Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Wieringermeer

Verordening markt- en straathandel Wieringermeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Wieringermeer
Officiële naam regelingVerordening markt- en straathandel Wieringermeer
CiteertitelVerordening markt- en straathandel Wieringermeer
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpOpenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art.149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-04-200104-01-2012artikel 50,51

22-03-2001

onbekend

2001, 4-1
02-04-2001Nieuwe regeling

22-03-2001

Nieuwe regeling

2001, 4-1

Tekst van de regeling

De raad der gemeente Wieringermeer; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 1994; gelet op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet, alsmede op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de navolgende “VERORDENING MARKT- EN STRAATHANDEL WIERINGERMEER”.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder: a. markt: de warenmarkt welke krachtens besluit van de raad op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden; b. marktterrein: de gehele oppervlakte grond welke bij besluit van de raad voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen; c. standplaats: de op en voor de duur van de markt door burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel; d. vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld aan de vergun-ninghouder; e. dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld; f. standwerkersplaats: een dagplaats bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken geboden is; g. vergunninghouder of standplaatshouder: ieder aan wie door burgemeester en wethouders een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een stand plaats in te nemen; h. marktmeester: de alszodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar; i. losse standplaats: een niet onder punt c vallende standplaats, voorzover gelegen binnen de be-bouwde kom; j. marktcommissie: de door de gemeente alszodanig erkende vertegenwoordiging van marktkoop-lieden, die fungeert als intermediair tussen gemeentebestuur en standplaatshouders en die de belangen behartigt van de kooplieden; k. jaarmarkt: de warenmarkt welke krachtens besluit van de raad één maal per jaar op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden; l. standwerker: de marktkoopman die publiek om zich heen verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem te verkopen artikel en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen.

Artikel 2

Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere locatie of een ander tijdstip voor het houden van de markt aanwijzen, welk besluit openbaar bekend wordt gemaakt.

Artikel 3

1. Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van de markt bij openbaar bekend te maken besluit: a. het aantal standplaatsen; b. de afmetingen van de standplaatsen; c. de opstelling en indeling van de markt; d. welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerken; e. welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen; f. welk gedeelte van de markt eventueel bestemd wordt voor het plaatsen van verkoopwagens.

2. Burgemeester en wethouders kunnen het aantal standplaatsen per artikelengroep vaststellen. 3. Burgemeester en wethouders kunnen grotere vaste plaatsen toewijzen dan de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen.

Artikel 4

Het is verboden op het marktterrein ruimte in te nemen zonder vergunning van burgemeester en wethouders.

Artikel 5

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning op het marktterrein kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan deze vergunning voorwaarden verbinden.

Artikel 6

Het is verboden artikelen welke krachtens een openbaar bekend te maken besluit van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.  

Artikel 7

Burgemeester en wethouders kunnen, indien hen dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden. 

TOEWIJZING EN BEZETTING VAN STANDPLAATSEN

Artikel 8

  • 1.

    De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

  • 2.

    Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

Artikel 9

  • 1.

    De toewijzing van standplaatsen geschiedt bij vergunning.

  • 2.

    Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan de plaats waarvoor de vergunning is afgegeven.

Artikel 10

Een ieder die een standplaats op een markt inneemt of wenst in te nemen dient zich te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste verzoek aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.  

Artikel 11

  • 1.

    Degene die voor een standplaats in aanmerking wil komen dient een aanvraag in om hem in te schrijven op een daartoe aangelegde lijst. Bij inschrijving op deze lijst worden, naast de datum van inschrijving, de artikelen of groepen van artikelen vermeld die door de gegadigde krachtens de vergunning mogen worden verhandeld. De betrokkene wordt daarvan een bewijs verstrekt.

  • 2.

