Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Inspraakverordening Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingInspraakverordening Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer
CiteertitelInspraakverordening Stadsdeel-Oost Watergraafsmeer
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 150, lid 1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-200805-05-2010nieuwe regeling

 

Het Amsterdams Stadsblad, 2008, week 4

"-"

Tekst van de regeling

Inspraakverordening Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van stadsdeelbeleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid het vaststellen van een besluit van algemene strekking daaronder begrepen- met betrekking tot een aangelegenheid die behoort tot de huishouding van de gemeente;

  • d.

    Besluit van algemene strekking: een algemeen verbindend voorschrift dan wel een uitvoeringsbesluit, niet zijde een beschikking als bedoeld in artikel 1:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuurrecht;

  • e.

    Bestuurorgaan: het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost/Watergraafsmeer, stadsdeelvoorzitter of de deelraad van Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

1. Elk bestuursorgaan verleent inspraak met betrekking tot een beleidsvoornemen.

2. Geen inspraak wordt verleend:

  • a.

    ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen, dan wel uitsluitend of hoofdzakelijk om juridisch-technische dan wel redactionele redenen wordt genomen;

  • b.

    indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

  • c.

    indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

  • d.

    inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

  • e.

    Indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht; of wanneer het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van een snelle besluitvorming of uitvoering of wanneer andere gewichtige en/of dringende reden tot uitzondering nopen;

  • f.

    in geval van een zwaarwegend te beschermen algemeen belang.

  • g.

    indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van het stadsdeelbestuur voor kwetsbare groepen in de samenleving;

  • h.

    ten aanzien van besluiten op grond van de Wet ruimtelijke ordening, waarop de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing is;

  • i.

    ten aanzien van ontheffingen op grond van de Wet geluidhinder.

  • j.

    het een besluit betreft dat uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op interne of organisatorische aangelegenheden van het stadsdeel;

  • k.

    het een besluit betreft dat rechtstreeks voortvloeit uit een besluit waarover inspraak heeft plaatsgevonden.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

1. Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

2. Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 5 Eindverslag

1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

2. Het eindverslag bevat in elk geval:

  • a.

    een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

  • b.

    een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

  • c.

    een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

3. De stadsdeelvoorzitter vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

4. Het eindverslag wordt toegezonden aan degenen die hebben ingesproken en wordt gepubliceerd op de webside van het stadsdeel en in het stadsblad.

5. indien het aantal insprekers omvangrijk (>10) is, kan van toezending worden afgezien en wordt volstaan met publicatie op de webside van het stadsdeel en in het Stadsblad.

Artikel 6 Klachtprocedure

1. Ten aanzien van de wijze waarop aan deze verordening in een specifiek geval uitvoering is gegeven - met uitzondering van besluiten om geen inspraak te verlenen - alsmede van de wijze waarop een inspraakprocedure heeft plaatsgevonden, kan een belanghebbende een klacht indienen bij het bestuursorgaan. Een klacht wordt behandeld met inachtneming van hoofdstuk 9 van de Awb.

2. Indien een klager niet tevreden is over de behandeling van zijn klacht, kan hij zich wenden tot de Gemeentelijke Ombudsman. De Verordening gemeentelijke ombudsman is in dat geval van toepassing.

Artikel 7 Intrekking oude verordening

De Inspraakverordening, vastgesteld op 2 juni 1998 en laatstelijk gewijzigd op 8 mei 2000, wordt ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van haar bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer.