4 kan het college één of meer van de voorzieningen, bedoeld in de artikelen 8, 9, 11, 12 en 13 van de Re-integratieverordening aanbieden.
Een jongere die gebruik maakt van een voorziening is gehouden te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet structuur uitvoering werk en inkomen, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.
Het college kan het werkleeraanbod intrekken of herzien, indien wijziging optreedt in de omstandigheden, krachten of bekwaamheden van de jongere dan wel indien de jongere niet voldoet aan een of meer op hem rustende verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet en hem dit te verwijten valt.
Artikel 9 en 10 van de reïntegratieverordening is overeenkomstig van toepassing.
Het college kan aan een jongere die ten behoeve van de uitvoering van een werkleeraanbod noodzakelijke kosten maakt, een vergoeding voor die kosten verstrekken.
In gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jongeren afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren
Deze verordening treedt in werkingen met ingang van 1 oktober 2010 per welke datum de verordening tijdelijke regels Wet investeren in jongeren is ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van 15 februari 2011
De voorzitter,
De griffier,