    Om voor inschrijving op de in het eerste lid bedoelde lijst in aanmerking te komen dient men handelingsbekwaam te zijn en aangetoond te hebben dat men voldoet aan de in artikel 12, lid 1, sub a en c vermelde vereisten, onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 2 en 3.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan een wettig kind van een vaste standplaatshouder dat bij voortduring zijn ouder op diens vaste plaats bijstaat op de in het eerste lid bedoelde lijst worden ingeschreven indien het voldoet aan de in artikel 12, lid 5 sub a vermelde vereisten.

  • 4.

    De inschrijving op grond van het voorgaande lid wordt doorgehaald zodra inschrijving op de in artikel 13, lid 2 bedoelde lijst kan plaatsvinden. Het feitelijk gebruik van rechten die uit inschrijving op bedoelde lijst voortvloeien blijft uitgesloten zolang de aanspraken als bedoeld in artikel 14, lid 3, bestaan.

  • 5.

    Een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 3 kan worden gewijzigd in een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 2.

Artikel 12

1. Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen is vereist dat de aanvrager een handelings-bekwaam natuurlijk persoon is en aantoont: a. dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie; b. dat hij van het uitoefenen van handel zijn hoofdberoep maakt; c. dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden ver plicht wegens aan derden toegebrachte schade. Betrokkene dient burgemeester en wethouders jaarlijks het bewijs te overleggen dat de door hem terzake verschuldigde premie is voldaan. 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1 onder b en c in bijzondere gevallen ontheffing verlenen. 3. Een marktkoopman wordt geacht aan het in lid 1 onder c genoemde te hebben voldaan indien hij een geldig bewijs van lidmaatschap overlegt van een organisatie die voor haar leden een collectieve verzekering als bedoeld in lid 1 sub c heeft afgesloten. 4. Aanvrager behoort bovendien ten minste dertien weken op de in artikel 11 lid 1 bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Burgemeester en wethouders kunnen van deze bepaling ontheffing verlenen. 5. Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 1 onder a, b en c indien de aanvrager: a. persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel; b. op de plaatselijke markt in de uitoefening van de markthandel werkzaam zal zijn uit naam van een rechtspersoon die voldoet aan de in lid 1 onder a, b en c gestelde eisen; c. van het bedrijven van handel zijn hoofdberoep maakt.

Artikel 13

1. Van de toewijzing van een vaste plaats wordt aan de standplaatshouder een vergunning afgegeven, vermeldende: a. de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats alsmede woonplaats en adres; b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer daarvan; c. de artikelen of groep van artikelen welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht. 2. Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van artikelen als bedoeld in lid 1 onder c vermeld.

Artikel 14

Bij de toewijzing van vaste plaatsen waartoe op gezette tijden, doch minstens één maal per jaar, wordt overgegaan, komen daarvoor allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen die de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in volgorde waarin zij op de in artikel 13 lid 2 bedoelde lijst zijn ingeschreven. Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de in artikel 11 lid 1 bedoelde lijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van hun inschrijving op deze lijst. Degene die op grond van artikel 11 lid 3 op de in het tweede lid van dit artikel bedoelde lijst is inge-schreven kan geen vaste plaats worden toegewezen zolang het recht van zijn ouder op een vaste plaats bestaat. Indien voor de markt een indeling per artikelengroep geldt wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden, overeenkomstig een door burgemeester en wethouders tevoren te nemen besluit, dat openbaar bekend wordt gemaakt. Degenen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt kunnen alleen dan voor een vaste standplaats in aanmerking komen indien zij zich ten minste dertien weken voor het bereiken van genoemde leeftijd als gegadigde op de in artikel 11 lid 1 bedoelde lijst hebben doen inschrijven.

