Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Verordening subsidiëring fietsenstallingen Stadsdeel Oost

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingVerordening subsidiëring fietsenstallingen Stadsdeel Oost
CiteertitelVerordening subsidiëring fietsenstallingen Stadsdeel Oost 2010
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpInfrastructuur, verkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201001-10-2016nieuwe regeling

08-06-2010

Amsterdams Stadsblad, Bekendmakingen Stadsdeel Oost, 2010,

"-"

Tekst van de regeling

Verordening subsidiëring fietsenstallingen Stadsdeel Oost 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. dagelijks bestuur: het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Oost;

b. fietsplaats: de plek waar één fiets kan worden gestald;

c. buurtstalling: een inpandige fietsenstalling hoofdzakelijk bestemd voor het stallen van de fiets in de eigen woonomgeving;

d. subsidieplafond: het maximaal uit te geven bedrag aan subsidies per jaar op grond van de Verordening Subsidiëring Fietsenstallingen.

Artikel 2 Doel van de subsidie en subsidiabele activiteiten

1. Met deze verordening wordt beoogd het stimuleren van de aanleg en exploitatie van veilige en goed toegankelijke fietsenstallingen en het veilig, goed toegankelijk en gebruiksvriendelijk maken van bestaande buurtstallingen.

2. Voor subsidie komen de volgende activiteiten in aanmerking:

a. het installeren van een geautomatiseerd slot en toebehoren;

b. het installeren van een inbraakbestendige deur;

c. het installeren van camerabeveiliging;

d. het plaatsen van fietsenrekken;

e. het aanbrengen van adequate verlichting;

f. het schilderen c.q. betegelen van de binnenruimte van de fietsenstalling;

g. het ondersteunen van de aanvrager bij het indienen van zijn aanvraag en bij de uitvoering van de gesubsidieerde werkzaamheden.

3. Het Dagelijks Bestuur kan andere activiteiten of werkzaamheden aanwijzen die voor subsidie in aanmerking komen, voor zover deze naar zijn oordeel bijdragen aan het realiseren van het in het eerste lid vermelde oogmerk.

Artikel 3 Subsidieverdeling

1. De subsidie wordt verstrekt op basis van volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

2. Het dagelijks bestuur is bevoegd een subsidieplafond vast te stellen.

Artikel 4 Hoogte van het subsidiebedrag

1. De subsidie bedraagt ten hoogste € 400,- per fietsplaats.

2. In afwijking van het eerste lid kan het dagelijks bestuur een subsidie verstrekken van ten hoogste € 800 per fietsplaats, indien voor het realiseren van een veilige en goed toegankelijke fietsenstalling omvangrijke bouwkundige aanpassingen vereist zijn, die het in het eerste lid vermelde bedrag aanzienlijk te boven gaan.

3. Daarnaast kan het dagelijks bestuur een bijdrage in de exploitatie toekennen van maximaal € 10,- per maand per fietsplek door middel van een jaarsubsidie.

4. Indien voor een van de in artikel 2, tweede lid vermelde activiteiten subsidie wordt verkregen via andere wegen dan het stadsdeel, wordt dat bedrag in mindering gebracht op de door het dagelijks bestuur te verstrekken subsidie.

Artikel 5 De aanvraag tot subsidieverstrekking

1. Voor de aanvraag van de subsidie wordt gebruik gemaakt van een door het dagelijks bestuur vastgesteld aanvraagformulier.

2. Bij de aanvraag van de beschikking tot subsidieverlening worden de volgende stukken overgelegd:

a. een afschrift van een huurcontract;

b. een verklaring waaruit blijkt dat de verhuurder instemt met de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

c. een tekening op schaal 1:100 van de stalling;

d. een afschrift van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

e. een exploitatieoverzicht van het voorafgaande jaar;

f. een exploitatieprognose voor het jaar volgend op dat van de aanvraag;

g. een begroting, betrekking hebbende op de te subsidiëren activiteiten;

h. gespecificeerde offertes van de te subsidiëren werkzaamheden;

i. minimaal twee concurrerende offertes per activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

j. een kopie van een recent bankafschrift van de subsidieaanvrager.

3. Indien de aanvrager zakelijk gerechtigde is met betrekking tot de ruimte waarin de fietsenstalling wordt geëxploiteerd, is het tweede lid onder a en b niet van toepassing met dien verstande dat hij in dat geval een akte overlegt waaruit zulks ten genoegen van het dagelijks bestuur blijkt.

4. Het tweede lid onder e is niet van toepassing ten aanzien van een nieuwe fietsenstalling.

Artikel 5a Beslistermijn bij aanvraag tot subsidieverstrekking

1. Het dagelijks bestuur beslist binnen acht weken na indiening van de aanvraag tot subsidieverlening.

2. Het dagelijks bestuur kan deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen; het dagelijks bestuur doet hiervan tijdig mededeling aan de aanvrager.

Artikel 6 Weigeringsgronden

1. Het dagelijks bestuur kan de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren, indien gegronde reden bestaat aan te nemen dat:

a. de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zullen zijn op het stadsdeel of haar ingezetenen of niet of nauwelijks aanwijsbaar ten goede zullen komen aan het stadsdeel of haar ingezetenen;

b. de te verlenen subsidie niet of in onvoldoende mate zal worden besteed aan de activiteit waarvoor de subsidie is bedoeld;

c. de subsidie niet doeltreffend of doelmatig zal worden besteed;

d. de aanvrager doelstellingen nastreeft of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

e. de aanvrager ook zonder subsidietoekenning over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de activiteit te dekken.

