Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Boarnsterhim

Woonschepenverordening Boarnsterhim

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Boarnsterhim
Officiële naam regelingWoonschepenverordening Boarnsterhim
CiteertitelWoonschepenverordening Boarnsterhim
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Gemeentewet
  3. Wet op de woonwagens en woonschepen 1918
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-02-199713-11-2012Artikel 4 lid e is gewijzigd

18-02-1997

Mid Fryslander

nr 11
02-02-199418-02-1997nieuwe regeling

18-01-1994

Mid Fryslander d.d. 25 januari 1994

nr 4.3

Tekst van de regeling

Intitulé

Woonschepenverordening Boarnsterhim

De raad van de gemeente Boarnsterhim;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 januari 1994;

overwegende, dat het wenselijk is regels te stellen aan het innemen van ligplaatsen door woonschepen binnen de gemeente;

gelet op de Algemene Wet Bestuursrecht, de Gemeentewet en de Wet op de Woonwagens en Woonschepen 1918, Staatsblad 492;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende:

"Woonschepenverordening Boarnsterhim".

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

bestuursorgaan: burgemeester en wethouders;

woonschip: elk drijvend of anderszins geheel of in hoofdzaak in het water geplaatst voorwerp, niet zijnde een bouw werk in de zin van de bouwverordening van de gemeen te Boarnsterhim, dat uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebezigd of tot woning bestemd is, ook indien het nog in aanbouw is;

vaartuig: een vaartuig in de zin van het Binnenvaart Politie Reglement (BPR).

Artikel 2 Algemeen verbod

Het is de eigenaar of gebruiker van een woonschip verboden binnen de gemeente met een woonschip ligplaats in te nemen op andere plaatsen dan die in artikel 4 van deze verordening daarvoor zijn aangewezen.

Artikel 3 Woonschepen in aanbouw of reparatie

Het verbod bedoeld in artikel 2 is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie‑inrichting bevinden.

Artikel 4 Aanwijzing ligplaats

Als ligplaats in te nemen door woonschepen bij verblijf binnen de gemeente Boarnsterhim zijn de volgende ligplaatsen aangewezen:

a. de noordzijde van de Boorn aan de Leppedyk te Akkrum, tussen het punt gelegen op 7 meter uit de kadastrale scheiding met perceelnummer 3193 (Akkrum, Leppedyk 14) en het punt gelegen in het verlengde van de kadastrale erfscheiding tussen de percelen genummerd 3064 en 3065 (Akkrum, Leppedyk 15 en 17), alsmede het gedeelte van de Boorn aan dezelfde zijde vanaf de zuidoostelijke grens met perceelnummer 2849 25 meter in noordwestelijke richting;

b. de zuidoostelijke oever van de jachthaven van bedrijventerrein Mid‑Friesland te Terherne;

c. de zuidelijke oever van de Boorn ter plaatse van de percelen, kadastraal bekend gemeente Akkrum, sectie B, nummers 2703 tot en met 2706, 2610 en 2611, alle plaatselijk bekend Boarnsterdyk a/bAkkrum;

d. de noordelijke oever van de Boorn aan het Westein te Aldeboarn vanaf de grens tussen de percelen, kadastraal bekend gemeente Oldeboorn, sectie E, nummer 1627 en nummer 1541 48 meter in noordoostelijke richting;

e. de noord-westelijke oever jachthaven Riemersma, ter plaatse van de perceenl, kadastraal bekend gemeente Terherne, sectie a, nummer 2171 en nummer 2716 deels, gelegen aan de zuidelijke oever van het Hop;

f. de zuidelijke oever van de Oude Zandsloot ter hoogte van de ijsbaan te Terherne vanaf circa 8 meter vanuit de oostelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Terhorne, sectie A, nummer 1507 circa 55 meter in noordoostelijke richting;

g. de insteek aan de noordzijde van de Rochsleat in de richting van Ald Djip ter plaatse van het perceel, kadastraal bekend gemeente Warrega, sectie B, nummer 1478, plaatselijk bekend Hoofdstraat a/b Warten;

