| Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Oost |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Bedrijfsstimuleringsregeling Zeeburg III |
| Citeertitel | Bedrijfsstimuleringsregeling Zeeburg II |
| Vastgesteld door | deelraad |
| Onderwerp | |
| Eigen onderwerp |
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-06-2009 | artikelen 19 en 20 |
| 2009/ | ||
| 01-03-2009 | 01-06-2009 | nieuwe regeling |
| 2009/ | |
| 01-01-2005 | 31-03-2009 | nieuwe regeling |
| 2004/18795 |
Voor de toepassing van deze regelgeving wordt verstaan onder:
a. bedrijfsruimte: een ruimte die, al dan niet tezamen met één of meer andere ruimten, is bestemd tot of geschikt is voor opslagruimte en/of voor de uitoefening van een bedrijf of beroep;
b. BIBOB: Bureau Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur; dit wetsvoorstel beoogt het misbruik van bestuurlijke middelen door criminele particulieren en ondernemers tegen te gaan;
c. brancheplan: brancheplan Javastraat;
d. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Zeeburg;
e. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker;
f. ondernemer: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die rechtmatig een bedrijf uitoefent;
g. projectmanagement: management verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling en ondersteunend voor het dagelijks bestuur;
h. werkgroep: werkgroep die het dagelijks bestuur adviseert over toekenning van bijdragen uit de BedrijfsStimuleringsRegeling Zeeburg
i. RES: Ruimtelijk Economische Structuurvisie Indische Buurt (oktober 2001);
j. straatmanagement: management verantwoordelijk voor de intake en doorgeleiding van aanvragen;
k. verhuurder: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die zijn pand verhuurt aan een ondernemer en in de aanvraag verklaart dat hij het desbetreffende pand minimaal voor de duur van de eerstkomende vijf jaar aan een ondernemer zal verhuren.
l. informatiemarkt: Informatiemarkt Veilig Ondernemen, 24 september 2003
m. Nationaal Centrum voor Preventie (NCP): Nederlands kwaliteitsinstituut voor inbraakpreventie en brandveiligheid;
n. BORG certificering: een kwaliteitskeurmerk in de beveiliging.
De BedrijfsStimuleringsRegeling is van toepassing op het stadsdeel Zeeburg voor zover gelegen binnen het Doelstelling 2 gebied Amsterdam Groot Oost.
Aan de ondernemer c.q. verhuurder die in zijn bedrijfsruimte noodzakelijke verbouwingen laat verrichten kan worden toegekend:
a. een bijdrage in de verbouwingskosten en herinrichtingskosten als omschreven in artikel 4;
b. een bijdrage in de kosten die bijdragen aan het verbeteren van de uitstraling van de buurt als omschreven in artikel 5;
c. een bijdrage in de kosten voor de aanschaf van veiligheidsproducten als omschreven in artikel 6.
1. Een bijdrage in de verbouwingskosten is eenmalig en bestaat uit een redelijke tegemoetkoming in de kosten van de volgende verbouwingen:
a. wijziging van de indeling door samenvoeging, verwijdering, plaatsing of verplaatsing van binnenmuren en/of vloeren en tussenvloeren;
b. herstel van buitenmuren, voor zover nodig in verband met het wegbreken van aanhorigheden;
c. voorzieningen in de buitenmuren, voor zover rechtstreeks samenhangend met het overige deel van de verbouwingen;
d. voorzieningen ter verbetering van de warmte-isolatie en ten behoeve van de noodzakelijke geluidsisolatie;
e. aanpassen van gas-, water- en elektriciteitsleidingen in verband met het verbouwen;
f. realisatie van open puien;
g. afwerking van het verbouwde gedeelte;
h. verplaatsing van buitenmuren en plaatsing van dakgedeelte, voor zover rechtstreeks samenhangend met uitbreiding van de bedrijfsvloeroppervlakte;funderingskosten voor zover deze rechtstreeks samenhangen met de uitbreiding van bedrijfsvloeroppervlakte; alle overige funderingskosten, (zoals funderingsherstelkosten) worden daarmee uitgesloten.
