Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Maasdonk

Wegenbeleid, -beheer en -onderhoud (2007)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Maasdonk
Officiële naam regelingWegenbeleid, -beheer en -onderhoud (2007)
CiteertitelWegenbeleid, -beheer en -onderhoud (2007)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpWegen en verkeer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-06-2007Onbekend

12-06-2007

Streekwijzer

Raad/07-0046

Tekst van de regeling

Wegenbeleid, beheer en onderhoud

Inhoudsopgave

1 Inleiding

2 Beheerbeleid

3 Beheer- en onderhoudsproces

4 Relatie beleid, beheer en onderhoud

  • 4.1

    Algemeen.

  • 4.2

    Beheerbeleid gemeente Maasdonk

5. Samenvatting

1. Inleiding

Grontmij voert op dit moment een aantal activiteiten uit op het gebied van wegbeheeren onderhoud voor de gemeente Maasdonk. In deze rapportage wordt ingegaan op beheerbeleid, wegbeheer en onderhoud en de relatie daartussen. De activiteiten van Grontmij voor de gemeente Maasdonk worden daarin meegenomen. De activiteiten voor het wegbeheer zijn gebaseerd op de systematiek voor wegbeheer, opgesteld door het CROW. Deze systematiek is beschreven in CROW-publicatie 147.

De gemeente Maasdonk past deze landelijk geaccepteerde systematiek voor wegbeheer toe sinds 2004. Alle gegevens met betrekking tot de verhardingen zijn opgeslagen in het computerprogramma dg DIALOG Wegen van Grontmij. Dit computerprogramma is gebaseerd op de CROWsystematiek en is voorzien van het keurmerk van het CROW. Dit betekent dat het programma voldoet aan de eisen conform publicatie 147.

Het programma dg DIALOG Wegen en alle wegbeheergegevens van de gemeente Maasdonk worden door Grontmij beheerd. Dit betekent dat de gemeente het programma zelf niet in huis heeft, maar wel de gegevens kan inzien via een viewer. Grontmij zorgt automatisch voor updates van het programma. De gemeente ontvangt verder gegevens op afroep.

In 2004 heeft de gemeente aan Grontmij opdracht gegeven om voor de periode 2005 tot en met 2012 de volgende activiteiten jaarlijks uit te voeren;

  • Actualisatie databasegegevens

  • Uitvoeren globale visuele inspectie

  • Opstellen beheerplan wegen

  • Opstellen rehabiliteringsplan

Daarnaast is ten behoeve van het te voeren beleid door de gemeente einde 2006 aan de Grontmij opdracht verstrekt om te komen tot een “totaal onderhoudsplan”, dat is afgestemd op al het onderhoud gedurende de levensduur van de wegen in de gemeente. Indien gewenst kan Grontmij op verzoek van de gemeente deze resultaten nader aan u toe lichten, zowel beleidsmatig als technisch ( via spreadsheets) In totaliteit is nu beschikbaar:

  • A

    een totaal plan onderhoud wegen

  • B

    een beheer plan wegen (maximaal 5 jaren) en

  • C

    een indicatief onderhoudsplan voor de komende 2 jaren, gebaseerd op een minimaal jaarlijks programma (zonder herinrichting en rehabilitatie)

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op beheerbeleid in het algemeen. Hoofdstuk 3 gaat in op het gehele beheeren onderhoudsproces. Hoofdstuk 4 gaat in op de relatie tussen beleid, beheer en onderhoud in de gemeente Maasdonk.

Het doel van deze rapportage is inzicht te geven in bovengenoemde aspecten en het belang van systematisch werken te benadrukken.

2. Beheerbeleid

Het beheer van de openbare ruimte omvat alles wat op die ruimte invloed kan uitoefenen. Het beheer is dan ook een integraal proces. De verharding, en bijgevolg het wegbeheer, vormt een wezenlijk onderdeel hiervan, maar lang niet het enige. Ook groen, riolering, verlichting en dergelijke zullen aandacht vragen. Daarnaast spelen maatschappelijke belangen een rol. Afstemming tussen de diverse betrokken disciplines is uiteraard belangrijk en goede communicatie is daarbij van groot belang.

