Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Uitwerkingsbesluit Parkeerverordening stadsdeel Oost-Watergraafsmeer 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingUitwerkingsbesluit Parkeerverordening stadsdeel Oost-Watergraafsmeer 2009
CiteertitelUitwerkingsbesluit Parkeerverordening stadsdeel Oost-Watergraafsmeer 2009
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerp
Eigen onderwerpInfrastructuur, verkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200901-01-2011nieuwe regeling

01-01-2009

Stadsdeelkrant, 2009, week 2

'''-''

Tekst van de regeling

Uitwerkingsbesluit Parkeerverordening stadsdeel Oost-Watergraafsmeer 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. In dit uitwerkingsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    verordening: de Parkeerverordening 2009 van de gemeente Amsterdam;

  • b.

    stadsdeel: het stadsdeel Oost-Watergraafsmeer;

  • c.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost-Watergraafsmeer.

2. De begrippen in dit uitwerkingsbesluit worden in dezelfde betekenis gebruikt als in de Parkeerverordening 2009.

Artikel 2 Vergunninggebieden

In het stadsdeel bestaan de volgende vergunninggebieden:

  • a.

    vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 1 (SO35) waarvan de buitengrenzen worden gevormd door:

    • het midden van de Amstel;

    • het midden van de Singelgracht;

    • het midden van de Linnaeusstraat;

    • de spoorweg Amsterdam Muiderpoort – Amsterdam Amstel (tussen het viaduct over de Linnaeusstraat en de Ringvaart);

    • het midden van de Ringvaart.

  • b.

    vergunninggebied Oost/Watergraafsmeer 2 (SO36), waarvan de buitengrenzen worden gevormd door:

    • het midden van de Singelgracht;

    • het midden van het Lozingskanaal;

    • de spoorweg Amsterdam CS – Diemen (tussen het Lozingskanaal en de Polderweg);

    • het midden van de Polderweg;

    • de westelijke rooilijn van de Fronemanstraat, waarbij echter de panden Fronemanstraat 3 en 5 binnen het vergunninggebied vallen;

    • een lijn in het verlengde van de westelijke rooilijn van de Fronemanstraat tot aan de Ringvaart,

    • het midden van de Ringvaart (tussen de Fronemanstraat en de spoorweg Amsterdam Amstel – Amsterdam Muiderpoort;

    • de spoorweg Amsterdam Amstel – Amsterdam Muiderpoort (tussen de Ringvaart en het viaduct over de Linnaeusstraat);

    • het midden van de Linnaeusstraat (tussen het spoorwegviaduct en de Singelgracht).

  • c.

    vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 3 (WM55) waarvan de buitengrenzen worden gevormd door:

    • het midden van de Amstel;

    • het midden van de Ringvaart (tussen de Amstel en de brug in de Molukkenstraat);

    • de oostelijke rooilijn van de Molukkenstraat;

    • de spoorweg Amsterdam CS – Diemen;

    • het midden van de ringweg A10;

    • het midden van de Radioweg (fietspad);

    • het midden van de Molenwatering (deels parallel aan het Middenmeerpad lopend water);

    • het midden van de Middenweg;

    • het midden van de A-10;

    • het midden van de Weespertrekvaart;

    • de monding van de Weespertrekvaart in de Amstel;

    met uitzondering van het gebied, waarvan de buitengrenzen worden gevormd door:

    • het midden van de Stephensonstraat;

    • een lijn in het verlengde van de George Westinghousestraat, tussen de Stephensonstraat en de Ringdijk;

    • de zuidelijke rooilijn van de Ringdijk;

    • een lijn vanaf de zuidelijke rooilijn van de Ringdijk, tussen de James Wattstraat en de Wibautstraat, tot aan het  Prins Bernhardplein;

    • het midden van de James Wattstraat, waarbij echter het pand James Wattstraat 100 binnen het vergunninggebied valt;

    • het midden van de Eerste Ringdijkstraat.

