Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Heffingsverordening De Nieuwe Ooster

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingHeffingsverordening De Nieuwe Ooster
CiteertitelHeffingsverordening 2014 De Nieuwe Ooster
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBelastingen, retributies en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 229, lid 1, aanhef en onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2015nieuwe regeling

29-10-2013

De Echo, 20 november 2013

422505
29-11-201201-01-2014nieuwe regeling

20-11-2012

De Echo, 28 november 2012

353282
01-01-201201-01-2013nieuwe regeling

08-11-2011

Amsterdams Stadsblad, 2011, week 50

266970
01-01-201101-01-2012nieuwe regeling

01-01-2011

Gemeenteblad 2010, nr. 51

"-"

Tekst van de regeling

Heffingsverordening 2014 De Nieuwe Ooster

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van de verordening wordt verstaan onder :

a. aanvrager: degene die - al dan niet door tussenkomst van een uitvaartondernemer - opdracht geeft voor een begrafenis of crematie, die de uitgifte van een graf of urnenplaats verzoekt respectievelijk na de crematie de bestemming aan de as geeft;

b. algemeen graf: een zandgraf of keldergraf bij het dagelijks bestuur in beheer waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen begraven van lijken;

c. algemene nis: een niet voor publiek toegankelijke ruimte in het crematorium bij het dagelijks bestuur in beheer en bestemd voor de tijdelijke bijzetting van asbussen;

d. begraafplaats: de begraafplaats "De Nieuwe Ooster", de terreinen in het gedenkpark die zijn bestemd voor de uitgifte van graven of urnenplaatsen;

e. crematorium: het crematorium "De Nieuwe Ooster", gelegen op het terrein van het gedenkpark;

f. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost;

g. directeur: degene (of zijn vervanger) die door het dagelijks bestuur met het (dagelijkse) beheer van de begraafplaats, het crematorium en het gedenkpark is belast, bevoegd is namens het dagelijks bestuur opdrachten dienaangaande te verlenen en bevoegd is de in deze verordening bedoelde grafrechten te vestigen, grafrechten te laten vervallen en vergunningen af te geven;

h. eigen graf: een particulier graf dat tot 1 januari 2010 is uitgegeven onder de benaming "eigen graf";

i. gebruiker: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of urnenplaats is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

j. gedenkpark: het terrein van "De Nieuwe Ooster" aan de Kruislaan 126 te Amsterdam;

k. gedenkplaats: een urnenplaats, bij het dagelijks bestuur in beheer dat ter beschikking wordt gesteld voor het oprichten van een gedenkteken;

l. gedenkteken: een grafsteen, liggende of staande zerk, sierurn, sluitplaat of ander monument ter nagedachtenis aan een overledene;

m. grafakte: de beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het dagelijks bestuur een grafrecht wordt verleend;

n. grafbedekking: gedenktekens of beplanting die op een graf of urnenplaats zijn geplaatst;

o. grafrecht:

- het recht van gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een urnenplaats, hetzij

- het uitsluitend recht op een particulier graf;

p. kindergraf: een particulier graf, bij het dagelijks bestuur in beheer waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten van asbussen van kinderen tot en met 11 jaar;

q. onderhoudsbijdrage: een verplichte bijdrage in het onderhoud van het gedenkpark voor gebruikers en rechthebbenden

r. particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, bij het dagelijks bestuur in beheer waarin aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten van asbussen;

s. plaatsingsrecht: het recht tot het doen aanbrengen van een naamplaatje op één van de gedenkmuren bij de strooiweide of bosprieel, op een strip bij de vijver of op een zuil in de galerij die bij het dagelijks bestuur in beheer zijn;

t. rechthebbende: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

u. urnengraf: een zandgraf of keldergraf bij het dagelijks bestuur in beheer waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten van asbussen;

v. urnennis: een nis in de urnenmuur of kelder in het urnenplateau, bij het dagelijks bestuur in beheer, waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten van asbussen;

w. urnenplaats: een urnengraf, een urnenkelder, een nis in de urnenmuur of een kelder in het urnenplateau, een sierurn in de vijver, of een andere ruimte bij het dagelijks bestuur in beheer waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten van asbussen;

x. wet: de Wet op de lijkbezorging en de daaruit voortvloeiende regelgeving

Artikel 2 Aard van de rechten/belastbare feiten

Er worden rechten geheven voor het verlenen van diensten door en/of wegens het gebruik van de begraafplaats, het crematorium en het gedenkpark.

