Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Centrum

Horecabeleidsplan 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Centrum
Officiële naam regelingHorecabeleidsplan 2008
CiteertitelHorecabeleidsplan 2008
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpOpenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

het horecabeleidsplan is op 25 september 2008 vastgesteld door de deelraad (Publicaties Stadsdeelbestuur 2008, Stadsdeelraad, besluiten, 25 september 2008-10) en 19 december 2008 goedgekeurd door de burgemeester;

bij besluit van 25 juni 2009 (Publicaties Stadsdeelbestuur 2009, Stadsdeelraad, besluiten, 25 juni 2009-12, gepubliceerd op 3 juli 2009) is door de deelraad besloten dat het Westeinde in aanmerking komt voor een Horeca impuls (aanpassing horecabeleidsplan)

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: Onbekend

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Stadsdeelnieuws, nummer 1, jaargang 5, 5 januari 2009

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-01-200928-01-2014nieuwe regeling

06-01-2009

Stadsdeelnieuws, nummer 1, jaargang 5, 5 januari 2009

-

Tekst van de regeling

Inhoud

Inleiding

Voor u ligt het Horecabeleidsplan 2008 van stadsdeel Centrum. Dit beleidsplan heeft als doel een gebiedsgericht horecabeleid op te stellen met als achterliggende gedachte: waar is uitbreiding en verruiming (onder andere van sluitingstijden) van horeca mogelijk. Ook is waar nodig gebiedsgericht beleid gemaakt voor terrassen. Dit is gebeurd naar aanleiding van de Horecanota 2003, de in het programakkoord geformuleerde doelen van het stadsdeel en de in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voorgeschreven randvoorwaarden. Met dit Horecabeleidsplan wordt ook een aantal aandachtspunten rondom horeca opgelost, zoals: hoe gaan we om met zalenverhuur en met culturele voorzieningen waar ook feesten worden gehouden?

Vooruitlopend op het Horecabeleidsplan zijn al principe aanvragen voor verruiming door horecaondernemers ingediend. In deze nota is beschreven op welke manier met deze aanvragen wordt omgegaan na vaststelling van het beleid.

Het beleidsplan is als volgt opgesteld. Na deze inleiding wordt een samenvatting gegeven van de nota. In hoofdstuk 1 komen de voorgeschiedenis, het doel van deze nota en de aanpak aan de orde. In hoofdstuk 2 worden de beleidsuitgangspunten geformuleerd. Vervolgens wordt aan de hand van de beleidsuitgangspunten in de hoofdstukken 3 tot en met 6 per rayon gebiedsgericht horecabeleid geformuleerd. In hoofdstuk 7 worden de randvoorwaarden besproken die in de APV zijn meegegeven. Ten slotte komen in hoofdstuk 8 de te nemen vervolgstappen aan de orde. In de bijlagen zijn opgenomen: de verslagen van overleg en inspraak, kaarten omzetting naar avond- en nachtzaak rayon Zuid, informatie over het veiligheidsplan, de criteria die de politie hanteert bij haar advisering over vergunningverlening van verruimde sluitingstijden, stappenplannen handhaving, een aanvulling op de gebiedsbeschrijvingen van de rayons en terraskaarten Jordaan.

In de tekst wordt de term verruiming voor verschillende vormen van uitbreiding gebruikt. Dat kan bijvoorbeeld zijn verruiming in sluitingstijden, in vierkante meters van een bestaande zaak of in uitbreiding van het aantal zaken in een gebied. Er zal in de tekst steeds duidelijk gemaakt worden over welke vorm van verruiming gesproken wordt.

Ten slotte moet vermeld worden dat coffeeshops (Horeca IV) zijn uitgesloten van alle vormen van verruiming die in deze notitie worden voorgesteld.

Samenvatting

Stadsdeel Centrum heeft de wens de exploitatiemogelijkheden (onder andere van de sluitingstijden) van horeca te verruimen. Dit heeft zij geformuleerd in de Horecanota 2003. Om verruiming van tijden mogelijk te maken is de APV gewijzigd in 2005. Daarin is ten aanzien van het langer openblijven van de horeca als voorwaarde gesteld dat er gebiedsgericht beleid is waarin staat aangegeven in welke gebieden/wijken/straten rekening houdend met het woon- en leefklimaat al dan geen verruiming van sluitingstijden mogelijk is. In dit beleidsplan is dat gedaan. Daarnaast is bepaald op welke andere manier uitbreiding van horeca mogelijk is en hoe aandachtspunten die binnen de huidige regelgeving  zijn ontstaan eventueel kunnen worden opgelost. Hieronder volgt een korte samenvatting van de verschillende onderwerpen uit deze nota en de gebiedsgerichte uitwerking ervan.

Omzetting naar avond- en nachtzaak

Bij het bepalen in welke gebieden omzetting mogelijk is naar avond- of nachtzaak is rekening gehouden met het woon- en leefklimaat en de openbare orde en veiligheid. In principe is omzetting mogelijk in straten en op pleinen waar weinig mensen wonen, waar een goede aan- en afvoer van het publiek mogelijk is, in straten waar al veel achtergrond geluid aanwezig is en in relatief brede straten en grote pleinen die niet als een klankkast werken. Smalle straten, straten en pleinen met veel bewoners en gebieden waar al veel overlast is, zijn niet geschikt. Bij de uitgaansgebieden Rembrandtplein en Leidseplein kan het verruimen van de sluitingstijden een probleem vormen voor de openbare orde en veiligheid. Daarom zijn er individuele voorwaarden opgesteld in de vergunningensfeer. Daarnaast worden ondernemers collectief aangesproken als de sfeer op de pleinen na invoering van de verruiming aantoonbaar achteruigaat. Als dat niet tot verandering leidt dan wordt de mogelijkheid tot verruiming van de sluitingstijden voor alle zaken in het betreffende uitgaansgebied teruggedraaid. In de zomer 2009 zal een eerste evaluatie plaatsvinden op de uitgaanspleinen.

Afkoeluur

Het afkoeluur heeft als doel dat het publiek gespreid de zaak verlaat en op deze manier minder overlast op straat veroorzaakt. Dit heeft alleen effect in gebieden met een concentratie aan avond- en nachtzaken en als in die gebieden minimaal 50% van de horecazaken gebruik maakt van het afkoeluur. De regels voor gebruik van het afkoeluur zijn aangescherpt om de handhaafbaarheid te vergroten. Het afkoeluur wordt alleen toegekend aan avond- en nachtzaken.

De burgemeester heeft aangegeven de gebieden waarvoor het afkoeluur geldt pas aan te wijzen als duidelijk is dat in een gebied 50% van de ondernemers meedoet. De gebieden waarvoor het afkoeluur geldt worden per 1 april door de burgemeester toegekend.

Latere sluitingstijden voor fastfood

De proef met de latere sluitingstijden voor alcoholvrije zaken, met name fastfoodzaken, wordt verlengd tot en met 2009. Bij de evaluatie van de verruiming van sluitingstijden op de pleinen en het afkoeluur na de zomer van 2009, zal ook de latere sluitingstijd van alcoholvrije zaken worden geëvaluaeerd. Het dagelijks bestuur zal na deze evaluatie besluiten de proef met de later sluitingstijden al dan niet te beëindigen. Het dagelijks bestuur zal voor de evaluatie regels opstellen waaraan alcoholvrije zaken moeten voldoen.

Welke straten kunnen een horeca-impuls gebruiken?

Gebiedsgericht (per rayon) zijn mogelijkheden aangegeven om de aantrekkelijkheid van een buurt of straat te verhogen door het toevoegen van horeca aan het bestaande bestand. Ook is aangegeven waar plekken zijn waar omzetting van ongewenste functies naar een horeca III of IV op de begane grond mogelijk wordt gemaakt met als doel het vertrek van de huidige functie te stimuleren.

Waar is uitbreiding in vierkante meters mogelijk?

Er is bepaald waar de maximale oppervlaktemaat voor horecavestigingen kan worden vergroot rekening houdend met het woon- en leefklimaat en het beschermd stadsgezicht (er mogen geen panden horizontaal worden doorgebroken). Geschikt zijn het Rembrandtplein en Leidseplein, grote nieuwbouwprojecten en grote (vrijgekomen/vrijkomende) gebouwen. Er wordt een maximale maat van 1.000 m2 aangehouden.

Horecacategorieën in het bestemmingsplan

De afgelopen jaren hebben nieuwe trends in het uitgaansleven geleid tot orginele formules en nieuwe combinaties en thema’s in de horecabranche. Een aantal nieuwe ontwikkelingen past niet eenduidig binnen de bestaande horecacategorieën van de bestemmingsplannen. Het stadsdeel wil deze wel mogelijk maken en stelt voor de definities en de toelichtingen in een facetbestemmingsplan te herdefiniëren. Hierbij wordt de term nachtzaak uit de definitie Horeca II weggelaten en wordt aangegeven of dansen is toegestaan onder andere horecacategorieën dan horeca II. Tot slot wordt aangegeven welke vorm van huur van zaalruimte is toegestaan onder de diverse horecacategorieën.

Culturele horeca (C)

Een aantal culturele instellingen voert een programmering waar horeca onderdeel van uitmaakt en waar additionele horeca niet voldoet. Het stadsdeel wil deze ondernemingen ruimere exploitatie mogelijkheden bieden zonder dat de cultuurfunctie bedreigd wordt. Daarvoor is een nieuwe horecacategorie geïntroduceerd: Horeca C. Panden die door culturele instellingen, met een culturele programmering, worden geëxploiteerd  komen in aanmerking voor Horeca C indien de horeca ondergeschikt is en blijft aan de culturele activiteiten. Musea en theaters met een eenduidige programmering komen hiervoor niet in aanmerking.

Gebiedsgericht terrassenbeleid

In dit Horecabeleidsplan is het gebiedsgerichte beleid voor de Jordaan geëvalueerd en waar nodig aangepast.

Voor de verschillende rayons in het stadsdeel leidt dit tot het volgende gebiedsgerichte beleid:

Rayon Zuid

De grootste verruiming vindt op de twee uitgaanspleinen plaats. Deze twee gebieden worden aangewezen als locaties waar omzetting naar avond- en nachtzaak mogelijk is en waar een afkoeluur mag worden gehanteerd. Omdat verruiming zonder meer op de pleinen tot openbare orde problemen kan leiden, zijn randvoorwaarden opgesteld waar horecazaken aan moeten voldoen voordat omzetting mogelijk is. Ook is hier uitbreiding van het oppervlak tot 1000 m2 per pand mogelijk. Dit omdat hier het minst kans op overlast is omdat er weinig mensen wonen. In de Vijzelstraat/Vijzelgracht is ruimte voor extra horecavestigingen; in de Reguliersbreestraat wordt bij verdwijning van een sexshop of speelhal Horeca III of IV op de begane grond mogelijk gemaakt. De Melkweg, Paradiso, de Sugarfactory, de Duif en de Amstelkerk komen in aanmerking voor horeca C.

Rayon Centrum-Oost

Dit rayon heeft relatief weinig horeca en kenmerkt zich ondanks enkele grote publiekstrekkers met name als een woonbuurt. Daarom is, behalve op Oostenburg-Noord omzetting naar een nachtzaak niet mogelijk. Er worden enkele straten benoemd waar omzetting naar avondzaak mogelijk is (één zaak per straat, tenzij anders vermeld). In de omgeving van publieksaantrekkende functies zijn extra horecavestigingen mogelijk, dit past binnen het reeds vigerende beleid. In dit kader zijn straten benoemd waar extra vestigingen kunnen komen. Grotere horecavestigingen zijn in Oost eventueel mogelijk, als er grote panden vrijkomen. De Burcht en Museumwerf Het Kromhout komen in aanmerking voor horeca C.

Rayon West

West kent de bijna ideale mix van wonen, werken en recreëren en dat mag niet verstoord worden. In dit licht zijn slechts enkele bredere straten/grachten aangewezen waar omzetting naar avond- of nachtzaak mogelijk is. De Rode Hoed, Felix Meritis en de Posthoornkerk komen in aanmerking voor horeca C. In dit Horecabeleidsplan is het gebiedsgericht Terrassenbeleid Jordaan geëvalueerd. Voorgesteld wordt het beleid opnieuw vast te stellen met als belangrijkste voorwaarden dat de doorloopruimte in smalle straten van 1,00 meter van kracht blijft (dwarsstraten 1,00 meter en radialen 1,5 meter doorloopruimte) en dat de eindtijd van terrassen in de hele Jordaan gedurende de hele week 0.00 uur wordt. Het Tropisch Weer Scenario blijft van kracht en de eindtijd is 0.00 uur gedurende de hele week.

NB: De in de raadsvergadering van 25 september 2008 aangenomen motie met betrekking tot de sluitingstijden van terrassen in de Jordaan wordt door het DB overgenomen. Bovenstaand beleid wordt dus niet uitgevoerd. De sluitingstijden voor terrassen uit het oude Buurtgerichte terrassenbeleid Jordaan zoals dat in 1998 is vastgesteld blijven ongewijzigd. De sluitingstijden voor terrassen in de Jordaan worden na een jaar geëvalueerd, zoals besloten in de raadsvergadering van 30 oktober 2008

Rayon Stadshart

Dit rayon kenmerkt zich door een intensieve menging van verschillende grootstedelijke functies. Er is een wankel evenwicht en de woonfunctie staat onder druk. In principe is er geen verruiming in de Noordelijke Burgwallen op enkele drukkere, bredere straten na. In het postcodegebied 1012 wordt echter vooruitlopend op de visieontwikkeling in dit gebied nog geen enkele verruiming mogelijk gemaakt. Het afkoeluur wordt mogelijk gemaakt in de Hand- en Voetboogstraat. De Zuiderkerk komt in aanmerking voor Horeca C.

Evaluatie Horecabeleidsplan

De verruiming van de sluitingstijden op het Rembrandtplein e.o. en het Leidseplein na de zomer van 2009 geëvalueerd. De omliggende straten rond het Leidseplein (Korte en Lange Leidsedwarsstraat, Leidsekruisstraat etc.) komen mogelijk in aanmerking voor verruiming na deze evaluatie. De sluitingstijden voor terrassen in de Jordaan worden na een jaar geëvalueerd of eerder, wanneer de omstandigheden tussentijds wijzigen. Een buurtonderzoek zal deel uitmaken van de evaluatie. Het Horecabeleidsplan 2008 in zijn geheel zal na 2 jaar geëvalueerd worden (begin 2011). Dit is vastgelegd in de APV 2005.

1 Waarom een horecabeleidsplan?

1.1   Voorgeschiedenis

Aan het begin van de bestuursperiode 2002-2006 heeft het toenmalige stadsdeelbestuur in het Programakkoord voor horeca vastgelegd dat er een horecanota moest komen waarin onder andere aan de orde komt dat sluitingstijden van horeca, uitbreiding van horecafuncties, terrassen en terrassen bij nachtzaken onderhevig zijn aan het per buurt gedifferentieerd, op maatwerk gestoeld beleid.

Horecanota 2003

Op 26 juni 2003 is door de deelraad van stadsdeel Centrum de Horecanota ‘Naar een eigentijds, transparant horecabeleid in de Amsterdamse Binnenstad’ vastgesteld. In deze nota wordt onder andere voorgesteld de bestaande openings- en sluitingstijden voor de horeca op te heffen onder de voorwaarde dat zaken in ieder geval 2 uur per dag gesloten zijn. De deelraad heeft daarbij opgemerkt dat per gebied vastgesteld moet worden wat wel en wat niet mogelijk is voor welk type horecagelegenheid.

Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening 2005

Het stadsdeel is niet bevoegd wijzigingen aan te brengen in het openingstijdenstelsel van de horeca. Dat wordt geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) waarvoor de gemeenteraad bevoegd is. Het stadsdeel Centrum heeft daarom in het kader van de Horecanota verzocht de APV te wijzigen. In reactie op dit verzoek heeft de gemeenteraad op 23 maart 2005 ingestemd met de Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening (Gemeenteblad 2005, afd. 1, nr. 115). Met deze wijziging gaat de gemeenteraad akkoord met het verruimen van de sluitingstijden onder de volgende voorwaarden:

  • Handhaven van het ‘gat’ in de nacht: een periode waarin geen alcohol meer verkrijgbaar is;

  • Voor de handhaving van de openbare orde en het woon- en leefklimaat dient voldoende capaciteit beschikbaar te zijn. Uitgangspunt is dat verruiming van de exploitatiemogelijkheden niet gepaard mag gaan met extra inzet van politiepersoneel;

  • De horeca dient zelf een belangrijke bijdrage te leveren om te voorkomen dat er extra beslag wordt gelegd op de beschikbare handhavingcapaciteit en dat het woon- en leefklimaat niet verder onder druk komt te staan.

Met het inwerkingtreden van de gewijzigde APV is al voor een groot deel tegemoet gekomen aan de wensen van het stadsdeel om meer ruimte aan horecaondernemers te bieden. Sinds 2005 mogen avond- en nachtzaken vanaf 09.00 uur overdag hun zaak exploiteren (in plaats vanaf respectievelijk 20.00 en 22.00 uur). Een aanzienlijke verruiming van hun exploitatiemogelijkheden. Ook mogen zij een vergunning voor een terras aanvragen wat voorheen alleen toegestaan was aan dagzaken.

De hiervoor genoemde verruiming die al in werking is getreden richt zich op de openingstijden. Ten aanzien van de verruimingen van de sluitingstijden stelt de APV 2005 als voorwaarde dat het stadsdeel eerst een goedgekeurd horecabeleidsplan moet hebben. Dit heeft er mee te maken dat de sluitingstijden van invloed zijn op het woon- en leefklimaat en op de openbare orde op straat.