  • d.

    vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 4 (WM56) waarvan de buitengrenzen worden gevormd door:

    • het midden van de Molenwatering (tussen de Radioweg en de Middenweg);

    • het midden van de Radioweg (fietspad, tussen Molenwatering en Voorlandpad);

    • het midden van het Voorlandpad (tussen Radioweg en Middenweg);

    • het midden van de Middenweg (tussen Voorlandpad en Molenwatering.

  • e.

    vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 5 (WM57), waarvan de buitengrenzen worden gevormd door:

    • het midden van de Amstel (tussen de Weespertrekvaart en de Duivendrechtse Vaart);

    • het midden van de Duivendrechtse Vaart;

    • het midden van de eerste oostelijke zijarm van de Duivendrechtse Vaart;

    • een lijn in het verlengde van de zijarm van de Duivendrechtse Vaart tot aan het metrotracé (waarbij de bebouwing genummerd aan de Spaklerweg binnen dit vergunninggebied valt);

    • het metrotracé Amstelstation – Station RAI, tot aan de brug over de Weespertrekvaart;

    • de monding van de Weespertrekvaart in de Amstel.

  • f.

    vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 6 (WM58), waarvan de buitengrenzen worden gevormd door:

    • het midden van de Amstel (tussen de brug in de Nieuwe Utrechtseweg en de Duivendrechtse Vaart);

    • het midden van de Duivendrechtse Vaart;

    • het midden van de eerste oostelijke zijarm van de Duivendrechtse Vaart;

    • een lijn in het verlengde van de zijarm van de Duivendrechtse Vaart tot aan het metrotracé (waarbij de bebouwing genummerd aan de Daniël Goedkoopstraat binnen dit vergunninggebied valt);

    • het metrotracé Amstelstation – Station RAI;

    • de grens met de gemeente Ouder-Amstel;

    • de Nieuwe Utrechtseweg.

  • g.

    vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 7 (WM53), waarvan de buitengrenzen worden gevormd door:

    • het midden van de Weespertrekvaart;

    • het midden van de Gooiseweg;

    • de grens met de gemeente Ouder-Amstel;

    • de spoorlijn Amsterdam Amstel – Amsterdam Bijlmer – Utrecht.

  • h.

    vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 8 (WM59), waarvan de buitengrenzen worden gevormd door:

    • de spoorlijn Amsterdam CS – Diemen (tussen de A10 en de Molukkenstraat);

    • de oostelijke rooilijn van de Molukkenstraat;

    • het midden van de Ringvaart (tussen de Molukkenstraat en de Westelijke Merwedekanaaldijk);

    • een lijn tussen de Oosterringdijk en de Westelijke Merwedekanaaldijk (tussen de Ringvaart en de Ringweg A10);

    • het midden van de Ringweg A10.

Artikel 3 Deelvergunninggebieden

Binnen het stadsdeel zijn geen deelvergunninggebieden aangewezen.

Artikel 4 Vergunningenplafond per vergunninggebied

1. Het vergunningenplafond voor bewonersvergunningen en bedrijfsvergunningen gezamenlijk bedraagt:

voor vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 1 (SO35): 4.400 vergunningen; voor vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 2 (SO36): 4.400 vergunningen; voor vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 3 (WM55): 11.300 vergunningen; voor vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 4 (WM56): 0 vergunningen; voor vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 5 (WM57): nader vast te stellen; voor vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 6 (WM58): nader vast te stellen; voor vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 7 (WM53): nader vast te stellen; voor vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 8 (WM59): 0 vergunningen.

2a. Het vergunningenplafond dan wel het milieuparkeervergunningenplafond wordt bij een aanvraag van een bewonersvergunning door een bewoner, die op grond van artikel 34, lid 4. van de Parkeerverordening 2009 recht heeft op een bewonersvergunning, dan wel een milieuparkeervergunning voor bewoners, met één verhoogd;

b. Na verlening van een bewonersvergunning, dan wel een milieuparkeervergunning voor bewoners, met gebruikmaking van onderdeel a. van dit lid, wordt het vergunningenplafond dan wel het milieuparkeervergunningenplafond terstond met één verlaagd tot het oorspronkelijke niveau, zoals genoemd in her eerste lid;

c. De onderdelen a. en b. van dit lid zijn niet van toepassing op een vergunninggebied, waar het vergunningenplafond krachtens het eerste lid op 0 (nul) is vastgesteld, dan wel krachtens artikel 8, lid 1 c. van dit besluit geen bewonersvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bewoners worden verleend.