De wegbeheerder, in deze de gemeente Maasdonk, heeft op grond van de Wegenwet de zorgplicht voor de wegverhardingen. Dit betekent dat zij ervoor moet zorgen dat de verhardingen in een goede staat verkeren. Bij dit beheerproces spelen tal van randvoorwaarden een dwingende rol. Behalve uit de Wegenwet komen zijn voort uit onder meer:

  • Het Burgerlijk Wetboek

  • De Wet Milieubeheer

  • De Arbeidsomstandighedenwet

  • Maatschappelijke ontwikkelingen

Beleidsuitgangspunten

Het is van groot belang een inzichtelijk beleid voor het wegbeheer te voeren, waarbij ook de verantwoordelijkheden duidelijk zijn aangegeven. Het bestuur heeft in 2003 de beleidsdoelstellingen en ambities voor de openbare ruimte aangegeven. Uitgaande van de zittingsperiode van het bestuur is de frequentie een keer per vier jaar. In het plan zijn de beleidsuitgangspunten vertaald naar kwaliteitsdoelstellingen. Deze doelstellingen zijn mede gebaseerd op informatie uit het verleden. Herijking is thans in 2007 aan de orde. Het beleidsplan voor de verhardingen dient in hoofdlijnen het kwalitatieve en financiële niveau aan te geven waarop de wegbeherende instantie haar taak dient uit te voeren. Het beleidsplan heeft een strategisch karakter: de randvoorwaarden voor het beheerplan worden hier genoemd, zoals prioriteiten, de keuze van het onderhoudsniveau en de beschikbare budgetten. Deze randvoorwaarden behoren gebaseerd te zijn op een maatschappelijk draagvlak. Voor beheer is beleid een absolute noodzaak.

Basis voor een Meerjarenbeleid 2007 (Opdracht gemeente aan Grontmij einde 2006). Door Grontmij is in opdracht van de gemeente eind 2006 het zogenaamde “Totaal onderhoudsplan” voor alle wegen in de gemeente Maasdonk opgesteld. Hierin is per weg en per verhardingssoort (asfalt of elementen) een planning voor de komende 50 jaar weergegeven, gebaseerd op de totale levensduur per weg en al het onderhoud wat binnen die periode op basis van onderhoudscycli verwacht wordt. Voor elke weg is binnen de komende 50 jaar een rehabilitatie gepland. Hiermede kan een basis gelegd worden voor het bepalen van de gemeentelijke beleidsuitgangspunten, het ambitieniveau en het benodigde budget voor de lange termijn.

Benodigd budget voor de lange termijn

Op basis van het “totaal onderhoudsplan” is een benodigd budget voor de lange termijn berekend en weergegeven. Dit budget is het resultaat van geprognosticeerde onderhoudscycli voor verschillende wegtypen. De basis voor dit budget is niet de actuele kwaliteit, maar de totaal in beheer zijnde verhardingen en de samenstelling van het wegennet. Hiermee zijn eventuele budgetwijzigingen ten opzichte van het beleidsplan nader te motiveren.

In de beheerrapportage is het budget voor de lange termijn een weliswaar goed onderbouwd (op basis van de CROWsystematiek) maar een verder niet nader toegelicht getal. Het “Totaal onderhoudsplan” geeft daar nu inzicht in en antwoord op. Grontmij kan op verzoek van de gemeente daar een nadere toelichting op geven zowel beleidsmatig als technisch (via spreadsheets).

Het beheerplan (is reeds in de gemeente Maasdonk via een 8jarig contract aanwezig) De technisch beheerder stelt jaarlijks het beheerplan op. Hierin zijn de door het bestuur gestelde doelstellingen vertaald naar uit te voeren maatregelen, kosten en de te verwachten kwaliteit van het wegennet voor de korte en lange termijn. Het beheerplan is een communicatiemiddel tegenover het bestuur, om informatie te verstrekken over de consequenties van de gestelde beleidsdoelstellingen. Wegbeheer is een hulpmiddel in dit communicatieproces. De beheerder stelt in het beheerplan jaarlijks de actuele en toekomstige onderhoudstoestand van het gehele wegennet bij de beschikbare budgetten aan de orde. Door op deze wijze met het bestuur informatie uit te wisselen kunnen beslissingen over bijvoorbeeld het beschikbaar te stellen budget op verantwoorde wijze worden genomen.

Het onderhoudsplan (wordt afgeleid van het aanwezige beheerplan rekening houdend met het beschikbare budget). Zodra de budgetten beschikbaar zijn gesteld, maakt de beheerder een onderhoudsplan voor het komende jaar. Dit vermeldt de maatregelen en de indicatieve kosten voor de verschillende wegvakonderdelen die in het komende jaar aan onderhoud toe zijn. De totale kosten dienen binnen het beschikbare budget te passen. Voor de vertaling naar besteksposten zijn nader onderzoek en nadere werkzaamheden nodig. De gemeente Maasdonk is als wegbeheerder verantwoordelijk voor een optimaal beheer en onderhoud van de verhardingen. Dat wil zeggen dat de verhouding tussen de technisch verantwoorde kwaliteit, de door de burgers ervaren kwaliteit en het beschikbare budget optimaal is. De methode van wegbeheer zorgt voor een zo efficiënt mogelijke benutting van de financiële middelen.

Tussenconclusies.

  • 1

    Alle basiselementen zijn thans aanwezig (totaal onderhoudsplan – jaarlijks voortrollende beheerplan voor maximaal 5 jaren het indicatieve onderhoudsplan voor de komende 2 jaren), waardoor de gemeenteraad haar eigen beleidsdoelstellingen en ambitieniveau voor deze bestuursperiode kan bepalen;

  • 2

    Tevens is beschikbaar het van het beleid afgeleide beheersplan voor maximaal 5 jaren (thans beschikbaar 20072011) en het daarop afgestemde jaarlijkse onderhoudsplan (bijlage in het jaarlijkse beheerplan. Op deze wijze kan uitvoering gegeven worden aan de cyclus van lange termijn beleid, het beheer daarvan en het jaarlijks planmatig uit te voeren programma.

3. Beheer- en onderhoudsproces

Het beheerproces voor wegverhardingen in het algemeen dient gebaseerd te zijn op een beleidsplan. Binnen het beheerproces worden vervolgens een aantal jaarlijks terugkerende activiteiten onderscheiden:

  • 1

    Actualisatie

  • 2

    Opstellen en bijhouden van een wegbeheerplan

  • 3

    Voorstellen doen aan het beleid/bestuur

  • 4

    Besluitvorming/toewijzing budgetten

  • 5

    Opstellen onderhoudsplan

  • 6

    Voorbereiding en uitvoering

  • 7

    Monitoring en bijsturen

De samenhang tussen deze activiteiten is weergegeven in figuur 3-1.

Hierna worden de werkzaamheden nader toegelicht.

1. Actualisatie

Door het toepassen van de CROWsystematiek voor wegbeheer krijgt de beheerder een goed onderbouwde planning en begroting van het technisch noodzakelijk onderhoud. Hiervoor is het nodig dat de gegevens, waarop de planning en begroting gebaseerd zijn, geactualiseerd worden. De actualisatie houdt in dat de gegevensbestanden jaarlijks worden bijgewerkt en gecomplementeerd. Daarnaast betekent het dat de wegen jaarlijks visueel geïnspecteerd worden. Daarnaast worden de prijzen voor de onderhoudsmaatregelen jaarlijks aangepast, zodat de berekeningsresultaten ook financieel actueel zijn. Deze activiteiten worden jaarlijks door Grontmij uitgevoerd in het kader van het meerjarige contract.

2. Opstellen en bijhouden van een wegbeheerplan

Het wegbeheerplan dient als sturingsinstrument voor het bestuur. Het informeert het bestuur over de resultaten in het afgelopen jaar: behaalde beleidsdoelstellingen en de toekomstverwachtingen. Het beheerplan wordt jaarlijks door Grontmij opgesteld en bevat in ieder geval:

Areaalgegevens

De areaalgegevens zijn gebaseerd op de in beheer zijnde wegen. Het weergeven van de oppervlakte, lengte en wegtype van de verschillende verhardingstypen geeft inzicht in de samenstelling van het wegennet.

Kwaliteitsgegevens

De technische kwaliteit geeft inzicht in de onderhoudstoestand van het wegennet. Doordat in Maasdonk de visuele inspectie jaarlijks wordt uitgevoerd door ervaren inspecteurs van Grontmij, heeft de gemeente een actueel inzicht in de technische onderhoudstoestand.

Technisch benodigde budgetten

Op basis van de resultaten van de visuele inspectie worden de benodigde budgetten voor de korte termijn bepaald, ofwel voor de komende 2 jaren. Deze gegevens zijn betrouwbaar te berekenen. Daarnaast kan kunnen de budgetten voor de middellange termijn (3 tot 5 jaar) bepaald worden, maar deze zijn zeer indicatief omdat de berekeningen duidelijk minder nauwkeurig zijn dan voor de eerste twee planjaren.

Benodigd budget voor de lange termijn

Tot slot wordt een benodigd budget voor de lange termijn berekend en weergegeven als een jaarlijks benodigd budget voor de lange termijn (> 5 jaar). Dit budget is het resultaat van geprognosticeerde onderhoudscycli voor verschillende wegtypen. De basis voor dit budget is niet de actuele kwaliteit, maar de totaal in beheer zijnde verhardingen en de samenstelling van het wegennet. Hiermee zijn eventuele budgetwijzigingen ten opzichte van het beleidsplan nader te motiveren. In de beheerrapportage is het budget voor de lange termijn een weliswaar goed onderbouwd (op basis van de CROWsystematiek) maar verder niet nader toegelicht getal. Door Grontmij is in opdracht van de gemeente eind 2006 het zogenaamde “totaal onderhoudsplan” voor alle wegen in de gemeente Maasdonk opgesteld. Hierin is per weg en per verhardingssoort (asfalt of elementen) een planning voor de komende 50 jaar weergegeven, gebaseerd op de totale levensduur per weg en al het onderhoud wat binnen die periode op basis van onderhoudscycli verwacht wordt. Voor elke weg is binnen de komende 50 jaar een rehabilitatie gepland.

3. Voorstellen doen aan het beleid/bestuur

Het beheerplan geeft vanuit verhardingstechnisch oogpunt een totaalbeeld van het wegennet. Met behulp van het wegbeheersysteem kan deze informatie jaarlijks worden verkregen. Door jaarlijks de globale visuele inspectie uit te voeren, krijgt de beheerder inzicht in het effect van het gevoerde beleid. De beheerder rapporteert aan het bestuur waardoor het bestuur inzicht krijgt in de wijze waarop het in de verhardingen geïnvesteerde kapitaal wordt beheerd en in hoeverre beleidskeuzes worden gerealiseerd.

4. Besluitvorming/toewijzing budgetten

Het beheerplan moet zodanig worden opgezet dat de gevolgen van het vastgestelde beleid en van mogelijke alternatieven duidelijk en objectief worden weergegeven. Het bestuur moet op grond van dit document besluiten kunnen nemen. Het beheerplan vertelt het bestuur jaarlijks of de beschikbaar gestelde financiële middelen toereikend zijn om het beheer en onderhoud van de verhardingen goed te kunnen uitvoeren en de beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren. De verantwoordelijkheid voor de toekenning van de financiële middelen en consequenties van ontoereikende budgetten ligt bij het bestuur. Tevens geeft het door middel van het indicatieve 2 jaren programma invulling aan het jaarlijkse uitvoeringsprogramma (zie bijlage in beheerprogramma).

5. Opstellen onderhoudsplan

Na toewijzing van de budgetten maakt de beheerder op basis van het beheerplan het onderhoudsplan. Het onderhoudsplan geeft aan op welke wegvakonderdelen de komende 1 à 2 jaar onderhoud noodzakelijk is. Het onderhoud voor het komende jaar kan als vast beschouwd worden. Het onderhoud in het volgende jaar is indicatief, aangezien bijstelling na het eerste jaar reeel is als gevolg van politieke, verkeerstechnische oorzaken en/of als gevolg van onverwachte schadeontwikkeling als gevolg van bijvoorbeeld een strenge winter of lange periodes met veel neerslag.

6. Voorbereiding en uitvoering

De onderhoudsmaatregelen in het onderhoudsplan geven een indicatie van de feitelijk uit te voeren maatregelen, maar zijn niet voldoende nauwkeurig om een bestek mee te maken. Nader onderzoek is noodzakelijk. Hierbij valt te denken aan het nemen van boorkernen of het uitvoeren van deflectiemetingen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de systematiek een versterkingsmaatregel voorstelt. Door middel van een onderhoudsadvies op projectniveau kunnen de exacte versterkingsdikte en de nadere vorm van de maatregelen worden bepaald, zodat besteksvoorbereiding kan plaatsvinden. Vervolgens worden aan de hand van het bestek de maatregelen daadwerkelijk uitgevoerd.

Door de gemeente worden jaarlijks enkele wegen geselecteerd waar op korte termijn onderhoud noodzakelijk is. Voor de geselecteerde wegen worden door Grontmij verhardingsadviezen opgesteld op basis van boorkernonderzoek, valgewichtdeflectiemetingen, verkeersgegevens en een visuele beoordeling door een ervaren wegbouwkundig adviseur.

7. Monitoring en bijsturen

Na uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden wordt de relevante informatie weer teruggekoppeld naar het bestuur en de beheerder. Naar het bestuur om aan te geven dat binnen de gestelde budgetten zo goed mogelijk aan de beleidsdoelstellingen is voldaan. Naar de beheerder om de gegevens weer in de databasegegevens te kunnen verwerken. Hierdoor blijven alle betrokkenen op de hoogte en krijgt het beheer van wegverhardingen een duidelijke plaats in het gehele beheerproces.

4. Relatie beleid, beheer en onderhoud

4.1 Algemeen

In figuur 4-1 is de relatie tussen beleid, beheer en onderhoud (voorbereiding en uitvoering) in het algemeen weergegeven.

Figuur 4-1 Relatie beleid, beheer en onderhoud (voorbereiding en uitvoering)

De verschillende aspecten zijn beschreven in hoofdstuk 2 en 3. Duidelijk is dat het beleids, beheeren onderhoudsproces een cyclisch proces is. Dit proces is algemeen en geeft een optimaal proces weer. In paragraaf 4.2 wordt de situatie in de gemeente Maasdonk nader toegelicht.

4.2 Beheerbeleid gemeente Maasdonk

Voor de gemeente Maasdonk kan het huidige beheerbeleid als volgt weergegeven worden:

Figuur 4-2 Beheerbeleid gemeente Maasdonk

De “Leidraad voor het verkeers(veiligheid)beleid Maasdonk” is in 2006 vastgesteld. Voor wat betreft de beleidsuitgangspunten voor het wegbeheer is medio 2003 het wegbeheer conform de CROWsystematiek (publicaties 145, 146a en b en 147) door College en Raad vastgesteld. Daarnaast zijn in 2003 de volgende uitgangspunten vastgesteld:

  • 1

    Het landelijke karakter van de buitenwegen dient gehandhaafd te blijven;

  • 2

    Het onderhoud aan de buitenwegen dient zo doelmatig en minimalistisch mogelijk te zijn;

  • 3

    Uitvoering dient gegeven te worden aan invulling van “Duurzaam Veilig”;

  • 4

    Wegen waarvoor in het verleden toezeggingen cq. uitspraken zijn gedaan voor uitbreiding of herinrichting en wegen welke gereconstrueerd moeten worden, krijgen geen prioriteit voor onderhoudsmaatregelen anders dan zogenaamd klein onderhoud, ofwel het begaanbaar trachten te houden;

  • 5

    Er wordt geen structureel onderhoud gepleegd aan onverharde en halfverharde wegen.

Naar aanleiding van enerzijds de toegenomen beschikbare financiële middelen en anderzijds de behoeftecijfers uit het jaarlijkse beheerplan kan, mede op basis van het “totaal onderhoudsplan”, overwogen worden om deze uitgangspunten bij te stellen.

In het “Totaal onderhoudsplan” is per weg en per verhardingssoort (asfalt of elementen) een planning voor de komende 50 jaar weergegeven, gebaseerd op de totale levensduur per weg. Voor elke weg is binnen de komende 50 jaar, naast regulier groot onderhoud, een rehabilitatie gepland. Bij de bepaling van de kosten is de CROWsystematiek als uitgangspunt genomen. Het CROW heeft voor vele verschillende soorten wegen een aantal onderhoudscycli opgesteld. Gedurende de levensduur van een weg is op een aantal momenten groot onderhoud nodig. Op enig moment is ook met structureel onderhoud rekening gehouden (bijvoorbeeld het versterken van een asfaltverharding). Elke cyclus eindigt met een rehabilitatie. Op deze wijze worden voor een verharding de kosten per vierkante meter per jaar bepaald. Door het verhardingsoppervlak van een bepaalde weg te vermenigvuldigen met het bijbehorende cyclusbedrag (in €/m2/jaar) worden de gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten per weg bepaald. Door nu conform de bijbehorende cyclus gedurende 50 jaar het onderhoud in te plannen, wordt per weg de onderhoudscyclus visueel gemaakt. Het belangrijkste moment van de cyclus is de rehabilitatie. Dat moment is daar waar mogelijk gelijk gesteld met een eventuele rioolreconstructie (uit het GRP van de gemeente Maasdonk). Voor wegen waar geen rioolreconstructie is voorzien, is uitgegaan van gegevens van de gemeente: voor een aantal wegen (voor de korte termijn) is aangegeven dat een rehabilitatie wenselijk is. Op het moment dat in de cyclus van 50 jaar het moment van rehabilitatie bekend is, kan de gehele onderhoudscyclus per weg ingevuld worden. Voor de eerste 5 jaren van de planning is tevens rekening gehouden met de resultaten van de planning op basis van de globale visuele inspectie van 2006.

