Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Verordening subsidiëring fietsenstallingen Oost-Watergraafsmeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingVerordening subsidiëring fietsenstallingen Oost-Watergraafsmeer
CiteertitelVerordening subsidiëring fietsenstallingen Oost-Watergraafsmeer
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-01-200901-07-2010nieuwe regeling

 

Stadsdeelkrant, 2009, week 2

2008/84910

Tekst van de regeling

Verordening subsidiëring fietsenstallingen Oost-Watergraafsmeer

Paragraaf 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

     het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost-Watergraafsmeer;

  • b.

    fietsplaats: de plek waar één fiets kan worden gestald;

  • c.

    buurtstalling: een inpandige fietsenstalling hoofdzakelijk bestemd voor het stallen van de fiets in de eigen woonomgeving;

  • d.

    subsidieplafond: het maximaal uit te geven bedrag aan subsidies per jaar op grond van deze verordening.

Artikel 1:2 Doel van de subsidie en subsidiabele activiteiten

1. Met deze verordening wordt beoogd het stimuleren van de aanleg en exploitatie van veilige en goed toegankelijke fietsenstallingen en het veilig, goed toegankelijk en gebruiksvriendelijk maken van bestaande buurtstallingen.

2. Voor subsidie komen de volgende activiteiten in aanmerking:

  • a.

    het installeren van een geautomatiseerd slot en toebehoren;

  • b.

    het installeren van een inbraakbestendige deur;

  • c.

    het installeren van camerabeveiliging;

  • d.

    het plaatsen van fietsenrekken;

  • e.

    het aanbrengen van adequate verlichting;

  • f.

    het schilderen c.q. betegelen van de binnenruimte van de fietsenstalling;

  • g.

    het ondersteunen van de aanvrager bij het indienen van zijn aanvraag en bij de uitvoering van de gesubsidieerde werkzaamheden.

3. Het dagelijks bestuur kan andere activiteiten of werkzaamheden aanwijzen die voor subsidie in aanmerking komen, voor zover deze naar zijn oordeel bijdragen aan het realiseren van het in het eerste lid vermelde oogmerk.

Artikel 1:3 Subsidieverdeling

1. De subsidie wordt verstrekt op basis van volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

2. Het dagelijks bestuur stelt een subsidieplafond vast.

Artikel 1:4 Hoogte van het subsidiebedrag
  • a.

    De subsidie bedraagt ten hoogste € 400,- per fietsplaats.

  • b.

    In afwijking van het eerste lid kan het dagelijks bestuur een subsidie verstrekken van ten hoogste € 800 per fietsplaats, indien voor het realiseren van een veilige en goed toegankelijke fietsenstalling omvangrijke bouwkundige aanpassingen vereist zijn, die het in het eerste lid vermelde bedrag aanzienlijk te boven gaan.

  • c.

    De subsidie bedraagt ten hoogste € 60.000 per fietsenstalling.

  • d.

    Daarnaast kan het dagelijks bestuur een bijdrage in de exploitatie toekennen van maximaal € 10,- per maand per fietsplek.

  • e.

    Indien voor een van de in artikel 1:2 bedoelde activiteit subsidie wordt verkregen via andere wegen dan het stadsdeel, wordt dat bedrag in mindering gebracht op de door het dagelijks bestuur te verstrekken subsidie.

Paragraaf 2 Aanvraag en verlening subsidies
Artikel 2:1 De aanvraag
  • 1. Voor de aanvraag van de subsidie wordt gebruik gemaakt van een door het dagelijks bestuur vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij de aanvraag van de beschikking tot subsidieverlening worden de volgende stukken overgelegd:

  • a.

  • een afschrift van een huurcontract;

  • b.

  • een verklaring waaruit blijkt dat de verhuurder instemt met de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd:

  • c.

  • een tekening op schaal 1:100 van de stalling;

  • d.

  • een afschrift van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • e.

  • een exploitatieoverzicht van het voorafgaande jaar, voor zover de aanvraag een bestaande fietsenstalling betreft;

  • f.

  • een exploitatieprognose voor het jaar volgend op dat van de aanvraag;

  • g.

  • een begroting, betrekking hebbende op de te subsidiëren activiteiten;

  • h.

  • gespecificeerde offertes van de te subsidiëren werkzaamheden;

  • i.

  • minimaal 2 concurrerende offertes per activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • j.

  • een kopie van een recent bankafschrift van de subsidieaanvrager.

  • 3. Indien de aanvrager zakelijk gerechtigde is met betrekking tot de ruimte waarin de fietsenstalling wordt geëxploiteerd, is het tweede lid onder a. en b. niet van toepassing met dien verstande dat hij in dat geval een akte overlegt waaruit zulks ten genoegen van het dagelijks bestuur blijkt.

Artikel 2:2 Beslistermijn

1. Het dagelijks bestuur beslist binnen acht weken na indiening van de aanvraag.

2. Het dagelijks bestuur kan deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen; het dagelijks bestuur doet hiervan tijdig mededeling aan de aanvrager.

Artikel 2:3 Weigeringsgronden

1. Het dagelijks bestuur kan de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren, indien zich een in artikel 1:5, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening stadsdeel Oost-Watergraafsmeer vermelde grond voordoet.

