Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Gedragscode raadsleden stadsdeel Zeeburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingGedragscode raadsleden stadsdeel Zeeburg
CiteertitelGedragscode raadsleden Stadsdeel Zeeburg
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 15 lid 3

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-200301-05-2010nieuwe regeling

 

-

2003/9488

Tekst van de regeling

Gedragscode

Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen.

Verantwoording wordt intern afgelegd aan de stadsdeelraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie raadsleden hun functie vervullen. De belangen van burgers en in het verlengde daarvan die van het stadsdeel, zijn het primaire richtsnoer.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

Dienstbaarheid

Het handelen van een raadslid is altijd en volledig gericht op het belang van de burgers.

Functionaliteit

Het handelen van een raadslid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij/zij vervult in de stadsdeelraad.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een raadslid wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een raadslid is transparant.

Zorgvuldigheid

Het handelen een raadslid is zodanig, dat alle organisaties en burgers met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen zijn toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Artikel 1 Algemene bepalingen

1. Onder raadslid wordt verstaan: de leden van de stadsdeelraad en de duo-raadsleden.

2. In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in de stadsdeelraad.

3. De code is openbaar en door derden te raadplegen.

4. De leden van de stadsdeelraad en de duo-raadsleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

1. Een raadslid doet opgave  van zijn/haar financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee het stadsdeel zakelijke betrekkingen onderhoudt voorzover dat belang groter is dan 5% van het aandelenkapitaal of het raadslid in het bestuur van de onderneming of organisatie zit dan wel op het beleid van die onderneming of organisatie een overwegende invloed kan uitoefenen. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

2. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt het raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

3. Een oud-raadslid wordt het eerste jaar na beëindiging van zijn/haar ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor het stadsdeel.

4. Een raadslid die familiebetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met de aanbieder van diensten aan het stadsdeel, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

5. Een raadslid neemt van een aanbieder of potentiële aanbieder van diensten aan het stadsdeel geen faciliteiten of diensten aan voorzover die op jaarbasis geen grotere waarde vertegenwoordigen dan € 45,00.

Artikel 3 Nevenfuncties

1. Een raadslid maakt melding van al zijn/haar nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

2. De kosten die een raadslid maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden niet vergoed door het stadsdeel.

Artikel 4 Informatie

1. Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar raadslidmaatschap beschikt. Hij/zij verstrekt geen geheime informatie.

2. Een raadslid maakt niet ten eigen bate of van zijn/haar persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het raadslidmaatschap verkregen informatie.

Artikel 5 Aannemen van geschenken

1. Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn/haar functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd. Voor zover dat mogelijk is. Worden geschenken en giften geretourneerd aan de afzender, anders wordt er een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

2. Indien een raadslid geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan € 45,00 vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd.

Artikel 6 Bestuurlijke uitgaven

1. Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

2. Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

- met de uitgave is het belang van het stadsdeel gediend, en;

- de uitgave vloeit voort uit de functie.

Artikel 7 Declaraties

1. Het raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

2. Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

3. Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

4. Gemaakte kosten worden binnen twee maanden gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voorzover mogelijk binnen twee maanden afgerekend.

5. De griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van raadsleden worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar.

6. In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de voorzitter van de stadsdeelraad.

Artikel 8 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

Artikel 9 Slotbepalingen

1. De gedragscode kan worden aangehaald als: Gedragscode raadsleden Stadsdeel Zeeburg.

2. De gedragscode treeft in werking op 1 juli 2003.