Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Boarnsterhim

Verordening boete Wet inburgering nieuwkomers

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Boarnsterhim
Officiële naam regelingVerordening boete Wet inburgering nieuwkomers
CiteertitelVerordening boete Wet inburgering nieuwkomers
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

1. Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze verordening per 1 januari 2016 vervallen, tenzij de hierna genoemde bestuursorganen de betreffende verordening al eerder vervallen hebben verklaard.

2. De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân heeft op 19 december 2013 besloten deze verordening per 1 januari 2014 vervallen te verklaren voor zover deze verordening ziet op het grondgebied van de gemeente Boarnsterhim dat vanaf 1 januari 2014 deel gaat uitmaken van de gemeente Súdwest Fryslân.

3. Zowel het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen als de gemeenteraad van de gemeente Heerenveen heeft op 2 januari 2014 besloten deze regeling vervallen te verklaren voor zover dit besluit ziet op het grondgebied van de voormalige gemeente Boarnsterhim dat vanaf 1 januari 2014 deel is gaan uitmaken van de nieuwe gemeente Heerenveen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet inburgering nieuwkomers, art. 18

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-07-200401-06-200401-01-2016nieuwe regeling

06-07-2004

Op 'e hichte

nr. 9

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening boete Wet inburgering nieuwkomers

De raad van de gemeente Boarnsterhim;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 mei 2004;

gelet op artikel 18 van de Wet inburgering nieuwkomers;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende

"Verordening boete Wet inburgering nieuwkomers".

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    Wet: de Wet inburgering nieuwkomers (WIN);

    WWB: de Wet werk en bijstand;

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boarnsterhim;

    bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de WWB;

    boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet;

    maatregel: het verlagen van de bijstand of de langdurigheidstoeslag op grond van artikel 18, tweede lid, van de WWB;

  • 2. De begripsbepalingen van de wet zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 2 Afstemming

  • 1. Bij het opleggen van een boete wordt deze verordening in acht genomen, onverminderd het bepaalde in artikel 18, tweede en vierde lid van de wet.

  • 2. Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen boete opgelegd.

Artikel 3 Hoogte van de boete

  • 1. De boete bedraagt 20% van de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn.

  • 2. Bij herhaling van een gedraging als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet, binnen twaalf maanden nadat aan de nieuwkomer terzake van die gedraging een boete is opgelegd, bedraagt de boete 40% van de in het eerste lid bedoelde bijstandsnorm.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht op 1 juni 2004 in werking.

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening boete Wet inburgering nieuwkomers.

Ondertekening

Grou, 6 juli 2004.

De raad voornoemd,

de griffier, M. Frensel

de voorzitter, Y. Dijkstra

Toelichting.

Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) en de Invoeringswet Wet werk en bijstand (Invoeringswet WWB) in werking getreden. De WWB vervangt onder meer de Algemene bijstandswet. Met de WWB is de beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheid voor de reïntegratie en inkomensondersteuning van mensen die daarop aanspraak kunnen maken, volledig aan de gemeenten overgedragen. Om hier invulling aan te geven moet de raad de Reïntegratieverordening WWB en de Maatregelenverordening WWB vaststellen.

Met de invoering van de WWB wordt ook de WIN gewijzigd. In het verlengde van de hiervoor genoemde WWB-verordeningen, moet in een gemeentelijke verordening nadere regels gesteld worden over het opleggen van de administratieve boete in het kader van de WIN.

Op grond van artikel 18, eerste lid, van de WIN moet het college een boete opleggen als een nieuwkomer in strijd handelt met een uit de WIN voortvloeiende, in de betreffende bepaling nader aangeduide verplichting. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting een inburgeringsprogramma te volgen.

De hoogte van de boete is, tot het moment dat de genoemde WWB-verordeningen in werking treden, landelijk geregeld via het Boetebesluit inburgering nieuwkomers. De boete bedraagt 20% van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm, die voor hem geldt of voor hem zou gelden als hij bijstandsgerechtigd zou zijn geweest. Ingeval van recidive binnen twaalf maanden nadat eerder een boete is opgelegd, wordt de boete verdubbeld tot 40% van de toepasselijke bijstandsnorm.

Zodra de genoemde WWB-verordeningen in werking treden vervalt, op grond van de Invoeringswet WWB en artikel 2 van de Invoeringsregeling WWB, het Boetebesluit WIN en treedt artikel 47 van de Invoeringswet WWB feitelijk in werking. Op grond van het aldus gewijzigde artikel 18, zevende lid, van de WIN moeten vanaf dat moment, bij gemeentelijke verordening nadere regels zijn gesteld over de hoogte van de boete.

1. Geen materiële wijziging.

Deze verordening beoogt geen materiële wijziging ten opzichte van het Boetebesluit WIN. De boete blijft 20% van de bijstandsnorm, alleen vormt, vanaf de datum van inwerkingtreding van de genoemde WWB-verordeningen en in het verlengde daarvan, de Verordening boete WIN de formele grondslag voor de bepaling van de hoogte van de boete.

Dat betekent dat ook geen bijzondere overgangsregelingen getroffen behoeven te worden, omdat nieuwkomers als gevolg van deze verordening materieel niet in een nadeliger positie komen te verkeren.

2. Relatie met het maatregelenbeleid WWB.

Voor zover het gaat om nieuwkomers die bijstand ontvangen, blijft een boete achterwege als voor dezelfde gedraging een maatregel, in de vorm van een verlaging van de bijstand, is opgelegd. Daarbij is van belang dat het volgen van een inburgeringsprogramma als verplichting aan de bijstand kan worden verbonden. Het verwijtbaar niet-nakomen van die verplichting leidt op grond van de WWB en de Maatregelenverordening WWB tot een verlaging van de bijstand met eveneens 20% van de bijstandsnorm gedurende een maand. Bij recidive binnen twaalf maanden nadat een maatregel is opgelegd, wordt percentage of de duur verdubbeld.

Artikelsgewijze toelichting.

Artikel 1.

De begrippen in deze verordening hebben dezelfde betekenis als in de WIN. Het begrip bijstandsnorm, waaraan de hoogte van de boete is gerelateerd, is ontleend aan de WWB. Het is het normbedrag per maand waarop krachtens de WWB aanspraak gemaakt kan worden als men over onvoldoende middelen beschikt om te kunnen voorzien in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. De hoogte van het bedrag is onder meer afhankelijk van de woon- en leefsituatie. In de gemeentelijke toeslagenverordening WWB worden nadere regels gesteld over van het verhogen of verlagen van de bijstandsnorm.

Ook het begrip maatregel is aan de WWB ontleend. Een maatregel wordt toegepast als een bijstandsgerechtigde de aan de bijstand verbonden verplichtingen niet of onvoldoende nakomt. Een maatregel bestaat uit een tijdelijke verlaging van de bijstand. Het gemeentelijk maatregelenbeleid is vastgelegd in de Maatregelenverordening WWB.

Artikel 2.

Artikel 18, tweede lid, WIN bepaalt dat de hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en de mate van verwijtbaarheid. In het eerste lid is bepaald dat de uitgangspunten van de verordening onverkort van kracht blijven. In het tweede lid is expliciet bepaald dat er geen boete wordt opgelegd als iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 3.

Zoals in het algemeen deel van de toelichting is verwoord, beoogt deze verordening geen wijziging te brengen in het materiële recht. In deze bepaling is dan ook vastgelegd dat de hoogte van de boete 20% van de bijstandsnorm blijft. In het tweede lid is geregeld dat bij recidive de boete 40% van de bijstandsnorm bedraagt. Ook het begrip recidive is ten opzichte van het, in het Boetebesluit WIN gehanteerde begrip, niet gewijzigd.

Artikel 4.

Zoals in het algemeen deel van de toelichting uiteen gezet is, moeten de Reïntegratieverordening WWB, de Maatregelenverordening WWB en de Verordening boete WIN, tegelijk in werking treden. Treedt derhalve de Reïntegratieverordening WWB of de Maatregelenverordening WWB op 1 juni 2004 in werking, dan zal ook de Verordening boete Wet inburgering nieuwkomers op die datum in werking moeten treden. De verordening heeft, nu de wettelijke grondslag voor toepassing van het Boetebesluit WIN is komen te vervallen en in de Invoeringswet WWB geen bijzondere overgangsrecht is opgenomen, exclusieve werking. Omdat deze verordening, in vergelijking tot het Boetebesluit WIN, materieel geen wijzigingen tot gevolg heeft, behoeven ook in deze verordening geen bijzondere overgangsregelingen getroffen te worden, nu nieuwkomers door deze verordening niet in een nadeliger positie komen te verkeren.