Naar aanleiding van de opmerkingen in de Horecanota 2003 en de randvoorwaarden uit de APV 2005 is dit Horecabeleidsplan opgesteld.

1.2   Doel

Het doel van deze beleidsnota is formuleren in welke gebieden binnen het stadsdeel en op welke wijze verruiming van de mogelijkheden van horeca mogelijk is. Tevens wordt waar nodig gebiedsgericht beleid gemaakt voor terrassen. De notitie biedt het beleidskader voor het al dan niet verlenen van een vergunning voor verruiming. Daarnaast is het in het Horecabeleidsplan 2008 opgenomen beleid kaderstellend voor nieuw op te stellen bestemmingsplannen.

In het Programakkoord 2006-2010 heeft het stadsdeel voor zichzelf bij het opstellen van het Horecabeleidsplan het volgende doel geformuleerd. Het Horecabeleidsplan:

  • biedt ruimte voor vernieuwende activiteiten en diversiteit;

  • heeft draagvlak onder de bewoners en ondernemers van de binnenstad, omdat zij betrokken worden bij de vormgeving ervan;

  • maakt veiligheid, gezondheid, en deelname van alle Amsterdammers mogelijk, ongeacht hun achtergrond.

De APV 2005 geeft de volgende eisen waar het Horecabeleidsplan aan moet voldoen:

  • ‘aangeven in welke buurten of gebieden, welke soorten horecabedrijven, mogelijk en/of gewenst zijn;

  • het karakter van het rayon, de buurt of straat;

  • de spanning waaraan dit gebied al bloot staat bijvoorbeeld het aantal al bestaande nachtzaken in het stadsdeel en de verdeling (concentratie) daarvan in het gebied;

  • de invloed van de late sluitingstijd van avond- en/of nachtzaken op het woon- en leefklimaat;

  • de ligging en exploitatiewijze van het bedrijf;

  • de mogelijkheden van een evenwichtige afvloeiing van de vertrekkende bezoekers, de belasting daarvan op de omgeving en de mogelijkheden van het openbaar vervoer (o.a. nachtbussen);

  • het handhavingniveau, de daarvoor beschikbare capaciteit en voor zover van toepassing de financiering daarvan (in het bijzonder betreffende de inzet van toezichthoudende en handhavende diensten als de Dienst Milieu en Bouwtoezicht en de Dienst Stadstoezicht.’

Aan de hand van bovenstaande criteria is dit horecabeleidsplan opgesteld.

1.3   Aanpak

In dit Horecabeleidsplan komen in verband met de APV-wijzigingen de volgende zaken aan de orde:

  • Mogelijkheden voor omzetting naar avond- en nachtzaken en aanmerken als nachtzaak van alcoholverstrekkende bedrijven, die geen discotheek zijn;

  • Waar mag een afkoeluur worden gehanteerd.

Bovenstaande punten richten zich op uitbreiding in sluitingstijden. Omdat uitbreiding op meerdere vlakken mogelijk is komen ook de onderstaande punten aan de orde:

  • Uitbreiding van horeca in vierkante meters per zaak;

  • Straten die een horeca-impuls kunnen gebruiken (uitbreiding van het aantal zaken)

  • Ruimere horeca mogelijkheden voor culturele instellingen zonder dat de culturele functie in gevaar komt;

  • Horecacategorieën in bestemmingsplannen (waar is uitbreiding van gebruik mogelijk door het herdefiniëren van horecacategorieën).

Door het geven van een eenduidige richting voor deze punten wordt tevens een aantal knelpunten dat bestaat opgelost, zoals: hoe gaan we om met zalenverhuur of met horeca bij culturele voorzieningen die een sterke horecacomponent in zich dragen.

  • Gebiedsgericht terrassenbeleid.

Het Programakkoord 2002 -2006 meldt dat ook terrassen onderhevig kunnen zijn aan gebiedsgericht beleid. Ook de voordracht bij de APV 2005 stelt gebiedsgericht terrassenbeleid als voorwaarde bij het Horecabeleidsplan. Vandaar dat ook daar aandacht aan wordt besteed in deze nota.

Procedure

In de raadsvoordracht bij de APV-wijziging is ook de procedure beschreven die moet worden gevolgd. Het Horecabeleidsplan is in concept opgesteld aan de hand van de onderwerpen genoemd in de vorige paragraaf. Vervolgens is het concept beleidsplan besproken in de territoriale subdriehoek. De subdriehoek heeft het plan beoordeeld vooral op handhaafbaarheid van het beleid en de daarvoor ter beschikking staande handhavingcapaciteit (o.a. de politie, DMB en/of andere toezichthoudende diensten). Na goedkeuring door de subdriehoek wordt het beleidsplan vrijgegeven voor inspraak.

Om draagvlak te creëren voor dit Horecabeleidsplan zijn voorafgaand aan de inspraak gesprekken gevoerd met o.a. de Koninklijk Horeca Nederland. Ook zijn er informele bijeenkomsten gehouden waarbij zowel ondernemers als bewoners aanwezig waren. De conclusies van deze gesprekken en de inspraak zijn in deze nota verwerkt (zie bijlage 1).

Na de inspraak wordt het plan aan de deelraad ter besluitvorming voorgelegd. De voorzitter van het dagelijks bestuur stelt daarna het gebiedsgerichte terrassenbeleid in mandaat namens de burgemeester vast. Voor de in de APV geregelde zaken (omzetting naar avond- of nachtzaak en het afkoeluur) wordt het plan na behandeling in de deelraad ter goedkeuring aan de burgemeester voorgelegd. Het Horecabeleidsplan treedt (wat die punten betreft) pas in werking nadat het door de burgemeester is goedgekeurd en gepubliceerd.

2   Beleidsuitgangspunten

In dit hoofdstuk worden de punten zoals verwoord in paragraaf 1.3 verder uitgewerkt tot beleid. In de hoofdstukken die hier op volgen zullen per rayon, en daarbinnen per gebied of straat, uitspraken gedaan worden hoe dit beleid van toepassing is.

2.1   Verruiming van de sluitingstijden van alcoholschenkende bedrijven

2.1.1   Omzetting naar avond- of nachtzaak

Een belangrijke verruiming die de gewijzigde APV aan horecaondernemers biedt is de mogelijkheid om een dag- of avondzaak om te zetten in een nachtzaak (artikel 3.4, lid 4). In het verleden werden exploitatievergunningen voor nachtzaken uitsluitend verleend aan dansgelegenheden (discotheken). Deze wijziging levert voor een dag- respectievelijk avondzaak de volgende verruiming op:

  • Door de week is de sluitingstijd verruimd tot 04.00 uur in plaats van 01.00 respectievelijk 03.00 uur;

  • In het weekeinde tot 05.00 uur in plaats van 03.00 respectievelijk 04.00 uur.

Het omzetten van een exploitatievergunning naar avond- of nachtzaak is alleen mogelijk voor alcoholverstrekkende bedrijven (APV artikel 3.3, lid 1). Voor alcoholvrije zaken, waaronder fastfoodzaken en alcoholvrije restaurants gelden andere tijden (APV artikel 3.3, lid 2). Enkele exploitanten van coffeeshops (binnen de APV gezien als alcoholvrije bedrijven) hebben ook een avond- of nachtvergunning gevraagd. Deze aanvragen worden afgewezen aangezien de APV hiervoor geen ruimte geeft.

Op de kaarten 1 t/m 3 (zie bijlagen kaart 1t/m 3) is de spreiding van respectievelijk het aantal dag-, avond- en nachtzaken in stadsdeel Centrum aangegeven.

Het verruimen van de sluitingstijd is van invloed op de omgeving van een horecagelegenheid. Verstoring van de woon- en leefsituatie of van de openbare orde of veiligheid kan zich onder andere op de volgende manieren voordoen:

  • De horecazaak produceert zelf muziekgeluid of levert vanuit de zaak geluidsoverlast op voor de buren (in principe wordt dit door de Wet milieubeheer geregeld);

  • De bezoekers van een zaak maken bij aankomst en vertrek lawaai op straat of zorgen voor ongeregeldheden (vechtpartijen);

  • Komende en gaande bezoekersstromen voor een aantal zaken beïnvloeden als totaal een heel gebied;

  • Zaken met een vroege sluitingstijd (dagzaken) brengen een stroom bezoekers op gang naar een beperkt aantal zaken met een latere sluitingstijd (avond- en nachtzaken), waardoor in de nacht op straat een piekmoment ontstaat. Af en toe ontstaan daarbij ongeregeldheden, zoals lawaai of vechtpartijen.

Bij het aanwijzen van gebieden waar uitbreiding van de sluitingstijden mogelijk wordt gemaakt is het uitgangspunt dat het woon- en leefklimaat en de openbare orde op straat zo min mogelijk worden aangetast.

Woon- en leefklimaat

Rekening houdend met het woon- en leefklimaat komen de volgende plekken in aanmerking voor verruiming:

  • Straten of pleinen waar weinig mensen wonen in de nabije omgeving van horecazaken;

  • Straten waar een goede aan- en afvoer van publiek mogelijk is (in de buurt van een halte van een nachtbus);

  • Straten waar al relatief veel geluid is, bijvoorbeeld drukke verkeersstraten. In deze straten valt het geluid van extra mensen op straat tegen de achtergrond weg. De kans op overlast is dan kleiner;

  • Straten waar genoeg ruimte is voor het te verwachten aantal bezoekers.

In aanvulling op de hierboven beschreven gebieden zijn de volgende gebieden ongeschikt voor verruiming van de sluitingstijden:

  • Smalle straten die werken als een klankkast;

  • Straten en pleinen waar het geluid van passanten in veel woningen te horen zal zijn;

  • Gebieden waar al te veel overlast van horeca is;

  • Straten waar geen ruimte is voor publiek van meer zaken tegelijk.

Openbare orde en veiligheid

Rekening houdend met de openbare orde en veiligheid op straat wordt het volgende in acht genomen. Het verruimen van de sluitingstijden van een enkele horecazaak in een straat heeft misschien gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonende, maar heeft minder gevolgen voor de openbare orde op straat. Het publiek komt alleen wat later naar buiten. Bij concentraties van horeca wordt dat anders. Dat heeft minder gevolgen voor de omwonenden, want die zijn er op de grotere horecapleinen minder, maar kan wel gevolgen hebben voor de openbare orde en veiligheid. Dit omdat er meer publiek, dat de mogelijkheid heeft gehad meer alcohol te nuttigen, gelijktijdig op straat komt in een relatief klein gebied (er is een direct verband tussen alcohol en geweld). Dit maakt het lastig om verruiming van sluitingstijden in concentratiegebieden zonder meer toe te staan zonder extra inzet van de politie. Ook kan door het algeheel verruimen van de sluitingstijden in concentratiegebieden het gefaseerd vertrekken van het publiek komen te vervallen. Er is dan in het uiterste geval niet langer sprake van drie piekmomenten om 3.00, 4.00 en 5.00 uur, maar van één groot piekmoment om 5.00 uur. In dat geval wordt  handhaven met de huidige politiecapaciteit moeilijk.

Uitgaansgebieden

Om verruiming van de sluitingstijden wel mogelijk te maken zonder dat er openbare orde problemen ontstaan zijn de volgende randvoorwaarden opgesteld voor de uitgaansgebieden:

  • Om de spreiding van het vertrekkend publiek te behouden komen dagzaken alleen in aanmerking voor omzetting naar avondzaak (en niet naar nachtzaak) en kunnen alleen avondzaken in aanmerking komen voor omzetting naar nachtzaak. Dit is een eenmalige omzetting. Een gefaseerde verruiming van dagzaak, via avondzaak, naar nachtzaak is niet mogelijk;

  • Om in aanmerking te komen voor omzetting naar avond- of nachtzaak is een veiligheidsplan verreist waarin voor grote zaken ten minste het aanstellen van een portier verplicht is (voor nachtzaken is dit nu al verplicht). Dit veiligheidsplan wordt door het stadsdeel en door de politie beoordeeld. Bij kleine zaken zal in overleg met de politie bezien worden of een portier noodzakelijk is;

  • Indien horecazaken die nu of in het verleden veel overtredingen hebben begaan en/of voor overlast zorgen een verruiming aanvragen, kan de politie adviseren geen beschikking te verlenen. Naast de locatie, het soort zaak en het type publiek kijkt de politie daarbij naar het aantal overtredingen binnen een jaar op het gebied van vergunningsvoorwaarden, openbare orde verstoringen/opgelegde maatregelen, criminaliteit en  overlast (geluid en publieksoverlast);

  • Indien aan de voorwaarden wordt voldaan wordt een vergunning met voorwaardelijke verruiming verleend. Daarin is opgenomen wat de gevolgen zijn voor de vergunninghouder bij overtredingen (een stappenplan met sancties). Dit stappenplan is gebaseerd op de criteria die de politie hanteert bij hun advies al dan geen verruiming toe te staan. In het uiterste geval wordt de verruiming in tijden teruggedraaid.

In bijlage 3 is informatie over het veiligheidsplan bijgevoegd, in bijlage 4 het formulier Politieadvisering horecavergunning/verruiming en in bijlage 5 het stappenplan handhaving verruimde sluitingstijden.

Het stadsdeel is van mening dat naast bovengenoemde individuele afspraken in de vergunningensfeer ook met de horecaondernemers als collectief afspraken gemaakt moeten worden. Het is immers niet altijd te herleiden door wiens publiek problemen in de openbare ruimte worden veroorzaakt. Daarom gaat het stadsdeel voorafgaand aan het verruimen van de sluitingstijden met de ondernemersverenigingen in de uitgaansgebieden praten over de gezamenlijke verantwoordelijkheid die zij dragen. Als de sfeer op de pleinen na invoering van de verruiming aantoonbaar achteruitgaat worden zij daar, naast dat de individuele ondernemers worden aangepakt, als collectief op aangesproken. Als dat niet tot verandering leidt wordt de mogelijkheid tot verruiming van de sluitingstijden voor alle zaken in het betreffende uitgaansgebied teruggedraaid.

In hoofdstukken 3 tot en met 6 wordt per straat of gebied bekeken of die plek zich wat kenmerken betreft leent voor omzetting van exploitatievergunningen van de daar gevestigde horeca en of daar nadere eisen aan gesteld worden.

De term nachtzaak

Zowel de APV als de bestemmingsplannen hanteert voor geheel verschillende doeleinden de term nachtzaak. Om eventuele onduidelijkheid hierover weg te nemen wordt hieronder kort op beide termen ingegaan.

Het bestemmingsplan kent de term nachtzaak in het kader van de horecacategorie II. Deze horecacategorie zegt iets over de soort van exploitatie. In dit geval de zwaarste vorm van horeca waaronder discotheken en sociëteiten vallen. In het kader van de exploitatievergunning hanteert de APV de term nachtzaak waarmee o.a. de openingstijden van de horecagelegenheid wordt geregeld. Tot 2005 waren exploitatievergunningen voor nachtzaken uitsluitend voorbehouden aan dansgelegenheden en werden daarom alleen verleend aan horecazaken die onder categorie II van het bestemmingsplan vielen. Met de wijziging van de APV kan nu ook een horecazaak uit de categorieën III en IV (café en restaurant) een vergunning voor een nachtzaak aanvragen. Zolang alleen de sluitingstijden veranderen en niet de vorm van exploitatie heeft dit geen gevolgen voor de horecacategorie uit het bestemmingsplan waar de zaak binnen valt. Een bestemmingsplanprocedure is dus niet aan de orde.

Om in de toekomst misverstanden te voorkomen wordt bij komende bestemmingsplannen de definitie van Horeca II aangepast zonder het woord nachtzaak te gebruiken

2.1.2   Afkoeluur

In oktober 1999 is een experiment gestart met een afkoeluur in discotheken. De reden van deze proef was de toenemende overlast en geweld rond vooral het Rembrandtplein en het Leidseplein. Het afkoeluur houdt in dat op het moment van de normale sluitingstijd de muziek stopt. Vanaf dat moment wordt er geen alcohol meer geschonken en worden er geen nieuwe klanten meer toegelaten. In het dan volgende uur mogen de klanten blijven zitten, hun glas leegdrinken en binnen een uur na de officiële sluitingstijd vertrekken. Met de proef werd beoogd dat bezoekers van discotheken meer gespreid en rustiger de zaak verlaten waardoor de overlast minder wordt en het veiligheidsgevoel op straat toeneemt.

Uit de evaluatie van de proef in 2001 is niet eenduidig gebleken dat de proef haar doel heeft bereikt. De door de bewoners ervaren overlast en gevoel van onveiligheid zijn niet afgenomen. De horecaondernemers en bijvoorbeeld taxichauffeurs daarentegen hebben ervaren dat de verbale en fysieke agressie bij het publiek is afgenomen.

Naar aanleiding van bovenstaande proef is het in de APV 2005 mogelijk gemaakt om gebieden aan te wijzen waarin de sluitingstijden van alcoholschenkende bedrijven met een uur kunnen worden verlengd (artikel 3.4, lid 2). Dit uur is uitdrukkelijk bedoeld als afkoeluur met de voorwaarden dat er geen nieuwe bezoekers worden toegelaten en er geen alcohol wordt geschonken. De APV maakt het mogelijk dit toe te passen voor dagzaken, avondzaken en nachtzaken.

Veiligheidsanalyse 2008

In 2007 is in opdracht van het stadsdeel een veiligheidsanalyse door het COT, Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, verricht voor het Rembrandtplein en het Leidseplein. Doel van deze analyse is het onderzoeken van de veiligheidssituatie op de twee uitgaanspleinen en vooral het (uitgaans)geweld. Het rapport van de analyse is in concept af. De analyse geeft in haar bevindingen en aanbevelingen aan dat de combinatie van het afkoeluur met latere sluitingstijden voor alcoholvrijze zaken (zie paragraaf 2.2) niet het gewenste effect heeft. Het verspreid verlaten van de horecagelegenheden heeft weinig positieve effecten op de openbare orde als dezelfde groepen zich vervolgens bij de broodjeszaken en snackbars verzamelen.