Artikel 15

1. De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken: a. op verzoek van de vergunninghouder; b. bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid 4 van dit artikel; c. wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen gesteld in artikel 12 lid 1, onver-minderd het bepaalde in artikel 12 lid 2 en 3; d. indien de vergunninghouder niet ten minste één maal per twee weken en ten minste negen maal per dertien weken zijn plaats op de markt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 21, 22 en 23. 2. De vergunning voor een vaste plaats wordt eveneens ingetrokken van degene die, na het bereiken van de 70-jarige leeftijd, gedurende een tijdvak van twee jaren van zijn recht op het innemen van een vaste plaats persoonlijk geen of nagenoeg geen gebruik heeft kunnen maken. 3. Indien het bepaalde in de beide voorgaande leden toepassing vindt wordt de inschrijving op de in artikel 13 lid 2 bedoelde lijst van vergunninghouders doorgehaald. 4. a. Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning voor de vaste plaats overge-schreven op de overblijvende echtgeno(o)t(e) indien een daartoe strekkende aanvraag binnen vier weken na het overlijden wordt ingediend. b. Onder echtgeno(o)t(e) wordt mede verstaan de relatiepartner, waarmee de vergunninghouder duurzaam samenwoont zonder dat de vergunninghouder gehuwd is, mits deze samenwoning van te voren schriftelijk is medegedeeld, met dien verstande dat de vergunninghouder slechts één relatiepartner mag aanwijzen. c. Indien de aanvrager bedoeld in de voorgaande alinea’s vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt wordt de vergunning voor die plaats ingetrokken. De inschrijving op de lijst bedoeld in artikel 13 lid 2 wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 16

  • 1.

    Degene aan wie een vergunning is afgegeven dient deze plaats uiterlijk om 09.00 uur respectieve-lijk 13.30 uur bezet te hebben, hij gebreke waarvan de betreffende plaats voor die dag als dagplaats wordt aangemerkt.

  • 2.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 17

Om voor een dagplaats in aanmerking te komen dient aanvrager op de in artikel 11 lid 1 bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij vergunning, af te geven op het in artikel 16 lid 1 genoemde tijdstip, in volgorde van de datum van inschrijving op deze lijst. Degene die op grond van het bepaalde in artikel 11 lid 3 op de in het voorgaande lid bedoelde lijst is ingeschreven kan geen dagplaats worden toegewezen zolang zijn ouder vergunninghouder van een vaste plaats is. Indien voor de markt een regeling per artikelengroep geldt wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig een door burgemeester en wethouders te nemen besluit, dat openbaar bekend wordt gemaakt.

Artikel 18

De inschrijving op de in artikel 11 lid 1 bedoelde lijst van gegadigden voor een dagpiaats wordt doorgehaald: a. op verzoek van de ingeschrevene; b. bij overlijden van de ingeschrevene; c. wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, bedoeld in artikel 11 lid 2 of lid 3; d. indien de ingeschrevene niet ten minste één maal per drie weken een plaats op de markt inneemt of zich bij de marktmeester heeft aangemeld en getracht heeft een dagplaats te verkrijgen, tenzij het bepaalde in de artikelen 17 lid 2, 21, 22 en 23 van toepassing is; e. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is afgegeven, tenzij hij die vergunning niet aanvaardt op grond van een door burgemeester en wethouders geldig geachte reden.

Artikel 19

1. Het is uitsluitend op daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op te treden. 2. De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt bij per marktdag af te geven vergun-ningen. Genoemde afgifte geschiedt bij loting ter bepaling van de volgorde waarin gegadigden een plaats kiezen, zulks met inachtneming van de wijze van werken. 3. Tot de loting voor een vergunning voor een standwerkersplaats kunnen slechts worden toegelaten marktkooplieden die handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan de in artikel 12 lid 1 sub a en c gestelde eisen, onverminderd het bepaalde in artikel 12 lid 2 en 3, met dien verstande: dat allereerst tot de loting worden toegelaten:

a. door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerde per-sonen, van wie gebleken is dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden; dat eerst nadien tot de loting worden toegelaten: b. andere marktkooplieden die door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerd zijn of in het bezit zijn van een geldig voorlopig standwerkersbewijs en ten aanzien van wie niet gebleken is dat zij op een standwerkersplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker.

4. Standwerkers die gezamenlijk willen optreden kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden. De betrokkenen dienen zulks vóór de loting aan de marktmeester kenbaar, te maken met vermelding van het te verhandelen artikel. 5. Indien de omstandigheden op de markt daartoe aanleiding geven kunnen burgemeester en wethouders beperkingen stellen aan het aantal af te geven vergunningen voor standwerkersplaatsen per artikelengroep. 6. Een standwerker mag de aan hem toegewezen plaats niet tezamen met een ander benutten, waaronder mede wordt verstaan dat hij zich niet door een ander mag doen aflossen. Het bovenstaande geldt niet voor degenen bedoeld in het vijfde lid van dit artikel.

Artikel 20

Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen; hij mag de stand-plaats derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.  

Artikel 21

  • 1.

    Vergunninghouders van vaste plaatsen die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten, alsmede degenen die op de in artikel 11 lid 1 bedoelde lijst staan ingeschreven en die zich om dezelfde reden niet ter markt kunnen melden, dienen de marktmeester daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

  • 2.

    Deze mededeling dient tijdig vóór de betreffende marktdag te worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moet de marktmeester mondeling of telefonisch worden ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding.

  • 3.

    Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte dient ten bewijze van deze reden van verhindering iedere dertien weken een geneeskundige verklaring te worden overgelegd.

Artikel 22

  • 1.

    Degenen bedoeld in de artikelen 11 en 13, lid 2, die wegens vakantie een markt niet kunnen bezoe-ken, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie en met inachtneming van het hierna in lid 2 bepaalde schriftelijk mededeling te doen aan de marktmeester.

  • 2.

    De in artikel 15 lid 1 onder d vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste plaats teneinde de vergunning voor de vaste plaats te behouden, alsmede de in artikel 18 onder vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige aanmelding op de markt teneinde de inschrijving op de in artikel 11 lid 1 bedoelde lijst gehandhaafd te doen blijven, blijft per kalenderjaar ten hoogste vier marktdagen buiten werking indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het in lid 1 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

  • 3.

    De rechthebbenden als hierboven bedoeld kunnen op buitenwerkingstelling van de in lid 2 aangeduide regelingen alleen dan aanspraak maken indien zij op de marktdag voorafgaande aan hun afwezigheid wegens vakantie de hun toegewezen vaste plaats hebben bezet, danwel als op de in artikel 11 lid 1 bedoelde lijst ingeschreven gegadigden een plaats hebben toegewezen gekregen of blijkens hun aanmelding bij de dienstdoende marktmeester getracht hebben een plaats te verkrijgen.

  • 4.

    De rechthebbenden als bedoeld in lid 2 hebben voorts, tot behoud van hun eerder omschreven rechten, de verplichting op de eerste marktdag volgend op die waarop zij binnen het in lid 2 gestelde maximum aantal marktdagen wegens vakantie afwezig waren, hun vaste plaats weer in te nemen dan wel zich weer ter markt te melden teneinde te trachten een opengebleven marktplaats toegewezen te krijgen.

Artikel 23

  • 1.

    In bijzondere omstandigheden kan aan hen die zijn ingeschreven op de in artikel 13 lid 2 bedoelde lijst of aan hen die zijn ingeschreven op de in artikel 11 lid 1 bedoelde lijst op aanvraag tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om zelf op hun vaste plaats aanwezig te zijn danwel zich bij de marktmeester aan te melden voor het verkrijgen van een dagpiaats.

  • 2.

    In de gevallen bedoeld in het eerste lid van dit artikel, alsmede in die bedoeld in artikel 21 of in artikel 22, kan aan de vergunninghouder van een vaste plaats vergunning verleend worden zich te laten vervangen.

OVERIGE MAATREGELEN VAN ORDE

Artikel 24

Het is verboden vroeger dan één uur voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer moet zijn beëindigd na één uur behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten zijn verwijderd uiterlijk één uur na de sluitingstijd van de markt.  

Artikel 25

De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. In bijzondere gevallen kan van deze bepaling ontheffing verleend worden.  

Artikel 26

Het is verboden rij- en voertuigen waarmede goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die welke door burgemeester en wet-houders is aangewezen.  

