Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Boskoop

Verordening interne klachtenbehandeling gemeente Boskoop 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Boskoop
Officiële naam regelingVerordening interne klachtenbehandeling gemeente Boskoop 2003
CiteertitelVerordening interne klachtenbehandeling gemeente Boskoop 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-07-201001-01-2016Nieuwe regeling

25-09-2003

Gouwe Koerier 01-10-2003

2.07.355.2 / 4463

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen Artikel 1.2. Algemene bepalingen Artikel 1.3. Klachtencoördinator

Hoofdstuk 2 Behandeling van klachten Artikel 2.1. Registratie Artikel 2.2. Ontvangstbevestiging Artikel 2.3. Klachtbehandelaar Artikel 2.4. Buiten behandeling laten van de klacht Artikel 2.5. Onderzoek en horen Artikel 2.6. Afdoening Artikel 2.7. Tussentijds beëindigen procedure

Hoofdstuk 3 Rapportage Artikel 3.1. Jaaroverzicht

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen Artikel 4.1. Onvoorziene situaties Artikel 4.2. Inwerkingtreding Artikel 4.3. Citeertitel  

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een ambtenaar van de gemeente zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon heeft gedragen;

  • b.

    klager: de natuurlijke- of rechtspersoon die een klacht indient;

  • c.

    gedraging: het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door:1. een ambtenaar of een daarmee op grond van zijn/haar werkzaamheid gelijk te stellen persoon, inclusief arbeidscontractanten, in de uitoefening van zijn/haar functie;2. het college van burgemeester en wethouders, de raad en de burgemeester, voor zover niet handelende als hoofd van de politie;

  • d.

    bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college en de burgemeester;

  • e.

    productgroepmanager, de projectmanager, de bedrijfsleider wijkbeheer en de commandant van de brandweer: de ambtenaar aan wie de dagelijkse leiding van een productgroep, een projectgroep of anderszins een organisatieonderdeel is opgedragen;

  • f.

    klachtencoördinator: de functionaris die belast is met de registratie van zowel mondelinge als schriftelijke klachten en de afdoening ervan coördineert;

  • g.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 1.2 Algemene bepalingen

  • 1 Een ieder heeft het recht om, zowel mondeling als schriftelijk, een klacht in te dienen over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.

  • 2 Een gedraging van een persoon, genoemd in artikel 1.1, onder c, wordt toegerekend aan het daarvoor verantwoordelijke bestuursorgaan.

  • 3 Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor een behoorlijke behandeling van klachten.

Artikel 1.3 Klachtencoördinator

  • 1 Er is een klachtencoördinator

  • 2 Het college wijst een klachtencoördinator en een vervangend klachtencoördinator aan

  • 3 De klachtencoördinator ziet er op toe dat de behandeling van een klacht conform het bepaalde in deze verordening plaatsvindt

  • 4 De klachtencoördinator adviseert het bestuursorgaan over het voorkomen van klachten.

  • 5 De klachtencoördinator treedt terug indien de klacht zijn handelen betreft.

     

Hoofdstuk 2 Behandeling van klachten

Artikel 2.1 Registratie

  • 1 Elke ingediende klacht wordt door de klachtencoördinator geregistreerd en voorgelegd aan diegene die op grond van artikel 2.3. de klacht onderzoekt.

  • 2 Een mondeling ingediende klacht wordt door de klachtencoördinator in het bijzijn van de klager op schrift gesteld en gedateerd. De op schrift gestelde klacht wordt ter ondertekening voorgelegd aan de klager ter bevestiging van de juiste notering van zijn/haar klacht. Door de klager voorgestelde wijzigingen van de door de klachtencoördinator op schrift gestelde klacht worden zonder meer aangebracht.

  • 3 Klachten kunnen ook telefonisch bij de klachtencoördinator worden ingediend. De op schriftstelling van de klacht wordt uitgevoerd conform het bepaalde in lid 2 hiervoor. Klager krijgt de op schrift gestelde klacht in tweevoud toegezonden met het verzoek de op schrift gestelde klacht, na eventuele aanpassing, te ondertekenen en te retourneren aan de klachtencoördinator. De klacht wordt geacht te zijn ontvangen op de dag waarop de door klager ondertekende klacht bij de klachtencoördinator wordt ontvangen.

Artikel 2.2 Ontvanstbevestiging

  • 1 De ontvangst van een klacht wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één week, door de klachtencoördinator aan de klager schriftelijk bevestigd.

  • 2 In de ontvangstbevestiging wordt meegedeeld wie de klacht verder zal behandelen en hoe de verdere gang van zaken is.

    is.