Uitkomst onderzoek ten aanzien van het afkoeluur:

  • Zeer weinig ondernemers maken gebruik van het afkoeluur en van de ondernemers die er wel gebruik van maken houdt een aantal zich niet aan de regels;

  • De politie geeft aan de eisen die gesteld zijn aan het afkoeluur onduidelijk te vinden en niet te handhaven zijn;

  • Het afkoeluur heeft alleen zin als er voldoende draagvlak bij ondernemers bestaat en als aan de voorwaarden voldaan wordt.

Gezien de huidige veiligheidssituatie op de twee pleinen moet zeer zorgvuldig overwogen worden waar al dan geen afkoeluur toe te staan en onder welke voorwaarden. Omdat het dagelijks bestuur de voordelen blijft zien van het afkoeluur is zij van mening dat in goed overleg tussen de betrokken partijen (gemeente, politie en ondernemers) tot een goede toepassing ervan kan worden gekomen. Een gezamenlijk optreden van de betrokken partijen waarbij onder voorwaarden en in overleg met elkaar goede afspraken worden gemaakt over het toepassen van het afkoeluur heeft in de ogen van het stadsdeel een goede kans van slagen. Dit ligt ook meer in de lijn die in samenwerking met de horeca is ingeslagen: gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor de leefbaarheid in de stad (denk daarbij aan het project Welcome en het Panel Deurbeleid).

Het stadsdeel stelt daarom voor het afkoeluur in het weekend het volgende voor:

  • Omdat uit de analyse is gebleken dat het afkoeluur geen zin heeft als vrijwel niemand er aan meedoet wordt als voorwaarde gesteld dat minstens 50% van de avond- en nachtzaken een afkoeluur moet hanteren;

  • Het stadsdeel stelt duidelijke eisen aan de toepassing van het afkoeluur, te weten:

    1. Vanaf 04.00 uur (avondzaak) of 05.00 uur (nachtzaak) mag er geen enkele consumptie meer verkocht worden (ook geen alcoholvrije);

    2. Vanaf 04.00 uur (avondzaak) of 05.00 uur (nachtzaak) mogen er geen nieuwe bezoekers meer binnen gelaten worden;

    3. Om 04.00 uur (avondzaak) of 05.00 uur (nachtzaak) is de muziek uit;

    4. Om 04.30 uur (avondzaak) of 05.30 uur (nachtzaak)  is het licht aan;

    5. Uiterlijk om 5.00 uur (avondzaak) of 6.00 uur (nachzaak) is de zaak gesloten.

    Punten 3 en 4 stellen de ondernemer in staat de muziek langzaam af te bouwen en het licht geleidelijk aan te laten gaan. Op deze manier wordt een langzame uitstroom van bezoek beoogd;

  • De politie handhaaft de toepassing van het afkoeluur op basis van bovenstaande criteria;

  • De horeca draagt eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheidssituatie rondom de horecagelegenheden, denk daarbij aan gastvrouwen/heren, straat/pleinmanagers;

  • Als de horeca zich als collectief niet houdt aan bovenstaande voorwaarden, er teveel overtredingen geconstateerd worden of er te veel problemen in de openbare orde ontstaan door vertrekkend publiek wordt het afkoeluur afgeschaft. Het afkoeluur wordt in ieder geval geëvalueerd in de evaluatie van de verruiming op de pleinen, na de zomer van 2009;

  • Indien individuele zaken zich niet houden aan de hierboven gestelde randvoorwaarden heeft dat voor hun zaak consequenties. In bijlage 5 is een stappenplan handhaving afkoeluur opgenomen.

Waar kan een afkoeluur toegepast worden?

Het afkoeluur heeft alleen effect in gebieden waar grotere aantallen mensen rond het zelfde tijdstip op straat kunnen komen. Om deze reden wordt ervoor gekozen om toepassing van het afkoeluur alleen toe te staan in de volgende gebieden:

  • Gebieden met grote concentraties avond- en nachtzaken;

  • Gebieden waar weinig ruimte op straat is waardoor gelijktijdig vertrekkend publiek van invloed is op de leefbaarheid van de straat.

    Zie voor de uitwerking hiervan per gebied hoofdstuk 3 tot en met 6.

Het afkoeluur wordt alleen toegestaan aan avond- en nachtzaken. Dit heeft de volgende reden. Bij de sluiting van dagzaken is er in principe genoeg aanbod aan avond- en nachtzaken. Na de sluiting van avondzaken bestaat de theoretische mogelijkheid om naar een nachtzaak te gaan, maar de meeste nachtzaken hebben echter het beleid om zo laat geen nieuwe (aangeschoten) gasten toe te laten. Daardoor kan in de praktijk overlast ontstaan door rondhangend publiek na sluiting van avondzaken. Het toepassen van een afkoeluur bij concentraties van avondzaken kan dit probleem verkleinen.

Het afkoeluur wordt aan een gebied toegekend onder de bovengenoemde voorwaarden. Individuele aanvragen hoeven dus niet beoordeeld te worden.

2.2   Verruiming van de sluitingstijden van alcoholvrije bedrijven

Gelijk met de proef van het afkoeluur is een proef gestart met het verlengen van de sluitingstijden van alcoholvrije zaken, met name fastfoodzaken. Deze proef houdt in dat sinds oktober 1999 alcoholvrije zaken in het stadsdeel in het weekeinde een sluitingstijd van 06.00 uur in plaats van 04.00 uur mogen hanteren. Door de week geldt de gewone sluitingstijd van 03.00 uur. Het doel van de proef was om aansluitend op de proef van het afkoeluur het mogelijk te maken dat het publiek gefaseerd, dat wil zeggen via de een snackbar of broodjeszaak, naar huis vertrekt. Hiermee wordt beoogd dat het rustiger wordt op straat. Uit de evaluatie van 2001 blijkt dat de bevindingen van omwonenden en exploitanten gelijk zijn aan die uit de evaluatie van het afkoeluur.

Naar aanleiding van deze proef biedt de gewijzigde APV de mogelijkheid om gebieden aan te wijzen waar alcoholvrije zaken in het weekend de sluitingstijd met twee uur mogen verlengen tot 06.00 uur (art. 3.4, lid 2). Hiermee heeft de gemeenteraad ervoor gekozen geen algemene verruiming toe te staan.

Veiligheidsanalyse 2008

Uit de eerder genoemde veiligheidsanalyse blijkt dat het verruimen van de sluitingstijden van fastfoodzaken niet het gewenste effect heeft. Het publiek blijft juist hangen voor de snackbar/broodjeszaak en zorgt daar voor ongeregeldheden in plaats van rustig en gefaseerd het gebied te verlaten. De uitkomsten van de Veiligheidsanalyse neemt het dagelijks bestuur zeer serieus. Toch wil het dagelijks bestuur, alvorens een definitief besluit te nemen over het verlengen of beëindigen van de proef met latere sluitingstijden van alcoholvrije zaken, de proef evalueren. Het dagelijks bestuur zal na deze evaluatie besluiten de proef met de latere sluitingstijden al dan niet te beëindigen. Het dagelijks bestuur zal voor de evaluatie nader te bepalen criteria opstellen waaraan alcoholvrije zaken moeten voldoen. Deze criteria worden in overleg met de branche en de politie opgesteld.

2.3   Zijn er straten die een horeca-impuls kunnen gebruiken?

Binnen het stadsdeel zijn er gebiedsgericht mogelijkheden om de aantrekkelijkheid van een buurt of straat te verhogen. Een aantal drukkere verkeersstraten kan bijvoorbeeld een impuls gebruiken waarbij horeca een rol kan spelen. Daarbij treedt minder snel overlast op omdat geluid wegvalt tegen het achtergrondgeluid en omdat de huizen vaak goed geïsoleerd zijn in verband met verkeerslawaai. In dit beleidsplan wordt per gebied gekeken of er plekken zijn waar een stimulans wenselijk is (zie hoofdstuk 3 tot en met 6). Het gaat dan om het toevoegen van horeca aan het bestaande bestand.

Ook zijn er straten waar functies zitten die niet goed passen bij het karakter dat het stadsdeel dat gebied toekent. Voorbeelden zijn sex- en gokzaken in winkel- en/of horecagebieden. Waar nodig zullen in dit beleidsplan (zie hoofdstuk 3 tot en met 6) plekken worden aangewezen waar omzetting van deze functies naar een horeca III of IV op de begane grond mogelijk wordt gemaakt met als doel het vertrek van deze niet gewenste huidige functies te stimuleren.

2.4   Uitbreiding horeca in vierkante meters per zaak

Met de raadsvoordracht voor de Horecanota heeft de raad op 26 juni 2003 besloten het dagelijks bestuur opdracht te geven om te onderzoeken in welke buurten de maximale oppervlaktemaat voor horecaondernemingen kan worden vergroot. Om die reden wordt in dit Horecabeleidsplan deze vraag beantwoord.

De huidige bestemmingsplannen

In de huidige bestemmingsplannen geldt over het algemeen een maximale maat van 150 m2 per horecavestiging, met een vrijstellingsmogelijkheid tot 300 m2. Deze maat is gebaseerd op de gangbare perceelbreedte in de binnenstad. Volgens de vernieuwde bestemmingsplannen is het toegestaan om de kelder van een pand te gebruiken ten behoeve van keuken, toiletten en opslag behorende bij de bovengelegen horeca. Uitbreiding van de horeca naar de bovengelegen en naastgelegen verdiepingen is niet toegestaan. De belangrijkste redenen voor deze beperkingen zijn de inpassing in het beschermd stadsgezicht en het beperken van overlast voor omwonenden. Alleen aan de twee uitgaanspleinen Leidseplein en Rembrandtplein is horeca op elke verdieping toegestaan. Hiervoor geldt echter nog wel een maximale maat van 150 m2 per vestiging voor het Leidseplein en 150 m2 met een vrijstelling tot 300 m2 voor het Rembrandtplein.

Waar is uitbreiding in vierkante meters mogelijk?

Bij de afweging om uitbreiding in vierkante meters toe te staan spelen een aantal aspecten een rol. Ten eerste kan horeca groter dan 300 m2 alleen overwogen worden zolang het beschermd stadsgezicht niet wordt aangetast en er geen nadelige invloed is op het woon- en leefklimaat. Daarnaast spelen de fysieke eigenschappen van het pand een belangrijke rol. Er moet voorkomen worden dat in het beschermd stadsgezicht doorbraken tussen panden plaatsvinden, waardoor de historische structuur wordt aangetast. Met andere woorden: verticale uitbreiding binnen een pand is toegestaan zolang het geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat, horizontale uitbreiding tussen panden is niet toegestaan tenzij het bestemmingsplan anders aangeeft. Aan de uitbreiding wordt een maximale maat van 1.000 m2 per pand gesteld. Een belangrijke randvoorwaarde is dat aan de eisen van brandveiligheid moet worden voldaan.

Panden en/of locaties die geschikt zijn voor uitbreiding in vierkante meters zijn bijvoorbeeld:

  • bijzondere grote gebouwen die leegkomen (geschikt vanwege fysieke eigenschappen van het pand);

  • grotere (nieuw)bouwprojecten (geschikt vanwege fysieke eigenschappen van het pand/project);

  • bestaande horecazaken in gebieden met concentraties horeca (geschikt vanwege de locatie; de belasting op het woon-leefklimaat zal hier minimaal zijn);

In de uitwerking per rayon (zie hoofdstuk 3 tot en met 6) worden locaties benoemd waar grotere horecavestigingen mogelijk zijn. Aanvragen voor verruiming in vierkante meters worden behandeld via bouwvergunnings- en bestemmingsplanprocedure. Individuele aanvragen worden in dit Horecabeleidsplan niet beoordeeld. Voor de volledigheid moet vermeld worden dat coffeeshops zijn uitgesloten van de mogelijkheden tot verruiming in vierkante meters.

2.5   Culturele horeca

De APV en het bestemmingsplan maken het voor ondernemingen mogelijk additionele horeca op te nemen: een horecafunctie die ondergeschikt is aan de hoofdfunctie. In de binnenstad hebben momenteel 60 à 70 zaken een vergunning voor additionele horeca. Bij een aantal van deze zaken, met name culturele instellingen, staat de grens tussen additionele en zelfstandige horeca onder druk of is overschreden. Dit betreft aan de ene kant panden met een culturele functie waarbij de cultuuruiting een duidelijke horecacomponent in zich heeft (denk aan een live optreden in De Melkweg waarbij gedanst kan worden). Aan de andere kant gaat het om culturele instellingen die beschikken over een bijzonder pand of ruimte die verhuurd kan worden voor bijeenkomsten en feesten. Deze activiteiten mogen niet plaatsvinden bij additionele horeca. Omdat het dagelijks bestuur geen bezwaar heeft tegen de manier waarop deze instellingen hun programmering voeren, wil zij voor bepaalde culturele instellingen de exploitatiemogelijkheden verruimen. Daarbij kiest zij er niet voor de bestemming van de panden om te zetten naar zelfstandige horeca. Dit zou voor een aantal panden het probleem oplossen, maar het omzetten naar zelfstandige horeca brengt de cultuurfunctie op termijn in gevaar. Daarom wordt voorgesteld een nieuwe horecacategorie in bestemmingplannen op te nemen: Horeca C (culturele horeca). Dit is een zelfstandige horeca die gekoppeld is aan een culturele functie. Het voordeel van deze categorie is dat als de culturele instelling uit het pand vertrekt en niet door een zelfde functie wordt vervangen, de horecabestemming niet langer mag worden uitgevoerd. 

Panden die in aanmerking komen voor de aanduiding Horeca C zijn culturele of sociaal maatschappelijke  instellingen met een programmering die bestaat uit een mix van verschillende activiteiten. Horeca maakt onderdeel uit van deze activiteiten. Bij deze panden is het afscheiden van de horecacomponent zeer lastig en/of fysiek niet mogelijk omdat de horeca-activiteit over het algemeen plaatsvindt in de hoofdruimte. Horeca C maakt het voor deze panden mogelijk dat de horecafunctie en de culturele functie naast elkaar kunnen bestaan. Binnen Horeca C kan er onderscheid gemaakt worden tussen twee vormen. Aan de ene kant instellingen als Paradiso en de Melkweg waar als onderdeel van de culturele programmering activiteiten plaatsvinden die vergelijkbaar zijn met horeca II (live optreden waarbij gedanst kan worden). En anderzijds culturele of sociaal maatschappelijke instellingen die over een bijzonder pand of zaal beschikken die voor verhuur geschikt is. Bij deze instellingen maakt zalenverhuur onderdeel uit van de programmering maar is er soms geen uiting van cultuur. Denk daarbij aan gebouwen waar concerten, tentoonstellingen en debatten gehouden worden en die ook verhuurd kunnen worden voor bijeenkomsten. Omdat de zalenverhuur de culturele programmering financieel mede mogelijk maakt wil het stadsdeel dat middels horeca C mogelijk maken. Voorwaarde is daarbij dat zalenverhuur de culturele of sociaal maatschappelijke component van de programmering niet verdringt. In deze zin staat de horeca-activiteit ten dienste van de cultuurfunctie. Wat deze culturele of sociaal maatschappelijke instellingen gemeen hebben is dat het om horeca activiteiten gaat die niet meer passen binnen de huidige regelgeving en niet om zelfstandig opererende horecavestigingen. Het zijn deze activiteiten waar het dagelijks bestuur meer ruimte aan wil bieden.

Panden die niet in aanmerking komen voor de aanduiding Horeca C zijn panden die een eenduidige programmering hebben. Denk daarbij aan musea en theaters. De reden is dat voor deze panden de additionele horeca in de regel voldoet; de horeca staat ten dienste van de hoofdfunctie. Voor de enkele musea en theaters waar dat niet voor geldt ligt het meer voor de hand om een zelfstandige horeca IV of III toe te kennen waarbij de horeca losgekoppeld wordt van de culturele functie. Fysiek betekent dit voor het pand dat een deel een horecabestemming krijgt, bijvoorbeeld het museumrestaurant of de foyer van een theater. Het andere deel van het pand behoudt de culturele functie.

Een pand moet aan de volgende vier criteria voldoen om de aanduiding Horeca C te krijgen:

  • Het betreft een pand waarin culturele of sociaal maatschappelijke activiteiten worden georganiseerd/ plaatsvinden gericht op het informeren over, en verspreiden en tentoonstellen van kunst, cultuurhistorie of sociaal maatschappelijke onderwerpen;

  • De exploitatie van het pand is in handen van een instelling met een culturele of sociaal maatschappelijke doelstelling;

  • De instelling kan een jaarprogramma overleggen waaruit dat blijkt;

  • De programmering is een evenwichtige mix van verschillende activiteiten, waaronder horeca-activiteiten (er is dus geen zelfstandig opererende horecavestiging). Musea en theaters met een eenduidige programmering komen niet in aanmerking.

In de hoofdstukken 3 tot en met 6 wordt per rayon bekeken welke panden in aanmerking komen voor de aanduiding Horeca C, bij welke panden een zelfstandige horeca uit de categorieën II, III of IV beter past en bij welke panden de additionele horecafunctie volstaat (eventueel moet bij deze panden handhavend worden opgetreden als de grens van additioneel is overschreden). Voor omzetting van additioneel naar zelfstandige horeca (categorie III, IV of C) gelden de regels zoals vastgelegd in notitie ‘Omzetting additionele horeca naar zelfstandige horeca’ (dagelijks bestuur 28 juni 2005). In de vernieuwde bestemmingsplannen wordt deze notitie vertaald in voorschriften. Daar waar de vergunde situatie van zaken niet overeenkomt met het bestemmingsplan zal dat moeten worden aangepast. De schatting is dat de aparte categorie culturele horeca in totaal circa 10 panden zal beslaan.

