| Overheidsorganisatie | Gemeente Boskoop |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Beheersverordening De Tunnel gemeente Boskoop 1991 |
| Citeertitel | Beheersverordening De Tunnel gemeente Boskoop 1991 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | algemeen |
| Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-04-1991 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 28-02-1991 | 1.843.32 / 17d - 4620 |
De raad van de gemeente Boskoop;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 februari 1991, nummer 12;gelet op het bepaalde in de artikelen 61 en 63 van de gemeentewet;B E S L U I T :
in te stellen een commissie, als bedoeld in artikel 61, lid 1, onder a, van de gemeentewet, voor het beheren en exploiteren van jongerencentrum "De Tunnel";
vast te stellen de volgende verordening, regelende de taak, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de "Commissie van beheer en exploitatie van "De Tunnel".
In deze verordening wordt verstaan onder:de raad: de raad van de gemeente Boskoop; burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boskoop; de commissie: de Commissie van beheer en exploitatie van "De Tunnel".
2.1 De commissie heeft de zorg voor het beheren en exploiteren van jongerencentrum "De Tunnel", alsmede het instandhouden daarvan.2.2 Ter uitvoering van de onder 2.1 genoemde taak, heeft de commissie de volgende bevoegdheden:2.2.1 het jaarlijks opstellen van een advies begroting voor "De Tunnel"; 2.2.2 het verhuren van het gebouw aan verenigingen, stichtingen,genootschappen, groeperingen, instellingen of personen, zulks onder de voorwaarden en tegen de tarieven, zoals die vóór 1 september van het daaraan voorafgaande jaar door burgemeester en wethouders zijn vastgesteld;2.2.3 het onderhouden, in de meest ruime zin, van het gebouw met de daarbij behorende voorzieningen en daartoe de nodige handelingen te verrichten; 2.2.4 het adviseren van de raad en burgemeester en wethouders over de haar opgedragen taak, zowel gevraagd als ongevraagd; de commissie adviseert burgemeester en wethouders jaarlijks vóór 1 juni over de huurtarieven en huurvoorwaarden voor het daarop volgende jaar;2.3.1 het beslissen over geschillen, die uit een huurovereenkomst voortvloeien en over geschillen, die uit het niet inwilligen van een verzoek tot het sluiten van een huurovereenkomst voortvloeien;2.3.2 tegen beslissingen, als genoemd onder 2.3.1, kan hij die daardoor rechtstreeks in zijn belang is getroffen, beroep instellen bij burgemeester en wethouders.
De commissie bestaat uit ten hoogste vijf leden, te weten:
een lid door en uit de raad benoemd;
maximaal twee leden door de raad benoemd op voorstel van burgemeester en wethouders, in overeenstemming met het advies van de Stichting Open Jeugd- en Jongerenwerk Boskoop, de hoofdhuurder van "De Tunnel";
maximaal twee leden door de raad benoemd op voorstel van burgemeester en wethouders, in overeenstemming met het advies van de vaste huurders van "De Tunnel".De onder b en c genoemde leden mogen niet tevens raadslid zijn.
De voorzitter van de commissie en diens plaatsvervanger worden door en uit de commissie benoemd.
4.1 De leden worden door de raad benoemd aan het begin van zijn zittingsperiode voor de duur van vier jaar, zulks met uitzondering van de eerste keer.4.2.1 De leden kunnen tussentijds vrijwillig aan de raad verzoeken als lid van de commissie ontslagen te worden.4.2.2. De leden kunnen tussentijds door de raad onvrijwillig van hun functie worden ontheven, onder opgaaf van redenen. Hierover wordt vooraf door burgemeester en wethouders overleg gepleegd met het betrokken lid en de commissie. 4.3 Het lid van de commissie, als bedoeld onder 3a, dat het raadslidmaatschap beëindigt, beëindigt daarmede tevens het lidmaatschap van de commissie. 4.4 Indien een van de zetels van de commissie vacant is, wordt zo spoedig mogelijk in opvolging voorzien. Een vacature, ontstaan door een vacature in de raad, wordt eerst vervuld, nadat in de vacante plaats in de raad is voorzien. 4.5 Het lid, dat ter vervulling van een tussentijdse vacature als lid van de commissie is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, moet aftreden. 4.6 Aftredende leden blijven lid van de commissie totdat in hun opvolging is voorzien, tenzij een lid overeenkomstig het bepaalde onder 4.2.2 onvrijwillig van zijn functie is ontheven.
5.1 De leden van de commissie mogen noch middellijk, noch onmiddellijk, deelnemen aan onderhandse pacht van gemeentegoederen of inkomsten, aan leveringen of aannemingen ten behoeve van de accommodatie. 5.2 De leden van de commissie mogen geen gift, provisie of beloning aannemen of enig voordeel, hoe genaamd en in welke vorm ook, genieten ter zake van de accommodatie.5.3.1 Indien een lid van de commissie zich schuldig maakt aan overtreding van de onder 5.1 en/of 5.2 gestelde verboden, kan hij door burgemeester en wethouders worden geschorst.5.3.2 Burgemeester en wethouders onderwerpen een dergelijke zaak onmiddellijk aan het oordeel van de raad; na de geschorste in de gelegenheid te hebben gesteld zich te verdedigen voor en door en uit het midden van de raad te benoemen commissie van drie leden, kan de raad hem van zijn lidmaatschap van de commissie vervallen verklaren. 5.3.3 De van zijn lidmaatschap vervallen verklaarde is, gedurende twee jaren te rekenen van het raadsbesluit tot vervallen-verklaring van het lidmaatschap, niet tot lid van de commissie benoembaar.5.3.4 Indien de raad geen aanleiding vindt het lid van zijn lidmaatschap vervallen te verklaren, heft hij de schorsing op.5.3.5 De beslissing van de raad wordt terstond aan de belanghebbende en aan de commissie medegedeeld.
Voor de onder 3 genoemde leden benoemt de raad tevens plaatsvervangers. Indien de voorzitter of een lid verhinderd is een vergadering bij te wonen, treedt diens plaatsvervanger als zodanig op.
7.1 Als secretaris van de commissie treedt de gemeentesecretaris op, of een door hem aangewezen ambtenaar van de bestuursdienst.7.2 De secretaris is belast met de dagelijkse werkzaamheden, die uit de taak van de commissie voortvloeien. 7.3 Door de secretaris worden alle stukken, die van de commissie uitgaan, mede-ondertekend. 7.4 De secretaris woont de vergaderingen van de commissie bij en dient de commissie van advies. Hij is voorts belast met het maken van een kort en bondig schriftelijk verslag van de vergaderingen van de commissie.
De commissie en haar voorzitter kunnen ambtenaren in dienst van de gemeente of externe deskundigen uitnodigen de vergaderingen bij te wonen en aan hen mondeling of schriftelijk inlichtingen te vragen met dien verstande, dat de commissie machtiging behoeft van burgemeester en wethouders, indien daaruit kosten voor de gemeente voortvloeien.
9.1 De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of indien dit door tenminste twee van de leden met opgaaf van redenen aan de voorzitter wordt gevraagd. In het laatste geval wordt de vergadering gehouden binnen tien dagen na indiening van het verzoek.9.2 De oproeping ter vergadering geschiedt door of vanwege de voorzitter met opgaaf van de te behandelen onderwerpen en -behoudens spoedeisende gevallen- tenminste vijf dagen van tevoren. De oproeping wordt door hem bovendien ter openbare kennis gebracht via de gemeentelijke pagina in de plaatselijke pers.9.3 De vergadering wordt niet gehouden, indien niet tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen. 9.4 Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, worden de leden op de onder 9.2 beschreven wijze opgeroepen voor een nieuwe vergadering met dien verstande, dat tussen de rondzending van de oproepingsbrieven en het uur der vergadering slechts vierentwintig uren behoeven te verlopen.Deze vergadering kan worden gehouden, ongeacht het aantal opgekomen leden.
10.1 De voorzitter is belast met de handhaving van de orde tijdens de vergaderingen en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze de verdere toegang tot de vergadering te ontzeggen.10.2 De voorzitter kan de commissie voorstellen een lid, dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, voor de eerste keer voor de dag waarop het besluit genomen wordt en bij herhaling voor een bepaalde tijd, maar niet langer dan voor vier vergaderingen, de toegang tot de vergadering te ontzeggen. Over dit voorstel wordt niet beraadslaagd. Bij aanneming van het voorstel moet het lid de vergadering onmiddellijk verlaten. Zonodig kan de voorzitter hem doen verwijderen.10.3 Indien aan een lid de toegang tot de vergadering is ontzegd, wordt hij van de presentielijst afgevoerd.
11.1 De commissie vergadert in het openbaar, tenzij de commissie van oordeel is, dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen: a. de economische en financiële belangen van de gemeente; b. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van de bij de aangelegenheden betrokken personen of instanties. 11.2 Stukken ten aanzien waarvan door burgemeester en wethouders voorlopige geheimhouding is opgelegd of die iemands persoonlijke levenssfeer betreffen, kunnen in een openbare vergadering niet worden behandeld.11.3 Burgemeester en wethouders bepalen het tijdstip, waarop de onder 11.2 bedoelde stukken openbaar worden gemaakt. Zij doen hiervan mededeling aan de voorzitter.11.4 De commissie besluit of over een stuk, niet zijnde een stuk, als bedoeld onder 11.2, in besloten vergadering zal worden beraadslaagd, indien het verzoek daartoe door een lid wordt gedaan, dan wel indien de voorzitter zulks nodig oordeelt.11.5 Wanneer ten aanzien van de stukken, niet zijnde een stuk als bedoeld onder 11.2, in een besloten vergadering wordt beraadslaagd, besluit de commissie voor de afloop van de beraadslaging, ten aanzien van welke stukken geheimhouding wordt opgelegd en welke stukken openbaar worden gemaakt.
gedurende ten hoogste een halfuur vanaf het in de oproeping vermelde tijdstip van bijeenkomen van de vergadering, het publiek het recht heeft gehad het woord te voeren over de agendapunten, welke in de opgeroepen vergadering aan de orde zullen komen.De voorzitter stelt hen, die van dit recht gebruik willen maken, daartoe in de gelegenheid, indien zij voor of op het in de oproeping vermelde tijdstip van bijeenkomen van de vergadering, van dat voornemen kennisgeving hebben gedaan, onder vermelding van het (de) agendapunt(en) waarover men wenst te spreken. De voorzitter kan, indien noodzakelijk, een maximum spreektijd vaststellen. De commissie kan in bijzondere gevallen besluiten de maximale spreektijd van een halfuur te verlengen.
13.1 Over alle zaken wordt mondeling bij hoofdelijke oproeping gestemd, doch bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, bij gesloten ongetekende briefjes.13.2 Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen der leden stemming wordt verlangd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.
14.1 Een stemming is nietig, indien niet meer dan de helft van het getal leden, dat zitting heeft en zich niet op grond van artikel 17 van stemming moet onthouden, aan de stemming heeft deelgenomen.14.2 Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, worden leden, die blanco briefjes hebben ingeleverd, voor de toepassing van dit artikel geacht aan de stemming te hebben deelgenomen. 14.3 Een stemming is geldig, ongeacht het getal van de leden dat daaraan heeft deelgenomen, ingeval er opnieuw wordt gestemd over een voorstel of over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen, ten aanzien waarvan in een vroegere vergadering een stemming op grond van het bepaalde in het eerste lid, nietig was. Hetzelfde geldt in een vergadering, als bedoeld onder 9.4.