Artikel 27

Het is de standplaatshouder verboden: a. zich, behoudens ontheffing, langer dan dertig minuten van zijn uitstalling te verwijderen. Gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten; b. op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goede ren of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren; c. meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen; d. de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen; e. de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren; f. zich, behoudens ontheffing, aan de voorzijde van de standplaats op te hou den bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren; g. op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die waarvoor vergunning is verleend.

Artikel 28

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2.

    Tijdens de markt dient hij zijn afval, verpakkingsmateriaal en dergelijke, zelf in te zamelen.

  • 3.

    Alvorens hij het marktterrein verlaat dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval in de stortplaatsen of anderszins te deponeren.

  • 4.

    Indien er sprake is van een markt, georganiseerd door één organisator, dan wordt deze verantwoordelijk gesteld als zijnde de vergunninghouder/ marktkoopman als bedoeld in lid 3.

Artikel 29

  • 1.

    Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Het op de standplaats aanwezig hebben van radiotoestellen, grammofoons, bandrecorders en dergelijke toestellen, anders dan ten verkoop, is evenmin toegestaan.

  • 3.

    In bijzondere gevallen kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing onder voorwaarden verleend worden.

Artikel 30

  • 1.

    Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak -en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2.

    Van het in het eerste lid gestelde verbod kan onder voorwaarden ontheffing verleend worden.

Artikel 31

Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend op hun standplaats geringe eet -en drinkwaren voor consumptie gereed te maken dienen aan de voorzijde van hun kraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen, zulks ten genoegen van de marktmeester.  

Artikel 32

Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren ten verkoop aanbieden op een duidelijk zichtbare plaats aan hun markt kraam of verkoopgelegenheid een bord ter breedte van minimaal 40 cm en ter hoogte van minimaal 20 cm te hebben waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven. Het naambord moet ten genoegen van de marktmeester in goede staat worden gehouden.  

Artikel 33

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen dient, indien de ten verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding te kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.

Artikel 34

  • 1.

    De vergunninghouder aan wie tevens vergunning is verleend tot de verkoop van eet -en drinkwaren is verplicht, onverminderd het bepaalde in de warenwetgeving, zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht eet -en drinkwaren welke niet zijn voor zien van een gesloten omhulling en die evenmin plegen te worden geschild of gewassen danwel die welke gewoonlijk geen warmtebehandeling ondergaan alvorens te worden geconsumeerd, indien zij op een verkooptafel of anderszins worden uitgestald, onder een doorzichtige afscherming (zogenaamde vitrine) te plaatsen op zodanige wijze dat zij niet voor het publiek bereikbaar zijn.

Artikel 35

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement is de vergunninghouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt verplicht er zorg voor te dragen dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2.

    Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht dat het daarop bij de weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 36

Behoudens het bepaalde in artikel 26 is het verboden zich op marktdagen met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben.  

Artikel 37

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2.

    Van het bepaalde in het eerste lid kan ontheffing worden verleend voor zoveel het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet -en drinkwaren ten behoeve van de vergun-ninghouders.

JAARMARKTEN

Artikel 38

Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de jaarmarkt aanwijzen bij openbaar bekend te maken besluit.  

Artikel 39

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid de marktcommissie in te schakelen bij de organisatie en uitvoering van de jaarmarkten. De marktcommissie brengt aan het college, op diens verzoek, advies uit ten aanzien van de indeling en toewijzing der plaatsen. 

Artikel 40

  • 1.

    De toewijzing van de standplaatsen geschiedt door burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Het is verboden op het marktterrein ruimte in te nemen zonder vergunning van of namens burgemeester en wethouders.

Artikel 41

Een ieder die een standplaats op de jaarmarkt inneemt of wenst in te nemen dient zich te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goed gelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste verzoek aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.  

Artikel 42

  • 1.

    Voor de bekwaamheidseisen is artikel 12 van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Voor standwerkers is artikel 19 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 43

Voor de overige maatregelen van orde zijn de artikelen 24 t/m 37 van overeenkomstige toepassing. 