In het bestemmingsplan en de exploitatievergunning kunnen indien het pand dat toestaat beperkingen worden opgenomen. Zo kan de horecabestemming of de exploitatie-vergunning tot bepaalde ruimtes worden beperkt. De tijden waarbinnen de horeca-activiteiten mogen plaatsvinden worden geregeld in de exploitatievergunning (dag-, avond- of nachtzaak).

2.6   Horecacategorieën in bestemmingsplannen

In bestemmingsplannen is vastgelegd welke soort horecazaken (‘horecacategorieën) op welke locaties zijn toegestaan. Deze horecacategorieën komen hier om de volgende redenen aan de orde. De afgelopen jaren is onduidelijkheid ontstaan over waar de grenzen liggen tussen de categorieën. Dit heeft onder andere te maken met nieuwe trends en creatieve ondernemers die op de grenzen van de regelgeving stuiten. Nu in het kader van deze grensvervaging opnieuw naar de categorieën wordt gekeken, wordt tevens de gelegenheid genomen om te kijken of er door herdefiniëring mogelijkheden zijn voor verruiming.

In de vernieuwde bestemmingsplannen worden nu de volgende categorieën gehanteerd:

Horeca I: Fastfood (onder andere automatiek, snackbar en fastfood-restaurants).

Horeca II: Nachtzaken en zalenverhuur (onder andere dancings, discotheken en sociëteiten).

Horeca III: Cafés (onder andere cafés, eetcafés en bars).

Horeca IV: Restaurants en alcoholvrije horeca (onder andere restaurants, koffiehuizen, lunchrooms en ijssalons)

De afgelopen jaren zijn er in het uitgaansleven nieuwe trends ontstaan wat heeft geresulteerd in  originele formules, nieuwe combinaties en thema’s in de horecabranche. Daarbij kan gedacht worden aan:

  • Café’s en restaurants waar een dj live optreedt. Soms kan daarbij worden gedanst;

  • Restaurants waar na 23.00u de stoelen en tafels aan de kant gaan en gedanst wordt;

  • Themafeesten met een besloten karakter.

Een aantal nieuwe ontwikkelingen past niet eenduidig binnen de bestaande categorieën maar wil het stadsdeelbestuur wel mogelijk maken. Er is behoefte aan duidelijkheid wat onder de verschillende horecacategorieën is toegestaan, en waar de grens ligt met een andere categorie. Dat is voor ondernemers van belang, maar ook voor omwonenden om een inschatting te maken van mogelijke overlast. Ook ambtelijk is voor de beoordeling van aanvragen behoefte aan een duidelijker kader.

Hier wordt voorgesteld om daartoe de definities van de horecacategorieën en de toelichtingen daarop in een facet bestemmingsplan te wijzigen. De bestaande indeling horecacategorieën en het daarbij geldende beleid zijn daarbij het uitgangspunt. Het gaat om de volgende punten:

  • De term nachtzaak uit de definitie van Horeca II weghalen (zie paragraaf 2.1.1);

  • Is dansen toegestaan onder andere bestemmingen dan horeca II?

  • Welke vorm van huur van zaalruimte is toegestaan onder de diverse horecabestemmingen?

Bij beoordeling van vernieuwende initiatieven blijft de belangrijkste vraag: hoe groot is de overlast die de activiteit waarschijnlijk veroorzaakt? Het antwoord op die vraag moet duidelijkheid opleveren of het initiatief op de aangevraagde plek mogelijk is.

2.6.1   Dansen in een restaurant of café

Er wordt regelmatig gedanst in andere zaken dan discotheken. Op zich is dansen in een café of restaurant niet verboden, mits dat past binnen het karakter van het café of restaurant. Dat moet bijvoorbeeld uit het bedrijfsplan blijken. Zodra de zaak het karakter van een discotheek of zalenverhuur krijgt, wat bijvoorbeeld kan blijken uit de grootte van de dansvloer of het heffen van entreegeld, is sprake van horeca II. Een zwaardere toetsing is dan aan de orde in het kader van het bestemmingsplan. Getoetst wordt op mogelijke aantasting van het woon- en leefklimaat. Door de Wet milieubeheer hoort geregeld te zijn dat er geen geluidsoverlast door muziek ontstaat, ongeacht de horecacategorie. Een vergelijkbaar punt is of een DJ in een restaurant of café muziek ten gehore mag brengen. Vroeger was een DJ vanzelfsprekend verbonden met op grotere schaal dansen (dus horeca II), maar er zijn formules denkbaar waarbij bijvoorbeeld een DJ in een café optreedt, zonder dat er gedanst wordt. De toelichting op de horecacategorieën in bestemmingsplannen moet worden uitgebreid, om duidelijk te maken dat dergelijke vernieuwende formules binnen de huidige categorie-indeling mogelijk zijn.

2.6.2  Zalenverhuur

Vanuit horecaondernemers zijn er veel vragen over wat voor soort verhuur van ruimtes in welk soort zaken is toegestaan. Ook is er een aantal zaken met een vergunning voor additionele horeca dat zalen verhuurt of wil verhuren en dat volgens de huidige bestemmingsplannen niet mag (dit geldt bijvoorbeeld voor een aantal trouwlocaties). De definitie die in het bestemmingsplan wordt gehanteerd strookt niet meer met de realiteit. Dit is reden de definitie voor zalenverhuur in het bestemmingsplan te herzien. Tot op heden valt zalenverhuur onder de zware categorie Horeca II in bestemmingsplannen waarbij gedacht wordt aan het verhuren van een ruimte voor grote feesten en partijen. Echter, zalenverhuur komt in verschillende vormen voor, voorziet in verschillende behoeften (van vergadering tot feest), en heeft een verschillende kans op overlast. Het stadsdeel vindt het wenselijk deze verschillende vormen mogelijk te maken. Om de beoordeling van de huidige aanvragen te vergemakkelijken zijn duidelijke regels nodig.

Hieronder worden vijf verschillende soorten verhuur van ruimtes benoemd, met daarbij de benodigde eisen in het kader van bestemmingsplan en exploitatievergunning. De vijf categorieën onderscheiden zich wat betreft het doel van de bijeenkomst waarvoor een zaal gehuurd wordt, wat betreft karakter van de ruimte die verhuurd wordt en/of wat betreft omvang van de groep waarvoor een zaal verhuurd wordt.

1  Bijeenkomsten voor opleidingen of van zakelijke aard

Het verhuren van ruimte ten behoeve van opleidingen of bijeenkomsten van zakelijke aard (zoals congressen, cursussen, workshops) wordt gezien als een kantoorfunctie en valt daarmee onder de bestemming ‘gemengde doeleinden’. Deze activiteiten zijn in de vernieuwde bestemmingsplannen zonder meer toegestaan. Overlast komt daarbij niet of nauwelijks voor. De activiteiten vinden bijna altijd overdag plaats en het schenken van drankjes in de pauze of na afloop is alleen mogelijk als onderdeel van de hoofdactiviteit (zelf te bereiden spijzen en dranken, ingehuurde catering, geen extra betaling).

  • Bestemmingsplan: kantoorfunctie (gemengde doeleinden), overal toegestaan;

  • Exploitatievergunning: niet nodig.

2  Bijeenkomsten van sociaal-culturele aard

Het verhuren van ruimte voor bijeenkomsten van verenigingen, buurtvergaderingen en dergelijke in bijvoorbeeld een buurthuis wordt gezien als sociaal cultureel. Naar de aard van de bijeenkomst is de groep vaak besloten, met de mogelijkheid dat via een aankondiging in de krant ook buitenstaanders meedoen. Deze sociaal-culturele activiteiten zijn in de bestemmingsplannen overal toegestaan. Als daarbij in beperkte mate drank wordt verkocht kan bijvoorbeeld een buurthuis een exploitatievergunning voor additionele horeca krijgen. De kans op overlast is kleiner dan voor een normaal café. De bijeenkomsten eindigen meestal ver voor middernacht, met een eventuele uitloop als na afloop wat wordt gedronken. In een buurthuis is men meestal binnen een uur na afloop weer weg, waarmee aan de voorwaarde voor additionele horeca wordt voldaan.

  • Bestemmingsplan: sociaal-cultureel;

  • Exploitatievergunning: additionele horeca.

3  Verhuren van een ruimte in een gebouw met een sociaal-culturele functie

Het verhuren van ruimte voor horeca-activiteiten die niet zijn verbonden met de sociaal-culturele functie van het gebouw gaat weer een stap verder. Dit overschrijdt de grens van additionele horeca;  een zelfstandige exploitatievergunning is dan vereist. Dit wordt alleen in gebouwen toegestaan waarin een culturele instelling is gevestigd die voldoet aan de criteria voor Horeca C.

  • Bestemmingsplan: horeca C (culturele horeca);

  • Exploitatievergunning: dag-, avond- of nachtzaak .

4  Verhuren van een ruimte in een café of restaurant

Het verhuren van ruimte in een café of restaurant voor bijvoorbeeld een afscheidsborrel, verjaardag, jubileum, trouwreceptie, -diner of -feest wordt binnen de gebruikelijke voorwaarden van exploitatie toegestaan. Alle tafels in een restaurant reserveren maakt het restaurant voor een avond min of meer besloten. Een exploitant kan zelf beoordelen of het de goede naam van de zaak schaadt als dat te vaak voorkomt (te vaak nee verkopen kost ook klanten). Deze vorm van zalenverhuur wijkt niet wezenlijk af van de normale exploitatie als café of restaurant en heeft daarmee ook dezelfde kans op overlast.

  • Bestemmingsplan: horeca III (café) of horeca IV (restaurant);

  • Exploitatievergunning: dag-, avond- of nachtzaak.

5  Verhuur van ruimtes voor feesten en partijen

De zwaarste vorm van zalenverhuur is die waarbij structureel ruimtes worden verhuurd ten behoeve van feesten voor grotere groepen, al dan niet besloten of tegen entreegeld. Bij deze vorm is in de regel spraken van (live) muziek, waarbij gedanst wordt tot een laat tijdstip. De kans op overlast van komend en vertrekkend publiek is hier het grootst, de sociale binding tussen de bezoekers is bij niet besloten feesten kleiner. Een dergelijke vorm van zalenverhuur lijkt op een discotheek en vraagt om de zwaarste toetsing, zowel ruimtelijk als wat exploitatievergunning betreft. In de exploitatievergunning kunnen eventueel voorwaarden worden opgenomen, bijvoorbeeld over gedeelten van het gebouw of beslotenheid.

  • Bestemmingsplan: horeca II (zalenverhuur, dansgelegenheid, sociëteit).

  • Exploitatievergunning: dag-, avond- of nachtzaak.

Op basis van de indeling in deze vijf vormen van zalenverhuur wordt voorgesteld om de omschrijving van ‘horeca II’ in de toelichting op de nieuwe bestemmingsplannen aan te passen.

Overigens moet bij iedere vorm van zalenverhuur worden voldaan aan de vereisten uit de Drank- en Horecawet. Ook mag er geen sprake zijn van oneigenlijke concurrentie door (paracommerciële) zaken, die bijvoorbeeld door een gunstigere fiscale behandeling kostenvoordelen zouden hebben. Deze wettelijke eisen staan boven het beleid van het stadsdeel.

2.7   Gebiedsgericht terrassenbeleid

De APV maakt middels art. 3.2, lid 6 en 7 mogelijk om gebiedsgericht aangepaste regels voor terrassen op te leggen in verband met het behoud van een goed woon- en leefklimaat. In het verleden is dat voor diverse plekken in de binnenstad gedaan. In de Terrassennota 2008 is het terrassenbeleid geactualiseerd. Met uitzondering van het Terrassenbeleid Jordaan is daarbij het gebiedsgerichte terrassenbeleid intact gebleven en/of herbevestigd.

Op dit moment is er het volgende gebiedsgerichte terrassenbeleid van kracht:

  • Jordaan. Belangrijkste kenmerken zijn dat een deel van de vergunde terrassen om 23.00 uur moet sluiten om overlast te voorkomen. In smalle straten zijn terrassen met een loopruimte van een meter (in plaats van anderhalve) op de stoep toegestaan;

  • Nieuwmarkt. Voor plaatsing van terrassen aan de westzijde gelden afwijkende regels;

  • Op het Leidseplein en de Nieuwezijds Kolk zijn terrassen op het middenterrein bij uitzondering toegestaan. Op alle andere pleinen zijn terrassen niet toegestaan;

  • Er is een aantal straten die uitgesloten zijn van terrassen in de Terrassennota 2008. Het betreft meestal drukke straten die voor andere openbare functies in gebruik zijn;

  • In de Leidsebuurt zijn er vijf plekken waar het hele trottoir gebruikt kan worden als terras;

  • Op het Damrak en de westzijde Rokin is een afwijkende maatvoering van kracht;

  • In de Terrassennota 2008 is de uitsluiting van terrassen op de Haarlemmerstraat, Haarlemmerdijk, Staalstraat, Halvemaansteeg en Vijzelstraat opgeheven. De Damstraat en de Oude Doelenstraat zijn toegevoegd aan de straten waar geen terrassen zijn toegestaan.

In dit Horecabeleidsplan wordt het gebiedsgerichte beleid voor de Jordaan geëvalueerd en waar nodig aangepast.

3   Rayon Zuid

In dit hoofdstuk komen de gebiedskenmerken en de ambities voor Rayon Zuid aan de orde. Vervolgens wordt aan de hand van de uitgangspunten uit hoofdstuk 2 gebiedsgericht beleid geformuleerd.

3.1   Gebiedskenmerken

Rayon Zuid stamt deels uit de 17e eeuw (Zuidelijke Grachtengordel) en deels uit de 19e eeuw (gebied rondom de Weteringschans). In de stedenbouwkundige structuur is dat terug te vinden in de ruime grachten met de smalle dwarsstraatjes van de Grachtengordel en het meer besloten karakter met smalle stadsstraten van bijvoorbeeld de Weteringbuurt. Rayon Zuid is een gebied met een (op sommige plaatsen zeer intensieve) menging van functies als uitgaan, winkelen, toerisme, werken en wonen.

Binnen het gebied is een aantal locaties aan te wijzen dat bijzondere aandacht verdient.

Aan de Zuidelijke Grachtengordel wordt met name gewerkt gemengd met wonen. Naast veel kantoren bevinden zich hier ook een aantal culturele instellingen.Door het rayon loopt een aantal radiaalstraten die dwars op de structuur van de grachten staan: de Utrechtsestraat, de Vijzelstraat en -gracht, Spiegelstraat en de Leidsestraat. Deze straten hebben elk hun eigen karakter en functie. De radiaalstraten onderscheiden zich binnen het gebied vanwege hun verkeersfunctie en door de clustering van horeca (met name de Utrechtsestraat), winkels (Leidsestraat), antiek (Spiegelstraat) en kantoren (Vijzelstraat). In de straten wordt op de verdiepingen ook gewoond.

Horecaconcentratiegebieden (geluid)

De horecaconcentratiegebieden Leidseplein en Rembrandtplein moeten in verband met een (nieuwe) Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) Besluit horeca, sport- en recreatieinrichtingen milieubeheer uit 1998 opnieuw worden vastgesteld. Het aantal horecaconcentratiegebieden is en wordt niet uitgebreid.

Omdat een nieuwe wijziging van de Wet Milieubeheer en de betrokken Maatregel van Bestuur werd aangekondigd is gewacht met uitvoering totdat de regelgeving vaststond. Per 1 januari 2008 is deze nieuwe regelgeving, de zogenaamde Activiteiten AmvB in werking getreden. Deze AmvB vervangt veel bestaande milieuregelgeving. Artikel 2.19 van het Activiteitenbesluit regelt de aanwijzing van de horecaconcentratiegebieden maar treedt niet in werking totdat de VNG een modelverordening publiceert voor het aanwijzen van dergelijke gebieden.

De Dienst Milieu en Bouwtoezicht neemt deel aan het juridisch overleg van betrokken partijen (VROM, VNG, Horeca Nederland) in het kader van de voorbereiding van deze modelverordening. De DMB houdt het stadsdeel op de hoogte van de ontwikkelingen.

Uit het laatste bericht (juni 2008) blijkt nu dat de problemen (onduidelijkheden en onzekerheden) in het Activiteitenbesluit ten aanzien van de horecaconcentratiegebieden nog steeds principieel niet opgelost zijn. Dit is van essentieel belang voor de aard en omvang van het voorbereidende onderzoek. Daarom is in overleg met de DMB besloten voorlopig, en tot er meer duidelijkheid komt over dit soort vragen en de eisen waaraan een dergelijk onderzoek moet voldoen, niet over te gaan tot het onderzoek. Verwacht wordt dat in het najaar 2008 meer duidelijk gegeven kan worden over het proces rondom de vaststelling. Het dagelijks bestuur zal op basis van de laatste ontwikkelingen en stand van zaken bepalen wel of niet over te gaan tot het formeel vaststellen van de gebieden. In dit Horecabeleidsplan wordt verder niet van horecaconcentratiegebieden gesproken, maar van uitgaansgebieden.

Het Rembrandtplein e.o. is een gebied met een intensieve menging van grootstedelijke functies als uitgaan, winkelen, werken, wonen en toerisme, waarbij de nadruk ligt op uitgaan. Het gebied kent een concentratie van (nacht)horeca (Rembrandtplein, Reguliersdwarsstraat en Amstelstraat) en een aantal winkels (Reguliersbreestraat). Het Rembrandtplein is een knooppunt voor tramverkeer, nachtbussen en taxi’s.

Het tweede uitgaansgebied ligt rond het Leidseplein. Het is een sterk op toerisme gericht gebied met veel verblijfsfuncties. Het Leidseplein is een uitgaansplein van stedelijke, regionale en nationale betekenis. De dwarsstraten rond het Leidseplein (van oorsprong een woongebied gemengd met bedrijvigheid) zijn de laatste decennia veranderd door de vestiging van een groot aantal restaurants, cafés en uitgaansgelegenheden. In de Leidsekruisstraat en een groot gedeelte van de Korte Leidsedwarsstraat is het woonkarakter (vrijwel) geheel verdwenen. Ook op het recent ontwikkelde Max Euweplein staat de woonfunctie onder druk.

In rayon Zuid zijn ruimere mogelijkheden voor horeca, met name in de gebieden rond het Rembrandtplein en het Leidseplein. Daar zijn de gevolgen voor het woon- en leefklimaat gering. Het kan gaan om latere sluitingstijden en extra oppervlakte.  Op plekken met een woonkarakter, zoals de grachtengordel, de Den Texbuurt, de Kerkstraat en de Weteringbuurt past geen uitbreiding van de horeca.

In aanvulling op bovenstaande beschrijving zijn in bijlage 6 de volgende zaken opgenomen: een overzicht van horecagerelateerde klachten en een overzicht van de projecten die er al zijn om vorm te geven aan die ambities te vinden.

3.2   Rayon Zuid per beleidsaspect

Verruiming sluitingstijden alcoholschenkende bedrijven: omzetting naar avond- of nachtzaak

In rayon Zuid zijn 24 van de 33 nachtzaken in het centrum gevestigd. Het Leidseplein en het Rembrandtplein en omgeving zijn wat betreft het woon- en leefklimaat geschikt voor verruiming van de sluitingstijden. Er zijn al veel zaken laat open, er zijn weinig bewoners in de directe omgeving en de voorzieningen van openbaar vervoer zijn bijzonder goed (het nachtbusnet loopt via de beide pleinen). Het evenwicht wat betreft de openbare orde en veiligheid op de pleinen ligt echter gevoelig door het grote aantal bezoekers dat laat op de avond op straat komt in combinatie met alcoholgebruik. Daarom moeten verzoeken tot verruiming op de uitgaanspleinen zorgvuldig worden beoordeeld en zal waar nodig de verruiming gefaseerd worden ingevoerd (zie verder onder Gefaseerde invoering van de verruiming van de sluitingstijden in rayon Zuid). In nagenoeg alle andere delen het van rayon wordt veel gewoond, dus de kans op overlast is daar groter. Omdat de concentraties avond- en nachtzaken rond het Leidseplein en het Rembrandtplein het hele gebied faciliteren is aanbod van avond- en nachtzaken daarbuiten niet nodig.

Omzetting van avondzaken naar nachtzaken

Voor het Rembrandtplein en omgeving wordt in de volgende straten omzetting naar nachtzaken toegestaan. In deze straten wordt enerzijds weinig gewoond waardoor de kans op overlast voor omwonende laag is. Anderzijds is er in deze straten sprake van een concentratie van horeca waardoor verruiming van de tijden zonder meer gevolgen heeft voor de openbare orde en veiligheid. In deze straten gelden dan ook de voorwaarden zoals die benoemd zijn voor concentratiegebieden in paragraaf 2.1.1.:

  • Rembrandtplein

  • Thorbeckeplein

  • Utrechtsestaat tot en met nr. 18 even zijde en voormalig ABN-AMRO-gebouw

  • Amstelstraat

  • Halvemaansteeg

  • Reguliersbreestraat

  • Korte Reguliersdwarsstraat

  • Reguliersdwarsstraat oostelijk van de Vijzelstraat

Voor het Leidseplein en omgeving wordt zo veel mogelijk aangesloten bij de bestaande situatie. Met name voor de dwarsstraten geldt dat aan het begin en einde veel gewoond wordt en daartussen veel horeca zit. Omzettingen naar nachtzaak worden daarom toegestaan op de volgende plekken en onder voorwaarden zoals benoemd in paragraaf 2.1.1:

  • Leidseplein

  • Marnixstraat vanaf 397 oneven en vanaf 396 even

  • Lijnbaansgracht 234A (Melkweg) en vanaf 238 tot en met 245

  • Korte Leidsedwarsstraat vanaf 12 tot en met 54 even, en vanaf 47 tot (dus zonder) 119 oneven

  • Lange Leidsedwarsstraat vanaf 64 tot en met 134 even, en oneven vanaf Leidsestraat tot en met 65

  • Leidsekruisstraat

  • Kleine Gartmanplantsoen oneven geheel, en even tot en met 10

  • Weteringsschans 6 (Paradiso)

  • Voor de oostelijke gedeelten van de Korte en Lange Leidsedwarsstraat geldt dat daar meer bewoners zijn. Daarom is toename van het aantal avond- of nachtzaken niet gewenst. Dat betekent dat omzetting van een dagzaak naar een avondzaak niet mogelijk is. In het verleden zijn al enkele avond- en nachtzaken vergund. Omdat het omzetten van een enkele avondzaak naar nachtzaak minder van invloed op het woon- en leefklimaat is, is dat wel mogelijk.

Aanvragen voor omzetting naar nachtzaak in de andere delen van rayon Zuid worden afgewezen.

Omzetting van dagzaken naar avondzaken

Daar waar omzetting naar nachtzaak mogelijk is, is ook omzetting van dagzaak naar avondzaak mogelijk onder dezelfde voorwaarden (paragraaf 2.1.1). In aanvulling op de bovengenoemde straten volgen hier locaties waar omzetting van dag- naar avondzaak mogelijk is:

  • Reguliersdwarsstraat tussen Koningsplein en Vijzelstraat.

    In het westelijke gedeelte van de Reguliersdwarsstraat wonen meer bewoners. Er zitten al 7 avond- en 2 nachtzaken. In deze straat ligt een aantal zaken waar klachten zijn over met name geluidsoverlast. Om die reden is voor dit gedeelte geen omzettingen naar nachtzaak mogelijk maar wel naar avondzaak (mits aan de voorwaarden voldaan wordt).

  • Wagenstraat, Paardenstraat en Bakkersstraat.

    Voor de Wagenstraat, Paardenstraat en Bakkersstraat geldt dat deze straten rustiger zijn dan hun omgeving en dat er meer bewoners zijn. In de Wagenstraat zit 1 nachtzaak, in de Paardenstraat 1 avondzaak. Meer late sluitingstijden in deze straten toestaan is niet wenselijk. Toevoeging van een enkele avondzaak verandert weinig aan het karakter van de genoemde straten.

Voor de rest van rayon Zuid is overwogen of in de drukkere straten ruimte zou zijn voor avondzaken. Dit is niet het geval. In het kader van het project de Rode Loper/Noord-Zuidlijn wordt de Vijzelstraat/Vijzelgracht van verkeersroute getransformeerd in een aantrekkelijk gebied voor publiek en ondernemers. Bij dit karakter past meer iets voor dagpubliek. Er is wel veel verkeer, maar nachtbussen komen er niet. Ook zijn er veel bewoners. Aan de Weteringschans zitten een paar café’s en zijn er veel bewoners. Datzelfde geldt ook voor de Kerkstraat. Ook in de smalle Utrechtsestraat wordt veel gewoond. Het karakter is meer een ‘eetstraat’ dan dat van een straat met latere kroegen. Deze straten zijn verder te karakteriseren als rustig. In alle gevallen zijn de reeds vergunde avond- en nachtzaken bij Rembrandtplein en Leidseplein een nabij alternatief.

In bijlage 2 is aangegeven in welke gebieden omzetting naar avond- en nachtzaak is toegestaan.

Gefaseerde invoering van de verruiming van de sluitingstijden in rayon Zuid

Omdat niet te voorzien is wat de gevolgen voor de veiligheidssituatie is op de uitgaanspleinen, zal het stadsdeel de verruiming gefaseerd laten ingaan. Het gebied Rembrandtplein e.o. komt als geheel in aanmerking voor verruiming onder de genoemde voorwaarden. Voor het Leidseplein e.o. wordt in eerste instantie alleen op het Leidseplein zelf verruiming toegestaan. Na de zomer van 2009 wordt de situatie in deze gebieden geëvalueerd. De verruiming van de sluitingstijden in de omliggende straten rond het Leidseplein (Korte en Lange Leidsedwarsstraat, Leidsekruisstraat etc.) komen mogelijk aan de orde na deze evaluatie.

Het Rembrandtplein e.o. kan in zijn geheel meedoen in de eerste fase omdat de horecaondernemers in dit gebied goed verenigd zijn waardoor als collectief goed afspraken zijn te maken. Daarnaast gaat er al veel gebeuren op deze pleinen in het kader van de herprofilering in 2009 (zie ook paragraaf 7.2 Eigen verantwoordelijkheid van ondernemers). De huidige veiligheidssituatie op en rond het Leidseplein is niet zodanig dat op dit moment een verruiming in het hele gebied aan de orde is. De druk op de openbare orde en veiligheid is in dit gebied het grootst. Dit blijkt onder andere uit de arrestanten- en geweldsdelictcijfers die hier substantieel hoger liggen dan op bijvoorbeeld het Rembrandtplein. Met name in de dwarsstraten waar veel avond- en nachtzaken zitten en waar het smaller is kan verruiming van de tijden tot meer openbare orde problemen leiden. Omdat de gevolgen van latere tijden voor de openbare orde en veiligheid op het plein zelf beter te overzien zijn komt dit deel van het uitgaansgebied in eerste instantie in aanmerking. De omliggende straten die tot het uitgaansgebied behoren komen mogelijk in een latere fase in aanmerking.

Verruiming van sluitingstijden alcoholschenkende bedrijven: afkoeluur

Met name de twee uitgaansgebieden zijn geschikt voor het toestaan van een afkoeluur. Vanwege de concentratie van horeca verzamelen zich hier rond sluitingstijd grote groepen op straat. Spreiding van het vertrekkend publiek van een groter aantal zaken kan de kans op overlast doen afnemen. Daarom wordt in de beschreven gebieden rond het Rembrandtplein en Leidseplein waar ook omzetting naar avond- of nachtzaak wordt toegestaan zowel voor de nachtzaken als voor de avondzaken het afkoeluur toegestaan onder de voorwaarden zoals benoemd in paragraaf 2.1.2. Het stadsdeel definieert hierbij drie gebieden waarbinnen 50% van de ondernemers gebruik moeten maken van het afkoeluur:

  • Leidseplein e.o.

  • Rembrandtplein e.o. met de Reguliersdwarsstraat tot aan de Vijzelstraat

  • Reguliersdwarsstraat westelijk van de Vijzelstraat, met daarbij Singel 460

Voor de overige zaken in rayon Zuid is een afkoeluur niet van toepassing.

Evaluatie

De verruiming en het afkoeluur op het Rembrandt- en Leidsplein worden na de zomer van 2009 geëvalueerd. De omliggende straten rond het Leidseplein (Korte en Lange Leidsedwarsstraat, Leidsekruisstraat etc.) komen mogelijk in aanmerking voor verruiming na deze evaluatie.

Zijn er straten die een horeca-impuls kunnen gebruiken?

Vijzelstraat en Vijzelgracht

In het kader van de Rode Loper wordt gekeken naar mogelijkheden om de uitstraling van de Vijzelstraat en Vijzelgracht te verbeteren (zie ook onder Omzetting naar avond- of nachtzaak). Het verruimen van de sluitingstijden past niet binnen het gewenste karakter, maar toevoeging van horecazaken kan daar wel onderdeel van zijn. In aansluiting op de winkelfunctie is er enkel ruimte voor cafés en restaurants met een dagzaakvergunning. In gebouw Duintjer (voorheen ABN-AMRO) zijn daartoe bijvoorbeeld mogelijkheden. Het is wenselijk om extra horecazaken te spreiden over de hele lengte van de straat.

Voor uitbreiding van het aantal horecazaken is een bestemmingsplanprocedure noodzakelijk waarbij de eventuele aantasting van het karakter van het beschermd stadsgezicht en het woon- en leefklimaat worden meegewogen. Op basis van dit Horecabeleidsplan wordt voor maximaal 10 initiatieven die passen binnen de ambitie van de Rode Loper medewerking verleend aan vrijstellingsprocedures van het bestemmingsplan.

Reguliersbreestraat

De Reguliersbreestraat kenmerkt zich door een mix van uitgaan, detailhandel, sexshops en speelautomatenhallen. Behalve dat de straat in het verlengde van het uitgaansgebied Rembrandtplein ligt speelt ze een rol in de verbinding tussen de winkelgebieden Kalverstraat en Utrechtsestraat. De sexshops en de speelautomatenhallen passen wat betreft het stadsdeel niet in het gewenste karakter van deze straat. Om te bevorderen dat dergelijke functies verplaatsen wordt het volgende mogelijk gemaakt:

  • Bij verdwijning van een sexshop of speelhal wordt Horeca III of IV op de begane grond mogelijk gemaakt.

Uitbreiding horeca in vierkante meters per zaak

Op het Rembrandtplein of het Leidseplein is uitbreiding van vierkante meters per horecazaak op het totaal niet van grote invloed op het woon- en leefklimaat. Daarom wordt uitbreiding per zaak boven de maximale grens uit het bestemmingsplan hier toegestaan mits voldaan is aan de criteria uit paragraaf 2.4. Het gaat alleen om de bestaande horecapanden aan de pleinen zelf omdat hier wonen op de verdiepingen nauwelijks nog voorkomt en de overlast hiermee beperkt is. Gezien de grote maat van de panden aan het Rembrandtplein levert dit met name hier een vrij grote verruiming op.

Behalve dat de twee uitgaansgebieden als locatie geschikt zijn voor grotere horecavestigingen is er op het Rembrandtplein ook een bijzonder pand dat fysiek geschikt is om naast andere functies ook een grotere maat horeca te huisvesten: het voormalige ABN-AMRO. Dit pand staat momenteel leeg en wordt herontwikkeld. Ook hier geldt een maximale maat van 1.000 m2 horeca voor het pand.

Behandeling van individuele aanvragen loopt volgens de procedures van bouwvergunningen en bestemmingsplannen. Individuele aanvragen worden in dit Horecabeleidsplan niet beoordeeld.

Culturele horeca

Op basis van paragraaf 2.5 worden voor de volgende cultuurpanden een afweging gemaakt tussen additionele of zelfstandige horeca (categorie II, III, IV of C):

  • De Melkweg, Paradiso en de Sugarfactory zijn grote culturele instellingen met een zeer grote horecacomponent en komen daarmee in aanmerking voor aanwijzing als Horeca C met een vergunning voor nachtzaak;

  • De Duif en de Amstelkerk. Gezien de culturele programmering komen de Duif en de Amstelkerk in aanmerking voor de aanduiding Horeca C met een vergunning voor dagzaak;

  • Aan de Stadsschouwburg is onlangs een zelfstandige horecafunctie toegekend.

  • Voor het City-theater is een omzetting naar zelfstandige horeca voor na de verbouwing in procedure;

  • Holland Casino mag volgens landelijke regelgeving niet meer dan additionele horeca. Het heeft echter de exploitatietijden van een nachtzaak.

Gebiedsgericht terrassenbeleid

De huidige regelingen op het Leidseplein en in de Leidsebuurt blijven van kracht.

Divers

Horecazaken kunnen maximaal vijf keer per jaar toestemming krijgen om langer open te blijven dan de normale sluitingstijd, de ‘ontheffing openingstijden’. Hiervan wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt bij evenementen of bijzondere gelegenheden. Voor het Rembrandtplein en omgeving geldt al jaren een strengere regeling vanwege de overlast die daar bestond op avonden met ontheffingen. Omdat deze ernstige overlastproblemen niet langer bestaan is er geen reden meer om de aangescherpte regeling voor het Rembrandtplein te behouden. Met dit beleidsplan wordt de aparte regeling voor de ontheffing openingstijden voor het Rembrandtplein afgeschaft.

4   Rayon Centrum-Oost

In dit hoofdstuk komen de gebiedskenmerken en de ambities voor Rayon Centrum-Oost aan de orde. Vervolgens wordt aan de hand van de uitgangspunten uit hoofdstuk 2 gebiedsgericht beleid geformuleerd.

4.1   Gebiedskenmerken

De Oostelijke binnenstad kenmerkt zich vooral als een woonbuurt. Als gevolg van de stadsvernieuwingsperiode zijn er gebieden waar vrijwel alleen wonen voorkomt, zoals de eilanden Kattenburg en Wittenburg. Functies die verder naast wonen voorkomen zijn kantoren, onderwijsinstellingen, musea en kleinschalige voorzieningen. De aanwezige horeca is vooral geconcentreerd rondom de Plantage Kerklaan, de Eilandenboulevard en het Kadijksplein en heeft een buurtfunctie. Hoewel de Oostelijke binnenstad een aantal grote publiekstrekkers heeft als Artis en Carré is het gebied bij veel bezoekers en toeristen weinig bekend.

Binnen het gebied is een aantal locaties aan te wijzen dat bijzondere aandacht verdient.

De Weesperstraat is in de jaren zestig van de vorige eeuw getransformeerd tot een brede verkeersstraat en vormt de belangrijkste doorgaande verkeersroute in de Weesperbuurt. De bebouwing bestaat voornamelijk uit grote kantoren en er zijn weinig winkels, horeca of andere voorzieningen. De komst van de Hermitage is een belangrijke ontwikkeling in het gebied. Het Roeterseilandcomplex, onderdeel van de Universiteit van Amsterdam, is een ander belangrijk element in de Weesperbuurt. Het complex trekt een grote hoeveelheid studenten en de daarbij behorende voorzieningen naar de buurt. De Plantage is een woonbuurt die gekenmerkt wordt door veel groen. Het aantal grootstedelijke functies op het gebied van natuur, cultuur en educatie (Artis, Hortus Botanicus, Hollandse Schouwburg, Verzetsmuseum, UvA) is groot voor deze buurt. De Kadijken kenmerken zich door een afwisselende bebouwing van monumentale woonbebouwing en woningbouw uit de stadsvernieuwingsperiode. De pakhuisbebouwing aan het Entrepotdok is omgebouwd tot woningen met bedrijfsruimtes en een enkele horecazaak in de plint. Daarnaast is Museum Werf ’t Kromhout hier gevestigd. De Czaar Peterbuurt is een 19e eeuwse arbeidersbuurt waar de afgelopen decennia veel is geïnvesteerd in vervanging en behoud van de veelal in slechte staat verkerende panden. Zo is een wijk ontstaan waar weer prettig gewoond kan worden. Ook de aanleg van woonwijk het Funen en het Funenpark ten oosten van de Czaar Peterbuurt en de ontwikkelingen op het Oostenburgereiland leveren een positieve impuls op voor deze wijk. Op de Funenkade is de enige overgebleven molen in de binnenstad en een bierbrouwerij gesitueerd.

Tot slot dient opgemerkt te worden dat de Oostelijke binnenstad niet los gezien kan worden van de omgeving. Door de ligging tussen het stadshart en de Zuidelijke IJ-oever met de vele publieksaantrekkende voorzieningen (Passenger Terminal, Muziekgebouw, Openbare Bibliotheek, etc.) ligt de oostelijke binnenstad centraler in de stad.

De Oostelijke binnenstad neemt een bijzondere positie in door de verschillende grootstedelijke functies die er zijn. Omdat het gebied bij veel toeristen, bezoekers en Amsterdammers nauwelijks bekend is kan het toerisme in de oostelijke binnenstad worden bevorderd, met behoud van het evenwicht tussen wonen, recreëren en werken. Het horecabeleid voor de oostelijke binnenstad moet er dus op gericht zijn de aantrekkingskracht die dit deel van de binnenstad heeft op grote groepen bezoekers te behouden en tegelijkertijd mogelijke hinder daarvan te beperken.

In aanvulling op bovenstaande beschrijving zijn in bijlage 6 de volgende zaken opgenomen: een overzicht van horecagerelateerde klachten en een overzicht van de projecten die er al zijn om vorm te geven aan die ambities te vinden.

4.2   Rayon Centrum-Oost per beleidsaspect

Verruiming sluitingstijden alcoholschenkende bedrijven: omzetting naar avond- of nachtzaak

In rayon Centrum-Oost zijn momenteel geen avondzaken en nachtzaken vergund.

Omzetting avondzaken naar nachtzaken

De ruimte voor nachtzaken in rayon Centrum-Oost is uiterst beperkt. Op bijna alle locaties zijn er veel bewoners en de bereikbaarheid ’s nachts (nachtbus) is niet groot. De enige locatie in het rayon die ruimte biedt voor een grotere dansgelegenheid vanwege het karakter en de ligging is het Oostenburgereiland. Bovendien is het terrein voorzien van een zonering voor industrielawaai. Op het Oostenburgereiland is al een tijdelijke zaak gevestigd met een additionele vergunning die feitelijk geëxploiteerd wordt als Horeca II. Omdat de huidige zaak regelmatig klachten oplevert over geluidsoverlast zal bij een nieuw gebouw betere geluidisolatie een voorwaarde voor verlening van de vergunning voor een nachtzaak zijn.

Op het Oostenburgereiland is vooralsnog ruimte voor 1 nachtzaak. Voor de rest van het rayon Centrum-Oost geldt dat er geen ruimte is voor omzetting naar nachtzaken. Alle aanvragen daartoe worden afgewezen.

Omzetting van dagzaken naar avondzaken

In het rayon is ruimte voor een aantal avondzaken op plekken waar nu vaker mensen laat langskomen en waar vanwege een iets hogere verkeersbelasting komende en gaande bezoekers een relatief kleine kans op geluidoverlast opleveren. Dat kan op de volgende plaatsen (1 zaak per straat):

  • Weesperstraat (2 zaken)

  • Weesperplein

  • Roetersstraat

  • Plantage Middenlaan

  • Kadijksplein

  • Eilandenboulevard (Kattenburgergracht, Wittenburgergracht, Oostenburgergracht)

  • Czaar Peterstraat

  • Cruquiuskade.

  • Oostenburgereiland (2 zaken)

Verruiming van sluitingstijden alcoholschenkende bedrijven: afkoeluur

Gezien het ontbreken van concentraties avond- en nachtzaken is er in rayon Centrum-Oost geen aanleiding om een afkoeluur te hanteren.

Zijn er straten die een horecaimpuls kunnen gebruiken?

Gezien de ambitie voor het rayon is in het hele gebied ruimte voor uitbreiding van het aantal horecazaken. De volgende twee criteria spelen een rol bij de afweging waar wel en waar geen uitbreiding mogelijk is:

  • In het kader van het bevorderen van het toerisme is uitbreiding van het aantal zaken toegestaan in de (directe) omgeving van publieksaantrekkende voorzieningen. Dat zijn zowel openbare voorzieningen zoals hoger onderwijs, als bijzondere voorzieningen als zoals theaters, musea en dergelijke;

  • De wat drukkere locaties zoals radialen en pleinen zijn meer geschikt dan de rustige woonstraten.

Uitgaande van deze randvoorwaarden komen de volgende straten in aanmerking:

  • Artis en omgeving, met name in de Plantage Kerklaan en Plantage Middenlaan.

  • Eilandenboulevard (Kattenburgergracht, Wittenburgergracht, Oostenburgergracht).

  • Wittenburgerplein (Oosterkerk, Huis van de buurt).

  • Czaar Peterstraat.

  • Kadijksplein. Bij de herprofilering worden de trottoirs verbreed, waardoor meer ruimte voor terrassen aan de gevel wordt gecreëerd.

  • Entrepotdok: terrassen, aan de gevel, mogelijk ook aan het water.

  • Weesperstraat en Weesperplein.

  • Cruquiuskade.

Vertaling ambities in bestemmingsplannen

Recent is het bestemmingsplan Weesperbuurt vastgesteld. Dit bestemmingsplan is in de vernieuwingsoperatie het eerste dat ruimere mogelijkheden voor horecabedrijven biedt. In de geplande bestemmingsplannen voor de Plantage/Kadijken en de Oostelijke Eilanden worden soortgelijke regels en voorschriften opgenomen, zodat het onder andere in de Bestuursopdracht geformuleerde beleid kan worden gerealiseerd.

Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad

In deze visie staat opgenomen dat de straten die in aanmerking komen voor grootschalige hotelontwikkeling ook uitermate geschikt zijn voor uitbreiding van het aantal restaurants en cafés. Daarnaast kan met het aantrekken van horeca in bepaalde straten de doorloop van toeristen worden bevorderd. Combinaties van voorzieningen bieden een meerwaarde. In de oostelijke binnenstad kan worden afgeweken van de standaardregeling door hotels meer mogelijkheden te geven. Het gaat daarbij met name om de mogelijkheid te bieden een vergunning voor zelfstandige horeca te krijgen.

Uitbreiding horeca in vierkante meters per zaak

Gezien het beleid voor Centrum-Oost kan op meerdere locaties worden afgeweken van de standaard van 150 m2 per horecavestiging met een vrijstelling tot 300 m2. Voor de Weesperstraat is de mogelijkheid reeds geboden om 200 m2 respectievelijk 400 m2 aan te houden. Een uitzondering met 800 m2 is voor de Hermitage toegestaan. Grotere maten kunnen volgens het beleid ook voor drie vestigingen op het Oostenburgereiland gelden (mogelijkheid voor een nachtzaak en twee avondzaken). Het is wenselijk om het toestaan van een grotere oppervlakte bij nieuwbouw te koppelen aan eisen als de realisatie van een fietsenstalling voor bezoekers. Er kunnen zich andere interessante mogelijkheden voordoen voor  grotere horecavestigingen bij de planontwikkelingen van de UvA op het Roeterseiland, rond Artis en bij het leegkomen van bijzondere, grote gebouwen als Energetica.

Culturele horeca

In rayon Centrum-Oost zijn geen bedrijven waar de grens tussen additionele en zelfstandige horeca onder druk staat dan wel overschreden is. Omdat het stadsdeel in de oostelijke binnenstad culturele instellingen wil stimuleren om meer zichtbaar te zijn, kan bij enkele instellingen Horeca C overwogen worden. Per aanvraag vindt een afweging plaats op basis van de overwegingen zoals de geformuleerd zijn in paragraaf 2.5.

  • Voor De Burcht (het voormalige Vakbondsmuseum) is onlangs een aanvraag voor Horeca II (zalenverhuur) met terrassen aan voor- en achterkant afgewezen, omdat Horeca II niet in de rustige Henri Polaklaan met veel bewoners past. Dit Horecabeleidsplan maakt het wel mogelijk om een aan de culturele functie gekoppelde zelfstandige horeca (Horeca C) met dagzaak te vergunnen. Hierdoor worden o.a. trouwrecepties en kleinschalige trouwfeesten mogelijk;

  • Museum Werf Het Kromhout komt op basis van haar programmering in aanmerking voor de aanduiding Horeca C met een vergunning voor dagzaak.

Gebiedsgericht terrassenbeleid

Momenteel is er in rayon Centrum-Oost geen gebiedsgericht terrassenbeleid. Op plaatsen waar kansen worden gezien, zoals Kadijksplein, Eilandenboulevard, Czaar Peterstraat, Entrepotdok en in de buurt van Artis (waar er al enkele zijn) is realisatie binnen de normale regels mogelijk.

5   Rayon West

In dit hoofdstuk komen de gebiedskenmerken en de ambities voor Rayon West aan de orde. Vervolgens wordt aan de hand van de uitgangspunten uit hoofdstuk 2 gebiedsgericht beleid geformuleerd.

5.1   Gebiedskenmerken

Rayon West kenmerkt zich in het algemeen als een gebied waarin wonen, werken en recreëren zeer gemengd zijn. Het gebied heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld van achterstandsgebied in een geliefde en trendy woonbuurt. Sindsdien leent het gebied zich zowel voor Amsterdammers als toeristen voor een rondwandeling langs winkels, monumentale grachten, knusse straatjes en een bezoek aan horeca. Binnen Rayon West is grofweg een verdeling te maken in de volgende gebieden: Westelijke Grachtengordel, Jordaan en de Haarlemmerbuurt/Westelijke Eilanden.

Westelijke grachtengordel

In dit gebied is de 17e eeuwse structuur van brede grachten en smalle(re) dwarsstraten nog geheel intact. De schaal van de bebouwing aan de grachten is groter dan in de dwarsstraten. Aan de grachten bevinden zich met name kantoren, enkele hotels en wat grotere culturele voorzieningen. De dwarsstraten, zoals de ‘9 straatjes’ in het zuidelijke gedeelte en Prinsenstraat en Herenstraat in het noordelijke gedeelte, zijn grotendeels winkelstraten. De horeca in dit gebied is in die dwarsstraten geconcentreerd. In het hele gebied wordt relatief veel gewoond. Het gebied wordt doorsneden door de Raadhuisstraat. Hier is veel druk verkeer. Ook zijn er veel hotels.

De functiemenging in het gebied is in evenwicht en moet in deze vorm behouden blijven. Dat betekent geen nieuwe horecavestigingen gewenst zijn aan de grachten om het bijzondere karakter ervan te behouden. Gezien de smalle dwarsstraten is ook daar geen uitbreiding gewenst. Een aantal gebouwen met een bijzondere, culturele functie heeft nu additionele horeca.

Jordaan

De Jordaan wordt gekenmerkt door een aantal bredere straten (gedempte grachten) en grachten met daartussen veel kleine en smalle straatjes. De schaal van de bebouwing is het meest kleinschalig van de binnenstad. Overal in het gebied wordt intensief gewoond, met wisselende hoeveelheden kantoortjes aan huis, kleine bedrijven, creatieve industrie, winkels en horecavestigingen. Horeca komt verspreid over het hele gebied voor, met concentraties in bredere straten als de Rozengracht, Westerstraat, Elandsgracht en Lindengracht.

Het evenwicht dat in dit gebied bestaat tussen wonen, werken en recreeren moet behouden blijven. Gezien de kleinschalige structuur van het gebied is uitbreiding van horeca niet gewenst. Op enkele plekken waar spraken is van een ruimere structuur in combinatie met weinig wonen en meer verkeerslawaai is uitbreiding bespreekbaar. Denk daarbij aan de toekomstige ontwikkeling aan de Appeltjesmarkt en het voormalige HES-gebouw aan het Raamplein. Voor de Appeltjesmarkt geldt dat deze locatie zich leent voor horeca aan het water. Een horecavestiging kan daar een bijdrage leveren aan de sociale veiligheid en een kwaliteitsimpuls zijn.

Haarlemmerbuurt/ Westelijke eilanden

Het gebied wordt in tweeën gedeeld door de spoorlijn en de verkeersas Prins Hendrikkade/Haarlemmerhouttuinen. Ten zuiden van deze verkeersas ligt het gebied rondom de Haarlemmerstraat en de Haarlemmerdijk. Ten noorden is de structuur van het voormalige havengebied nog herkenbaar. In het gehele gebied wordt gewoond in combinatie met (kleinschalige) kantoren en bedrijven. Aan de Haarlemmerstraat/dijk bevindt zich een concentratie van horeca en winkels, die zich in de afgelopen jaren zeer succesvol en kwalitatief heeft ontwikkeld. Zo schreef de Volkskrant (10 maart 2007) ‘De Haarlemmerstraat is de culinaire hoofdstraat van Nederland’.

In dit gebied is uitbreiding van de horeca niet gewenst om het evenwicht dat bestaat tussen wonen, werken en horeca niet aan te tasten.

In aanvulling op bovenstaande beschrijving zijn in bijlage 6 de volgende zaken opgenomen: een overzicht van horecagerelateerde klachten en een overzicht van de projecten die er al zijn om vorm te geven aan die ambities te vinden.

5.2   Rayon West per beleidsaspect

Verruiming sluitingstijden alcoholschenkende bedrijven: omzetting naar avond- of nachtzaak

In rayon West zijn momenteel 16 avondzaken en 1 nachtzaak (Rozengracht).

Omzetting van avondzaken naar nachtzaken

De ruimte voor nachtzaken in rayon West is beperkt, omdat op zeer veel plaatsen wordt gewoond en de kans op overlast daarmee groot is. In de volgende straten is omzetting mogelijk:

  • Rozengracht

  • Het gedeelte van de Marnixstraat tussen Leidseplein en Groenmarkt 

  • Korte Marnixstraat

    In deze straten treedt relatief weinig overlast op als gevolg van omzetting, omdat het mogelijke lawaai van laat vertrekkende bezoekers weinig toevoegt aan het al aanwezige lawaai (en de bewoners daarom al relatief goede geluidsisolatie hebben). Bovendien komen er diverse nachtbussen door de straat.

In alle andere, vooral smalle, straten is omzetting niet mogelijk omdat daar de kans op overlast voor bewoners te groot is.

Omzetting van dagzaken naar avondzaken

Ook voor de omzetting naar avondzaken zijn straten met meer verkeer geschikter dan woonstraten.

Smalle woonstraten zijn ongeschikt voor zwaardere horeca vanwege de toenemende kans op (late) geluidsoverlast, een dagzaak is daar het maximum.

Geschikt voor omzetting van dag- naar avondzaak zijn:

  • Rozengracht

  • Grote delen van de Marnixstraat

  • Haarlemmerplein 

  • Raamplein (aanloop naar Leidseplein)

  • Raamdwarsstraat (aanloop naar Leidseplein)

In alle andere, vooral smalle, straten is omzetting niet mogelijk omdat daar de kans op overlast voor bewoners te groot is.

Verruiming van sluitingstijden alcoholschenkende bedrijven: afkoeluur

Gezien het ontbreken van concentraties avond- en nachtzaken is er in rayon West geen aanleiding om een afkoeluur te hanteren.

Zijn er straten die een horeca impuls kunnen gebruiken?

In  rayon West zijn er weinig straten die nog een impuls nodig hebben. Het Haarlemmerplein zou eventueel nog een impuls kunnen gebruiken, in aansluiting op wat in de nieuwbouw wordt gerealiseerd.

Uitbreiding horeca in vierkante meters per zaak

In het algemeen is uitbreiding van de oppervlakte van de huidige zaken niet gewenst.

In de bestemmingsplannen zijn de normale maten van 150 m2 (vrijstellingsmogelijkheden tot 300 m2) opgenomen. Hiermee wordt de huidige pandenstructuur zoveel mogelijk intact gehouden. Alleen voor het Haarlemmerplein zijn grotere maten opgenomen (200 m2 met een vrijstelling tot 400 m2).