2. Geen bijdrage wordt toegekend indien:
a. de verbouwing geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd zonder dat alle voor de verbouwing vereiste wettelijke vergunningen zijn toegekend;
b. de verbouwing geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd door een ondernemer die niet in het bezit is van de daarvoor vereiste vestigingsvergunningen.
1. Een bijdrage in de herinrichtingskosten is eenmalig en bestaat uit een redelijke tegemoetkoming in de volgende kosten:
a. kosten van voorzieningen en/of bedrijfsinventaris welke aard- of nagelvast dienen te worden aangebracht;
b. kosten wegens het vervangen van onderdelen van de inrichting welke niet passend zijn te maken voor het verbouwde, het tijdelijke, het gerenoveerde respectievelijk het nieuwe bedrijfspand.
2. Geen bijdrage wordt toegekend indien:
a. de verbouwing geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd zonder dat alle voor de verbouwing vereiste wettelijke vergunningen zijn toegekend;
b. de verbouwing geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd door een ondernemer die niet in het bezit is van de daarvoor vereiste vestigingsvergunningen.
1. Een bijdrage in de kosten voor een verbetering van de uitstraling van de buurt is eenmalig en bestaat uit een redelijke tegemoetkoming in de volgende kosten:
a. kosten voor gevelreiniging van het bedrijfspand;
b. kosten voor het aanbrengen en vernieuwen van luifels en rolluiken;
c. Kosten voor aanbrengen van gevelreclame;
2. Geen bijdrage wordt toegekend indien:
a. de verbouwing geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd zonder dat alle voor de verbouwing vereiste wettelijke vergunningen zijn toegekend;
b. de verbouwing geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd door een ondernemer die niet in het bezit is van de daarvoor vereiste vestigingsvergunningen.
Een ondernemer kan in aanmerking komen voor een bijdrage in de kosten van de volgende veiligheidsbevorderende producten.
Aan een ondernemer kan een bijdrage in de kosten worden verleend voor het aanschaffen van een burenbelsysteem indien:
a. met het burenbelsysteem ondernemers elkaar middels een (draadloos) zendertje kunnen waarschuwen wanneer assistentie van collega ondernemers is vereist;
b. minimaal vijf ondernemers deelnemen per burenbelsysteem;
c. overleg heeft plaatsgevonden met politie en het stadsdeel over het kwaliteitsniveau van het systeem.
Aan een ondernemer kan een bijdrage in de kosten worden verleend voor het aanschaffen van detectiepoortjes.
Aan een ondernemer kan een bijdrage in de kosten worden verleend voor het aanschaffen van een alarminstallatie indien:
a. de alarminstallatie een BORG gecertificeerd alarmsysteem betreft dat door een door het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP) erkend BORG beveiligingsbedrijf wordt geïnstalleerd.
Aan een ondernemer kan een bijdrage in de kosten worden verleend voor het aanschaffen van videobewakingsapparatuur indien:
a. de videobewakingsapparatuur BORG gecertificeerd is en door een door het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP) erkend BORG beveiligingsbedrijf wordt geïnstalleerd.
Aan een ondernemer kan een bijdrage in de kosten worden verleend voor het aanschaffen van een afstortkluis indien:
a. de afstortkluis BORG gecertificeerd is en door een door het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP) erkend BORG beveiligingsbedrijf wordt geïnstalleerd.
Aan een ondernemer kan een bijdrage in de kosten worden verleend voor het aanschaffen van een autokluis indien:
a. de autokluis BORG gecertificeerd is en door een door het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP) erkend BORG beveiligingsbedrijf wordt geïnstalleerd.
b. de autokluis geïnstalleerd is in een bedrijfswagen waarvoor een parkeervergunning is afgegeven door stadsdeel Zeeburg.