2. Het dagelijks bestuur weigert de subsidie, indien de organisatie van de aanvrager naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur onvoldoende omvang of onvoldoende draagvlak bezit, dan wel het dagelijks bestuur van oordeel is dat het ontbreken van rechtspersoonlijkheid of de rechtsvorm van de organisatie niet geëigend is voor een doeltreffende realisatie van de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd.

3. Het dagelijks bestuur weigert de subsidie indien:

a. in de fietsenstalling auto's kunnen worden geparkeerd;

b. de fietsenstalling niet voor tenminste de helft van het oppervlak in gebruik is voor het stallen van fietsen.

Artikel 7 Aanhouden van de aanvraag

1. Aanvragen die niet kunnen worden ingewilligd vanwege de overschrijding van het subsidieplafond, worden aangehouden tot het jaar volgend op dat van de aanvraag.

2. Indien ook voor dat jaar vanwege het vastgestelde subsidieplafond geen middelen beschikbaar zijn, wordt de aanvraag alsnog geweigerd.

Artikel 8 Verplichtingen

1. Aan de subsidie voor een buurtstalling worden in ieder geval de volgende verplichtingen verbonden:

a. de abonnementhouder heeft door middel van een sleutel of tag permanent toegang tot de stalling;

b. de fietsenstalling wordt na verlening van de subsidie tenminste gedurende vijf jaar geëxploiteerd;

c. de stalling wordt geregeld schoongemaakt en verkeert in een goede staat van onderhoud;

d. de fietsenstalling kent een jaar na vaststelling van de subsidie een bezettingsgraad van tenminste 50% van de voor fietsen bestemde plaatsen;

e. de exploitant van de fietsenstalling levert jaarlijks voor 1 maart een overzicht van de bezetting van het voorgaande jaar;

f. de werkzaamheden in het kader van de subsidieaanvraag worden binnen een jaar na de datum van de subsidieverlening afgerond;

g. de subsidie wordt conform de ingediende begroting besteed.

2. Aan de subsidie op basis van artikel 4, derde lid (bijdrage in de exploitatie door middel van een jaarsubsidie) wordt bovendien nog de volgende verplichting verbonden:

h. het abonnementstarief voor een normale fiets bedraagt maximaal € 10,- per maand.

3. Indien de subsidieontvanger de subsidie wil besteden voor andere activiteiten of werkzaamheden, behoeft hij hiervoor vooraf toestemming van het dagelijks bestuur. Deze wordt in ieder geval geweigerd, indien het andere activiteiten of werkzaamheden betreft dan die vermeld zijn in artikel 2, tweede lid of andere dan die zijn aangewezen op grond van artikel 2, derde lid.

4. Alle geïnteresseerden die zich melden voor een plek in de buurtfietsenstalling, moeten gelijke kansen krijgen voor het huren van een plek.

5. Indien de exploitant besluit te stoppen met het exploiteren van de buurtfietsenstalling, dient de exploitant de mogelijkheid tot het exploiteren van de stalling aan te bieden aan het stadsdeel om te voorkomen dat de investeringssubsidie verloren gaat, dan wel geldt de verplichting dat de exploitant de nog niet afgeschreven waarde van de gesubsidieerde investering aan het stadsdeel vergoedt.

Artikel 9 De aanvraag tot subsidievaststelling

1. De subsidieontvanger dient binnen drie maanden na voltooiing van de werkzaamheden een aanvraag tot vaststelling van de voorziening bij het dagelijks bestuur in.

2. Bij de aanvraag worden overgelegd:

a. een gespecificeerde rekening van baten en lasten, betrekking hebbende op de gesubsidieerde activiteiten of investering, alsmede een duidelijke toelichting op deze rekening in relatie tot de begroting;

b. kopie facturen met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden;

c. een verklaring als bedoeld in artikel 2:393, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek (accountantsverklaring), indien de subsidieaanvraag meer dan 50.000 euro bedraagt.

Artikel 10 Grondslag subsidievaststelling

1. Het dagelijks bestuur stelt de subsidie vast ter hoogte van het netto bedrag van de verrichte werkzaamheden. Indien de aanvrager door middel van een verklaring van de belastingsdienst aantoont dat hij geen recht heeft op restitutie van de BTW, wordt de subsidie vastgesteld ter hoogte van het bruto bedrag van de verrichte werkzaamheden.

2. Alleen daadwerkelijk gemaakte en noodzakelijke kosten vergoed op basis van de ingezonden facturen. De subsidie kan per fietsplaats nooit meer bedragen dan de in artikel 4 genoemde bedragen.

Artikel 11 Beslistermijn bij aanvraag tot subsidievaststelling

Het dagelijks bestuur beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 12 Voorschot en betaling

1. Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot verleend van 80% van het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde bedrag.

2. Uitbetaling van het voorschot vindt plaats binnen acht weken na de subsidieverlening.

Artikel 13 Definitieve afrekening

1. Het subsidiebedrag wordt binnen acht weken na vaststelling van de subsidie betaald onder verrekening van het betaalde voorschot.

2. Het dagelijks bestuur kan deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen; het Dagelijks Bestuur doet hiervan tijding melding aan de aanvrager.

Artikel 14 Toezicht

Het Dagelijks Bestuur kan toezichthouders aanwijzen. De toezichthouders zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 15 Inwerkingtreding en intrekking oude verordening

Deze verordening treedt in werking op de dag van bekendmaking. Op dat moment vervalt de ‘Verordening subsidiëring fietsenstallingen Oost-Watergraafsmeer', vastgesteld op 9 december 2008.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening subsidiëring fietsenstallingen Stadsdeel Oost 2010.