Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften Stadsdeel Zeeburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingVerordening inzake de behandeling van bezwaarschriften Stadsdeel Zeeburg
CiteertitelVerordening inzake de behandeling van bezwaarschriften Stadsdeel Zeeburg
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-09-200803-05-2010artikelen 1, 3, 10, 11, 18 en 22

 

Zeeburgjournaal, 2008, 35

2008/2927
02-11-200603-09-2008artikelen 8 en 18

 

Zeeburgjurnaal, 2006, 43

2006/12927
01-01-200401-11-2006nieuwe regeling

 

Zeeburgjournaal

2004/777

Tekst van de regeling

Verordening

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. bestuursorgaan: de stadsdeelraad of het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel;

b. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor het bestreden besluit of de bestreden gang van zaken;

c. commissie: vaste commissie van advies, belast met de advisering over de door het bestuursorgaan te nemen beslissingen op ingediende bezwaarschriften.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de stadsdeelraad en het Dagelijks Bestuur.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.

2. De voorzitter en de leden van de commissie worden door het Dagelijks Bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

3. Het dagelijks bestuur benoemt een aantal plaatsvervangende leden en een plaatsvervangende voorzitter.

4. Bij ontstentenis van de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter wijzen de aanwezige leden van de commissie uit hun midden een voorzitter aan.

5. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen niet deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het stadsdeel.

Artikel 4 Secretaris

1. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris.

2. Het Dagelijks Bestuur wijst een aantal ambtenaren aan als secretarissen van de commissie.

3. Het Dagelijks Bestuur wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de stadsdeelraad.

2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen worden herbenoemd, met dien verstande dat zij nooit langer zitting kunnen hebben dan acht jaar.

3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Behandeling bezwaarschrift

Ingekomen bezwaarschriften worden in behandeling genomen conform een door het Dagelijks Bestuur vastgestelde werkwijze.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de commissie:

a. artikel 2:1, tweede lid (schriftelijke machtiging);

b. artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn (herstellen verzuim);

c. artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie (verzending stukken aan gemachtigde);

d. artikel 7:4, tweede lid (ter inzage leggen stukken);

e. artikel 7:10, derde lid (beslissing te verdagen).

Artikel 8 Verstrekking stukken aan de commissie

1. Het verwerend orgaan is verplicht om per ommegaande aan de commissie alle stukken te overleggen welke betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het bezwaar.

2. Het verwerend orgaan is verplicht aan de commissie een verweerschrift over te leggen waarin wordt ingegaan op het besluit alsmede het bezwaarschrift.

Artikel 9 Vooronderzoek

1. De commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

2. De commissie kan uit eigen beweging bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het Dagelijks Bestuur vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

2. Het verwerend orgaan draagt er zorg voor dat het in het geding zijnde besluit namens hem ten overstaan van de commissie wordt toegelicht.

3. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger, met inachtneming van artikel 3, vierde lid, aanwezig is.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

1. De zitting van de commissie is openbaar.

2. Indien de commissie beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Gang van zaken tijdens de hoorzitting

1. De voorzitter van de commissie regelt de gang van zaken tijdens de hoorzitting. De hoorzitting kan door hem worden geschorst.

2. De voorzitter kan, indien de orde tijdens de zitting dat naar zijn oordeel vereist, een of meer aanwezigen de toegang tot de bijeenkomst ontzeggen, de zitting zonder hen voortzetten of de zitting staken.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de commissie dit onderzoek houden.

2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

3. Het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

2. a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

b. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

1. Indien het advies een gegrondverklaring van het bezwaarschrift betreft, wordt het advies, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, toegezonden aan het verwerend orgaan. Het verwerend orgaan deelt binnen drie werkdagen mee of men wel/niet een contrair advies wil opstellen.

2. De secretaris bereidt de beslissing op het bezwaarschrift voor en legt dit voor aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. Het advies en het verslag van de commissie worden meegestuurd.

3. Indien het verwerend orgaan een contrair advies opstelt bereidt het ook een beslissing op het bezwaarschrift voor. Het verwerend orgaan legt aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen het contraire advies en de daarbij opgestelde beslissing op het bezwaarschrift voor, tezamen met het advies en verslag van de commissie en de door de secretaris opgestelde beslissing op het bezwaarschrift.

Artikel 19 Overgangsbepaling

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 15, lid 5, en artikel 17, lid 4, worden de verslagen en adviezen ten aanzien van die bezwaarschriften waarover reeds een hoorzitting als bedoeld in artikel 10 is gehouden, na het aantreden van de nieuwe commissie vastgesteld door de commissie in de oude samenstelling en ondertekend door de voorzitter en secretaris van de laatstgenoemde commissie.

2. De commissie in oude samenstelling heeft daarbij de status van een commissie ad hoc.

Artikel 20 Intrekking oude regeling

De Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, bedenkingen en inspraakklachten Stadsdeel Zeeburg vastgesteld door de stadsdeelraad op 19 december 1995 wordt ingetrokken.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2004.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften Stadsdeel Zeeburg.