Culturele horeca

In rayon West zijn circa 16 zaken met een exploitatievergunning met additionele horeca. In de meeste gevallen betreft het sociaal culturele instellingen, in twee gevallen sauna’s. Op basis van paragraaf 2.5 worden voor de volgende cultuurpanden een afweging gemaakt tussen additionele of zelfstandige horeca (categorie III, IV of C):

  • Felix Meritis (Keizersgracht 324) en de Rode Hoed (Keizersgracht 100A) voeren allebei een duidelijk culturele programmering. Daarnaast vinden er ook diverse vormen van zalenverhuur plaats. Beide hebben een exploitatievergunning voor restaurant, wat in strijd is met het bestemmingsplan. Het Horecabeleidsplan maakt Horeca C in combinatie met een dagzaak mogelijk. Latere sluitingstijden zijn gezien de locatie aan de gracht niet gewenst. Als voorwaarde hieraan wordt verbonden dat beide instellingen en het stadsdeel samen tot een oplossing komen om het fietsparkeerprobleem ter plekke te beperken;

  • Posthoornkerk (Dyonix Catacomb Studio’s, Haarlemmerstraat 124) bestaat uit meerdere delen. In de voormalige kerk vinden culturele activiteiten plaats; ook is de kerk een trouwlocatie. Deze heeft geen (additionele) horecavergunning. Recepties en feesten zijn hier dus niet toegestaan. In de kelder zit de geluidsstudio Dyonix Catacomb Studio’s. De eigenaar van het pand heeft aangegeven dat de kelder binnenkort vrijkomt en wat betreft exploitatie bij de rest van de kerk wordt betrokken. Gezien de culturele programmering is Horeca C in combinatie met een dagzaak voor de kerk mogelijk. In de kelder mag vanwege de beperkte hoogte slechts het reeds vergunde additionele gedeelte van 50 m2 voor horeca C worden gebruikt.

Gebiedsgericht terrassenbeleid

Sinds 1998 is er voor de Jordaan een buurtgericht terrassenbeleid. Dit beleid houdt rekening met de specifieke gebiedskenmerken van de Jordaan. Het is een buurt waar de functiemenging bijna ideaal is. Er is daadwerkelijk een mix van wonen, werken en recreëren, maar de kenmerkende smalle straatjes hebben aanleiding gegeven om een buurtgericht beleid te ontwikkelen. In 1998 is als beleidsuitgangspunt gekozen om in bepaalde smalle straten terrassen mogelijk te maken met een doorloopruimte van 1,00 meter met als voorwaarde dat deze terrassen om 23.00 uur zouden sluiten. Deze doorloopruimte is afwijkend van de maatvoering elders in de binnenstad, waar minstens 1,50 meter doorloopruimte moet overblijven.

Inmiddels functioneert het buurtgerichte terrassenbeleid tien jaar. De Jordaan is nog populairder geworden en trekt veel bezoekers. Daarnaast is de Jordaan een gewilde woonbuurt. Dat levert spanning op. Een ander punt dat speelt is dat op 1 april jl. het Terrassenbeleid 2008 is vastgesteld. Dit beleid heeft invloed op het buurtgericht terrassenbeleid Jordaan. Zo wordt voorgesteld om gevelbanken stadsdeelbreed in te voeren en verder zullen alle terrassen in de toekomst door middel van punaises worden afgebakend. Dit alles samen is reden om in het kader  van het Horecabeleidsplan het buurtgerichte terrassenbeleid Jordaan te evalueren.

In deze evaluatie komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Doorloopruimte in smalle en brede straten

  • “Gekleurde” kaarten

  • Eindtijden terrassen

  • Noordermarkt

  • Tropisch Weer Scenario

  • Terrassenbeleid 2008

Doorloopruimte in smalle en brede straten

In de Jordaan wordt er gewerkt met twee soorten doorloopruimten. De normale doorloopruimte van 1,50 meter, die in de hele binnenstad geldt en de doorloopruimte van 1,00 meter, die geldt voor de smalle straten. In de smalle straten lopen de meeste mensen niet op de stoep. Dit komt niet alleen door de terrassen, maar is ook vaak het gevolg van geparkeerde fietsen of andere objecten. Toch wordt het lopen over de rijweg niet als een groot probleem ervaren, aangezien het straatbeeld een typisch Jordaans tafereel oplevert. De veiligheid van de voetgangers wordt gewaarborgd door een combinatie van maatregelen. Er is een 30-km zone, dus de auto’s rijden niet te hard en er is geen sprake van hoofdnet fiets, zodat de aanwezige fietsers in de meeste gevallen bekend zijn met de route en de aanwezigheid van voetgangers. Momenteel worden als proef bepaalde straten in de zomermaanden afgesloten voor autoverkeer.

Voorgesteld wordt om de 1,00 meter doorloopruimte in de smalle straten te blijven hanteren.

Gekleurde kaarten

In 1998 zijn er voor de Jordaan tekeningen gemaakt en de straten werden met een kleur aangeduid:

1. Groen: in deze straten zijn terrassen toegestaan conform het beleid in de binnenstad. Dit houdt in dat er 1,50 meter doorloopruimte moet overblijven en dat terrassen om 01.00 uur sluiten en 02.00 uur in het weekend;

2. Geel: terras mogelijk met 1,00 meter doorloopruimte met een sluitingstijd van 23.00 uur;

3. Rood: geen terrassen toegestaan;

4. Wit: niet beoordeelde straten.

Bij het evalueren van het beleid werd duidelijk dat de gekleurde kaarten een exact beeld lijken te geven van wat wel en niet mag, terwijl de praktijk weerbarstiger is. Bij controles is gebleken dat er terrassen staan in strijd met de gekleurde kaarten en bovendien leidt de invoering van de gevelbanken tot een wijziging van de kaarten. Tot slot bieden vooral de rode kaarten geen enkele ruimte voor veranderingen, zoals bijvoorbeeld een herprofilering of de invoering van gevelbanken.

Voorgesteld wordt om de gekleurde terraskaarten te vervangen door kaarten met alleen de kleur geel om aan te geven waar de doorloopruimte van 1,00 meter is toegestaan (zie bijlage 7), de overige straten vallen onder het reguliere beleid. Voor een deel zijn op deze nieuwe kaarten de straten met de kleur "geel" ingekleurd. De dwarsstraten die binnen het gebied van het buurtgerichte terrassenbeleid Jordaan liggen met een minimale doorloopruimte van tenminste één meter, maar (nog) niet "geel" gemarkeerd zijn op de kaart, behorende bij het gebiedsgerichte terrassenbeleid Jordaan, zullen in een later stadium worden toegevoegd. Het beleid hoeft daar in een later stadium niet voor worden aangepast.

Eindtijden terrassen

De Jordaan is een buurt waar een goede mix van wonen, werken en recreëren is. Op dit moment geldt een gebiedsgericht terrassenbeleid voor de Jordaan waarbij horecazaken in de smalle straten een terras mogen als er nog 1 meter stoep overblijft. Daaraan gekoppeld is een sluitingstijd van 23.00 uur. Voor de brede straten gelden de regels uit het algemene terrassenbeleid met sluitingstijden van de terrassen van 01.00 uur door de week en 02.00 uur in het weekend. De laatste jaren is de Jordaan echter steeds populairder geworden bij o.a. het uitgaanspubliek waardoor de druk op het gebied, met name in de avonduren, groter is geworden. Dit heeft een negatief effect op het woon- en leefklimaat in de Jordaan. Daarom wordt ervoor gekozen om de sluitingstijden van terrassen aan grote straten en pleinen doordeweeks en in het weekend met 1 uur te vervroegen en de sluitingstijden voor de smalle straten te handhaven op 23.00 uur in verband met de overlast.

Voorgesteld wordt om de huidige sluitingstijden van 23.00 uur voor terrassen in de smalle straten te behouden en de sluitingstijd voor terrassen aan grote straten en pleinen te stellen op 0.00 uur doordeweeks en op 01.00 uur in het weekend.

NB: De in de raadsvergadering van 25 september 2008 aangenomen motie met betrekking tot de sluitingstijden van terrassen in de Jordaan wordt door het DB overgenomen. Bovenstaand beleid wordt dus niet uitgevoerd. De sluitingstijden voor terrassen uit het oude Buurtgerichte terrassenbeleid Jordaan zoals dat in 1998 is vastgesteld blijven ongewijzigd. De sluitingstijden voor terrassen in de Jordaan worden na een jaar geëvalueerd, waarbij ook een buurtonderzoek onder ondernemers en bewoners zal worden gehouden, zoals besloten in de raadsvergadering van 30 oktober 2008

Noordermarkt

De Noordermarkt is misschien wel het beste voorbeeld van het succes én bedreiging van de Jordaan. Zo was de biologische markt op zaterdagochtend vijftien jaar geleden bekend bij een enkeling, terwijl de markt nu erg populair is geworden. Naast de markt heeft een aantal horeca-gelegenheden (met terras) bijgedragen aan de groeiende populairteit van de Noordermarkt. In de Terrassennota 2008 staat vermeld dat terrassen op middenterreinen van pleinen niet zijn toegestaan met als uitzondering het Leidseplein en de Nieuwezijds Kolk. Over de Noordermarkt wordt geschreven dat dit onderdeel bij de evaluatie van het buurtgerichte terrassenbeleid betrokken wordt. De horeca-zaken op de Noordermarkt hebben geen terras op het middenterrein, zoals op het Leidseplein, maar het zijn eerder terrassen aan de overzijde. De terrassen leveren ook een bijdrage aan de levendigheid van het plein, maar de grens is wel bereikt. Het woon- en leefklimaat wordt bedreigd, met name als mensen in de late uren op terrassen gaan staan. Als er op een terras alleen wordt gestaan (wat overigens verboden is), zullen er meer mensen op het terras aanwezig zijn, waardoor de overlast toeneemt. Voor de Noordermarkt is de bovengenoemde eindtijd een verbetering voor het woon- en leefklimaat.

Voorgesteld wordt om de vergunde terrassen op de Noordermarkt te beschouwen als terrassen aan de overzijde en niet als terrassen op het middenterrein van een plein.

Tropisch Weer Scenario

Bij zeer warm weer geldt in het stadsdeel een bijzondere regeling voor terrassen, het Tropisch Weer Scenario (TWS). Feitelijk betekent het TWS dat bij uitzonderlijke klimatologische omstandigheden de handhaving van de geldende terrasvoorwaarden, indien voldaan wordt aan een aantal voorwaarden, een lagere prioriteit heeft.

Horeca-gelegenheden met een terrasvergunning mogen vanaf 10.00 uur ’s morgens ‘uitwaaieren’. Hierbij mag het voetgangersverkeer niet belemmerd worden en mogen er geen gevaarlijke of andere onaanvaardbare situaties ontstaan. De 1,50 meter vrije doorloopruimte blijft in principe gehandhaafd. Omwonenden moeten hun woning onbelemmerd in en uit kunnen. De eindtijden zoals vermeld op de vergunning blijven ongewijzigd.

Er blijkt onduidelijkheid te bestaan over de eindtijd bij het TWS in de Jordaan. In de smalle straten moeten de terrassen om 23.00 uur sluiten, terwijl horeca-zaken zonder vergunning wellicht wel langer (in dezelfde straat) een terras mogen exploiteren. Vanzelfsprekend is dit niet de bedoeling.

Voorgesteld wordt dat het Tropisch Weer Scenario gewoon van kracht blijft, maar dan wel met de restrictie van de eindtijd van 0.00 uur gedurende de hele week voor het hele gebied.

Terrassenbeleid 2008

Het Terrassenbeleid 2008 geeft de algemene regels voor terrassen weer. Er is een aantal buurtgerichte uitzonderingen en die zijn als zodanig bevestigd. Hoewel er in de Jordaan een buurtgericht beleid van kracht is, heeft het Terrassenbeleid wel invloed op de Jordaan. Het gaat met name om:

  • stadsdeelbrede invoering van de gevelbanken;

  • het plaatsen van punaises bij terrassen;

  • het intensiveren van toezicht en handhaving;

  • de maatwerkprocedure.

De invoering van de gevelbank leidt ertoe dat er in smallere straten eventueel wel terrassen kunnen worden geplaatst. Voor het buurtgerichte terrassenbeleid kan dat leiden tot een aapassing van de straten waar terrassen op dit moment verboden zijn. De algemene regel is dat bij een gevelbank(terras) het trottoir minimaal 2 meter moet zijn en de bank is niet dieper dan 0,5 meter. Hierdoor blijft immers 1,50 meter doorloopruimte over. Echter, in de smalle straten van de Jordaan zal het trottoir minimaal 1,50 meter zijn, omdat hier de doorloopruimte van 1,00 meter geldt. Het dagelijks bestuur heeft onderkend dat het toezicht op de terrassen geïntensiveerd moet worden. In de begroting van 2008 zijn extra middelen vrijgemaakt om het toezicht op terrassen in de hele binnenstad te intensiveren. Een steekproef in de Jordaan heeft uitgewezen dat gebrekkige handhaving leidt tot meer overtredingen. Er is geconstateerd dat een aantal terrassen geëxploiteerd wordt zonder of in afwijking van de vergunning. De handhaving van terrassen wordt geïntensiveerd en dat houdt in dat er bij alle terrassen punaises worden geplaatst, zodat het voor iedereen duidelijk is wat de grenzen van het terras zijn. Daarnaast zal de Reinigingspolitie ernaar streven om ieder terras elke week te zien. Tot slot is de maatwerkprocedure ingevoerd voor die gevallen waarbij toepassing van de algemene regels leidt tot een weigering van de aanvraag, terwijl dat in praktijk onredelijk is. In plaats van heldere regels wordt voor deze categorie een heldere procedure voorgesteld. Aan de hand van vier criteria wordt bepaald of er maatwerk moet worden geleverd. De criteria zijn:

  • toezicht op het terras vanuit de horeca-zaak; 

  • verkeersveiligheid;

  • het woon- en leefklimaat;

  • het meest doelmatige gebruik van de openbare ruimte.

De sectoren Bouwen en Wonen én Openbare Ruimte maken samen een ambtelijk advies aan de hand van de bovengenoemde criteria en leggen dit advies voor aan de voorzitter van het dagelijks bestuur. De voorzitter bepaalt uiteindelijk of maatwerk noodzakelijk / rechtvaardig is. De exploitant krijgt een voorwaardelijke vergunning voor een terras met als belangrijkste voorwaarde dat er niet meer dan drie overtredingen per jaar mogen plaatsvinden. Na drie overtredingen wordt het voorwaardelijke deel van de vergunning voor het terras ingetrokken. Op deze manier wordt maatwerk gekoppeld aan de eigen verantwoordelijkheid van de exploitant. Vanzelfsprekend kan deze maatwerkprocedure ook in de Jordaan toegepast worden.

Conclusie

Het buurtgerichte terrassenbeleid Jordaan functioneert inmiddels tien jaar. De Jordaan is in deze periode nog populairder geworden, waardoor de druk op het woon- en leefklimaat is toegenomen. Aan de andere kant blijft de Jordaan een uitstekend voorbeeld van een bijna ideale mix van wonen, werken en recreëren. Daarom wordt voorgesteld om het gebiedsgerichte terrassenbeleid in het kader van het Horecabeleidsplan opnieuw vast te stellen aan de hand van de onderstaande voorwaarden:

  • de doorloopruimte in smalle straten van 1,00 meter blijft van kracht;

  • op de terraskaarten wordt alleen maar de kleur geel aangegeven;

  • in de dwarsstraten geldt een doorloopruimte van 1,00 meter en voor de radialen is 1,50 meter doorloopruimte van toepassing;

  • de eindtijd voor de hele Jordaan blijft ongewijzigd;

  • sluitingstijden terrassen worden na een jaar geëvalueerd;

  • het Tropisch Weer Scenario blijft van kracht;

  • toezicht en handhaving wordt geïntensiveerd conform het Terrassenbeleid 2008.

6   Rayon Stadshart

In dit hoofdstuk komen de gebiedskenmerken en de ambities voor Rayon Stadshart aan de orde. Vervolgens wordt aan de hand van de uitgangspunten uit hoofdstuk 2 gebiedsgericht beleid geformuleerd.

6.1   Gebiedskenmerken

Rayon Stadshart kenmerkt zich in het algemeen door een intensieve menging van uiteenlopende grootstedelijke voorzieningen en functies als kantoren, hotels, restaurants, café’s, winkels en wonen. Daarnaast zijn er veel bewoners. Voor het rayon is verder van belang dat rond 2013 het Oosterdokseiland aan het stadsdeel wordt overgedragen en toegevoegd aan rayon Stadshart. Op het Oosterdokseiland wordt maximaal 3.500 m2 horeca ontwikkeld. Binnen het gebied is grofweg een verdeling te maken in de volgende gebieden: de Noordelijke Burgwallen, de Zuidelijke Burgwallen, de Burgwallen Nieuwe Zijde en de Nieuwmarkt/Lastagebuurt.

Noordelijke Burgwallen (Oude Zijde)

In dit gebied is de middeleeuwse structuur van wallen, straten, stegen en kleinschalige bebouwing nog grotendeels intact. Er zijn veel verschillende functies gevestigd zoals horeca, hotels, winkels en seksinrichtingen. Tevens wordt in het gebied relatief veel gewoond. Door de combinatie van wonen, uitgaan en werken in deze kleinschalige omgeving staat het gebied onder druk. In de noordelijke Burgwallen is veel horeca gevestigd (zowel restaurants als cafés), met een concentratie rondom de Warmoesstraat en de Zeedijk. De kwaliteit is wisselend en gemiddeld niet hoog. Door de combinatie van horeca en seks is dit gebied zeer aantrekkelijk voor toeristen. De hiermee samenhangende drukte en anonimiteit leiden er toe dat sprake is van veel overlast. Bijzonder binnen het gebied is het Damrak en de Dam. Het Damrak is een belangrijke loop- en openbaar vervoerroute van en naar het Centraal Station. De ondernemers aan de westelijke kant richten zich dan ook met name op toeristen (horeca, souvenirswinkels) wat het aanbod eenzijdig maakt. Op en rond de Dam staan meerdere voorzieningen met een sterk stedelijke en nationale betekenis: de Nieuwe Kerk, het Koninklijk Paleis, het Nationaal Monument, de Bijenkorf en de Beurs van Berlage. Op de scheidslijn tussen de noordelijke en de zuidelijke Burgwallen liggen de Damstraat, de Oude Doelenstraat en de Oude Hoogstraat. Dit is van oudsher een winkelgebied. Dit gebied vertoont steeds meer tekenen van achteruitgang, mede door de aanwezigheid van fastfood, coffeeshops, souvenirshops en geldwisselkantoren. Hierdoor wordt het woon/leefklimaat aangetast.

