Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Verordening op het Bestuurlijk overleg migrantenorganisaties Stadsdeel Oost- Watergraafsmeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingVerordening op het Bestuurlijk overleg migrantenorganisaties Stadsdeel Oost- Watergraafsmeer
CiteertitelVerordening op het Bestuurlijk overleg migrantenorganisaties
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpCultuur, sport en recreatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-12-201209-04-2013nieuwe regeling

27-12-2012

De Echo, 27 december 2012

326348
16-01-200927-12-2012nieuwe regeling

16-01-2009

Stadsdeelkrant, 2009, week 2

2006/61600

Tekst van de regeling

Verordening

Artikel 1          Begripsbepaling

In deze verordening wordt onder het Bestuurlijk Overleg Migrantenorganisaties, verder aan te duiden als ‘BOMO', verstaan een commissie als bedoeld in artikel 19 van de Verordening op de stadsdelen.

Artikel 2          Taak van het BOMO

Het BOMO heeft tot taak om het stadsdeelbestuur van het stadsdeel gevraagd en ongevraagd te adviseren over aangelegenheden met betrekking tot migranten.

Artikel 3

Samenstelling en benoeming

  • 3.1 In het BOMO hebben zitting:

  • Het dagelijks bestuur van Stadsdeel Oost

  • Stichting Ibno Khaldoun

  • Turks Islamitisch Sociaal Cultureel Centrum

  • Sociaal Cultureel Centrum voor Marokkanen

  • El Itihaad Chora

  • Surinamers Antilianen Nederlanders Oost

  • Stichting Fetih

  • Organisatie Marokkaanse Vrouwen in Amsterdam

  • Dynamo

  • Ouderenadviesraad

  • Amsterdam Centrum Buitenlanders

  • ROC van Amsterdam

  • Politie Amsterdam-Amstelland

  • Stichting Enderun

  • Stichting Ufuk

  • Stichting Al Maarif

  • Stichting Al Fanaar

  • Stchting Witte Tulp

  • Stichting voor Kennis en Sociale Cohesie

  • 3.2 Alle organisaties hebben zitting met maximaal drie leden per organisatie. Leden worden benoemd door de stadsdeelbestuur, op voordracht van de betrokken organisaties. Organisaties die meer dan twee vestigingen in het stadsdeel hebben mogen maximaal vijf leden afvaardigen.

  • 3.3 Ieder lid heeft bij het nemen van beslissingen recht op een stem.

  • 3.4 De leden van het dagelijks bestuur van het stadsdeel, zijn lid van het BOMO.

  • 3.5 Het BOMO heeft de bevoegdheid om maximaal drie personen, op grond van hun deskundigheid bij de stadsdeelraad voor te dragen voor benoeming tot lid.

  • 3.6 Voor de leden, bedoeld onder 3.1. geldt dat zij wonen of werken in het Stadsdeel Oost.

  • 3.7 Wanneer het in het belang is van het BOMO en het stadsdeel kunnen op verzoek van organisaties uitzonderingen worden gemaakt op de bepalingen met betrekking tot het lidmaatschap van het BOMO.

Artikel 4          Zittingsduur en ontslag van de leden

  • 4.1 De leden van het BOMO worden benoemd voor een periode van drie jaar.

  • 4.2 Een aftredend lid kan eenmaal worden herbenoemd.

  • 4.3 Een lid dat ter vervulling van, anders dan gevolge van een periodieke aftreding, een opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, volgens rooster moet aftreden. Daarna is hij nog eenmaal herbenoembaar.

  • 4.4 Een lid kan te allen tijde ontslag nemen en deelt dit schriftelijk mede aan het dagelijks bestuur van de stadsdeel. Het dagelijks bestuur zorgt voor een voordracht tot benoeming van een plaatsvervanger, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.

  • 4.5 Een lid kan alleen door de stadsdeelraad worden ontslagen op voordracht voor de in artikel 3 genoemde instellingen, dan wel op voordracht van het BOMO. Dit ontslag wordt niet verleend dan nadat betrokkene in de gelegenheid is gesteld door het dagelijks bestuur van de stadsdeelraad te worden gehoord.

Artikel 5          De voorzitter

  • 5.1 De vergaderingen van het BOMO bestaat uit en overlegdeel met een voorzitter die bij

    meerderheid van stemmen uit de vergadering wordt gekozen en een adviesdeel waar een

    externe voorzitter voor wordt aangezocht.

    Het BOMO benoemt en ontslaat de voorzitter(s).

