Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

De verordening op het recht van burgerinitiatief stadsdeel Zeeburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingDe verordening op het recht van burgerinitiatief stadsdeel Zeeburg
CiteertitelVerordening Burgerinitiatief Stadsdeel Zeeburg
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-07-200727-07-2011Ingetrokken

 

Amsterdams Stadsblad, 2011, week 29, 27 juli 2011

229778
01-04-200411-07-2007nieuwe regeling

 

Zeeburgjournaal, 2004, 14

2004/5212

Tekst van de regeling

Verordening

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.

Artikel 2

De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

Ongeldig is het verzoek dat:

a. niet wordt ondersteund door ten minste 30 initiatiefgerechtigden;

b. een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of;

c. niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad alsmede ingezetenen van het stadsdeel van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de raad.

2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

3. Initiatiefgerechtigd zijn voorts de natuurlijke of rechtspersonen die een bedrijf uitoefenen gevestigd in het Stadsdeel Zeeburg, dan wel rechtspersonen die een andere maatschappelijke activiteit in het stadsdeel uitoefenen.

Voor het uitoefenen van dit recht zijn de bepalingen van artikel 2 van toepassing.

Artikel 4

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

b. een vraag over het gemeentelijk beleid;

c. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

d. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of;

e. een onderwerp waarover in de huidige raadsperiode dwaarin indiening van het voorsteln plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.

Artikel 5

1. Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

2. Het verzoek bevat ten minste:

a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

b. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en;

d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

1. Voordat een burgerinitiatiefvoorstel wordt voorgelegd aan de raad, onderzoekt het presidium binnen vier weken of het in strijd is met artikel 4.

2. Indien het presidium het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, dus als het geen raadsdbevoegdheid betreft, stuurt de raadsvoorzitter het voorstel doorzenden aan het Dagelijks Bestuur.

3. Indien het presidium het verzoek toewijst, dan zendt de voorstiter het burgerinitiatief voorstel naar het Dagelijks Bestuur voor een preadvies. Tevens wordt het burgerinitiatief geagendeerd voor de eerstvolgende vergadering.

4. De griffier nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

5. Vervolgens formuleert het dagelijks bestuur het definitieve raadsvoorstel en legt dat in de eerstvolgende maand voor aan de commissie en de raad.

6. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in het Amsterdams Stadsblad en op www.zeeburg.nl.

7. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.

Artikel 7

De stadsdeelvoorzitter brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Burgerinitiatief stadsdeel Zeeburg en treedt in werking op de dag na haar bekendmaking.