Aan een ondernemer kan een bijdrage in de kosten worden verleend voor het aanschaffen van veiligheidssloten en veiligheidsbijzetsloten indien:
a. het veiligheids(bijzet)slot BORG gecertificeerd is en door een door het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP) erkend BORG beveiligingsbedrijf wordt geïnstalleerd of voldoet aan de eisen verbonden aan het Politie Keurmerk Veilig Wonen.
Aan een ondernemer kan een bijdrage in de kosten worden verleend voor het volgen van een training of cursus in het tegengaan van winkelcriminaliteit indien:
a. vooraf overleg heeft plaatsgevonden met het Stadsdeel en het buurtmanagement over het kwaliteitsniveau van de cursus of training;
b. de training of cursus wordt verzorgt door een officieel erkende instantie.
Aan de ondernemer die zijn bedrijf tijdelijk elders moet huisvesten als gevolg van de renovatie of sloop/nieuwbouw van het gebouw waarin dit is gevestigd, kan worden toegekend:
a. een bijdrage in de inrichtingskosten van de tijdelijke vestiging, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 4;;
b. een bijdrage in de verhuiskosten naar en van de tijdelijke vestiging zoals bedoeld in artikel 8;
c. een bijdrage in de hogere huisvestingskosten van tijdelijke huisvesting, tenzij deze kosten het gevolg zijn van wezenlijke veranderingen in de aard en/of omvang van zijn bedrijfsactiviteiten; deze bijdrage is eenmalig en bestaat uit een redelijke tegemoetkoming in het verschil tussen de oude en nieuwe huisvestingskosten.
De bijdrage in de verhuiskosten is eenmalig en bestaat uit volledige vergoeding van de aanvaardbaar te achten kosten van vervoer van de bedrijfsmiddelen en voorraden. De werkelijke kosten moeten gestaafd worden door facturen of andere rechtsgeldige bewijzen.
1. De per aanvraag toe te kennen totale bijdrage bedraagt maximaal € 40.000 en de hoogte van de bijdrage is maximaal 40% van de totale investeringskosten,
2. De maximale en minimale bedragen, als bedoeld in dit artikel, worden slechts éénmaal berekend en toegekend.
1. Aanvragen die in aanmerking willen komen voor een bijdrage uit de investeringsregeling moeten bijdragen tot:
a. een verbetering van de huisvesting van de onderneming en/of;
b. een positieve bijdrage aan de uitstraling van de buurt en/of;
c. een structurele verhoging van de omzet van de ondernemer en/of;
d. een uitbreiding van de bedrijfsoppervlakte van de onderneming en/of;
e. een toename van de werkgelegenheid en/of
f. een verhoging van de veiligheid voor ondernemer en consument.
2. De beoordeling van de beoogde resultaten wordt gedaan door de werkgroep die het dagelijks bestuur hierover adviseert hierover adviseert.
Aan de verhuurder die zijn pand tijdelijk niet kan verhuren, kan een vergoeding in de huurderving worden verleend. Deze vergoeding wordt verleend indien:
a. de verhuurder in afwachting is van een huurder c.q. ondernemer die past binnen de beleidsmatige uitgangspunten zoals vastgelegd in het brancheplan en/of RES;
b. de verhuurder samenwerkt met de straatmanager
1. De per aanvraag toe te kennen totale bijdrage bedraagt minimaal € 250 en maximaal € 4.500.
2. De periode waarin een vergoeding wordt gegeven is niet langer dan de werkelijke leegstand en kan oplopen tot maximaal zes maanden.
3. Maximaal 50% van de normale huurprijs wordt vergoed, voor zover deze niet uitstijgt boven de marktconforme huurprijs.
4. De ‘normale’ huurprijs dient aangetoond te worden door huurrekeningen c.q. huuroverschrijvingen betreffende een periode van twaalf maanden voorafgaand aan de datum van de aanvraag.
5. De maximale en minimale bedragen, als bedoeld in dit artikel, worden slechts éénmaal berekend en toegekend.
Aanvragen die in aanmerking willen komen voor een bijdrage uit de huurdervingregeling moeten leiden tot het vrijhouden van panden voor en vestiging van ondernemers die passen binnen de RES of het brancheplan.