h. de zuidelijke oever van het Langdeel ter plaatse van het perceel, kadastraal bekend gemeente Warrega, sectie C, nummer 260, alsmede de insteken op de grens van de percelen, sectie C, nummers 262 en 778, alle plaatselijk bekend Midsbuorren a/b Warten;

i. de zuidwestelijke oever van het Langdeel vanaf de grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Warrega, sectie C, nummer 257 circa 25 meter zuidoostelijke richting;

j. de noordelijke oever van de insteek aan de westzijde van de Boorn ter plaatse van het perceel plaatselijk bekend Wjitteringswei 1 te Jirnsum;

k. de westelijke oever van de Boorn ter plaatse van de jachthaven op het perceel, kadastraal bekend gemeente Rauwerd, sectie C, nummer 2363, gelegen op het industrieterrein It String te Jirnsum en daarvan een tweetal gedeelten met een gezamenlijke lengte van circa 40 meter;

l. de oostelijke oever van de Boorn ten zuiden van de brug over de Boorn tussen de Grousterdyk en de Reinerswei ter plaatse van de percelen, kadastraal bekend gemeente Grouw, sectie A, nummers 3504, 4129, 4131, 2912 en 3137 gelegen aan de Leppedyk aldaar, en daarvan een viertal gedeelten met een gezamenlijke lengte van circa 150 meter;

m. de noordelijke oever van De Bliken onder Grou, gelegen tegenover het perceel, kadastraal bekend gemeente Grouw, sectie A, nummer 5069 en circa 45 meter ten noordwesten van de "ijsbaan" van Grou, plaatselijk bekend Garde Jagerswei alb Grou;

n. de zuidelijke oever van de Rjochte Grou onmiddellijk ten westen van het bruggehoofd van de brug in de J.W. de Visserwei en aan de Oedsmawei met een lengte, gerekend vanuit dat bruggehoofd, van circa 53 meter;

o. de westelijke oever van de Pikmar gelegen aan het perceel, kadastraal bekend gemeente Grouw, sectie A, nummer 4195 en plaatselijk bekend Minne Finne, met een lengte van circa 32 meter gerekend vanaf een afstand van circa 33 meter vanuit het fictieve snijpunt waar de Rjochte Grou in de Pikmar uitkomt;

p. in de Rjochte Grou aan de zuidelijke oever zoals aangegeven op bijbehorende kaart;

q. aan de oever van 't Ald Var te Terherne zoals aangegeven op bijbehorende kaart;

r. nabij de brug over de Boorn Himdyk/Kanadeeskestrjitte te Akkrum, zoals aangegeven op bijbehorende kaart;

s. Tersoalstersyl a/b Wjitteringswei zoals aangegeven op bijbehorende kaart;

t. een gedeelte van de oostelijke oever van de Boorne bij Jirnsum, gelegen aan het perceel, kadastraal bekend gemeente Grouw, sectie A, nummer 3137;

u. een gedeelte van de Rochsleat aan de oostzijde nabij de jachthaven "Wartena";

v. een gedeelte van de noordelijke oever van de Ultsjebuorsterfeart, gelegen aan het perceel, kadastraal bekend gemeente Grouw, sectie C, nummer 1450;

w. een gedeelte van De Horne aan de noordoostelijke zijde van het perceel, kadastraal bekend gemeente Terhorne, sectie A, nummer 1407;

x. de oostelijke oever van de Boorn nabij Jirnsum, gelegen aan het perceel, kadastraal bekend gemeente Grouw, sectie A, nummer 4130, zoals is aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening.

Artikel 5 Ontheffing ligplaatsenverbod

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de Ligplaatsenverordening Friesland kan het bestuursorgaan voor een daarbij aangegeven plaats ontheffing verlenen van het verbod, vervat in artikel 2.

