Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingVerordening inzake de behandeling van bezwaarschriften Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer
CiteertitelVerordening inzake de behandeling van bezwaarschriften Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-06-200803-05-2010nieuwe regeling

 

Het Amsterdams Stadsblad, 2008, week 23

2008/65753

Tekst van de regeling

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor het bestreden besluit of de bestreden gang van zaken.

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies, belast met de advisering over de door het bestuursorgaan te nemen beslissingen op ingediende bezwaarschriften.

HOOFDSTUK II Instelling en samenstelling commissie
Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de deelraad, het dagelijks bestuur en de leerplichtambtenaar als bedoeld in artikel 16 van de Leerplichtwet 1969.

2. de commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

3. het dagelijks bestuur kan, in afwijking van het eerste lid, indien dat hem voor bepaalde soorten van besluiten gewenst voorkomt, de voorbereiding opdragen aan een, door hem te benoemen, persoon. Waar in deze verordening gesproken wordt van ‘voorzitter’ wordt in voorkomende gevallen deze persoon bedoeld.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.

2. De voorzitter en de leden van de commissie worden door de stadsdeelraad, op voordracht van het dagelijks bestuur, benoemd, geschorst en ontslagen.

3. De stadsdeelraad benoemt, op voordracht van het dagelijks bestuur, een aantal plaatsvervangende leden.

4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

5. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen niet deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het stadsdeel

Artikel 4 Secretaris

1. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris

2. Het dagelijks bestuur wijst een ambtenaar aan als secretaris van de commissie.

3. Het dagelijks bestuur wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad.

2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen worden herbenoemd, met dien verstande dat zij nooit langer zitting kunnen hebben dan acht jaar.

3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

HOOFDSTUK III behandeling bezwaarschriften
Artikel 6 ingediend bezwaarschrift

1. Op het ingediend bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de Algemene wet bestuursrecht wordt vermeld dat de commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid (schriftelijke machtiging);

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn (herstellen verzuim);

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie (verzending stukken aan gemachtigde);

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid (ter inzage leggen stukken);

  • e.

    artikel 7:6 vierde lid (geheimhouding om gewichtige redenen)

  • f.

    artikel 7:10, derde lid (beslissing te verdagen)

Artikel 8 Verstrekking stukken aan de commissie

1. Het verwerend orgaan is verplicht om per ommegaande aan de commissie alle stukken te overleggen welke betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het bezwaar.

2. het verwerend orgaan is verplicht aan de commissie een schriftelijke toelichting op het bestreden besluit over te leggen waarin wordt ingegaan op het besluit en alsmede het bezwaarschrift.

Artikel 9 Vooronderzoek

1. De commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

2. De commissie kan uit eigen beweging bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het dagelijks bestuur vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

2. Het verwerend orgaan draagt er zorg voor dat het in het geding zijnde besluit namens hem ten overstaan van de commissie wordt toegelicht.

3. De in het tweede lid bedoelde toelichting wordt zo veel mogelijk ter hoorzitting gegeven in aanwezigheid van belanghebbenden.

4. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

5. Indien de voorzitter op grond van het vierde lid besluit af te zien van het horen, doet de secretaris daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

1. De secretaris nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden en/of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan medegedeeld.

4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen zoals genoemd in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting van de commissie is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

1. De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

2. Uiterlijk bij de aanvang van de hoorzitting kan de voorzitter en elk der leden van de commissie door een belanghebbende worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden die het vormen van een onpartijdig oordeel door het desbetreffende lid zouden kunnen bemoeilijken.

3. Indien ten aanzien van een of meer leden van de commissie een verzoek tot wraking is gedaan, wordt de behandeling van het bezwaarschrift aangehouden totdat door de commissie, waarvan geen leden deel uitmaken ten aanzien waarvan het verzoek tot wraking is gedaan, is beslist.

4. Op grond van de in het tweede lid genoemde feiten of omstandigheden kan elk der leden van de commissie zich verschonen. Alsdan wordt een ander lid van de commissie aangewezen.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

1. De zitting van de commissie is openbaar.

2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

3. Indien de commissie beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Gang van zaken tijdens de hoorzitting

1. De voorzitter van de commissie regelt de gang van zaken tijdens de hoorzitting. De hoorzitting kan door hem worden geschorst.

2. De voorzitter kan, indien de orde tijdens de zitting dat naar zijn oordeel vereist, een of meer aanwezigen de toegang tot de bijeenkomst ontzeggen, de zitting zonder hen voortzetten of de zitting staken.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 17 Nader onderzoek

1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de commissie dit onderzoek houden. Artikel 9 is daarbij van overeenkomstige toepassing.

2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

3. Het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

5. Indien daartoe aanleiding bestaat, verzoekt de commissie het verwerend orgaan de beslissing op het bezwaarschrift te verdagen, met inachtneming van het in de Algemene wet bestuursrecht daaromtrent bepaalde.

Artikel 18 Raadkamer en advies

1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

2  a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. 

    b. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    c. van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging
  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Van een besluit tot verdaging van de voorzitter, zoals bedoeld in artikel 7 f, ontvangen de belanghebbenden een afschrift.

HOOFDSTiK III Slotbepalingen
Artikel 20 Overgangsbepaling
  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 16, lid 5, en artikel 18, lid 4, worden de adviezen ten aanzien van die bezwaarschriften waarover reeds een hoorzitting als bedoeld in artikel 10 is gehouden, na het aantreden van de nieuwe commissie vastgesteld en ondertekend door de commissie in de oude samenstelling.

  • 2. De commissie in oude samenstelling heeft daarbij de status van een commissie ad hoc.

Artikel 21 Intrekking oude regeling

De Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer, zoals vastgesteld bij besluit van 18 juni 2001, nr. 2001/3179, wordt ingetrokken.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer.