Aansluitverordening gemeente Boskoop 2006

Artikel 1.1 Doelstelling

De voorzieningen voor het inzamelen en transporteren van afvalwater op openbaar terrein vallen onder de verantwoordelijke taak van de gemeente Boskoop. Voor het uitvoeren van deze taak heeft de gemeente Boskoop de beschikking over uitgebreide rioleringsstelsels. Met het aanleggen, onderhouden en beheren van deze rioolstelsels zorgt de gemeente Boskoop voor de uitvoering van haar taak. Een aansluitverordening regelt de verhoudingen tussen de gebruikers en de gemeente Boskoop inzake de rioolaansluiting op de gemeentelijke riolering.In de Aansluitverordening rioleringen 2006 worden voorwaarden gesteld aan de wijze waarop de aansluiting op het gemeenteriool wordt verkregen. Daarnaast wordt ook geregeld wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van de aansluitleiding. Dit strekt tot voordeel van alle betrokkenen, omdat er zo geen onduidelijkheid bestaat over de verwachtingen die de gebruiker van het rioolstelsel en de gemeente van elkaar mogen hebben.

Artikel 1.2 Opzet van de verordening

Uitgangspunt van deze verordening is dat voor een nieuwe aansluiting of wijziging van de bestaande aansluiting een vergunning is vereist. Aan het verlenen van de vergunning worden vervolgens voorwaarden gesteld. Deze voorwaarden betreffen allereerst de technische eisen waaraan de aansluiting dient te voldoen (de technische eisen zijn vermeld in de bouwverordening van de gemeente). Hieronder vallen o.a. de eisen betreffen het leidingverloop, de dimensionering, de hoogteligging en het toegepaste materiaal. Ook worden voorwaarden gesteld voor het geval er een gescheiden rioolstelsel is. Dit wil zeggen dat er een aparte aansluiting voor hemelwater en voor vuilwater wordt aangelegd. Hierbij dient rekening te worden gehouden met onder andere het Bouwbesluit en in de Bouwverordening gestelde bouwtechnische eisen. Tenslotte zijn er voorwaarden opgenomen over het onderhoud, renovatie, vervanging en verwijdering van de aansluiting.

Artikel 1.3 Algemene definities

Het gemeentelijk rioolstelsel (openbaar riool) wordt op een drietal plaatsen begrensd:

• 1.

  Het punt waar indirecte lozingen van afvalwater wordt ingenomen, afkomstig van de gebruiker (doorgaans daar waar het particulier riool overgaat in een gemeentelijke riolering).

• 2.

  Het punt waar indirecte lozing afvalwater wordt ingenomen en wordt overgedragen aan de waterkwaliteitsbeheerder.

• 3.

  Het punt waar directe lozingen op het oppervlaktewater of in de bodem plaats vinden.Deze verordening heeft alleen betrekking op het eerste genoemde deel.

1.3.1. Het gemeentelijke hoofdriool

Het gemeentelijk hoofdriool (openbaar riool): is of wordt aangelegd binnen of buiten de bebouwde kom in gemeentelijk en/of in particulier eigendom. De gemeente legt doorgaans aan en exploiteert het gemeentelijk hoofdriool. Als het gemeentelijk hoofdriool in particulier eigendom wordt aangelegd, vestigt de gemeente ten behoeve van de exploitatie een zakelijk recht van opstal. Het openbaar riool wordt aangelegd indien mogelijk in gemeentelijk eigendom.1.3.2 Het particuliere aansluitriool

Het particuliere aansluitriool: is het gedeelte riool, begrensd door het (particuliere) gebouw of opstallen en het aansluitpunt daar waar het afvalwater wordt overgenomen door het gemeentelijke aansluitriool. Dit aansluitpunt is in de meeste gevallen bij vrijverval riolen het ontstoppingsstuk in de erfgrens of bij drukriolering de pompput (al dan niet op particulier terrein)1.3.3 Het gemeentelijke aansluitriool

Het gemeentelijke aansluitriool: is het gedeelte riool, begrensd door het aansluitpunt en het gemeentelijke hoofdriool.

Artikel 1 Vergunningsplicht

• 1 Onverminderd het bepaalde in het Bouwbesluit en de Bouwverordening, is het verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een particulier riool op het gemeentelijk riool aan te sluiten, dan wel zonder schriftelijke melding een bestaande rioolaansluiting op het gemeentelijke riool te wijzigen of te verwijderen.

• 2 Indien één of een combinatie van aansluitleidingen van een particulier riool op het gemeentelijke riool moeten worden gemaakt, alsmede één of een combinatie van aansluitingen moeten worden gewijzigd of worden verwijderd, is lid 1 voor iedere aansluiting, wijziging of verwijdering afzonderlijk van toepassing. 

Artikel 2 De vergunningsaanvraag

• 1 De vergunningaanvraag voor aanleg, wijziging of verwijdering van een aansluiting zoals bedoeld in artikel 1 wordt met gebruik van een daartoe door Burgemeester en Wethouders vastgesteld aanvraagformulier, bij Burgemeester en Wethouders ingediend door of namens de rechthebbende van het betreffende perceel.

• 2 De aanvraag tot het verkrijgen van een aansluitvergunning wordt eerst in behandeling genomen nadat:

  • a.

    het aanvraagformulier volledig ingevuld is ingediend. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan, alsnog aan te vullen.

  • b.

    de verschuldigde leges volledig aan de gemeente zijn voldaan en door de gemeente zijn ontvangen;

• 3 Bij de aanvraag dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:

  • a.

    de naam en het adres van de rechthebbende;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    de aanduiding dat het een verzoek om vergunning voor een aansluiting of wijziging van de aansluiting betreft;

  • d.

    de ligging van het aan te sluiten perceel;1.aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel,2.aangegeven op een situatieschets 1:1000 of grotere schaal;

  • e.

    voor zover het een lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen in m3 per uur, waarbij moet worden aangegeven of niet verontreinigt water, zoals schoon regenwater, koelwater, of bronneringswater en / of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater zal worden afgevoerd;

  • f.

    voor zover het een lozing van bedrijfsafvalwater betreft, moeten eveneens de hoeveelheden worden aangegeven, die boven de gemiddelde afvoer liggen (pieklozingen);

  • g.

    voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of dat er huishoudelijk afvalwater of hemelwater zal worden afgevoerd;

  • h.

    van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool ten minste de volgende gegevens: 1.het locatie en de hoogteligging; 2.het materiaal en de vorm van de afvoerleiding(en).

• 4 Burgemeester en Wethouders kunnen de aanvrager verzoeken andere bescheiden met nadere gegevens dan bedoeld in bovengenoemde artikelen, te overleggen, voor zover zij dat ter beoordeling van de aanvraag nodig achten.

• 5 Ingeval een wijziging van het gemeentelijk hoofdriool tot gevolg heeft dat het aansluitpunt van een particuliere aansluitriool moet worden veranderd, is de vergunninghouder verplicht een nieuwe aanvraag in te dienen.

Artikel 3 Weigering van een aansluiting

• 1 Een aansluitvergunning kan worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het gemeentelijke riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

• 2 Aansluiting van het particulier riool op het gemeentelijke riool of wijziging van die aansluiting wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en / of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;

  • b.

    een bouwvergunning krachtens artikel 40 van de woningwet of een vergunning krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer voor het aan te sluiten perceel is geweigerd of nog in behandeling is.

  • c.

    de aansluiting op een vrijverval riool niet onder vrijverval plaatsvindt;

  • d.

    de aansluiting op een drukriool onder verhoogde atmosferische druk moet plaatsvinden, maar de aangegeven drukhoogte niet gehaald kan worden;

  • e.

    de aansluiting op een drukriool moet plaatsvinden, maar er geen balkeerklep of terugslagklep aanwezig is;

  • f.

    het afvalwater dat naar het drukriool wordt afgevoerd ook hemelwater bevat;

  • g.

    de hoogteligging van het particulier riool (binnenonderkant buis) dient niet minder dan 20 cm boven de bovenkant van het hoofdriool te liggen.(hiervan kan de plaats en de hoogteligging van het aansluitpunt door de gemeente nader worden aangegeven).

  • h.

    de bovenzijde van een lozingstoestel lager is gelegen dan de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van een terugslagklep of balkeerklep wordt aangesloten;

  • i.

    de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening betreft, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig is of wordt verwacht;

  • j.

    het gemeentelijke riool ter plaatse van de aansluiting niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

  • k.

    de aanvraag betrekking heeft op niet verontreinigd water dat zonder bezwaar op het oppervlaktewater of bodem geloosd kan worden.

• 3 Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij burgemeester en wethouders de nadere eisen aangeven, waaraan het particulier riool moet voldoen om voor een vergunning in aanmerking te komen.

• 4 Een aansluiting zonder aansluitvergunning wordt gezien als onrechtmatig en wordt op kosten van de aansluiter verwijderd.

Artikel 4 Afhandeling van de aanvraag

• 1 Burgemeester en Wethouders besluiten binnen 6 weken, na ontvangst van de aanvraag.

• 2 In afwijking van het eerste lid houdt de gemeente de beslissing omtrent de aanvraag aan, indien er geen reden is de vergunning te weigeren maar:

  • a.

    voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan voor een bouwvergunning krachtens artikel 40 van de Woningwet,

  • b.

    voor het aan te sluiten perceel de aanvraag krachtens artikel 40 van de Woningwet nog in behandeling is,

  • c.

    voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan voor een vergunning krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer,

  • d.

    voor het aan te sluiten perceel de aanvraag krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer nog in behandeling is.

• 3 De rechthebbende wordt binnen 2 weken na ontvangst van de volledige aanvraag van de aanhouding op de hoogte gesteld.

• 4 Na verlening van de in lid 2 bedoelde aangehouden toestemming neemt de gemeente alsnog binnen vier weken een besluit op de aanvraag.

Artikel 5 Intrekking of wijziging vergunning

• 1 De vergunning kan in ieder geval worden ingetrokken of gewijzigd en moet desgewenst opnieuw worden aangevraagd indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen dat opheffen of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;

  • c.

    de bepalingen van deze verordening en / of de aan de vergunning verbonden nadere voorschriften, niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    de rechthebbende binnen een jaar na verlening van de vergunning geen maatregelen heeft genomen de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die vergunning is verkregen heeft uitgevoerd;

  • e.

    het gebruik van een aansluiting waarop de vergunning betrekking heeft, wordt beëindigd.

  • f.

    het gebruik van de aansluiting niet overeenkomstig de bij de verkrijging van de vergunning verstrekte gegevens wordt gebruikt.

Artikel 6 Uitvoeringshandelingen door de aanvrager

• 1 De rechtshebbende aan wie een aansluitvergunning is verleend kan de gemeente verzoeken de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop de vergunning betrekking heeft uit te voeren. De rechthebbende dient daartoe een verzoek in te dienen bij de uitvoerend ambtenaar.

• 2 De aansluiting van het particulier riool op het aansluitpunt is pas van kracht, als het aan te sluiten particulier riool door de gemeente is gecontroleerd aan de hand van de gestelde eisen in deze verordening en voldoet aan de op grond van het Bouwbesluit of Bouwverordening gemeente Boskoop te stellen eisen. De rioolsleuf dient tot die tijd open te blijven liggen. 

• 3 Indien de gemeente niet in staat wordt gesteld de aansluiting te controleren, wordt de aanvrager geacht zonder vergunning te hebben gehandeld en aansprakelijk gesteld voor de daaruit eventueel voortvloeiende schades.

• 4 Indien door de gemeente op particulier terrein een pompinstallatie en/of een inspectieput is geplaatst ten behoeve van de afvoer van afval- of regenwaterwater dient de perceeleigenaar of gebruiker van het perceel deze installatie vrij toegankelijk te houden. Dit houdt onder andere in dat:-de pompinstallatie mag nooit ingebouwd worden;-de pompinstallatie dient te allen tijden vrij toegankelijk te zijn;-de deksels van inspectie- en/of pompputten dienen te allen tijden zichtbaar in het maaiveld te liggen.

• 5 Bij ophogingen van particulier terrein waarin zich inspectie- en/of pompputten bevinden dient de vergunninghouder of rechthebbende dit minimaal 3 weken voor aanvang van de werkzaamheden bij de gemeente te melden. De gemeente verzorgt de aanpassingen aan de inspectie- of pompputten. De kosten voor deze aanpassingen zijn omschreven in artikel 8.

• 6 Indien er sprake is van een persleiding in particulier beheer aangesloten op pers- of vrijvervalriool dient druk, diameter, pomp en pompput, kwaliteit en soort afhankelijk van de situatie door de vergunningverstrekker te worden goedgekeurd.

• 7 Bij het ontdekken van gebreken aan de aansluitleiding op het gemeenteriool, is de vergunninghouder verplicht hiervan onmiddellijk kennis te geven aan de gemeente.

• 8 Ingeval een vergunninghouder werkzaamheden aan het gemeentelijk aansluitriool op het hoofdriool noodzakelijk acht, dient dit te worden gemeld bij de gemeente.

Artikel 7 De kwaliteit van het te lozen afvalwater

• 1 Het afvalwater afkomstig van de percelen mag geen stoffen bevatten die het materiaal van de rioleringen aantasten of een belemmering vormen voor het zuiveringsproces van de ontvangende zuiveringsinstallatie. De nadelige gevolgen van het afvalwater voor het oppervlakte water moeten bovendien zo veel als mogelijk worden beperkt. Dit betekent dat, voor bestaande en nieuwe lozingen van bedrijfs- en huishoudelijk afvalwater geldt, dat deze moeten voldoen aan samenstelling van het afvalwater inzake de Wm of in de Wvo of in een Amvb op grond van de Wm of Wvo gestelde voorwaarden.

• 2 Het is verboden vaste stoffen, verontreinigende stoffen en schadelijke stoffen die in het gebruik vrijkomen, al dan niet met behulp van versnijdende apparatuur op de riolering te lozen.

• 3 De rechthebbende is verantwoordelijk voor een in alle opzichten juist gebruik van de riolering.

Artikel 8 Kosten aanleg

• 1 De kosten van aanleg of wijziging van een hoofdriool en/of aansluitriool ten gevolge van bouw, verbouw, uitbreiding of wijziging van een woning, woningcomplex of perceel zijn altijd volledig voor rekening van de aanvrager, evenals:-het kostendeel van het hoofdriool, indien van toepassing;-de degeneratiekosten van de openbare ruimte, veroorzaakt door deze werkzaamheden;legeskosten;-de kosten nodig voor de vestiging van een recht van opstal, indien van toepassing;-de kosten voor alle installaties benodigd voor het op juiste hoogte en druk brengen van de lozingen in het aansluitriool;De gemeente voert de werkzaamheden uit van het hoofdriool tot het aansluitpunt.

• 2 De tarieven, leges en degeneratiekosten worden vastgesteld aan de hand van de bij deze verordening behorende tarievenlijst en dienen bij vooruitbetaling worden voldaan (zie bijlage).

Artikel 9 Onderhoud, reparatie, vervanging en verwijdering

• 1 De kosten van technisch onderhoud verricht aan het hoofdriool en het gemeentelijke aansluitriool zijn voor de gemeente, met uitzondering van die gevallen als vast staat dan wel aannemelijk is dat het betreffende onderhoud of herstel dient te worden uitgevoerd ten gevolge van onjuist gebruik, dan zijn de kosten voor de vergunninghouder.

• 2 Onderhoudswerkzaamheden ten laste van de vergunninghouder of rechthebbende zijn o.a:-het schoonhouden van het particuliere aansluitriool;-het repareren of indien nodig, het vervangen van het particuliere aansluitriool.

• 3 De kosten van ontstoppen van het particulier aansluitriool zijn altijd volledig voor rekening van de aanvrager of rechthebbende, behoudens de situatie indien de verstopping is veroorzaakt door het gemeentelijk aansluitriool of hoofdriool.

• 4 Bij rioolverstoppingen is het gemeentelijk beleid erop gericht dat de vergunninghouder of rechthebbende aan moet tonen dat de storing niet bij hen zit. Als aangetoond wordt dat de oorzaak van de verstopping zich in het gemeentelijk deel bevindt, dan kan de gemeente ingeschakeld worden. De vergunninghouder of rechthebbende dient dan wel vooraf aan de werkzaamheden een machtigingskaart te ondertekenen. Mocht blijken dat de oorzaak toch op het particuliere terrein of in de particuliere aansluitleiding zit, dan wordt in eerste instantie een basisbedrag (zie bijlage tarievenlijst) van de rekening van de vergunninghouder afgeschreven. Na de uitvoering van de herstelwerkzaamheden zullen werkelijke kosten worden verrekend met het basisbedrag. Bij lagere herstelkosten wordt het verschil met het basisbedrag teruggestort. Bij een hoger bedrag worden de meerkosten in rekening gebracht.

• 5 Mocht blijken dat de verstopping is ontstaan door het niet goed functioneren van de gemeentelijke riolering dan wordt het basisbedrag niet afgeschreven en worden er geen kosten in rekening gebracht.

• 6 Met het tekenen van de machtigingskaart gaat de aanvrager of rechthebbende akkoord met de omschreven voorwaarden.

• 7 Indien oneigenlijk gebruik van het riool door vergunninghouder of rechtshebbende tot schade leidt, dan zijn de kosten hier uit voortkomend voor de vergunninghouder of rechthebbende.

• 8 Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd en/of verwijderd is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan schriftelijk in kennis te stellen. De te verwijderen aansluiting dient zodanig te worden afgesloten, dat geen instroming van grond en grondwater plaats vindt.

Artikel 10 Overgangsbepalingen

• 1 De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die voor de datum van inwerkingtreding zijn ingediend vallen onder de bepalingen van deze verordening. 

• 2 Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van hoofdstuk 4 en 5 van deze verordening rechtstreeks van toepassing.

• 3 Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgend op die van haar bekendmaking. De Lozingsverordening riolering 1990, vastgesteld op 22 februari 1990 (gewijzigd 24 oktober 1991) wordt ingetrokken op de eerste dag van inwerkingtreding van deze verordening, vermeld in artikel 12.

Artikel 12 Titel

Deze verordening wordt aangehaald als: Aansluitverordening rioleringen 2006