Artikel 3 Belastingplicht en belastingtijdvak

1. Belastingplichtig is de aanvrager van de diensten of het gebruik, dan wel degene te wiens behoeve de diensten of het gebruik worden aangevraagd of verleend.

2. Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar. Ingeval van afkoop van deze rechten voor meerdere jaren door betaling ineens is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor de regeling wordt vastgelegd.

3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid is het belastingtijdvak in het jaar van aanvang van het gebruik gelijk aan het aantal in dat kalenderjaar nog aan te vangen kalendermaanden.

4. De in de voorgaande leden 2 en 3 bedoelde belastingtijdvakken hebben betrekking op de jaarlijkse rechten voor reservering i.v.m. de optie op een graf, het jaarlijkse gebruiksrecht van een bank bij een graf, een naamsvermelding op een gedenkzuil, de onderhoudsbijdragen voor particuliere graven en urnenplaatsen.

Artikel 4 Heffingsmaatstaf/tarieven

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel, met inachtneming van de daarbij behorende bijzondere bepalingen.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 5 Wijze van heffing

De jaarlijkse rechten wegens reservering, dan wel verlenging van een grafrecht, het gebruiksrecht van een bank, de naamsvermelding op een gedenkzuil, alsmede de onderhoudsbijdragen, worden bij wege van aanslag geheven. De overige rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 6 Onstaan belastingschuld/aanvang en einde belastingplicht

1. Rechten voor reservering, dan wel verlenging van een grafrecht, het gebruiksrecht van een bank, de naamsvermelding op een gedenkzuil en de onderhoudsbijdragen zijn bij de aanvang van het belastingtijdvak verschuldigd.

2. De jaarlijkse verlenging van een grafrecht, het gebruiksrecht van een bank en de naamsvermelding op een gedenkzuil wordt zonder voorafgaande schriftelijke wijziging of opzegging door de belastingplichtige telkenjare gecontinueerd en is verschuldigd bij de aanvang van het jaar van de verlenging. De jaarlijkse reservering van een particuliergraf of urnenplaats wordt overeenkomstig gecontinueerd tot max.imaal de duur van vijf jaren.

3. Bij beëindiging van (een reservering van) het uitsluitend recht op een particulier graf of gebruiksrecht op een urnenplaats in de loop van het belastingjaar wordt geen restitutie verleend van reeds betaalde of nog verschuldigde graf- onderhouds- of gebruiksrechten betreffende dat belastingjaar.

Artikel 7 Vrijstelling en kwijtschelding

1. Voor het opgraven van een stoffelijk overschot of het verwijderen van een asbus op gezag van een gerechtelijke autoriteit worden geen rechten geheven.

2. Van de rechten geheven op grond van deze heffingsverordening wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Betalingstermijn

1. Bij wege van aanslag geheven rechten moeten ineens en binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet worden voldaan.

2. Op andere wijze geheven rechten moeten worden voldaan binnen dertig dagen na dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 9 Nadere regels door het dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van rechten voor het verlenen van diensten en/of wegens het gebruik van de begraafplaats, het crematorium en gedenkpark.

Artikel 10 Inwerkingtreding; citeertitel

1. De Heffingsverordening De Nieuwe Ooster 2013, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid vermelde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking .

3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2014.

4. Deze verordening wordt aangehaald als Heffingsverordening 2014 De Nieuwe Ooster.