In de diverse onderhoudscycli met betrekking tot het “totaal onderhoudsplan” is rekening gehouden met bovengenoemde beleidsuitgangspunten. Zo zal bij onderhoud op buitenwegen in ieder geval als toplaag een oppervlakbehandeling worden aangebracht, om het landelijke karakter te behouden. Daarnaast is voor deze wegen uitgegaan van een minimalistische onderhoudscyclus. Er is geen rekening gehouden met een herinrichting in het kader van “Duurzaam Veilig”. Dit heeft te maken met het inrichting van het wegprofiel en niet met onderhoud aan de verharding.

Het “totaal onderhoudsplan” is dus duidelijk gerelateerd aan de beleidsuitgangspunten voor wegbeheer van de gemeente Maasdonk. Voor halfverharde en onverharde wegen zijn in het beheerplan jaarlijks benodigde budgetten aangegeven op basis van het areaal van deze wegen. Deze wegen zijn niet opgenomen in het “totaal onderhoudsplan”.

Het “Beheerplan wegen” wordt jaarlijks bijgesteld op basis van de resultaten van de globale visuele inspectie. Dit beheerplan is dus zeer actueel en bevat naast alle verharde wegen ook de halfverharde en onverharde wegen. Bij het bepalen van de indicatieve onderhoudsmaatregelen (en dus onderhoudskosten op korte en middellange termijn) is de CROWsystematiek de basis. Deze planning heet dan ook basisplanning. Dit betekent dat het geplande onderhoud minimalistisch is, waarbij het onderhoud zich hoofdzakelijk richt op de bovenkant van de verharding. Er is nauwelijks sprake van structureel onderhoud. Daarnaast is rekening gehouden met het handhaven van het landelijke karakter van de buitenwegen: de eventueel geplande onderhoudsmaatregelen bevatten in principe een oppervlakbehandeling. Wegen die op korte termijn (planjaar 1 en 2) al vaststaan voor rehabilitatie, zoals weergegeven in het “totaal onderhoudsplan”, worden programmatisch “vastgezet” in dat betreffende jaar met de bijbehorende kosten. Dergelijke wegen worden dus als zodanig meegenomen in de basisplanning.

Naast de actuele onderhoudstoestand van het wegennet vormt het “totaal onderhoudsplan” de basis voor het beheerplan.

Ten slotte wordt op basis van het “totaal onderhoudsplan” én het beheerplan door de gemeente Maasdonk een “Onderhoudsplan” bepaald. Voor het komende planjaar wordt een concrete (“vaste”) uitvoeringsplanning van projecten vastgesteld, voor het daaropvolgende jaar wordt een indicatieve planning gemaakt. Deze kan namelijk altijd nog bijstelling behoeven op basis van de meest recente globale visuele inspectie. Voor een aantal wegen uit de vaste planning is nader onderzoek nodig ter bepaling van de meest geschikte onderhoudsmaatregel op dat moment. Door de gemeente worden een aantal wegen geselecteerd die door een wegbouwkundig adviseur van Grontmij nader worden onderzocht. Hierbij wordt tevens gebruik gemaakt van boorkernonderzoek en valgewichtdeflectiemetingen

(draagkrachtmetingen). De afgelopen jaren is voor de volgende wegen een verhardingsadvies opgesteld:

  • Kerkdijk, Kepkensdonk en Klompstraat (2005)

  • Den Ham, Kruiskampweg, Nulandsestraat, Polderweg Vreestraat (2006)

  • Donkenweg, Singel, Elst, Rietkampsestraat (2007, nog in uitvoering)

De verdere voorbereiding en daadwerkelijke uitvoering wordt door de gemeente Maasdonk verzorgd. Hierin heeft Grontmij verder geen inzicht.

Samenvatting

Samengevat is het beleiden beheerproces van de wegen in de gemeente Maasdonk vergelijkbaar met een normaal proces, zoals beschreven door het CROW. Het huidige beleid is gebaseerd op de uitgangpunten van 2003, vervolgens richtinggevend verwerkt in de Leidraad voor het verkeers(veiligheid)beleid Maasdonk en thans verder praktisch uitgewerkt in het “Totaal onderhoudsplan”.

Dit “Totaal onderhoudsplan” vormt samen met de actuele onderhoudstoestand de basis voor het jaarlijks op te stellen beheerplan wegen. Vanuit het beheerplan wegen wordt het onderhoudsplan (zie bijlage in beheerplan) voor het komende jaar bepaald.