| Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Oost |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening op de Ouderenadviesraad Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer |
| Citeertitel | Verordening op de Ouderenadviesraad Oost/ Watergraafsmeer |
| Vastgesteld door | deelraad |
| Onderwerp | |
| Eigen onderwerp |
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 15-11-2001 | 05-04-2012 | Ingetrokken |
| 270441 |
De Ouderenadviesraad Oost/Watergraafsmeer, hierna te noemen Ouderenadviesraad, heeft tot taak het stadsdeelbestuur van Oost/Watergraafsmeer gevraagd en ongevraagd te adviseren over alle aangelegenheden op het terrein van het welzijn der ouderen in brede zin.
1. De Ouderenadviesraad bestaat uit ten minste 9 en ten hoogste 13 leden, die door het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad worden benoemd.
2. De leden van de Ouderenadviesraad worden benoemd op voordracht van de Ouderenadviesraad.
3. Kandidaten voor het lidmaatschap van de Ouderenadviesraad worden geworven:
door aan alle organisaties in het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer die zich mede richten op de bevordering of de behartiging van zaken die ook de Ouderenadviesraad Oost/Watergraafsmeer krachtens art. 1 tot taak heeft, te verzoeken leden voor te dragen voor de Ouderenadviesraad Oost/Watergraafsmeer;
de adviesraad streeft ernaar dat de samenstelling van de adviesraad een evenwichtige afspiegeling is van het stadsdeelgebied;
indien het onder a) genoemde verzoek niet leidt tot een door de adviesraad gewenste voordracht, plaatst de adviesraad een openbare oproep in de plaatselijke media. In deze oproep wordt melding gemaakt van een door de raad vastgesteld profiel en van de door de raad eveneens vastgestelde gewenste samenstelling van de raad naar deskundigheid en maatschappelijke en culturele achtergrond.
4. De Ouderenadviesraad Oost/Watergraafsmeer belast een commissie uit zijn midden met de voorbereiding van de besluitvorming over de voordracht tot (her)benoeming van leden.
5. Niet voorgedragen kunnen worden zij die niet woonachtig zijn in het stadsdeel of lid zijn van de stadsdeelraad.
1.De leden van de Ouderenadviesraad worden benoemd voor een periode van drie jaar. Jaarlijks treedt een derde van de leden af volgens een bij loting op te maken rooster.
2.Herbenoeming is mogelijk, met dien verstande dat een aaneengesloten zittingsduur voor ieder individueel lid niet langer zal zijn dan zes jaren. Daarna is herbenoeming slechts mogelijk, nadat een jaar is verstreken.
3.Een lid dat ter vervulling van een, anders dan ten gevolge van een periodieke aftreding, opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, volgens rooster moest aftreden. Daarna is hij nog eén maal herbenoembaar.
4.Een lid kan te allen tijde ontslag nemen en deelt dit schriftelijk mede aan het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad, die een plaatsvervanger benoemt met inachtneming van het in art. 2 bepaalde.
5.Een lid kan tussentijds alleen door het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad worden ontslagen op voordracht van de in art. 2 genoemde organisaties dan wel op voordracht van de Ouderenadviesraad zelf. Dit ontslag wordt niet verleend dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld, door het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad te worden gehoord.
1.De Ouderenadviesraad kiest uit zijn midden:
een voorzitter
een secretaris
een penningmeester
eventueel aangevuld met een ander lid, tezamen vormend het Dagelijks Bestuur.
2.Het Dagelijks Bestuur is belast met de dagelijkse leiding van de Ouderenadviesraad en met het uitbrengen van door de Ouderenadviesraad opgestelde adviezen.
3.De taken van de voorzitter, de secretaris en de penningmeester, alsmede de herbenoembaarheid van de leden van het Dagelijks Bestuur worden bij huishoudelijk reglement (genoemd in art 5) nader geregeld.
4.Het Dagelijks Bestuur is bevoegd een of meer leden van de Ouderenadviesraad uit te nodigen tot deelneming aan zijn vergadering.
5.De Ouderenadviesraad kan, om de werkzaamheden, verbonden aan het secretariaat te vervullen, bijstand hiervoor vragen aan het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad.
1.De Ouderenadviesraad stelt een huishoudelijk reglement vast, dat geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met deze verordening.
2.Het reglement en de eventueel daarin aangebrachte wijzigingen zijn eerst van kracht na verkregen goedkeuring door het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad.
1.De Ouderenadviesraad vergadert zo dikwijls zijn Dagelijks Bestuur het nodig acht, maar ten minste vier keer per jaar en voorts indien ten minste drie leden van de Ouderenadviesraad het verlangen hiertoe schriftelijk en onder opgaaf van reden kenbaar hebben gemaakt. In het laatste geval convoceert het Dagelijks Bestuur een vergadering binnen drie weken na de datum waarop het verzoek hem heeft bereikt.