LOSSE STANDPLAATSEN 

Artikel 44

1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4, 5 en 40 is het verboden om zonder vergunning van burgemeester en wethouders op of aan wegen of aan een openbaar water binnen de bebouwde kom, danwel op een andere, al dan niet met enige beperking voor het publiek toegankelijke, plaats binnen de bebouwde kom met een voertuig, kraam, tafel of enig ander middel een losse standplaats in te nemen of te hebben, teneinde: a. in de uitoefening van de handel goederen of waren te koop aan te bieden, danwel b. anderszins goederen of waren uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek.

2. Het in het eerste lid onder b gestelde verbod geldt niet ten aanzien van het uitgestald hebben van gedrukte of geschreven stukken, waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet. 3. Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet voorzover de Wet milieubeheer, de Woningwet of het Provinciaal wegenreglement Noord-Holland van toepassing is. 4. Burgemeester en wethouders houden de beslissing op een aanvraag aan indien deze tevens een Wet milieubeheerplichtige activiteit betreft en niet wordt geweigerd, tot de dag waarop een beslissing over de Wet milieubeheervergunningaanvraag is genomen.

Artikel 45

1. Vergunning kan uitsluitend verleend worden voor het innemen van losse standplaatsen op de volgende lokaties: A. te Wieringerwerf: a. één standplaats aan de Terpstraat ter hoogte van de huisnummers 3 en 5 op twee parkeervakken; b. één standplaats in de Fazantstraat op twee parkeervakken nabij huis nummer 10; c. één standplaats aan de Brinkweg op twee parkeervakken nabij huisnummer 10; een en ander volgens de bij deze verordening behorende en alszodanig gewaarmerkte tekening, alsmede: d. twee standplaatsen op het Omtaplein; B. te Middenmeer: één standplaats aan de Brugstraat tegenover nr. 9 op twee parkeervakken; C. te Slootdorp: één standplaats aan de Brink tegenover nr. 62 op twee parkeervakken; D. te Kreileroord: één standplaats aan de Korenstraat tegenover het Dorpshuis op twee parkeervakken.

2. Naast de onder 1 bedoelde standplaatsen kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van het onder artikel 44 gestelde verbod indien het betreft het incidenteel innemen van een losse standplaats: a. voor het verkopen van goederen of waren voor een charitatief doel; b. voor de verkoop van kerstbomen en oliebollen in de periode van eind november t/m eind december; c. voor evenementen, te organiseren door een vertegenwoordigende winkeliersvereniging.

Artikel 46

Vergunningverlening als bedoeld in artikel 45 lid 1 kan slechts geschieden voorzover: a. er op de betreffende locatie geen sprake is van een markt of een jaarmarkt; b. er op de betreffende dag op (één van) de locatie(s) in het betreffende dorp nog geen sprake is van een voor de betreffende branche uitgegeven vergunning.

Artikel 47

De artikelen 10, 12, 13, 14, 15, 28, 29, 31, 32, 33 en 40 t/m 42 zijn van overeenkomstige toepassing op de losse standplaatsen in de gemeente.

STRAF -EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 48

Degene die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wange-drag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak be-lemmert danwel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, danwel op een hem toe gewezen standwerkersplaats niet als standwerker actief is, één en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 49 en 50, door burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 49

Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken of de inschrijving op de in artikel 11 lid 1 bedoelde lijst doorhalen danwel de standplaats-vergunning telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen intrekken indien: a. de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt; .b. van de plaats gebruik wordt gemaakt strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd; c. de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 50

Met het toezicht op de naleving van deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren. 

Artikel 51

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, 5, 7, 24, 26, 36, 37, 40 tweede lid en 44 dezer verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Artikel 52

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening markt -en straathandel Wieringermeer”.

Artikel 53

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking. Met ingang van die datum vervalt de gelijknamige verordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 oktober 1988, sedertdien gewijzigd.

Ondertekening

Wieringerwerf, 8 december 1994.De raad voornoemd,