  • 3 Degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, krijgt de klacht, de daarbij meegezonden stukken en de ontvangstbevestiging in afschrift toegezonden.

  • 4 De klachtencoördinator draagt zorg voor de voortgangsbewaking van de klachtenafhandeling en het onderhouden van de contacten met de klager.

Artikel 2.3 Klachtbehandelaar

Een klacht wordt behandeld door:

  • 1.

    De leidinggevende als bedoeld in artikel 1.1., onder e indien het een gedraging betreft als bedoeld in artikel 1.1., onder c, lid 1, van een ambtenaar,

  • 2.

    De algemeen directeur namens het college van burgemeester en wethouders indien het een gedraging betreft als bedoeld in artikel 1.1., onder c, lid 1, van een ambtenaar, als genoemd in artikel 1.1., onder e.

  • 3.

    De burgemeester namens het college van burgemeester en wethouders indien het een gedraging van de gemeentesecretaris/algemeen directeur of de adjunct-directeur betreft.

  • 4.

    De burgemeester indien het een gedraging betreft van het bestuursorgaan zelf, niet zijnde de burgemeester zelf, of van een lid van het bestuursorgaan .

  • 5.

    De 1e loco-burgemeester indien het een gedraging van de burgemeester betreft.

Artikel 2.4 Buiten behandeling laten van de klacht

  • 1 Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien zij betrekking heeft op een gedraging:

    • a.

      waarover reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van artikel 2.1. e.v. van deze verordening is behandeld;

    • b.

      die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;

    • c.

      waartegen door de klager bezwaar ingevolge artikel 7:1 van de wet gemaakt had kunnen worden;

    • d.

      waartegen door de klager beroep ingevolge artikel 8:1 van de wet kan of kon worden ingesteld;

    • e.

      die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan wel een administratieve rechter onderworpen is geweest;

    • f.

      zolang terzake daarvan een opsporingsverzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en terzake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.

  • 2 Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.

  • 3 Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de klacht schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 2.5 Onderzoek en horen

  • 1 Degene die op grond van artikel 2.3 daartoe is aangewezen (de klachtbehandelaar) behandelt de klacht en hoort de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft afzonderlijk.

  • 2 Indien dit voor de behandeling van de klacht wenselijk wordt geacht (bijvoorbeeld voor het bereiken van een minnelijke oplossing), kunnen beide partijen gezamenlijk worden gehoord, tenzij de klager of degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft daartegen bezwaar heeft.

  • 3 Van het horen kan worden afgezien indien zowel de klager als degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, hebben verklaard daaraan geen behoefte te hebben.

  • 4 Bij het horen is de klachtencoördinator aanwezig,

  • 5 Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Artikel 2.6 Afdoening

  • 1 De klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 2.3 neemt binnen zes weken na de datum van ontvangst van de klacht een beslissing en stelt de klager, de ambtenaar of de bestuurder of het bestuursorgaan, op wie de klacht betrekking heeft en de klachtencoördinator hiervan onmiddellijk schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte. Een afschrift van het verslag als bedoeld in artikel 2.5, vijfde lid wordt daarbij meegezonden.

  • 2 Indien de klacht niet binnen zes weken kan worden afgedaan, kan de afdoening éénmalig worden verdaagd voor ten hoogste vier weken. Van de verdaging wordt door de klachtbehandelaar schriftelijk onder vermelding van de reden van de verdaging mededeling gedaan aan de klager, aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft en aan de klachtencoördinator.

  • 3 In de beslissing op de klacht wordt vermeld dat, indien de klager niet tevreden is over de uitkomst van de klachtenbehandeling, deze zijn klacht kan voorleggen aan de "Stichting De Nationale Ombudsman".

Artikel 2.7 Tussentijds beëindigen procedure

  • 1 De klachtencoördinator streeft er naar dat binnen de gemeentelijke organisatie een minnelijke schikking ten aanzien van de klacht wordt bereikt.

  • 2 Zodra het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot het verder toepassen van dit hoofdstuk.

  • 3 De klachtencoördinator bevestigt dit schriftelijk aan klager en aan degene over wie werd geklaagd.

Hoofdstuk 3 Rapportage

Artikel 3.1 Jaaroverzicht

  • 1 De klachtencoördinator stelt over elk kalenderjaar, binnen drie maanden na afloop van dat jaar, ten behoeve van het college een overzicht op over het aantal klachten, de aard van de klachten, de wijze van afdoening en de maatregelen die naar aanleiding van de afhandeling zijn getroffen.

  • 2 Het college stelt het overzicht vast en laat het onderdeel uit maken van het Burgerjaarverslag.

