Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Sint-Oedenrode

Marktverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Sint-Oedenrode
Officiële naam regelingMarktverordening
CiteertitelMarktverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 149 en 151
  2. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200101-09-2011Onbekend

30-11-2000

Midden Brabant

104/2000

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening

De raad van de gemeente Sint-Oedenrode

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2000, nr. 104/2000.

Gelet op de artikelen 149 en 151 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende:

Marktverordening

Afdeling 1. Begripsomschrijvingen:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder;

a. markt:De warenmarkt welke krachtens besluit van de gemeenteraad op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijdstip wordt gehouden;
b. marktterrein:De gehele oppervlakte openbare of voor publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van de gemeenteraad van 28 februari 1957 voor het uitoefenen van de markthandel is toegewezen;
c. standplaats:De op of voor de duur van de markt door het bestuursorgaan aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;
d. vaste plaats:De standplaats waarvoor het bestuursorgaan voor onbepaalde tijd een vergunning heeft verleend;
e. dagplaats:Een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;
f. standwerker:De marktkoopman die publiek om zich verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem te verkopen artikel en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen;
g. standwerkerplaats:een dag plaats, bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerkers gebruikelijk is;
h. vergunninghouder:Ieder aan wie door het bestuursorgaan een vergunning is verleend om gedurende een markt een standplaats in te nemen;
i. marktmeester:De met het toezicht op de naleving en de handhaving van de bepalingen aangewezen persoon;
i. het bestuursorgaan:burgemeester en wethouders.

Afdeling II: Aanwijzing ander marktterrein.

Artikel 2

Het bestuursorgaan kan tijdelijk een ander dan de door de gemeenteraad aangewezen dag, plaats en tijdstip voor het houden van de markt aanwijzen, indien dringende redenen daartoe noodzaken.

Afdeling III: Bepalingen ten aanzien van de markt

Artikel 3
  • 1. Het bestuursorgaan bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en de indeling van de markt;

    • d.

      welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerken;

    • e.

      welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

    • f.

      welk gedeelte van de markt eventueel bestemd wordt voor het plaatsen van verkoopwagens.

  • 2. Het bestuursorgaan kan het aantal standplaatsen per artikelengroep vaststellen.

  • 3. Het bestuursorgaan kan, voor zover de beschikbare ruimte dat toelaat, vaste plaatsen toewijzen ter grootte van maximaal 3 maal de afmeting van een standplaats, als bedoeld in het eerste lid onder b.

Afdeling IV: Verbodsbepalingen

Artikel 4.

Het is verboden op de markt handel uit te oefenen anders dan vanuit een standplaats.

Artikel 5.

Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan waarvoor een vergunning is afgegeven.

Artikel 6.

Het is verboden zonder vergunning van het bestuursorgaan op het marktterrein kramen, of andere voor de verkoop van waren bestemde bedrijfsmiddelen te plaatsen en te verhuren.

Afdeling V: Aanvraag vergunning

Artikel 7.
  • 1. Een vergunning voor een vaste plaats wordt aangevraagd bij het bestuursorgaan op een daarvoor beschikbaar gesteld aanvraagformulier;

  • 2. De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst vermeld op een doorlopend te nummeren lijst, ingedeeld per artikelengroep.

Afdeling VI: Toewijzing standplaatsen

Artikel 8.

De toewijzing van standplaatsen geschiedt bij door het bestuursorgaan af te geven vergunning.

Artikel 9.
  • 1. De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen;

  • 2. Een vrijgekomen vaste plaats wordt als een dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt zolang zij niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 opnieuw als vaste standplaats is toegewezen.

Artikel 10.
  • 1. Om voor een standplaats in aanmerking te komen dient de aanvrager:

    • a.

      een natuurlijk persoon te zijn;

    • b.

      handelingsbekwaam te zijn;

    • c.

      te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsvoering en bedrijfsorganisatie;

    • d.

      voldoende verzekert te zijn tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op de markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade;

    • e.

      ten minste 3 maanden op de in artikel 7, tweede lid, genoemde lijst te staan, tenzij op het tijdstip van aanmelding geen gegadigden op de wachtlijst staan in de betreffende artikelengroep.

  • 2. Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen dient de aanvrager bovendien aan te tonen dat hij van het uitoefenen van handel zijn hoofdberoep maakt.

  • 3. De aanvrager voldoet aan het bepaalde in het eerste lid, onder d., als hij een geldig bewijs overlegt van het lidmaatschap van een organisatie die voor haar leden een collectieve verzekering als in dat lid bedoeld heeft afgesloten

  • 4. Het bestuursorgaan kan van het bepaalde in het eerste lid, sub e ontheffing verlenen.

Artikel 11.

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven.

Artikel 12.
  • 1. Voor toewijzing van vrijgekomen vaste plaatsen, komen allereerst in aanmerking vergunninghouders van vaste plaatsen die aan het bestuursorgaan de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen. De volgorde waarin zij op de in artikel 11 bedoelde lijst zijn ingeschreven is bepalend.

  • 2. Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de in artikel 7 bedoelde lijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van hun inschrijving van deze lijst.

  • 3. Indien voor de markt een indeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden.

Artikel 13.
  • 1. Standwerkers mogen uitsluitend op de daartoe aangewezen standplaatsen optreden.

  • 2. De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt bij door het bestuursorgaan per marktdag af te geven vergunningen.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde afgifte geschiedt zo nodig bij loting ter bepaling van de volgorde, waarin gegadigden een plaats kiezen, zulks met inachtneming van de wijze van werken.

  • 4. Tot de loting voor een standwerkersplaats kunnen slechts worden toegelaten marktkooplieden die handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan de in artikel 10, eerste lid gestelde eisen, alsmede moeten aantonen dat hij geregistreerd staat als ambulant handelaar en voldoet aan zijn publiekrechtelijke verplichtingen.

  • 5. Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor de standwerker geboden wijze ten verkoop aanbieden. De betrokkenen dienden zulks vóór de loting aan de marktmeester kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.

  • 6. De toewijzing van standplaatsen geschiedt volgens een branchepatroon, zodat de standwerker met artikelen waarvoor de brancheregeling geldt, voor hetzelfde artikel niet meer als eenmaal per maand een plaats kan worden toegewezen.

  • 7. Een standwerker mag de aan hem toegewezen plaats niet tezamen met een ander benutten.

  • 8. De standwerkersplaats moet door de standwerker persoonlijk worden ingenomen.

Afdeling VII: Voorschriften

Artikel 14.

Degene aan wie een vergunning voor een vaste plaats is afgegeven, dient deze plaats uiterlijk een half uur voor de aanvang van de markt ingenomen te hebben, bij gebreke waarvan de betreffende standplaats voor die dag als dag plaats wordt aangemerkt.

Artikel 15.

Een ieder, die een standplaats op de markt innemen, dient zich te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven identiteitsbewijs, Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvraag aan de marktmeester te tonen.

Artikel 16.
  • 1. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats vanaf zonsondergang voorzien te hebben van verlichting, waarmee hij uitgestalde waren helder verlicht dienen te zijn.

  • 2. Het is verboden gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, dan wel elektriciteit van een ander te betrekken dan van degene die door het bestuursorgaan voor het leveren van elektriciteit is aangewezen.

Artikel 17.
  • 1. Vergunninghouders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten, dienen de marktmeester daarvan vóór de betreffende marktdag in kennis te stellen.

  • 2. Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte, dient aan de marktmeester desgevraagd als van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overgelegd.

Artikel 18.

Vergunninghouders van vaste plaatsen, die wegens vakantie een markt niet kunnen bezoeken, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie mededeling te doen aan de marktmeester.

Artikel 19.
  • 1. Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 20.
  • 1. Het bestuursorgaan kan in bijzondere omstandigheden aan de vergunninghouder ontheffing verleden van de verplichting, bedoeld in artikel 19, eerste lid.

  • 2. Het bestuursorgaan kan de vergunninghouder in de gevallen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, alsmede in die, bedoeld in artikel 17 of in artikel 18, toestemming verleden zich te laten vervangen.

Artikel 21.
  • 1. Het is verboden vroegen dan drie uren voor aanvang van de markt artikelen op de markt aan te voeren.

  • 2. De aanvoer moet uiterlijk een kwartier voor de aanvang van de markt zijn beëindigd. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk twee uur na de sluitingstijd van de markt.

  • 3. De artikelen mogen niet vóór de sluitingstijd van de markt worden afgevoerd.

Artikel 22.
  • 1. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen.

  • 2. In bijzondere gevallen kan het bestuursorgaan van het bepaalde in het eerste lid ontheffing verlenen.

Artikel 23.

Het is verboden voertuigen, waarmee de artikelen op de markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door het bestuursorgaan is aangewezen.

Artikel 24.

Het is vergunninghouder verboden:

  • a.

    Op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd artikelen te koop aan te bieden of af te leveren;

  • b.

    Meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;.

  • c.

    De opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te plaatsen;

  • d.

    De doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • e.

    Zich, behoudens ontheffing van het bestuursorgaan, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van artikelen;

  • f.

    Op de standplaats andere artikelen in voorraad te hebben dan die, waarvoor vergunning is verleend;

  • g.

    Zich, behoudens toestemming van het bestuursorgaan, langer dan tien minuten van zijn standplaats te verwijderen; gedurende deze tijd mag de vergunninghouder de standplaats niet onbeheerd achterlaten.

Artikel 25.
  • 1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2. Hij dient zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond met zeilen af te schermen.

  • 3. Tijdens de markt dient hij zijn afval, verpakkingsmateriaal en dergelijke zelf in te zamelen.

  • 4. Alvorens hij het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval zelf af te voeren.

  • 5. Nadere aanwijzingen gegeven door of namens het bestuursorgaan dienen te worden opgevolgd.

  • 6. Bij het niet naleven van dit artikel zal het afval op kosten van de vergunninghouder worden verwijderd.

Artikel 26.
  • 1. Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers en versterkers.

  • 2. Het is vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 3. Het bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het gestelde in het eerste en tweede lid, onder door hen te stellen voorschriften.

Artikel 27.

Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun artikelen ten verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegenheid een bord te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven. Het naambord moet in goede staat worden gehouden.

Artikel 28.

De prijsaanduidingen van de ten verkoop aangeboden artikelen moeten voor het publiek duidelijk leesbaar zijn.

Artikel 29.
  • 1. De vergunninghouder aan wie het is toegestaan eet- en drinkwaren te verkopen, is verplicht deze waren op zodanige wijze te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

  • 2. De vergunninghouder aan wie is toegestaan op zijn standplaats geringe eet- en drinkwaren ter consumptie gereed te maken dient aan de voorzijde van zijn kraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven op bakken van voldoende grootte te plaatsen.

Artikel 30.
  • 1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met artikelen ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan door het bestuursorgaan ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet~ en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

Artikel 31.

Het is verboden op de markt een artikel aan te prijzen als een geneesmiddels, bedoeld in de Wet op de geneesmiddelenvoorziening.

Artikel 32.
  • 1. De vergunninghouder die zijn artikelen per maat en/ of gewicht verkoopt, is verplicht te zorgen dat zijn meet- of weeg werktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2. Het weeg werktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst dat het daarop aangegeven gewicht steeds voor het publiek deugdelijk leesbaar is.

Artikel 33.
  • 1. Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein te venten met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen of godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren,

  • 2. Onder het voeren van propaganda als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstaan het aanprijzen van koopwaar op de markt.

Afdeling VIII: Overschrijving vergunning.

Artikel 34.
  • 1. Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning voor de vaste standplaats overgeschreven op de overblijvende echtgenoot of op één van de meewerkende kinderen, als een daartoe strekkende aanvraag binnen 12 weken na het overlijden bij het bestuursorgaan wordt ingediend.

  • 2. Indien de aanvrager bedoeld in het eerste lid vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt de vergunning voor die andere plaats ingetrokken. De inschrijving op de lijst bedoeld in artikel 11 wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

Afdeling IX: Intrekking.

Artikel 35.
  • 1. De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken:

    • a.

      op verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in artikel 34;

    • c.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, gesteld in artikel 10;

  • 3. indien het bepaalde in het eerste lid toepassing vindt, wordt de inschrijving op de in artikel 11 bedoelde lijst van vergunninghouders doorgehaald.

Artikel 36.
  • 1. Het bestuursorgaan kan de vergunning voor een vaste plaats intrekken indien:

    • a.

      de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt;

    • b.

      de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

    • c.

      De vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

    • d.

      De vergunninghouder van een vaste standplaats niet tenminste eenmaal per twee weken en tenminste negen maal per kwartaal zijn plaats op de markt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 17, 18, 19 en 20.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde intrekking kan voorwaardelijk of tijdelijk voor een ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen geschieden.

  • 3 Bij definitieve intrekking van de vergunning wordt de inschrijving op de in artikel 7, tweede lid, bedoelde lijst doorgehaald.

Afdeling X: Last tot onmiddellijke ontruiming.

Artikel 37,

De vergunninghouder die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct op indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, kan door het bestuursorgaan gelast worden zijn standplaats onmiddellijk te ontruimen.

Afdeling XI: Strafbepaling.

Artikel 38.

Overtreding van het bepaalde bij 0 f krachtens de artikelen 4,5,6,22,24,25,27,31,32, en 33 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste 2 maanden.

Afdeling XII: Citeertitel! inwerkingtreding.

Artikel 38.

In te trekken het raadsbesluit tot vaststelling van de Marktverordening d.d. 26 januari 1995.

Artikel 40.

Deze verordening kan worden aangehaald als" Marktverordening" .

Artikel 41.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Sint-Oedenrode in zijn openbare vergadering van 30 november 2000

De secretaris
De voorzitter