  • 2. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 6 Ligplaatsvergunning

  • 1. Het is de eigenaar of gebruiker van een woonschip verboden, zonder vergunning van het bestuursorgaan, ligplaats in te nemen met een woonschip op de ligplaatsen als bedoeld in artikel 4.

  • 2. Een vergunning, als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval geweigerd indien:

    a. geen ligplaats of geen ligplaats van voldoende grootte beschikbaar is;

    b. het woonschip belemmeringen zal kunnen veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

    c. het woonschip in slechte staat van onderhoud verkeert of ernstige constructiegebreken heeft;

    d. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat niet voldaan zal worden aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften; e. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat het woonschip niet wordt gebruikt voor permanente bewoning.

  • 3. De vergunning, als bedoeld in het eerste lid, wordt gesteld ten name van de hoofdbewoner van het woonschip dan wel ten name van de in het woonschip duurzame samenwonende personen; de vergunning vermeld tevens het ligplaatsnummer.

Artikel 7 Wachtlijst

  • 1. Indien een aanvraag om een ligplaatsvergunning op grond van het bepaalde in artikel 6, tweede lid onder a moet worden geweigerd, wordt de naam van de eigenaar van het woonschip op zijn verzoek op een door het bestuursorgaan aan te houden wachtlijst geplaatst, tenzij aanvrager ten tijde van de indiening van de aanvraag om ligplaatsvergunning in sociaal of economisch opzicht niet gebonden is aan de gemeente Boarnsterhim.

  • 2. Indien een ligplaats vrijkomt, stelt het bestuursorgaan de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste, per aangetekend schrijven in de gelegenheid een nieuwe aanvraag om een ligplaatsvergunning bij hun college in te dienen. In dit geval kan de vergunning slechts geweigerd worden op grond van één of meer van de omstandigheden vermeld in artikel 6, tweede lid onder b tot en met e.

  • 3. Indien een zodanige aanvraag niet binnen 4 weken na de datum van het bericht van ontvangst van het in het tweede lid bedoelde aangetekend schrijven is ontvangen, wordt aangenomen dat geen prijs meer op die ligplaatsvergunning wordt gesteld en wordt de naam van de desbtreffende gegadigde onder aan de wachtlijst geplaatst.

Artikel 8 Wijzigen ligplaatsvergunning

  • 1. Indien de houder van een vergunning, bedoeld in artikel 6, het in de vergunning vermelde woonschip vervangt door een ander woonschip, of indien de overige gegevens, vermeld in de vergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie, dient hij het bestuursorgaan te verzoeken de vergunning te wijzigen.

  • 2. Op een verzoek om wijziging, bedoeld in het eerste lid, is het bepaalde in artikel 6, tweede lid, sub b tot en met e van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Intrekking ligplaatsvergunning

Het bestuursorgaan kan de vergunning, bedoeld in artikel 6, intrekken indien:

a. de gegevens zoals deze zijn vermeld in de vergunning, niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie en de vergunninghouder niet binnen 12 weken na het tijdstip waarop deze omstandigheid is ingetreden, een verzoek tot wijziging van de vergunning bij het bestuursorgaan heeft ingediend;

b. niet langer voldaan wordt aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

c. indien zich een omstandigheid, als bedoeld in artikel 6, tweede lid sub c of e voordoet, dan wel indien de gebruiker van het woonschip belemmeringen veroorzaakt aan het verkeer te water of te land.

Artikel 10 Vervallen van een ligplaatsvergunning

  • 1. De ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 6 vervalt van rechtswege zodra het gebruik van de ligplaats door ontruiming wordt beëindigd.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt, niet in die gevallen waarbij er sprake is van tijdelijke beëindiging van het gebruik, mits:

    a. de eigenaar of gebruiker van het betreffende woonschip voorafgaand aan de ontruiming van de ligplaats de door het bestuursorgaan aangewezen ambtenaar van de tijdelijke beëindiging van het gebruik op de hoogte heeft gesteld;

    b. de ligplaats binnen 26 weken na de dag van vertrek weer zal worden ingenomen.