     

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Onvoorziene situaties

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 4.2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt 6 weken na publicatie in werking.

Artikel 4.3 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald “Verordening interne klachtenbehandeling gemeente Boskoop 2003”

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 25 september 2003.

De griffier de voorzitter, 

Toelichting 1 Toelichting op de Verordening interne klachtbehandeling gemeente Boskoop 2003

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Algemene bepalingen Artikel 1.3 Klachtencoördinator

HOOFDSTUK 2 BEHANDELING VAN SCHRIFTELIJKE KLACHTEN Artikel 2.1 Registratie Artikel 2.2 Ontvangstbevestiging Artikel 2.3 Klachtbehandelaar Artikel 2.4 Buiten behandeling laten van de klacht Artikel 2.5 Onderzoek en horen Artikel 2.6 Afdoening

HOOFDSTUK 3 RAPPORTAGE Artikel 3.1 Jaaroverzicht

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 BegripsbepalingenDe omschrijving van het begrip "klacht" is in overeenstemming met de Wet Nationale ombudsman. Aangezien een uiting van ongenoegen in de praktijk sterk kan variëren, is het begrip ruim gedefinieerd. Niet alleen door een natuurlijke persoon kan een klacht worden ingediend. Ook de (bestuurs)leden of werknemers van een rechtspersoon kunnen, in voorkomende gevallen, een klacht deponeren. Tevens moet duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen klachten over gedragingen en meldingen over gebreken in de uitvoering van gemeentelijke taken (b.v. loszittende tegels, overhangende takken of gaten in de weg). Deze meldingen worden in het dagelijks spraakgebruik ook wel als "klacht" aangeduid. Dergelijke meldingen vallen echter niet onder deze klachtenregeling en het gemelde gebrek dient snel en praktisch door de betreffende Productgroep te worden afgedaan. Bij het begrip "bestuursorgaan" zijn de gemeentelijke bestuursorganen van de gemeente vermeld. Een klacht tegen een lid van het college van burgemeester en wethouders beschouwd als een klacht gericht tegen het college. Aangezien een lid van de gemeenteraad geen zelfstandige bevoegdheden kan bezitten, wordt hier niet nader op ingegaan.De klachtencoördinator vervult een centrale rol wat betreft de klachtenbehandeling. Hij is de eerst aanspreekbare functionaris terzake, zowel binnen als buiten de organisatie en dient dan ook het vertrouwen van de organisatie te bezitten. Hij is belast met de voorbereiding van de behandeling van de klacht, maar beschikt niet over zelfstandige beslisbevoegheden over de afhandeling van een klacht.

Artikel 1.2 Algemene bepalingenIndividuele collegeleden en ambtenaren handelen in het algemeen namens een bestuursorgaan. Daarom worden gedragingen van deze personen toegerekend aan het bestuursorgaan dat in bestuurlijke zin daarvoor verantwoordelijk is.

Klachten kunnen zowel mondeling als schriftelijk worden ingediend. Als algemene regel geldt dat het bestuur moet zorgen voor een zorgvuldige afdoening van die klachten. Wat een zorgvuldige afdoening precies inhoudt zal van geval tot geval verschillen.

Bij een mondeling ingediende ingediende klacht kan het geven van opheldering of het aanbieden van verontschuldigingen vaak een goede reactie zijn. Overigens dienen ook alle mondelinge klachten door middel van het daarvoor bestemde formulier wel op schrift te worden gesteld. Dit is ook van belang voor het jaarverslag.

Ook bij schriftelijk ingediende klachten kan een snelle en informele wijze van behandelen resultaat hebben. Anderzijds kan het schriftelijk tot uitdrukking brengen van een klacht ook wijzen op de behoefte de zaak wat diepgaander te doen onderzoeken. Daarom is voor schriftelijke klachten die aan een aantal eisen voldoen een procedure voorgeschreven.

Indien de klacht mondeling niet tot tevredenheid van de klager wordt afgedaan, wordt op de mogelijkheid gewezen van schriftelijke klachtbehandeling. Een zorgvuldige klachtbehandeling beoogt een verbetering van het verkeer tussen burgers en bestuursorganen en van de kwaliteit van de dienstverlening. Is er aan de klacht naar tevredenheid van de burger tegemoet gekomen, dan is er geen reden meer om de procedure verder te volgen. Teneinde te voorkomen dat verschil van mening hierover eerst veel later blijkt meldt de klachtencoördinator de klager schriftelijk dat er vanuit wordt gegaan dat de klacht naar tevredenheid is afgehandeld.

