Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Stadsdeel Zeeburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingVerordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Stadsdeel Zeeburg
CiteertitelVerordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikelen 33 en 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200605-05-2010nieuwe regeling

 

-

2007/8528

Tekst van de regeling

Verordening

Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1

1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om ambtelijke bijstand:

a. informatie en advies;

b. inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;

c. bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt door de griffier, of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.

3. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, kan een raadslid zich rechtstreeks tot de behandelend ambtenaar wenden indien het een verzoek om informatie van geringe omvang dan wel een advies van eenvoudige aard betreft.

4. Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de stadsdeelsecretaris daarvan in kennis. De stadsdeelsecretaris beslist.

5. De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier kan worden verleend, kan de griffier de stadsdeelsecretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen twee weken verlenen.

Artikel 2

1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de stadsdeelsecretaris ambtelijke bijstand tenzij:

a. het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

b. dit het belang van het stadsdeel kan schaden;

2. De stadsdeelsecretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de stadsdeelsecretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de stadsdeelsecretaris wordt geweigerd, kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur beslist zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen twee weken over het verzoek.

Artikel 4

1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de stadsdeelsecretaris.

2. Indien overleg met de stadsdeelsecretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur beslist zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen twee weken over de zaak.

Artikel 5

1. Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijk bijstand of de inhoud van het gegeven advies vertrouwelijk is.

2. Indien (een lid van) het Dagelijks Bestuur informatie wenst over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies, wendt hij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 6

1. De fracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

2. Deze bijdrage bestaat voor een kalenderjaar uit een vast deel van € 750,- voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 150,- per raadszetel.

3. Deze bedragen worden jaarlijks herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldende voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 7

Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken, conform de bepalingen van de Gemeentewet.

Artikel 8

1. De bijdrage voor de fractieondersteuning wordt als voorschot voor 31 januari van een kalenderjaar verstrekt.

2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

3. Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de stadsdeelraad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 11, vierde lid.

Artikel 9

1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage:

a. bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt;

b. bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

2. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 8, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

3. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 10

1. Een fractie kan een verzoek doen aan de stadsdeelraad om het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan die fractie te mogen reserveren ter besteding door die fractie in volgende jaren.

2. De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie ingevolge artikel 8 in het voorgaande kalenderjaar toekwam. Het meerdere deel van de reserve wordt jaarlijks aan het stadsdeel gerestitueerd.

3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 11 over dat jaar.

4. De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de stadsdeelraad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

5. Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

6. Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving. Het meerdere deel van de reserve wordt door de oorspronkelijke fractie gerestitueerd aan het stadsdeel.

Artikel 11

1. Elke fractie legt, binnen twee maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de stadsdeelraad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

2. Voor de verantwoording wordt gebruik gemaakt van twee formulieren, als bijlage behorende bij deze verordening, één voor een overzicht van de declaraties en één voor de verantwoording van de bestedingen.

3. Controle van het verslag geschiedt door de rekeningcommissie. De rekeningcommissie brengt advies uit aan de stadsdeelraad.

4. De raad stelt na ontvangst van het advies van de rekeningcommissie de bedragen vast van:

a. de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

b. de wijziging van de reserve;

c. de maximaal aan te houden reserve;

d. het door de fractie te restitueren bedrag.

Artikel 12

1. Naast de financiële bijdrage voor fractieondersteuning kunnen deelraadsfracties gebruik maken van de faciliteiten van het stadsdeel, voor zover dat het rechtstreeks functioneren van de fractie betreft.

2. Een fractie wendt zich tot de griffier met een verzoek om gebruik te maken van stadsdeelfaciliteiten. De griffier verzoekt de stadsdeelsecretaris de bedoelde faciliteiten ter beschikking te stellen. Bij eventuele verschillen van mening geldt de procedure als beschreven in de artikelen 3 en 4 van deze verordening.

3. Bij verzoeken van een geringe omvang kan een fractie of de griffier rechtstreeks het verzoek kenbaar maken aan de eerstverantwoordelijke ambtenaar of afdeling.

4. De stadsdeelsecretaris stelt jaarlijks een overzicht op van het gebruik van de faciliteiten en de bijbehorende kosten. Op basis daarvan bepaalt de deelraad of een beperking dan wel een bundeling van het gebruik noodzakelijk is.

Paragraaf 3 Slotbepaling

Artikel 13

In gevallen waarin deze verordening niet of niet genoegzaam voorziet beslist de stadsdeelraad.

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006 en vervangt dan de versie van 26 februari 2003.