  • 5.2. In geval van verhindering of afwezigheid van de voorzitter wordt deze vervangen door een ander lid van het BOMO.

Artikel 6          De secretaris

  • 6.1 Het BOMO wordt door een of meer ambtenaren, door het dagelijks bestuur van de stadsdeelraad

      daartoe aangewezen, als secretaris terzijde gestaan.

  • 6.2 Tot de taak van de secretaris behoort in ieder geval de voorbereiding, verslaglegging en nazorg van de vergaderingen van het BOMO.

Artikel 7          Reglement van orde

(vervallen)

Artikel 8          Vergaderingen

  • 8.1 Het BOMO vergadert tenminste vijf keer per jaar en voorts indien ten minste vijf leden van het BOMO het verlangen hiertoe schriftelijk en onder opgave van redenen kenbaar hebben gemaakt bij de voorzitter. In het laatste geval convoceert de voorzitter een vergadering binnen drie weken na de datum waarop het verzoek haar heeft bereikt.

  • 8.2 De vergadering van het BOMO bestaat uit twee gescheiden delen. Het eerste deel van de vergadering is het z.g. overlegdeel. Dit deel van de vergadering wordt ingevuld met overleg over lopende zaken en wordt voorgezeten door een voorzitter gekozen uit de vergadering bij meerderheid van stemmen. Het tweede deel van de vergadering is het formele adviesdeel. Daar worden de gevraagde en ongevraagde adviezen van BOMO aan de Raad behandeld. Voor dit deel wordt een externe voorzitter aangezocht.

  • 8.3 Besluiten ter vergadering over adviezen worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen.

       Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Stemmen over zaken   

       geschiedt mondeling tenzij een meerderheid der aanwezige leden om schriftelijke stemming heeft 

       verzocht. Stemming over personen geschiedt altijd bij gesloten briefjes.

  • 8.4 De vergaderingen van het BOMO zijn openbaar en worden tijdig aan burgers bekend gemaakt.

  • 8.5 De vergadering wordt belegd door de voorzitter. Deze draagt er zorg voor dat ieder lid in de regel tenminste zeven dagen voor het houden van een vergadering hiertoe schriftelijk en onder meezending van de agenda en stukken, wordt opgeroepen.

  • 8.6 Agenda en stukken voor de vergadering worden bij de secretaris ter visie gelegd.

  • 8.7 Ieder lid tekent voor hij aan de vergadering deelneemt de presentielijst. Aan het einde van de

       vergadering wordt deze lijst door de secretaris afgesloten en getekend.

  • 8.7 De vergadering wordt niet gehouden indien, blijkens de presentielijst:

  • Niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen of:

  • Niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende migrantenorganisaties is opgekomen.

  • 8.8 Wanneer het in artikel 8.7 vereiste aantal leden niet is opgekomen kan de voorzitter, met een

      tussentijd van tenminste 24 uur, een nieuwe vergadering beleggen. Deze vergadering vindt

      doorgang, ook als niet aan artikel 8.7 wordt voldaan.

  • 8.9 Van het besprokene in een vergadering wordt door de secretaris een verslag gemaakt. Dit verslag

      wordt zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering aan de orde gesteld en vastgesteld.

Artikel 9          Vervanging

  • 9.1 In geval van ziekte of afwezigheid kan een lid zich laten vervangen door een andere

       vertegenwoordiger van de organisatie, namens welke hij in het BOMO zitting heeft.

  • 9.2 De vervanger moet zijn voorzien van schriftelijke machtigingen van het lid en van de betreffende

      organisatie, en deze machtigingen voor aanvang der vergadering aan de secretaris ter hand  

      hebben gesteld.

Artikel 10         Werkgroepen en commissies

10.1  Het BOMO kan werkgroepen en commissies uit zijn midden benoemen.

  • 10.2 Het BOMO kan in werkgroepen en commissie tevens personen benoemen die geen lid zijn van

         het BOMO.

Artikel 11         Verslaglegging

Het BOMO brengt jaarlijks ten behoeve van de stadsdeelraad, verslag uit over zijn werkzaamheden over het voorafgaande kalenderjaar. In dit verslag wordt melding gemaakt van de in de vergaderingen behandelde onderwerpen en van de uitgebrachte adviezen.

Artikel 12         Adviesaanvragen en adviesbevoegdheid

Het BOMO brengt advies uit over zaken die tot zijn in artikel 2 omschreven taak kunnen worden gerekend en waarover het dagelijks bestuur van het stadsdeel zijn advies heeft gevraagd. Indien wordt besloten advies uit te brengen geschiedt zulks binnen drie maanden. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel is bevoegd om in de adviesaanvraag een afwijkende termijn te vermelden.

Indien het BOMO besluit een gevraagd advies niet uit te brengen geeft het van dit besluit onverwijld kennis aan het dagelijks bestuur van het stadsdeel, onder vermelding van zijn beweegredenen.

Het BOMO is bevoegd uit eigener beweging advies uit te brengen aan het stadsdeel. Indien het BOMO gepubliceerde voorstellen van het stadsdeelbestuur onder zijn aandacht krijgt waarover geen adviesaanvraag is ontvangen, maar waarover het niettemin wenst te adviseren, geeft het hiervan terstond kennis aan het dagelijks bestuur van het stadsdeel. Het advies dient in dat geval binnen drie maanden na bedoelde kennisgeving te worden uitgebracht, tenzij door het dagelijks bestuur van het stadsdeel anders wordt gevraagd.

Het BOMO adviseert uitsluitend aan de stadsdeelraad en zendt zijn adviezen aan het dagelijks bestuur van de stadsdeelraad. Indien de stadsdeelraad afwijkt van een door het BOMO uitgebrachte advies, dan wel besluit zulk een advies niet uit te voeren, stelt het dagelijks bestuur van de stadsdeelraad het BOMO hiervan onverwijld op de hoogte, onder mededeling van de beweegredenen.

Artikel 13         Deskundigen

Het BOMO is bevoegd deskundigen in zijn algemene, commissie- en werkgroepvergaderingen uit te nodigen voor het geven van een toelichting op te behandelen onderwerpen op speciaal vakgebied. De kosten van deze deskundigen kunnen uitsluitend worden vergoed, nadat tevoren daartoe toestemming is verleend door het dagelijks bestuur van het stadsdeel en zullen binnen de betreffende begrotingspost moeten vallen.

Artikel 14         Presentiegelden en bureaukosten

  • 14.1 Voor de werkzaamheden van het BOMO kan een door het dagelijks bestuur van het stadsdeel nader vast te stellen vergoeding worden toegekend aan de leden. Dit geldt alleen voor die leden die niet vanuit een betaalde functie zitting hebben in het overleg.

  • 14.2 De kosten van materiele voorzieningen en onkosten van het BOMO worden jaarlijks in de begroting van het stadsdeel opgenomen.

  • 14.3 Onder materiële voorzieningen worden verstaan: vergaderruimte en vergoeding voor administratieve ondersteuning. Onder onkosten worden verstaan: ten behoeve van de BOMO gemaakte vervoers- en telefoonkosten etc.

Artikel 15         Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op het Bestuurlijk overleg migrantenorganisaties.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1  Begripsbepaling

Artikel 19 van de Verordening op de stadsdelen geeft de deelraad de bevoegdheid commissies in te stellen. Om het BOMO de gewenste publieksrechtelijke status te geven dient dit artikel te worden toegepast.

Artikel 2  Taak

Gekozen is voor de meest ruime taakomschrijving.

Artikel 3  Samenstelling en benoeming

Gekozen is voor een opzet waarbij alle in het stadsdeel actieve migrantenorganisaties zitting krijgen in het BOMO, allen met een gelijk stemrecht. Voorgesteld wordt om aan het lidmaatschap, namens een migrantenorganisaties de eis te verbinden dat men woont of werkt binnen het stadsdeel. Hierbij wordt aangetekend dat vrijwilligers werk voor zelforganisaties ook beschouwd wordt als zijnde werk.

Artikel 4  Zittingsduur

Uitgangspunt is dat het lidmaatschap voor een bepaalde termijn dient te gelden. Daarnaast moet worden gestreefd naar zoveel mogelijk continuïteit en naar zoveel mogelijk kennis en ervaring onder de leden. Daarom wordt voorgesteld om de ledenvoor drie jaar te benoemen en om jaarlijks een derde van de leden te laten aftreden. Dit betekent dat van degenen die na vaststelling van de verordening als eersten zitting nemen, na een jaar reeds een derde aftreedt, na twee jaar weer een derde en na drie jaar het laatste deel. Ieder lid is na zijn aftreden een keer opnieuw benoembaar, altijd voor een periode van drie jaar. Ook indien, na het aftreden van een lid, een ander diens plaats gaat innemen, duurt het lidmaatschap in principe altijd drie jaar ( met de mogelijkheid tot herbenoeming).

Verder wordt voorgesteld om, indien een lid tussentijds ontslag neemt of indien er sprake is van een ontslag als omschreven in artikel 4.5 ( d.w.z. tussentijds en niet op eigen initiatief) diens opvolger te laten aftreden op het tijdstip waarop degene wiens plaats hij inneemt, normaliter zou zijn afgetreden.

Dit teneinde de situatie dat ieder jaar een derde deel van de leden aftreedt, consequent te handhaven. Ook een lid tussentijds een opengevallen plaats inneemt kan een keer voor drie jaar opnieuw worden benoemd.

Met betrekking tot een onvrijwillig tussentijds ontslag (als bedoel in artikel 4.5) wordt het volgende opgemerkt: Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen ontslag op voorstel van de organisatie, welke door het lid wordt vertegenwoordigd en ontslag op voorstel van het BOMO. In principe dient ieder organisatie vrij te zijn om zijn vertegenwoordiger in het BOMO te allen tijde te laten ontslaan. Het uitgaanspunt dat eenmaal benoemd lid ingeacht zou worden gedurende drie jaar over ‘vrij mandaat' te beschikken lijkt niet juist. Het zijn de organisaties die in het BOMO worden vertegenwoordigd. Het lid spreekt namens de organisatie en uitgangspunt is dat hij aan zijn organisatie verantwoording schuldig is. Een ontslag op verzoek van de organisatie zal in principe dan ook altijd moeten worden verleend.

Een ontslagvoorstel van het BOMO kan in principe alleen in behandeling worden genomen indien het is gebaseerd op het ‘technische' functioneren van het lid. Gedacht moet daarbij worden aan herhaaldelijk zonder opgaaf van redenen de vergaderingen niet bijwonen, herhaaldelijk overtreden van het reglement van orde etc. of aan handelen in strijd met de openbare orde.

Dit betekent dat inhoudelijke opvattingen geen aanleiding kunnen zijn voor een ontslagvoorstel van het BOMO. Verder verdient het aanbeveling dat het BOMO, alvorens een voorstel te doen tot ontslag van een lid, eerst overleg voert met de betrokken organisatie en de organisatie eerst in de gelegenheid stelt om zelf een voorstel tot ontslag te doen.

Artikel  8  Vergaderingen

In dit artikel wordt een aantal basisvoorwaarden voor een democratisch goede gang van zaken voorgesteld, zoals een minimum aantal vergaderingen, het openbare karakter van de vergaderingen en het besloten karakter van de vergaderingen van commissies en werkgroepen, de wijze van stemmen, presentielijst, wijze van convoceren, quorum en verslaglegging.

Het aantal vergaderingen is bepaald op een wijze zoals bij vertegenwoordigende organen gebruikelijk: een minimum aantal en een mogelijkheid voor de leden om extra vergaderingen te vragen.

Het ligt voor de hand dat dit in de praktijk zal worden ingevuld door het periodiek opstellen van een vergaderschema en dit vast te laten stellen in de plenaire vergadering.

De quorumbepaling is zodanig geformuleerd dat in iedere BOMO vergadering de vertegenwoordigers van de migrantenorganisaties de meerderheid van de stemmen vormen (afgezien van eventuele ‘ledendeskundigen', maar hun benoeming is verantwoordelijkheid van het BOMO zelf). De regel is logisch in verband met de taak van het BOMO.

Artikel  9  Vervanging

In het voorstel is gekozen voor vervanging door een andere vertegenwoordiger van de betreffende organisatie. Dat kan iedereen zijn, mits deze persoon zowel door het afwezige lid als door de betreffende organisatie is gemachtigd.

Alternatief zou zijn om ieder lid door de deelraad tevens een plaatsvervangend lid te laten benoemen.

Nadeel is dat ieder lid slechts door één andere persoon kan worden vervangen. Verder bestaat dan de kans dat plaatvervangende leden in de praktijk als gewoon lid gaan functioneren.

Artikel  10  Werkgroepen en commissies

Binnen het instituut als BOMO kan de behoefte bestaan om, alvorens te adviseren over ingewikkelde zaken met veel verschillende aspecten, eerst alles heel goed te bestuderen op een wijze, waarvoor de plenaire vergaderingen zicht niet goed leent. Het vormen van een commissie, die vervolgens advies aan het BOMO uitbrengt is dan een nuttige, veel toegepaste werkwijze.

Artikel  11  Verslaglegging

Voorgesteld wordt om het BOMO op te dragen om jaarlijks een verslag van zijn werkzaamheden in te dienen bij de raad.

Artikel  12  Advies

In dit artikel is de adviestaak van het BOMO uitgewerkt.