Over mondelinge uitingen van leden van het gemeentebestuur in de vergadering van de raad of hetgeen door hen aan de raad schriftelijk is overgelegd, kan niet worden geklaagd. Deze immuniteit is in overeenstemming met het bepaalde in artikel 22 van de Gemeentewet.

Artikel 1.3 KlachtencoördinatorDit artikel ziet op de instelling van de functie van klachtencoördinator en bedeelt het college de bevoegdheid toe een medewerker uit de organisatie te belasten met deze functie. Tevens geeft dit artikel in hoofdlijnen de taakinhoud van de klachtencoördinator weer. Als de klacht over de klachtencoördinator gaat, kan deze uit oogpunt van zorgvuldigheid zijn taak niet uitoefenen. De plaatsvervangend klachtencoördinator neemt deze taak in voorkomende gevallen over.

HOOFDSTUK 2 BEHANDELING VAN SCHRIFTELIJKE KLACHTEN

Artikel 2.1 RegistratieEen goede registratie van klachten is van belang in het kader van een goede en tijdige behandelings- en afdoeningsprocedure en de verslaglegging. Hierdoor wordt het tevens mogelijk om de kwaliteit van de dienstverlening op onderdelen te meten en structurele maatregelen te treffen tot verbetering, indien een patroon in de klachten wordt ontdekt.

Artikel 2.2 OntvangstbevestigingDe klager ontvangt een ontvangstbevestiging van de klachtencoördinator, met een korte toelichting op de verdere gang van zaken. Tevens wordt degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, op de hoogte gesteld van de klacht en de procedure.

Artikel 2.3 KlachtbehandelaarHet bestuursorgaan zelf behoort een klacht altijd zelf te kunnen behandelen ook verantwoordelijk voor de wijze van afhandeling. Dit staat niet in de weg aan de behandeling, namens het bestuursorgaan, door de naast hogere van de ambtenaar ten aanzien van wiens gedraging een klacht is ingediend. In gelijke mate behandelt de burgemeester, namens het college, een tegen de secretaris/algemeen directeur of de adjunct directeur ingediende klacht. In afwijking hiervan behandelt de burgemeester, als voorzitter van de raad en het college, klachten tegen (leden van) respectievelijk de raad en het college.

Artikel 2.4 Buiten behandeling laten van de klachtIndien een klacht niet de gegevens vermeldt die nodig zijn voor een goede behandeling, kan de klacht buiten behandeling worden gelaten. Allereerst dient klager in de gelegenheid te worden gesteld eventuele tekortkomingen te herstellen. Op grond van artikel 2.4., lid 3, moet klager door de klachtbehandelaar binnen vier weken in kennis worden gesteld van het niet in behandeling nemen van zijn klacht. Deze termijn is ontleend aan artikel 9.8 van de Awb.

Artikel 2.5 Onderzoek en horenEen klacht die in behandeling wordt genomen kan uiteraard pas worden afgedaan, nadat een onderzoek heeft plaatsgevonden. Een belangrijk onderdeel van dat onderzoek is het hoor en wederhoor, met inbegrip van de mogelijkheid om op elkaars standpunten te reageren. In het kader van een behoorlijke klachtenregeling verlangt de Nationale ombudsman derhalve dat een klacht op basis van hoor en wederhoor wordt behandeld.Afhankelijk van de aard van de klacht zal het onderzoek meer of minder formeel kunnen verlopen. Tevens kan het onderzoek, indien wenselijk, het karakter krijgen van bemiddeling. Tijdens de behandeling van een schriftelijke klacht kan tenslotte blijken dat klager niet langer behoefte heeft aan een verdere (formele) afhandeling. In dat geval is artikel 2.7 van toepassing.

Artikel 2.6 AfdoeningHet bestuursorgaan doet de klacht met inachtneming van het onderzoek binnen zes weken af. Door middel van de interne klachtenregeling worden naar verwachting de meeste klachten naar tevredenheid van klager afgedaan. Indien klager niet tevreden is over de afdoening van de klacht, dient de mogelijkheid te worden geboden de klacht voor te leggen aan de Nationale Ombudsman.

HOOFDSTUK 3 RAPPORTAGE

Artikel 3.1 JaaroverzichtEen goed inzicht in aard, frequentie en oorzaak van klachten is van belang voor de beleidsontwikkeling en -uitvoering op het terrein van kwaliteitszorg. Daarom is een goede verslaglegging over de ingediende klachten en over de afdoening ervan een onmisbaar instrument. Het jaaroverzicht wordt gebruikt ten behoeve van het Burgerjaarverslag.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGENDeze bepalingen spreken voor zich.