2.Besluiten ter vergadering worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen in een vergadering waar meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Stemmen over zaken geschiedt mondeling tenzij een meerderheid van de aanwezige leden om schriftelijke stemming heeft verzocht. Stemmen over personen geschiedt altijd bij gesloten briefjes.
3.De vergaderingen van de Ouderenadviesraad zijn in het algemeen openbaar. Het Dagelijks Bestuur kan ook besloten vergaderingen beleggen. Onderwerpen, geagendeerd voor een besloten vergadering, worden in een openbare vergadering behandeld, indien een gewone meerderheid van de aanwezige leden daartoe besluit. Een besloten vergadering zal worden gehouden, wanneer een gewone meerderheid van het aantal aanwezige leden daartoe de wens te kennen geeft.
4.De vergaderingen van het Dagelijks zijn besloten.
De Ouderenadviesraad brengt jaarlijks voor 1 juli aan het stadsdeelbestuur verslag uit aangaande zijn werkzaamheden over het afgelopen kalenderjaar. In dit verslag wordt melding gemaakt van de in de vergaderingen behandelde onderwerpen en van de uitgebrachte adviezen.
1.De Ouderenadviesraad brengt advies uit over zaken die tot zijn in artikel l omschreven taak kunnen worden gerekend en waarover het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad zijn advies heeft gevraagd. Indien wordt besloten advies uit te brengen geschiedt zulks binnen drie maanden. Het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad is bevoegd in de adviesaanvrage een afwijkende termijn te vermelden.
2.Indien de Ouderenadviesraad besluit een gevraagd advies niet uit te brengen geeft hij van dat besluit onverwijld kennis aan het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad onder mededeling van zijn beweegredenen.
3.De Ouderenadviesraad is bevoegd uit eigen beweging adviezen uit te brengen aan het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad. Indien de Ouderenadviesraad gepubliceerde voorstellen van het deelraadsbestuur onder zijn aandacht krijgt waarover geen adviesaanvrage is ontvangen, maar waaromtrent hij niettemin wenst te adviseren, geeft hij hiervan terstond kennis aan het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad. Het advies dient dan binnen drie maanden na de desbetreffende kennisgeving te worden uitgebracht, tenzij door het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad anders wordt gevraagd.
4.De ouderenadviesraad brengt uitsluitend advies uit aan het stadsdeelbestuur en zendt zijn adviezen aan het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad.
5.Indien het stadsdeelbestuur afwijkt van een door de Ouderenadviesraad uitgebracht advies, dan wel besluit zulk een advies niet uit te voeren, stelt het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad de Ouderenadviesraad hiervan onverwijld op de hoogte onder mededeling van de beweegredenen.
De Ouderenadviesraad is bevoegd deskundigen in de algemene vergaderingen en de vergaderingen van de sectieraden uit te nodigen voor het geven van een toelichting op te behandelen onderwerpen op speciaal vakgebied. De kosten van deze deskundigen kunnen uitsluitend worden vergoed, nadat tevoren daartoe toestemming is verleend door het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad en zullen binnen de betreffende begrotingspost moeten vallen.
1.Voor de werkzaamheden van de Ouderenadviesraad kan een door de Stadsdeelraad nader vast te stellen vergoeding worden toegekend.
2.De kosten van materiële voorzieningen en onkosten van de Ouderenadviesraad worden jaarlijks in de begroting van het Stadsdeelbestuur opgenomen.
3.Onder materiële voorzieningen wordt verstaan: vergaderruimte en vergoeding voor administratieve ondersteuning. Onder onkosten wordt verstaan: ten behoeve van de Ouderenadviesraad gemaakte vervoers-, telefoonkosten enzovoorts.
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie van de vaststelling van de verordening;
2. Artikel 2 lid 1 en 2 treedt in werking een half jaar na inwerkingtreding van deze verordening, dat wil zeggen op 9 mei 2002; tot die datum bestaat de Ouderenadviesraad uit acht leden vanuit en aan te wijzen door de voormalige Ouderenadviesraad Oost en acht leden vanuit en aan te wijzen door de leden van de voormalige Ouderenadviesraad Watergraafsmeer, alsmede een door het dagelijks bestuur van het stadsdeel te benoemen onafhankelijk voorzitter, zulks in afwijking van artikel 4; tot die datum bestaat het dagelijks bestuur van de Ouderenadviesraad uit vier leden, waarvan twee worden aangewezen door de voormalige Ouderenadviesraad Watergraafsmeer en twee door de voormalige Ouderenadviesraad Oost, alsmede de eerder in dit lid bedoelde onafhankelijk voorzitter;
3. Eerdere besluiten ten aanzien van de bevoegdheid tot advisering door de voormalige Ouderenadviesraden worden geacht met het inwerkingtreden van deze verordening te zijn vervallen;
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening op de Ouderenadviesraad Oost/Watergraafsmeer.