Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Verordening bestuurlijke integriteit: de gedragscode raadsleden stadsdeel Oost/Watergraafsmeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingVerordening bestuurlijke integriteit: de gedragscode raadsleden stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
CiteertitelVerordening bestuurlijke integriteit: de gedragscode raadsleden stadsdeel Oost/Watergraafsmeer
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 15 lid 3

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-10-200301-05-2010nieuwe regeling

 

Stadsdeelkrant, 2009, week 2

''-''

Tekst van de regeling

Verordening bestuurlijke integriteit: de gedragscode raadsleden stadsdeel Oost/Watergraafsmeer

Deel I Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

De raadsleden stellen evenals de leden van bestuur bij hun handelen de betrouwbaarheid van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt zowel intern afgelegd binnen de stadsdeelraad, als ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

Dienstbaarheid

Het handelen van een raadslid is altijd en volledig gericht op zijn taken als raadslid in het belang van het stadsdeel en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van een raadslid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een raadslid wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een raadslid is transparant, opdat optimale verantwoording aan de raad en de burgers van het stadsdeel mogelijk is en dat er volledig inzicht is in het handelen van het raadslid en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een raadslid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een raadslid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst worden.

Deel II Gedragscode bestuurlijke integriteit
1 Algemene bepalingen

1.1 Onder de raad wordt verstaan: de stadsdeelraad Oost/Watergraafsmeer.

1.2 Deze gedragscode geldt voor de leden van de raad alsmede voor de raadsopvolgers, die tevens lid zijn van een raadscommissie, als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.

1.3 Deze verordening geldt, zolang geen separate gedragscode voor de leden van het dagelijks bestuur is vastgesteld, ook voor leden van het dagelijks bestuur. Voor "raadslid" dient in dat geval "lid van het dagelijks bestuur" gelezen te worden.

1.4 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het Presidium;

1.5 De code is openbaar en dus door derden te raadplegen.

1.6 De leden van de raad ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

2.1 Een raadslid maakt in eerste aanleg een eigen afweging rond mogelijke belangenverstrengeling. Bij twijfel wordt het raadslid in staat gesteld zijn afwegingen zelf publiek te maken.

2.2 Een raadslid zal bij aangelegenheden die hem direct of indirect persoonlijk aangaan, of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken, niet aan de beraadslagingen voorafgaande aan de besluitvorming deelnemen.

2.3 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt het raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

2.4 Een raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan het stadsdeel geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

3 Andere functies

3.1 Een raadslid maakt melding van zijn andere functies, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

3.2 Een raadslid onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming als het onderwerpen betreft die verband houden met andere belangen en/of door hem beklede functies dan het lidmaatschap van de raad zoals bedoeld in art. 12 van de Gemeentewet.

4 Informatie

4.1 Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime of vertrouwelijke informatie aan derden.

4.2 Een raadslid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

4.3 Een raadslid maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen vertrouwelijke informatie.

5 Aannemen van geschenken

5.1 Geschenken en giften, die een raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt, worden gemeld bij de griffier. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

5.2 Indien een raadslid eenmalige geschenken of giften ontvangt die een waarde hebben van € 100 of minder, kunnen deze - in afwijking van het bij 5.1 gestelde - worden behouden.

6 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

6.1 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan als dit gebruik extra kosten voor het stadsdeel met zich brengt.

7 Commissie beroep- en bezwaarschriften

7.1 Een raadslid treedt niet op t.b.v. van een beroep- of bezwaarmaker in de commissies voor de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de daaruit voortvloeiende beroeps- dan wel hoger beroepszaken.

8 Meningsuitingen

8.1 Van raadsleden mag worden verwacht dat zij voorkomen dat zij anderen kwetsen met hun wijze van debatteren of hun taalgebruik in woord en geschrift.

9 Uitnodigingen voor lunches, diners, recepties en andere uitjes

9.1 Bij het accepteren van dergelijke uitnodigingen van relaties van het stadsdeel handelen raadsleden immer in het belang van het stadsdeel.

10 Naleving gedragscode

10.1 Raadsleden zijn aanspreekbaar op deze gedragscode.

10.2 De raadsvoorzitter ziet toe op de naleving van de gedragscode.

11 Naam verordening

De verordening kan worden aangehaald als de "Verordening bestuurlijke integriteit: de gedragscode raadsleden stadsdeel Oost/Watergraafsmeer".

11 In werking treding

De verordening treedt in werking met ingang van 7 oktober 2003.