2. Het dagelijks bestuur kan de subsidie weigeren, indien de organisatie van de aanvrager naar het oordeel van het dagelijks bestuur onvoldoende omvang of onvoldoende draagvlak bezit, dan wel het dagelijks bestuur van oordeel is dat het ontbreken van rechtspersoonlijkheid of de rechtsvorm van de organisatie niet geëigend is voor een doeltreffende realisatie van de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd.

3. Het dagelijks bestuur weigert de subsidie indien:

  • a.

    in de fietsenstalling auto’s kunnen worden geparkeerd;

  • b.

    de fietsenstalling niet voor tenminste de helft van het oppervlak in gebruik is voor het stallen van fietsen.

Artikel 2:4 Aanhouden van de aanvraag

1. Aanvragen die niet kunnen worden ingewilligd vanwege de overschrijding van het subsidieplafond, worden aangehouden tot het jaar volgend op dat van de aanvraag.

2. Indien ook voor dat jaar vanwege het vastgestelde subsidieplafond geen middelen beschikbaar zijn, wordt de aanvraag alsnog geweigerd.

Paragraaf 3 Verplichtingen voor subsidietoekenning
Artikel 3:1 Verplichtingen

1. Aan de subsidie voor een buurtstalling worden in ieder geval de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de abonnementhouder heeft door middel van een sleutel of tag permanent toegang tot de stalling;

  • b.

    de fietsenstalling wordt na verlening van de subsidie tenminste gedurende vijf jaar geëxploiteerd;

  • c.

    de stalling wordt geregeld schoongemaakt en verkeert in een goede staat van onderhoud;

  • d.

    de fietsenstalling kent een jaar na vaststelling van de subsidie een bezettingsgraad van tenminste 50% van de voor fietsen bestemde plaatsen;

  • e.

    de exploitant van de fietsenstalling levert jaarlijks vóór 1 maart een overzicht van de bezetting van het voorgaande jaar;

  • f.

    de werkzaamheden in het kader van de subsidieaanvraag worden binnen een jaar na de datum van de subsidieverlening afgerond;

  • g.

    g. de subsidie wordt conform de ingediende begroting besteed.

2. Aan de subsidie op basis van artikel 1:4 d. van deze verordening (bijdrage in de exploitatie) wordt bovendien nog de volgende verplichting verbonden:

het abonnementstarief voor een normale fiets bedraagt maximaal € 10,- per maand.

3. Indien de subsidieontvanger de subsidie wil besteden voor andere activiteiten of werkzaamheden, behoeft hij hiervoor vooraf toestemming van het dagelijks bestuur. Deze wordt in ieder geval geweigerd, indien die andere activiteiten of werkzaamheden in strijd zijn met artikel 1:2 van deze verordening.

Paragraaf 4 Aanvraag en vaststelling
Artikel 4:1 De aanvraag

1. De subsidieontvanger dient binnen drie maanden na voltooiing van de werkzaamheden een aanvraag tot vaststelling van de voorziening bij het dagelijks bestuur in.

2. Bij de aanvraag worden overgelegd:

  • a.

    een gespecificeerde rekening van baten en lasten, betrekking hebbende op de gesubsidieerde activiteiten of investering, alsmede een duidelijke toelichting op deze rekening in relatie tot de begroting;

  • b.

    kopie facturen met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden;

  • c.

    een verklaring als bedoeld in artikel 2:393, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek (accountantsverklaring), indien de subsidieaanvraag meer dan € 50.000 bedraagt.

Artikel 4:2 Grondslag vaststelling

1. Het dagelijks bestuur stelt de subsidie vast ter hoogte van het netto bedrag van de verrichte werkzaamheden. Indien de aanvrager door middel van een verklaring van de belastingsdienst aantoont dat hij geen recht heeft op restitutie van de BTW, wordt de subsidie vastgesteld ter hoogte van het bruto bedrag van de verrichte werkzaamheden.

2. Alleen daadwerkelijk gemaakte en noodzakelijke kosten worden vergoed op basis van de ingezonden facturen. De subsidie kan per fietsplaats nooit meer bedragen dan de in artikel 1:4 van deze verordening genoemde bedragen.

Artikel 4:3 Beslistermijn

Het dagelijks bestuur beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Paragraaf 5 Voorschotten en betaling
Artikel 5:1 Voorschot en betaling

1. Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot verleend van 80% van het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde bedrag.

2. Uitbetaling van het voorschot vindt plaats binnen acht weken na de subsidieverlening.

Artikel 5:2 Definitieve afrekening

1. Het subsidiebedrag wordt binnen acht weken na vaststelling van de subsidie betaald onder verrekening van het betaalde voorschot.

2. Het dagelijks bestuur kan deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen; het dagelijks bestuur doet hiervan tijding melding aan de aanvrager.

Paragraaf 6 Slotbepalingen
Artikel 6:1 Toezicht

Het dagelijks bestuur kan toezichthouders aanwijzen. De toezichthouders zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 6:2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

Artikel 6:3 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening subsidiëring fietsenstallingen Oost-Watergraafsmeer.