Aan de verhuurder die besluit om een korting op de huurprijs te geven, kan een bijdrage worden verleend. Deze bijdrage wordt verleend indien:
a. de verhuurder korting geeft op de huurprijs aan de zich vestigende huurder-ondernemer die past binnen de beleidsmatige uitgangspunten zoals vastgelegd in het brancheplan en/of RES;
b. de verhuurder samenwerkt met de straatmanager.
1. De per aanvraag toe te kennen totale bijdrage bedraagt minimaal € 250 en maximaal € 7.000.
2. De periode waarin een bijdrage wordt gegeven is niet langer dan de werkelijke periode dat korting wordt gegeven en kan oplopen tot maximaal twaalf maanden.
3. Maximaal 50% van de huurkorting wordt vergoed, waarbij de huurkorting het verschil is tussen de huurprijs die wordt betaald en de normale huurprijs, voor zover deze laatste niet uitstijgt boven de marktconforme huurprijs.
4.De ‘normale’ huurprijs dient aangetoond te worden door huurrekeningen c.q. huuroverschrijvingen betreffende een periode van minimaal twee jaar voorafgaand aan de datum van de aanvraag.
5.De maximale en minimale bedragen, als bedoeld in dit artikel, worden slechts éénmaal berekend en toegekend.
Aanvragen die in aanmerking willen komen voor een bijdrage uit de instapregeling moeten leiden tot vestiging van ondernemers die passen binnen de RES of het brancheplan.
Aan de ondernemer die niet past binnen de beleidsmatige uitgangspunten van het brancheplan of de RES kan bij vertrek een bijdrage worden gegeven. Deze bijdrage wordt verleend indien:
a. na vertrek van de ondernemer op de betreffende locatie een onderneming wordt gevestigd die past binnen de beleidsmatige uitgangspunten van het brancheplan of de RES;
b. de ondernemer samenwerkt met de straatmanager;
c. de toekomstige invulling van het pand in samenwerking met de eigenaar van het pand tot stand komt.
1. De per aanvraag toe te kennen totale bijdrage bedraagt minimaal € 450 en maximaal € 4.500.
2. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het aantal volledige kalenderjaren dat een ondernemer op de betreffende locatie gevestigd is.
3. De maximale en minimale bedragen, als bedoeld in dit artikel, worden slechts éénmaal berekend en toegekend.
Aanvragen die in aanmerking willen komen voor een bijdrage uit de afbouwregeling moeten leiden tot het vertrek van ondernemers die niet passen binnen de RES of het brancheplan en vestiging van ondernemers die hier wel binnen passen.
1. Een aanvraag om een bijdrage dient schriftelijk te worden ingediend bij het projectmanagement van het stadsdeel Zeeburg op een door deze beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
2. De ontvangst van de aanvraag wordt binnen twee weken na de datum van ontvangst bevestigd.
3. Indien een aanvraag naar het oordeel van het projectmanagement niet voldoet aan de eisen en/of niet volledig is, dan geeft deze de aanvrager binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag twee weken de tijd om zijn aanvraag schriftelijk aan te vullen c.q. aan te passen.
4. Indien de aanvrager deze gelegenheid ongebruikt voorbij heeft laten gaan dan wel naar het oordeel van het projectmanagement de aanvraag onvoldoende heeft aangevuld of aangepast, dan kan het dagelijks bestuur binnen vier weken nadat de aanvraag aangevuld of aangepast had behoren te zijn dan wel onvoldoende is aangevuld of aangepast, besluiten de aanvraag niet te behandelen.
5. Indien de aanvraag ontvankelijk is, beslist het dagelijks bestuur na advies van de werkgroep binnen acht weken op de aanvraag. Het dagelijks bestuur kan haar beslissing eenmaal met een daarbij te stellen redelijke termijn van ten hoogste acht weken verdagen. Hiervan wordt tijdig mededeling gedaan aan de aanvrager.
6. Aanvragen worden in volgorde van indiening behandeld. Afhandeling van de aanvragen wordt opgeschort op het moment dat het plafond van het beschikbare budget is bereikt.
1. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een juist en volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier, overeenkomstig het standaardaanvraagformulier.
2. Een aanvraag dient vergezeld te gaan van alle in deze regeling en in het aanvraagformulier opgesomde noodzakelijke gegevens en stukken.
3. Op verzoek van het dagelijks bestuur dient de aanvrager inzage te bieden in alle boeken en bescheiden die relevant zijn om de aanvraag te controleren. Tevens dient de aanvrager mee te werken aan controle ter plaatse, noodzakelijk om de situatie op het moment van de aanvraag te beoordelen en uit te voeren door medewerkers van het stadsdeel of door het dagelijks bestuur aan te wijzen personen of instanties.
1. Voor alle regelingen binnen deze BedrijfsStimuleringsRegeling geldt dat een bijdrage slechts kan worden toegekend indien:
a. bij de onderneming niet meer dan 50 personen werkzaam zijn;
b. het bedrijf levensvatbaar is en ingeschreven als onderneming;
c. het bedrijf rechtmatig is gevestigd op de locatie waarvoor de subsidie gevraagd wordt;
d. het bedrijf beschikt over de voor de te subsidiëren (bedrijfs)activiteiten benodigde vergunning(en).
2. Omtrent de levensvatbaarheid als bedoeld in het eerste lid onder b, betekent dit dat de aanvraag moet bevatten:
a. een verklaring dat voor het bedrijf geen verzoek om surséance van betaling of faillissement is ingediend;
b. een kwalitatieve beschrijving van de beoogde structuurverbetering van het bedrijf na voltooiing van het project;
c. een overzicht van de eventuele gevolgen van deze verbetering voor de personele bezetting;
d. een gespecificeerde begroting van de beoogde investeringen en een opgave van de financieringswijze van het project.
1. De bijdrage in het kader van de investeringsregeling wordt daarnaast toegekend onder voorwaarde dat:
a. de eigenaar het economisch eigendom van de bedrijfsruimte waaraan een bijdrage is verleend in de investeringskosten niet overdraagt binnen vijf jaar na het gereedkomen van de werkzaamheden;
b. de eigenaar de bedrijfsruimte waaraan een bijdrage is verleend in de investeringskosten niet op andere wijze dan onder algemene titel overdraagt binnen vijf jaar na het gereedkomen van de werkzaamheden.
2. Bij niet nakoming van de voorwaarden als bedoeld in het eerste lid kan het dagelijks bestuur de verstrekte bijdrage terugvorderen bij de eigenaar aan wie de bijdrage is verstrekt.
3. Terugvordering als bedoeld in het tweede lid vindt plaats volgens de onderstaande tabel:
| Jaren na verstrekking geldelijke steun | Terugvordering in procenten |
|---|---|
| 1 | 90 |
| 2 | 80 |
| 3 | 60 |
| 4 | 40 |
| 5 | 20 |
4. Met betrekking tot de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, bestaat bij de eigenaar een meldingsplicht indien van deze voorwaarden wordt afgeweken.
5. Bij het niet naleven van deze meldingsplicht wordt ongeacht het aantal verstreken jaren 90% van de verstrekte bijdrage teruggevorderd.
6. Het bepaalde in het tweede tot en met vierde lid van dit artikel blijft buiten toepassing indien de woning in eigendom aan de gemeente of een woningbouwcorporatie wordt overgedragen.
1. Het dagelijks bestuur neemt op basis van het advies van het projectmanagement een besluit omtrent het al of niet toekennen van een bijdrage.
2. Het dagelijks bestuur houdt bij haar beslissing rekening met andere bijdragen die op grond van andere regelingen kunnen worden toegekend.
3. Bijdragen kunnen slechts worden verstrekt aan natuurlijke of rechtspersonen.
4. Het dagelijks bestuur bepaalt bij haar besluit tot toekenning tevens het maximum van de te verstrekken bijdrage.
5. Indien naar het oordeel van het dagelijks bestuur daarvoor redenen aanwezig zijn, kan zij bij haar beslissing tevens bepalen, dat een voorschot op de bijdrage wordt verstrekt; het voorschot wordt verrekend bij de uitbetaling van de bijdrage.