15.1 Voor het totstandkomen van een besluit wordt de volstrekte meerderheid geëist van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen. 15.2 Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, worden leden, die blanco briefjes hebben ingeleverd, voor de toepassing van dit artikel geacht niet aan de stemming te hebben deelgenomen. 15.3 Wanneer omtrent het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede vrije stemming overgegaan.15.4 Is ook bij deze stemming geen volstrekte meerderheid verkregen, dan heeft een herstemming plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen. 15.5 Komen meer dan twee personen voor een herstemming in aanmerking, dan wordt een tussenstemming gehouden tussen degenen,die een gelijk aantal stemmen hebben behaald. Door een tussenstemming wordt beslist tot wie de herstemming is beperkt. 15.6 Indien bij een tussenstemming of een herstemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.
16.1 Bij het staken van stemmen over zaken wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld.16.2 In deze en evenzo in een voltallige vergadering wordt bij het staken van stemmen het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
17.1 De leden onthouden zich van medestemmen over zaken, benoemingen, schorsingen en ontslagen inbegrepen, die hen, hun echtgenoten, of hun bloed- en aanverwanten tot de derde graad ingesloten, persoonlijk aangaan of waarin zij als gelastigde zijn betrokken.17.2 Een benoeming wordt geacht iemand persoonlijk aan te gaan, wanneer hij behoort tot die personen, tot welke de keuze door een voordracht of aanbeveling is beperkt.
De besluiten, alsmede de daaruit voortvloeiende stukken, worden ondertekend door de voorzitter en mede-ondertekend door de secretaris.
19.1 De commissie stelt jaarlijks een adviesbegroting op voor het daarop volgende exploitatiejaar; deze begroting wordt jaarlijks vóór 1 juni bij burgemeester en wethouders ingediend.
19.2 De adviesbegroting wordt door burgemeester en wethouders verwerkt in de concept-gemeentebegroting voor het betreffende jaar; indien en voorzover daarbij wordt afgeweken van de adviesbegroting, wordt de commissie gehoord.
19.3 Bij de aanbieding van de gemeentebegroting wordt aan de raad overgelegd de adviesbegroting, alsmede de reactie van de commissie op de door burgemeester en wethouders nodig geachte afwijkingen.
19.4 Het exploitatiejaar is gelijk aan het kalenderjaar.
20.1 De commissie beschikt, met inachtneming van de eventueel door burgemeester en wethouders te stellen regels, over de gelden welke in de gemeentebegroting voor het onderhoud van "De Tunnel" zijn uitgetrokken.
20.2 De betalingen en ontvangsten geschieden via de gemeentekas en vinden slechts plaats na ontvangst door de kassier van een door de voorzitter en secretaris van de commissie ondertekend advies, dat vergezeld moet zijn van de daarop betrekking hebbende stukken.
20.3 In gevallen van dringende spoed kan de commissie bij hoofdelijke stemming besluiten, dat een uitgave wordt gedaan die niet in de gemeentebegroting is geraamd; een dergelijk besluit wordt onmiddellijk ter goedkeuring voorgelegd aan de raad.
21.1 De commissie verstrekt de raad en burgemeester en wethouders de door hen gevraagde gegevens en inlichtingen omtrent de uitvoering van de aan haar opgedragen taak.21.2 Binnen vijf maanden na afloop van elk exploitatiejaar zendt de commissie aan de raad een verslag van haar werkzaamheden in dat jaar, alsmede een overzicht van de inkomsten en uitgaven van dat jaar.
Omtrent wijzigingen van de verordening wordt de commissie gehoord.
In de gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.
24.1 Deze verordening wordt aangehaald als "Beheersverordening De Tunnel". 24.2 Deze verordening treedt in werking op 1 april 1991.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad voornoemd, gehouden op 28 februari 1991. de secretaris, de voorzitter,