Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Verordening fractieondersteuning Stadsdeel Oost

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingVerordening fractieondersteuning Stadsdeel Oost
CiteertitelVerordening fractieondersteuning Stadsdeel Oost
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-05-201019-03-201419-03-2014nieuwe regeling

03-05-2010

Amsterdams Stadsblad, Bekendmakingen Stadsdeel Oost, 2010, 18

-

Tekst van de regeling

Verordening

Artikel 1

1. De fracties, zoals bedoeld in het reglement van orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

2. Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 3500 voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 400 per raadszetel.

Artikel 2

1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

a. uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

b. betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

c. giften;

d. uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

e. opleidingen voor raadsleden.

Artikel 3

1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

3. Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 4, derde lid.

Artikel 4

1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage:

a. bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt;

b. bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

2. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 1, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

3. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 5

1. De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

2. De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 1.

3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 6 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

4. De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

5. Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

6. Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 6

1. Elke fractie legt, binnen twee maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag. Op 1 maart wordt een waarschuwingsbrief verstuurd aan de fracties die nog geen verantwoording hebben ingeleverd. Op 15 maart wordt de eindafrekening opgemaakt. Als er geen verantwoording is ingeleverd, worden de uitgaven op 0 gesteld.

2. Voor de verantwoording wordt gebruik gemaakt van twee formulieren, als bijlage behorende bij deze verordening, één voor een overzicht van de declaraties en één voor de verantwoording van de bestedingen.

3. Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

4. De raad stelt na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van:

a. de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

b. de wijziging van de reserve;

c. de resterende reserve;

d. de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking de dag van bekendmaking. Op dat moment vervalt de verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Zeeburg vastgesteld op 10 december 2005 en de verordening op de fractieondersteuning Oost-Watergraafsmeer vastgesteld op 24 juni 2002.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 mei 2010.

(...), griffier   (...), raadsvoorzitter

I Artikelgewijze toelichting

Artikel 1

De fracties doen er goed aan helder onderscheid te maken tussen de geldstromen van de

fractie en de plaatselijke partijafdeling. Voor het fractiebudget dient door de fractie een

afzonderlijke rekening te worden geopend.

De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de begroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De in artikel 1 genoemde bedragen zijn prijspeil 2010, het staat de raad vrij deze bedragen tussentijds aan te passen. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fracties meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen.

Artikel 2

De fracties wordt grotendeels de vrijheid gelaten wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet gebruikt mag worden. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Opleidingen voor raads- en commissieleden dienen bekostigd te worden uit het daarvoor beschikbare individuele budget en dientengevolge ook niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning.

Omdat het bij uitstek om politieke ondersteuning gaan kan deze inhoudelijk niet te zeer gedetailleerd geregeld worden. Fractieondersteuning in de vorm van het beschikbaar stellen van gemeenteambtenaren voor de fracties wordt niet wenselijk geacht, aangezien het vaak politiek getinte ondersteuning betreft. Fracties moeten daarom vrij zijn in de keuze van de personen die de fracties eventueel ondersteunen.

Ter illustratie van de betekenis hiervan volgen enkele niet uitputtende opsommingen:

1. De bijdrage voor fractieondersteuning mag wel gebruikt worden ter bekostiging van:

a. raadswerkzaamheden;

b. personele ondersteuning;

c. inhuren van adviseurs;

d. organiseren van bijeenkomsten;

e. opleidingen gericht op het functioneren van hele fractie;

f. fractie excursies en werkbezoeken;

k. consumpties indien onderdeel van fractiebijeenkomst e.d.;

g. financiële en facilitaire ondersteuning bij de volksvertegenwoordigende rol.

2. De bijdrage mag in geval van duo-raadsleden en rekening houdend met de bestaande fiscale vergoedingsmogelijkheden ook worden gebruikt ter bekostiging van:

a. opleidingen voor duo-raadsleden;

b. vakliteratuur;

c. contributies/lidmaatschappen;

d. telefoonkosten en bureaukosten;

e. excursies.

Ter toelichting op het gebruik van de vergoeding voor werkzaamheden en tegemoetkoming in de kosten voor raadsleden geldt het volgende. Vanuit de vergoedingen voor raadsleden worden de volgende zaken geacht te worden bekostigd:

- Representatie

- Vakliteratuur

- Contributies/lidmaatschappen

- Telefoon-, fax- en pc-kosten

- Bureaukosten/porti

- Zakelijke giften

- Bijdrage aan fractiekosten

- Excursies

De verordening voorziet in enige vergoeding van kosten gemaakt door duo-raadsleden. Indien een fractie er voor kiest deze kosten niet langer op declaratiebasis te vergoeden, maar de duo-raadsleden per persoon een beperkte vaste onkostenvergoeding per maand te verstrekken, bijv. vanwege internetgebruik, dient deze ook begeleid te worden door kostenopgave en facturen of betalingsbewijzen.

Artikel 3

De bijdrage wordt als voorschot verstrekt. In een verkiezingsjaar wordt het voorschot in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de raad. Indien blijkt dat het geld onrechtmatig is besteed kan dit aan het eind van het jaar verrekend worden.

Artikel 4

Het spreekt vanzelf dat de bijdrage aangepast zal moeten worden aan veranderde verhoudingen in de raad. De regeling heeft tot gevolg dat fracties die kleiner worden (of geheel verdwijnen) nog over de gehele maand waarin de nieuwe raad voor het eerst vergadert de bijdrage ontvangen. Voor fracties die groter worden (of nieuwe fracties) gaat de bijdrage per diezelfde maand in. Dat betekent dat de totale bijdrage voor fractieondersteuning in een verkiezingsjaar hoger uitvalt dan in andere jaren. Dit is niet te vermijden.

Bij splitsing van een fractie zal het al eerder verstrekte voorschot direct verrekend moeten worden. Als dat niet zou gebeuren zou een deel van de oorspronkelijke fractie over een te groot voorschot beschikken en zou het andere deel juist helemaal geen voorschot krijgen. Na het kalenderjaar zou dan alsnog verrekend moeten worden. Het is billijker de verrekening in deze gevallen direct te laten plaatsvinden.

Artikel 5

De reserve bestaat uit het overschot van voorgaande jaren. Dit bedrag zal niet eindeloos mogen groeien. De reserve is dan ook aan een maximum gebonden.

Ook met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met de splitsing van een fractie. De regeling in het zesde lid regelt dat de reserve naar evenredigheid verdeeld wordt over de nieuw ontstane fracties. Indien een splitsing kort na de verkiezingen plaatsvindt zou een conflict kunnen ontstaan over de verdeling van de reserve. De regeling laat er echter geen twijfel over dat ook in dat geval de reserve verdeeld moet worden.

Artikel 6

Om grip te houden op een tijdige verantwoording worden fracties rond de afgesproken inleverdatum daaraan herinnerd. Om te voorkomen dat verantwoordingen toch uitblijven is een einddatum opgenomen met afspraak dat uitgaven desnoods op nul worden gesteld.

Voor een adequate verantwoording en bevordering van goede controle daarop zijn twee formulieren voorgeschreven met behulp waarvan de verantwoording kan worden gedaan.

De controle van het verslag kan door de accountant meegenomen worden met de controle op de jaarrekening. Uit het verslag en de accountantsverklaring kan naar voren komen dat er een verrekening dient plaats te vinden met het verstrekte voorschot. Indien niet verrekend kan worden, bijvoorbeeld omdat een fractie uit de raad verdwijnt zal de raad het ten onrechte uitgekeerde voorschot kunnen terugvorderen.