1. De beschikking wordt afgegeven door het dagelijks bestuur van stadsdeel Zeeburg.
2. De beschikking tot vaststelling van de bijdrage bevat een omschrijving van de activiteiten waarvoor bijdrage wordt gevraagd.
3. De beschikking tot vaststelling van de bijdrage stelt de hoogte van de bijdrage vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag.
4. De hoogte van de bijdrage wordt overeenkomstig de vaststelling van de bijdrage betaald, nadat een kopie van de factu(u)r(en) voor de geleverde diensten, alsmede betalingsbewijzen zijn overlegd.
5. Alvorens tot vaststelling of uitbetaling van de bijdrage wordt overgegaan dient de aanvrager mee te werken aan een controle ter plaatse, noodzakelijk om de uitvoering van gesubsidieerde activiteiten te beoordelen en uit te voeren door medewerkers van het stadsdeel of door het dagelijks bestuur aangewezen personen.
1. Voor alle regelingen binnen de BedrijfsStimuleringsRegeling geldt dat het dagelijks bestuur een aanvraag om een bijdrage afwijst, indien:
a. de ondernemer voor dezelfde locatie en voor soortgelijke activiteiten de laatste vijf jaar reeds een bijdrage heeft ontvangen in het kader van dezelfde of andere bestaande overheids Verordeningen en/of subsidieregelingen voor hetzelfde doel;
b. een activiteit waarvoor een bijdrage wordt gevraagd, binnen één jaar nadat toekenning heeft plaatsgevonden nog niet is uitgevoerd;
c. vóór de indiening van de aanvraag reeds een begin is gemaakt met de uitvoering van de desbetreffende activiteit;
d. voor de te subsidiëren activiteit(en) niet alle wettelijk verplichte vergunningen zijn afgegeven;
e. geen schriftelijk bewijs van betaling kan worden overlegd, waaruit blijkt dat de te subsidiëren activiteit is betaald binnen de aangegeven periode en ten behoeve van de aangegeven locatie hebben plaatsgevonden;
f. een ondernemer zijn bedrijf (niet zijnde een onderneming waarin detailhandel wordt uitgeoefend) naar een gemeente buiten de Amsterdamse regio verplaatst. Deze opmerking geldt niet voor de afbouwregeling;
g. sprake is van aanwijsbare veiligheidsrisico’s;
h. de ondernemer doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, gemeentelijke regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde of indien artikel 3 van de BIBOB van toepassing is.
2. Voor de investeringsregeling geldt bovendien dat een aanvraag wordt afgewezen indien de ondernemer niet voorkomt op de lijst van in aanmerking komende ondernemingen, die is gebaseerd op geselecteerde BIK-codes. De lijst van geselecteerde BIK-codes is toegevoegd aan het goedgekeurde projectvoorstel.
3. Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen en met gegronde redenen afwijken van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel.
4. Het dagelijks bestuur kan de gevraagde bijdrage weigeren indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de subsidieverstrekking niet past binnen het door de stadsdeel Zeeburg of Gemeente Amsterdam vastgestelde beleid.
De beslissing tot verlening van de bijdrage kan worden ingetrokken of gewijzigd indien:
a. hetgeen waarvoor de bijdrage is toegekend niet binnen een redelijke termijn en conform de aanvraag is uitgevoerd;
b. goedkeuring van deze regeling door de Europese Commissie niet wordt verleend of uitblijft.
Indien strikte toepassing van deze regeling leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard dan wel tot ernstige afbreuk aan het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, kan het dagelijks bestuur in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze regeling.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling zijn belast de door het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zeeburg aan te wijzen personen.
Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2005.
Deze regeling wordt aangehaald als BedrijfsStimuleringsRegeling Zeeburg II (BSR Zeeburg II).