  • 3. Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen de in het tweede lid onder b genoemde termijn verlengen tot maximaal één jaar.

Artikel 11 Verbod bouwwerkzaamheden

  • 1. Het is verboden op de in artikel 4 genoemde ligplaatsen een woonschip of een ander vaartuig te bouwen, of te slopen, met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden.

  • 2. Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Aan een zodanige ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 12 Verbod gebruik generator

  • 1. Het is de eigenaar of gebruiker van een ligplaats als bedoeld in artikel 4 gelegen woonschip verboden gebruik te maken van generatoren ten behoeve van de opwekking van elektriciteit.

  • 2. Het bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Aan een zodanige ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 13 Nakomen aanwijzingen

Bij het innemen van een ligplaats in de in artikel 4 genoemde ligplaats, dienen de door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen omtrent de ligplaatsen in acht te worden genomen.

Artikel 14 Nadere regelen

  • 1. Het bestuursorgaan kan nadere regelen stellen met betrekking tot het gebruik van ligplaatsen.

  • 2. Het bestuursorgaan kan de eigenaar of gebruiker van een woonschip verplichten een andere ligplaats in te nemen indien zulks noodzakelijk is met het oog op een evenredige verdeling van ligplaatsen. Zij gaan tot deze maatregel niet over dan na overleg met de betrokken eigenaar of gebruiker.

Artikel 15 Toezicht

  • 1. Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan de door het bestuursorgaan aangewezen gemeente-ambtenaren.

  • 2. De eigenaar of gebruiker van een woonschip is verplicht gevolg te geven aan de door de aangewezen ambtenaren van politie of gemeente in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer gegeven bevelen en aanwijzingen, behoudens beroep op het bestuursorgaan.

Artikel 16 Opsporingsambtenaren

Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de ambtenaren genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de daartoe door het bestuursorgaan aangewezen ambtenaren.

Artikel 17 Binnentreden van woningen

Aan hen die met het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening en met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn belast, wordt de last verstrekt de woongedeelten en andere al dan niet afgesloten gedeelten van een woonschip, ondanks de wil van de bewoners of eigenaars, te betreden of binnen te treden zo dikwijls de medewerking aan de uitvoering van deze verordening of de zorg voor de naleving van deze verordening zulks vereist, één en ander met inachtneming van de bepalingen van de wet van 31 augustus 1853, Staatsblad 83.

Artikel 18 Strafbepalingen

Overtreding van de bepalingen van deze verordening, alsmede overtreding van de regelen, door het bestuursorgaan op grond van artikel 14 vastgesteld, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Artikel 19 Overgangsbepaling

  • 1. De ligplaatsvergunning die op grond van de Algemene Politieverordening is verleend aan gebruikers van woonschepen die gelegen zijn buiten de in artikel 4 genoemde ligplaatsen wordt onder handhaving van de daaraan verbonden voorschriften, met ingang van het in artikel 21 bedoelde tijdstip geacht een ontheffing te zijn als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

  • 2. Aan de eigenaren of gebruiker van een woonschip die op het in artikel 21 bedoelde tijdstip een daartoe ingerichte ligplaats op de in artikel 4 genoemde plaatsen innemen worden binnen twee maanden een vergunning als bedoeld in artikel 6 van deze verordening verleend. Een met toepassing van het eerste lid verleende vergunning kan gedurende één jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening niet worden ingetrokken op grond van één of meer omstandigheden als bedoeld in artikel 9.

Artikel 20 Titel

Deze verordening kan worden aangehaald onder titel 'Woonschepenverordening Boarnsterhim".

Artikel 21 Inwerkingtreden

  • 1. Deze verordening treedt in werking de achtste dag na bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang wordt geacht te zijn 1 januari 1994.

Ondertekening

Grou, 18 januari 1994.

De raad voornoemd,

de secretaris, mevrouw A.M.E. van der Sluijs

de voorzitter, Y. Dijkstra