Artikel 5 Milieuparkeervergunningenplafond per vergunninggebied

Het milieuparkeervergunningenplafond per vergunninggebied wordt door het dagelijks bestuur bij afzonderlijk besluit vastgesteld, zodra de eisen waaraan een motorvoertuig moet voldoen om voor een milieuparkeervergunning in aanmerking te komen, zijn vastgesteld.

Artikel 6 (Blok)tijden betaald parkeren

Binnen het stadsdeel wordt parkeerbelasting geheven gedurende de volgende (blok)tijden:

  • a.

    in het gebied, overeenkomende met het vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 1 (SO35): maandag tot en met zaterdag van 9.00 uur tot 24.00 uur;

  • b.

    in het gebied, overeenkomende met de vergunninggebieden Oost-Watergraafsmeer 5 (WM57), Oost-Watergraafsmeer 6 (WM58) en Oost-Watergraafsmeer 7 (WM53):

    maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 19.00 uur.

  • c.

    in het gebied, overeenkomende met de niet onder a. of b. genoemde vergunninggebieden, benevens in de volgende twee gebieden:

    - het gebied begrensd door de Fronemanstraat, de Polderweg, de spoorlijn Amsterdam Muiderpoort – Diemen en de Ringvaart;

    - het gebied dat in artikel 2 c. van dit besluit is uitgezonderd van het vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 3 (WM55): maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 21.00 uur.

Artikel 7 Overloopgebieden

Binnen het stadsdeel is geen vergunninggebied als overloopgebied aangewezen.

Artikel 8 Aantal te verlenen bewonersvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bewoners

1. Het aantal te verlenen bewonersvergunningen bedraagt per zelfstandige woning maximaal:

  • a.

    in de vergunninggebieden Oost-Watergraafsmeer 1 (SO35) en Oost-Watergraafsmeer 2 (SO36): één bewonersvergunning, dan wel één milieuparkeervergunning voor bewoners;

  • b.

    in het vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 3 (WM55): twee bewonersvergunningen, dan wel twee milieuparkeervergunningen voor bewoners, dan wel één bewonersvergunning en één milieuparkeervergunning voor bewoners;

  • c.

    in de vergunninggebieden Oost-Watergraafsmeer 4 (WM56) en Oost-Watergraafsmeer 8 (WM59) worden geen bewonersvergunningen en geen milieuparkeervergunningen voor bewoners verleend.

2. Het maximaal aantal per zelfstandige woning te verlenen bewonersvergunningen, dan wel milieuparkeervergunningen voor bewoners in de vergunninggebieden Oost-Watergraafsmeer 5 (WM57), Oost-Watergraafsmeer 6 (WM58) en Oost-Watergraafsmeer 7 (WM53) wordt door het dagelijks bestuur bij afzonderlijk besluit vastgesteld.

3. Indien in een vergunninggebied twee bewonersvergunningen, dan wel twee milieuparkeervergunningen voor bewoners, dan wel één bewonersvergunning en één milieuparkeervergunning voor bewoners mogelijk zijn, moet het bij het verlenen van twee vergunningen op één adres altijd om twee verschillende personen, woonachtig op dat adres, en om twee afzonderlijke motorvoertuigen gaan.

4. In afwijking van het eerste lid onder b. wordt in het vergunninggebied Oost-Watergraafsmeer 3 (WM55) per zelfstandige woning geen tweede bewonersvergunning verleend indien het vergunningplafond in dat vergunninggebied is bereikt.

5. In afwijking van het eerste lid onder a. en van het tweede lid kan, zo lang het vergunningenplafond van het desbetreffende vergunninggebied niet is bereikt, op verzoek een tweede bewonersvergunning, dan wel een tweede milieuparkeervergunning voor bewoners worden verleend aan degene aan wie door zijn werkgever een bedrijfsvoertuig op grijs kenteken ter beschikking is gesteld, uitsluitend voor de uitoefening van zijn beroep, ten behoeve van dat voertuig. Met een bedrijfsvoertuig op grijs kenteken worden gelijkgesteld personenbusjes die in opdracht worden gebruikt voor het vervoer van scholieren en van ouderen.

6. Het aantal te verlenen bewonersvergunningen per zelfstandige woning wordt verminderd met het aantal op hetzelfde adres verleende milieuparkeervergunningen voor bewoners.

7. Het aantal te verlenen bewonersvergunningen per zelfstandige woning wordt verminderd met het aantal op hetzelfde adres verleende bedrijfsvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bedrijven.

8. Het aantal te verlenen milieuparkeervergunningen voor bewoners per zelfstandige woning wordt verminderd met het aantal op hetzelfde adres verleende bewonersvergunningen.

9. Het aantal te verlenen milieuparkeervergunningen voor bewoners per zelfstandige woning wordt verminderd met het aantal op hetzelfde adres verleende bedrijfsvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bedrijven.

Artikel 9 Aantal te verlenen bedrijfsvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bedrijven

1. a. Het aantal te verlenen bedrijfsvergunningen, dan wel milieuparkeervergunningen voor bedrijven bedraagt in de vergunninggebieden Oost-Watergraafsmeer 1 (SO35), Oost-Watergraafsmeer 2 (SO36) en Oost-Watergraafsmeer 3 (WM55) per bedrijf maximaal één per tien werknemers;

b. Het maximaal aantal te verlenen bedrijfsvergunningen, dan wel milieuparkeervergunningen voor bedrijven in de vergunninggebieden Oost-Watergraafsmeer 5 (WM57), Oost-Watergraafsmeer 6 (WM58) en Oost-Watergraafsmeer 7 (WM53), alsmede de verdeling daarvan over de bedrijven, wordt door het dagelijks bestuur bij afzonderlijk besluit vastgesteld, waarbij in dat besluit de leden 2 t/m 5 buiten beschouwing gelaten kunnen worden.

c. in de vergunninggebieden Oost-Watergraafsmeer 4 (WM56) en Oost-Watergraafsmeer 8 (WM59) worden geen bedrijfsvergunningen en geen milieuparkeervergunningen voor bedrijven verleend.

2. Het aantal op basis van dit artikel te verlenen bedrijfsvergunningen wordt verminderd met het aantal verleende bedrijfsvergunningen op code, het aantal verleende hulpverlenervergunningen en het aantal verleende milieuparkeervergunningen voor bedrijven.

3. Het aantal op basis van dit artikel te verlenen milieuparkeervergunningen voor bedrijven wordt verminderd met het aantal verleende bedrijfsvergunningen, het aantal verleende bedrijfsvergunningen op code en het aantal verleende hulpverlenervergunningen.

4. Aan een bedrijf met vijftien of minder werknemers in dienstverband kunnen additioneel maximaal drie bedrijfsvergunningen, dan wel milieuparkeervergunningen voor bedrijven worden verleend, indien het bedrijfswagens met een grijs kenteken betreft.

5. Het aantal per bedrijf te verlenen bedrijfsvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bedrijven wordt verminderd met het aantal op hetzelfde adres verleende bewonersvergunningen en milieuparkeervergunningen voor bewoners.

Artikel 10 Sportverenigingsvergunningen

Het aantal te verlenen sportverenigingsvergunningen per sportorganisatie is afhankelijk van het aantal leden zoals genoemd in het tweede lid van artikel 13 van de Verordening en wordt niet beperkt op basis van het derde lid van artikel 13 van de Verordening.

Artikel 11 De volkstuinvergunning

1. Het dagelijks bestuur verleent een volkstuinvergunning aan een rechtspersoon die blijkens zijn statuten tot doel heeft een volkstuincomplex te beheren en tevens ook over een volkstuincomplex beschikt in een vergunninggebied.

2. Het aantal te verlenen volkstuinvergunningen bedraagt per volkstuincomplex maximaal één per drie percelen.

Artikel 12 De maatschappelijke vergunning

1. Het dagelijks bestuur verleent een maatschappelijke vergunning aan een onderwijsinstelling behorende tot het basisonderwijs dan wel behorende tot het voortgezet onderwijs.

