Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Verordening Rekenkamer Stadsdeel Zeeburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingVerordening Rekenkamer Stadsdeel Zeeburg
CiteertitelVerordening Rekenkamer Stadsdeel Zeeburg
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 81a-k

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200601-06-2010nieuwe regeling

 

Zeeburgjournaal, 2005, 52

2005/18444

Tekst van de regeling

Verordening

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

a. rekenkamer: de rekenkamer van Stadsdeel Zeeburg;

b. commissie: commissie van de rekenkamer;

c. raad: de stadsdeelraad;

d. directeur: het lid van de rekenkamer als bedoeld in artikel 2 lid 2.

Artikel 2 Rekenkamer

1. Er is een rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet.

2. De rekenkamer heeft één lid, tevens directeur.

Artikel 3 Commissie

1. Er is een commissie voor de rekenkamer.

2. De commissie in het eerste lid is de Rekeningcommissie van Stadsdeel Zeeburg.

3. Ten aanzien van de rekenkamer heeft de commissie de volgende taken:

a. het adviseren van de raad over de rapporten als genoemd in artikel 7;

b. het onderhouden van de contacten van de raad met de rekenkamer, waaronder het voeren van geregeld overleg met de directeur van de rekenkamer;

c. de commissie kan de rekenkamer adviseren over aangelegenheden betreffende de gemeentelijke organisatie(s), alsmede het beheer daarvan;

d. de commissie kan de rekenkamer adviseren een onderzoek te verrichten.

4. Voor zover het onder 3b bedoelde overleg met meerdere stadsdelen gezamenlijk wordt gevoerd wordt de commissie vertegenwoordigd door de, door de raad aangewezen, vertegenwoordiger of diens plaatsvervanger.

Artikel 4 Bureau van de Rekenkamer

1. Er is een bureau van de rekenkamer.

2. Artikel 81j van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op het bureau van de rekenkamer.

3. Aan het hoofd van het bureau van de rekenkamer staat de directeur van de rekenkamer.

4. Het bureau van de rekenkamer ondersteunt de directeur van de rekenkamer voor een goede uitoefening van zijn werkzaamheden.

Artikel 5 Budget

1. Bij het besluit tot benoeming van de in artikel 2.2 bedoelde directeur van de rekenkamer stelt de raad tevens de hoogte van het jaarlijkse budget vast voor de periode van de benoeming.

2. De directeur van de rekenkamer is bevoegd binnen een aan hem bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitoefening van zijn werkzaamheden.

3. De directeur van de rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorige begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid, van de Gemeentewet.

4. Na afloop van de periode van zijn benoeming stelt de directeur van de rekenkamer een eindafrekening op van het verschil tussen het in lid 1 bedoelde budget en de werkelijk gedane uitgaven.

Artikel 6 Werkwijze en bevoegdheden

1. Overeenkomstig de artikelen 182 tot en met 184 van de Gemeentewet voert de rekenkamer haar werkzaamheden uit.

2. De rekenkamer bepaalt zelf naar welke onderwerpen zij een onderzoek wil verrichten.

3. Jaarlijks, voor 1 juni, legt de rekenkamer een onderzoeksplan ter kennisname aan de stadsdeelraad voor.

4. In dat onderzoeksplan wordt naar onderwerp aangegeven:

a. de afbakening van het onderzoeksterrein;

b. de formulering van de onderzoeksopdracht;

c. de eventuele randvoorwaarden bij de uitvoering van het onderzoek;

d. de planning van het onderzoek.

Artikel 7 Rapportage en terugkoppeling

1. Artikel 185 van de Gemeentewet is van toepassing op het rapporteren van de rekenkamer.

2. De rekenkamer kan de onderzochte partij schriftelijk op de hoogte stellen van het ontwerponderzoeksrapport en eventuele ontwerpaanbevelingen. In dat geval stelt de rekenkamer de betrokken partij in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn schriftelijk te reageren op het ontwerponderzoeksrapport en, indien van toepassing, op de ontwerpaanbevelingen.

3. Na de vooraf aangegeven reactietermijn sluit de rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen, alsmede de reacties hierop zijn opgenomen.

4. De rekenkamer stelt elk jaar vóór 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2006.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Rekenkamer Stadsdeel Zeeburg.