2. Het aantal te verlenen maatschappelijke vergunningen bedraagt per onderwijsinstelling maximaal het aantal op basis van artikel 10 van de Verordening te verlenen bedrijfsvergunningen aan de onderwijsinstelling.

Artikel 13 Vergunningen op code

Op verzoek van de aanvrager wordt, in plaats van op kenteken, op code verleend:

  • a.

    de hulpverlenersvergunning als bedoeld in artikel 15 van de verordening;

  • b.

    de bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 10 van de verordening, indien voldaan is aan het eerste lid onder a of b van artikel 11 van de verordening;

  • c.

    de milieuparkeervergunning voor bedrijven als bedoeld in artikel 17 van de verordening, indien is voldaan aan het eerste lid onder a of b van artikel 18 van de verordening;

  • d.

    de sportverenigingvergunning, als bedoeld in artikel 13 van de verordening;

  • e.

    de volkstuinvergunning als bedoeld in artikel 14 van de verordening;

  • f.

    de maatschappelijke vergunning, als bedoeld in artikel 19 van de verordening;

  • g.

    de autodeelvergunning als bedoeld in artikel 20 van de verordening;

  • h.

    de belanghebbendenvergunning, als bedoeld in artikel 25 van de verordening.

Artikel 14 Bedrijfsvergunning ambulante handelaar

1. Aan de houder van een motorvoertuig, die een standplaats inneemt op de Dappermarkt, wordt op verzoek één bedrijfsvergunning, dan wel een milieuparkeervergunning voor bedrijven, geldig voor het vergunninggebied waarin de markt gehouden wordt, verleend, indien:

  • a.

    de aanvrager in het bezit is van een vaste plaats vergunning voor de Dappermarkt; of:

  • b.

    de aanvrager in het bezit is van een voorkeurskaart voor de Dappermarkt; of:

  • c.

    de aanvrager sollicitant is voor een plaats op de Dappermarkt en uit de gegevens van de marktmeester blijkt dat hij in de voorafgaande zes maanden in de regel drie dagen per week of meer een standplaats op de Dappermarkt inneemt.

2. Voor het parkeren achter de kraam is geen vergunning vereist, mits het voertuig, de wijze en het tijdstip van parkeren voldoen aan het daaromtrent in het Beheerreglement Dappermarkt gestelde.

3. Aan de houder van een motorvoertuig, die een standplaats buiten de markt inneemt, wordt op verzoek één bedrijfsvergunning, geldig voor het vergunninggebied waarbinnen de standplaats zich bevindt, verleend, indien de aanvrager in het bezit is van een vergunning voor een standplaats buiten de markt.

Artikel 15 Beperking geldigheid parkeervergunningen

Een bewonersvergunning, een bedrijfsvergunning, een sportverenigingsvergunning, een volkstuinvergunning, een maatschappelijke vergunning, een milieuparkeervergunning voor bewoners, een milieuparkeervergunning voor bedrijven, een autodeelvergunning en een mantelzorgvergunning zijn niet geldig in de volgende gebieden, gedurende de volgende tijden:

  • a.

    op de parkeerplaatsen in de Eerste Oosterparkstraat, voor zover gelegen tussen de Wibautstraat en de kruising Oosterpark – Beukenweg, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur, en op donderdag bovendien tussen 18.00 uur en 21.00 uur;

  • b.

    op de parkeerplaatsen in de Eerste Van Swindenstraat, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur, en op donderdag bovendien tussen 18.00 uur en 21.00 uur;

  • c.

    op de parkeerplaatsen in de Linnaeusstraat tussen de Wijttenbachstraat/Oosterpark en de brug over de Ringvaart, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur, en op donderdag bovendien tussen 18.00 uur en 21.00 uur;

  • d.

    op de parkeerplaatsen op de Middenweg tussen de brug over de Ringvaart en de Kamerlingh Onneslaan/Hogeweg, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur, en op donderdag bovendien tussen 18.00 uur en 21.00 uur;

  • e.

    op de parkeerplaatsen langs de Radioweg tussen de Kruislaan en het Middenmeerpad, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 21.00 uur;

  • f.

    op de parkeerplaatsen op het parkeerterrein op de hoek Kruislaan/Radioweg, voor zover het de parkeerplaatsen aan de zuidoostzijde (de kant van de Jaap Edenhal) betreft, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 21.00 uur;

  • g.

    op het parkeerterrein en de parkeerplaatsen gelegen langs het Voorlandpad, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 21.00 uur.

Artikel 16 Parkeerduurbeperking

Binnen het stadsdeel geldt een parkeerduurbeperking als bedoeld in artikel 31 van de verordening, in de volgende gebieden, gedurende de volgende tijden:

  • a.

    een parkeerduur van maximaal 1 uur op de parkeerplaatsen in de Eerste Oosterparkstraat, voor zover gelegen tussen de Wibautstraat en de kruising Oosterpark – Beukenweg,van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur, en op donderdag bovendien tussen 18.00 uur en 21.00 uur;

  • b.

    een parkeerduur van maximaal 1 uur op de parkeerplaatsen in de Eerste Van Swindenstraat, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur, en op donderdag bovendien tussen 18.00 uur en 21.00 uur;

  • c.

    een parkeerduur van maximaal 1 uur op de parkeerplaatsen in de Linnaeusstraat tussen de Wijttenbachstraat/Oosterpark en de brug over de Ringvaart, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur, en op donderdag bovendien tussen 18.00 uur en 21.00 uur;

  • d.

    een parkeerduur van maximaal 1 uur op de parkeerplaatsen op de Middenweg tussen de brug over de Ringvaart en de Kamerlingh Onneslaan/Hogeweg, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur, en op donderdag bovendien tussen 18.00 uur en 21.00 uur;

  • e.

    een parkeerduur van maximaal 4 uren op de parkeerplaatsen langs de Radioweg tussen de Kruislaan en het Middenmeerpad, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 21.00 uur;

  • f.

    een parkeerduur van maximaal 4 uren op de parkeerplaatsen op het parkeerterrein op de hoek Kruislaan/Radioweg, voor zover het de parkeerplaatsen aan de zuidoostzijde (de kant van de Jaap Edenhal) betreft, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 21.00 uur.

  • g.

    een parkeerduur van maximaal 4 uren op het parkeerterrein en de parkeerplaatsen gelegen langs het Voorlandpad, van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 21.00 uur.

Artikel 17 Belanghebbendenparkeerplaatsen en vergunningen

1. Ten aanzien van de categorieën huisartsen en verloskundigen wordt op aanvraag een belanghebbendenparkeerplaats toegekend hetzij in de directe nabijheid van het praktijkadres, hetzij – doch alleen indien een gedeelte van de praktijkvoering plaatsvindt vanaf het huisadres – in de directe nabijheid van het huisadres.

2. De in het eerste lid bedoelde belanghebbendenparkeerplaats wordt niet toegekend, indien de aanvrager kan beschikken over een bij het praktijkadres behorende stallingsplaats, respectievelijk over een bij het huisadres behorende stallingsplaats.

3. De in het eerste lid bedoelde belanghebbendenparkeerplaats wordt niet toegekend, indien aan de aanvrager reeds elders een belanghebbendenparkeerplaats ter beschikking is gesteld, al dan niet binnen het stadsdeel Oost-Watergraafsmeer.

4. Ten aanzien van de categorie autodeelorganisaties bepaalt het dagelijks bestuur, hoeveel belanghebbendenparkeerplaatsen, en op welke locaties gelegen, aan een autodeelorganisatie worden toegekend, en verleent het de daarvoor benodigde belanghebbendenvergunningen.

5. Per belanghebbendenparkeerplaats worden maximaal 3 belanghebbendenvergunningen verleend.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur is bevoegd, in gevallen waarin toepassing van dit uitwerkingsbesluit naar zijn oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van het bepaalde in dit uitwerkingsbesluit.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2009.

Artikel 20 Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als het Uitwerkingsbesluit Parkeerverordening stadsdeel Oost-Watergraafsmeer 2009.