Het doel is om het unieke karakter van dit gebied en het wankele evenwicht tussen de verschillende functies te behouden en waar nodig te versterken. Daarnaast moet de overlast worden bestreden. Voor het gehele gebied betekent dit dat geen enkele vorm van uitbreiding van de horeca wenselijk is.

Zuidelijke Burgwallen (Oude Zijde)

Het zuidelijke deel van de Burgwallen kenmerkt zich door relatief grootschalige bebouwing. Het gebied kenmerkt zich door een mix van kantoren, horeca, uitgaan (theater), onderwijs en wonen. In dit deel van de Burgwallen Oude Zijde bevindt zich aanzienlijk minder horeca dan in het noordelijke deel. De horeca die er zit bevindt zich met name rond de Nes en het Binnengasthuisterrein en is van redelijk goede kwaliteit. Rondom het Rokin ligt een belangrijke concentratie van financiële en zakelijke dienstverlening. Het oostelijke gedeelte van het Rokin is aangewezen als kerngebied voor kantoren. Een bijzondere plek in de zuidelijke Burgwallen is het gebied rondom het Binnengasthuisterrein. Samen met het UvA gebouw aan de Oude Hoogstraat vormt het Binnengasthuisterrein een universitair onderwijscluster.

De functiemenging in het gebied is in evenwicht en moet in deze vorm behouden blijven. Extra horeca is in principe niet aan de orde.

Burgwallen Nieuwe Zijde

Dit deel van rayon Stadshart hoort bij de middeleeuwse kern. De diversiteit in schaal is hier echter groter dan aan de oude zijde. Het gebied kent een diverse mix van functies (o.a. hotels, onderwijs) waarbij het zwaartepunt bij horeca en detailhandel ligt. Er wordt relatief weinig gewoond. De Nieuwendijk en de Kalverstraat/Heiligeweg maken deel uit van het kernwinkelgebied dat loopt van het Stationsplein tot het Leidseplein. Boven de winkels wordt beperkt gewoond waardoor met name de Kalverstraat ’s avonds en ’s nachts verlaten en onveilig aandoet. De noordelijke Nieuwendijk kampt met een aantal problemen zoals overlast van rondhangende jongeren, slecht ondernemerschap en slecht onderhouden onroerend goed. In het gebied ten noorden van de Heiligeweg (Handboogstraat en Voetboogstraat) is al jaren een aantal avond- en nachtzaken gevestigd. De kwaliteit hiervan is redelijk goed. Het gebied rondom de Spuistraat en de Nieuwezijds Voorburgwal is een overgangsgebied tussen het kernwinkelgebied en de westelijke grachtengordel. Er is vrij veel horeca van redelijke kwaliteit.

Het gebied is redelijk in evenwicht. Uitbreiding van het aantal horecazaken is niet gewenst. In gebieden waar al veel avond/nachtzaken zitten (Hand/Voetboogstraat) en gebieden die wat betreft ruimtelijke structuur en/of reeds aanwezig omgevingslawaai meer kunnen hebben (Spuistraat/Nieuwezijds Voorburgwal) is meer mogelijk.

Nieuwmarkt/Lastage

Dit deel bestaat uit enerzijds de buurt ten westen van de Nieuwmarkt dat wat betreft ruimtelijke structuur een voortzetting is van de Burgwallen. En anderzijds het gebied tussen het Waterlooplein en de Prins Hendrikkade waar de structuur van het zestiende-eeuwse havengebied nog grotendeels intact is. Het gebied is hoofdzakelijk een woonbuurt, gemengd met bedrijven, winkels en wat horeca. De laatste categorie met name rondom de Nieuwmarkt. De weinige horeca die zich verder verspreid over het gehele gebied bevindt is kleinschalig en heeft met name een buurtfunctie. Bijzonder in het gebied is de grootschalige verkeersas (Prins Hendrikkade, Mr. Visserplein, Weesperstraat) die dwars door het oostelijke deel van rayon Stadshart loopt. Het gebied rondom en ten zuiden hiervan is veelzijdig en bevat naast woningen, winkels en bedrijven diverse buurtoverschrijdende functies zoals de Waterloopleinmarkt, het Rembrandthuis, het Joodshistorisch Museum, de Portugees-Israelische Synagoge en de Stopera.

In dit gebied zit weinig horeca. Uitbreiding van het aantal zaken is niet wenselijk omdat anders de woonfunctie te veel onder druk komt te staan.

In aanvulling op bovenstaande beschrijving zijn in bijlage 6 de volgende zaken opgenomen: een overzicht van horecagerelateerde klachten en een overzicht van de projecten die er al zijn om vorm te geven aan die ambities te vinden.

 6.2   Rayon Stadshart per beleidsaspect

Verruiming sluitingstijden alcoholschenkende bedrijven: omzetting naar avond- of nachtzaak

In rayon Stadshart zijn momenteel 7 nachtzaken (van de 32 in het stadsdeel) en 33 avondzaken (van de 109). Daarmee heeft het Stadshart al een redelijk deel van het totaal. Concentraties van avond- en nachtzaken zitten momenteel in en om de Warmoesstraat en in de Handboog- en Voetboogstraat. In het oostelijke deel van rayon Stadshart – waar veel meer gewoond wordt – zijn er bijna geen avond- en nachtzaken. Gezien het beleidsuitgangspunt dat het evenwicht in rayon Stadshart hersteld moet worden en overlast moet worden bestreden is het algemene uitgangspunt dat omzettingen naar avond- of nachtzaken slechts in een zeer beperkt aantal straten kunnen worden vergund.

Omzetting naar avond- en nachtzaken

In het algemeen kan voor rayon stadshart het volgende gezegd worden:

Met name in de Noordelijke Burgwallen is sprake van een verstoord evenwicht. Daarom wordt voor alle horecazaken in dit gebied geen verruiming toegestaan. Voor de gebiedsbepaling van de Noordelijke Burgwallen worden de volgende grenzen gehanteerd: Damrak, Prins Hendrikkade, Geldersekade, Nieuwmarkt, Kloveniersburgwal, Oude Hoogstraat, Oude Doelenstraat, Damstraat en Dam. Bij de beoordeling van de aanvragen geldt dat de adressen aan de westelijke Nieuwmarkt niet tot dit gebied worden gerekend. Voor de beoordeling van aanvragen uit de Oude Hoogstraat, Oude Doelenstraat en Damstraat geldt dat de gehele straat tot het gebied wordt gerekend.

Straten die ruimtelijk geschikt zijn voor omzetting naar avond- en nachtzaken zijn straten waar relatief weinig mensen wonen, waar veel verkeer is en aan- en afvoer van publiek zonder grote toename van geluid mogelijk is. Dat betreft:

  • Nieuwezijds Voorburgwal evenzijde vanaf nummer 4 tot en met nummer 262 en onevenzijde vanaf nummer 3 tot en met nummer 177.

  • Martelaarsgracht

  • Dam

  • Rokin

  •  Prins Hendrikkade

  • Damrak

Gezien de reeds aanwezige hoeveelheid zaken en de reeds aanwezige overlast wordt gekozen om zeer beperkt om te gaan tot honorering van verzoeken.

Echter: rayon stadshart neemt op dit moment een bijzondere positie in binnen het Horecabeleidsplan. Ruimtelijk gezien zijn bovengenoemde straten geschikt voor verruiming van de sluitingstijden. In het kader van het Coalitieproject 1012 worden op dit moment nog geen verruimingen in dit gebied toe te staan omdat binnen dit project nog wordt gewerkt aan een strategische visie voor het 1012 gebied. Zodra deze stategische visie gereed is kan aan de hand daarvan èn van de beleidsuitgangspunten uit deze nota een afweging gemaakt worden waar en onder welke voorwaarden verruiming mogelijk is. Vooralsnog is dit niet aan de orde. (Binnen het gebied 1012 horen alle bovenstaande straten, met uitzondering van de Prins Hendrikkade ten westen van de Singel en ten oosten van de Geldersekade)

Voor alle overige gebieden en in het bijzonder de Noordelijke Burgwallen worden verruiming van de sluitingstijden niet toegestaan.

Verruiming van sluitingstijden alcoholschenkende bedrijven: afkoeluur

Er zit een kleine concentratie van avond- en nachtzaken in de Handboogstraat en Voetboogstraat. Deze straten zijn relatief smal, waardoor bezoekers die blijven hangen veel overlast kunnen veroorzaken. In deze straten zijn veel overlastklachten. Het gaan hanteren voor een afkoeluur, naast het blijven controleren op het dichthouden van ramen en deuren, kan daarom een bijdrage zijn aan verbetering van het woon- en leefklimaat. Het afkoeluur wordt daarom toegestaan aan avond- en nachtzaken in de Handboogstraat en Voetboogstraat.

Zijn er straten die een horeca-impuls kunnen gebruiken?

Gezien het grote aantal horecazaken en de druk in het rayon zijn er geen straten die vragen om een horeca-impuls.

Uitbreiding horeca in vierkante meters per zaak

Gezien het grote aantal horecazaken en de druk in het rayon is het niet gewenst om uitbreidingen per zaak toe te staan.

Culturele horeca

Er spelen momenteel geen zaken in rayon Stadshart rond additionele horeca.

  • Op basis van overgangsrecht is onlangs aan het Bethaniënklooster (Barndesteeg 6B) een aan de cultuurfunctie van het pand ondergeschikte zelfstandige horecafunctie toegekend, met een vergunning voor een dagzaak;

  • De Zuiderkerk komt in aanmerking voor de aanduiding Horeca C met een vergunning voor een dagzaak.

Gebiedsgericht terrassenbeleid

In het verleden is op enkele plaatsen van de standaardregels afwijkend terrassenbeleid vastgesteld. In de Terrassennota 2008 is dit beleid bekrachtigd.

7   Randvoorwaarden

7.1   Handhavingscapaciteit

Een van de randvoorwaarde die de burgemeester aan dit Horecabeleidsplan 2008 heeft gesteld, is dat de benodigde handhavingcapaciteit niet mag toenemen of anders goed geregeld moet zijn. Voor toezicht en handhaving van regels uit de APV is de belangrijkste benodigde capaciteit die van de politie. Daarbij gaat het met name om de sluitingstijden van de horecazaken en openbare orde op straat. Hieronder wordt uiteengezet op welke wijze bij het opstellen van dit beleidsplan de capaciteit van de politie dan wel het stadsdeel is betrokken.

Handhavingcapaciteit van de politie

Verruiming sluitingstijden

Uit overleg met de politie blijkt dat verruiming van sluitingstijden zonder randvoorwaarden in gebieden met een concentratie van horeca naar verwachting tot openbare orde problemen leidt. Hiervoor is dan extra politiecapaciteit nodig. In overleg met de politie en met de afdeling Openbare Orde en Veiligheid van de Bestuursdienst zijn voorwaarden opgesteld waarmee uitbreiding in tijden in de uitgaansgebieden mogelijk is zonder dat daarmee de openbare orde en veiligheid te veel wordt aangetast. Met deze randvoorwaarden wordt het gefaseerde vertrek van het bezoek gewaarborgd, is onder andere een portier verplicht en wordt slecht ondernemerschap aangepakt. Het doel is dat de handhaving daarmee juist makkelijk wordt. Of dit ook daadwerkelijk het geval is zal worden geëvalueerd na de zomer van 2009. Bij grotere openbare orde problematiek is het dan mogelijk de verruiming van sluitingstijden in de uitgaansgebieden terug te draaien. Voor de handhaving van afzondelijke zaken is een apart stappenplan opgesteld (zie bijlage 5).

Afkoeluur en ruimere sluitingstijden voor fastfoodzaken

Met de aangescherpte criteria voor het afkoeluur en de eis dat minimaal 50% van de zaken in een gebied gebruik maken van het afkoeluur kan het afkoeluur een bijdrage leveren aan de spreiding en rustige opvang van nachtelijke bezoekersstromen. Het verwachte effect is dat er minder problemen met de openbare orde zijn en dat deze maatregelen dus eerder minder toezicht- en handhavingcapaciteit vergen dan meer. Voor de handhaving hiervan is een apart stappenplan opgesteld (zie bijlage 5). Wat betreft ruimere tijden voor fastfood is besloten dat bij de evaluatie van de verruiming van sluitingstijden op de pleinen en het afkoeluur ook de latere sluitingstijd van alcoholvrije zaken zal worden geëvaluaeerd. Het dagelijks bestuur zal na deze evaluatie besluiten de proef met de later sluitingstijden al dan niet te beëindigen. Het dagelijks bestuur zal voor de evaluatie regels opstellen waaraan alcoholvrije zaken moeten voldoen. Hierbij kan gedacht worden aan het verplicht stellen van een portier na een bepaalde tijd.

Gebiedsgericht terrassenbeleid

Een enkele keer treedt de politie ook actief op bij de toezicht en handhaving op terrassen, maar in hoofdzaak is dit een verantwoordelijkheid van het stadsdeel. In de Programmabegroting 2008 is een prioriteit van € 100.000 structureel uitgetrokken om toezicht en handhaving van terrassen in de avonduren en het weekend fors te verbeteren.

Handhavingcapaciteit stadsdeel Centrum

De overige punten in dit Horecabeleidsplan betreffen zaken die onder de verantwoordelijkheid van het stadsdeel vallen. De gebiedsgerichte accenten hebben in eerste instantie gevolgen voor de beoordeling van vergunningaanvragen. Vaak lossen zij ook in de praktijk gegroeide situaties op, door nieuwe mogelijkheden te bieden om een situatie te legaliseren, dan wel de keuze te maken om tot handhaving over te gaan. Voor de handhavingscapaciteit heeft dit geen directe gevolgen.

Los van de inhoud van dit Horecabeleidsplan heeft het stadsdeel in de afgelopen jaren al een aantal verbeteringen en intensiveringen in toezicht en handhaving op horecaondernemingen doorgevoerd. Vanaf 2004 is de weekenddienst ingevoerd, waarbij de capaciteit voor avondcontroles naar aanleiding van overlastklachten ruim verdubbeld is. Dit sloot aan bij de constatering dat niet adequaat op geluidsklachten werd gereageerd. Daarbij is de samenwerking met de politie verbeterd. Als milieuinspecteurs op straat zijn worden de bij de politie binnenkomende geluidsklachten overgenomen door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht, met name in de weekenden. Er wordt daardoor nu sneller en deskundiger gereageerd op geluidsklachten. De invoering van de weekenddienst is een actie uit de Horecanota 2003, die uitdrukkelijk in samenhang met de gewenste verruimingen is uitgevoerd.

Voor de horeca is bovendien een pilot gehouden om te komen tot betere samenwerking en taakintegratie bij toezicht en handhaving. Het resultaat hiervan is dat sinds juli 2007 structureel alle horecabedrijven in de binnenstad eens in de drie jaar integrale controles krijgen op alle relevante aspecten tegelijk, door in eerste instantie een koppel inspecteurs van het stadsdeel en de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. Daarnaast worden bij de grotere zaken, met name zaken met late sluitingstijden, ook twee keer per jaar onaangekondigde controles na middernacht gehouden. Ook de handhaving is geïntegreerd, in de vorm van gezamenlijke brieven. Op het gebied van vergunningen is één horecaloket gerealiseerd. Hierdoor worden vergunningen beter op elkaar afgestemd. De serviceverlening naar de ondernemers is daarbij verbeterd. Het project Loket Horeca is opgenomen in het Bestuursakkoord en wordt bij positieve evaluatie ook over de rest van de stad uitgerold. Het beoogde effect is uiteindelijk ‘meer handhaven met minder personen’. Bij de handhaving wordt bovendien prioriteit gegeven aan de notoire overtreders.

Al met al is daarmee aan de voorwaarde voldaan dat door het Horecabeleidsplan 2008 de handhavingscapaciteit niet mag toenemen, dan wel goed geregeld moet zijn. Het doel is dat de beleidsregels in dit Horecabeleidsplan leiden tot minder politie inzet.

7.2   Eigen verantwoordelijkheid van ondernemers

Bij de wijziging van de APV heeft de gemeenteraad de voorwaarde gesteld dat de horeca zelf een belangrijke bijdrage moet leveren om te voorkomen dat er extra beslag wordt gelegd op de beschikbare handhavingscapaciteit en dat het woon- en leefklimaat niet verder onder druk komt te staan.

Er zijn diverse vormen om te bevorderen dat de horecaondernemers hun verantwoordelijkheid nemen. Het meest effectief zou zijn dat vanuit groepen ondernemers initiatieven komen om tot verbeteringen te komen, waarbij stadsdeel of centrale stad kunnen aansluiten. Een goed voorbeeld van een gezamenlijk initiatief is het Panel Deurbeleid Amsterdam, waarbij een samenwerkingsverband van discotheekeigenaren, gemeente, politie, justitie en het Meldpunt Discriminatie Amsterdam problemen rond discriminatie aan de deur bij discotheken probeert op te lossen. Ook het aanstellen van twee pleinmanagers op de uitgaanspleinen door de ondernemers (een cofinanciering van het stadsdeel en de ondernemersverenigingen) werkt goed. De pleinmanagers spelen een rol op het gebied van dagelijks beheer en veiligheid. Als dergelijke samenwerkingsverbanden problemen rond overlast kunnen aanpakken en oplossen zou dat prettig zijn. Helaas is de organisatiegraad van horecaondernemers op dit soort punten laag, en per straat of gebied zeer wisselend. Tot nu toe is er niet voor gekozen om daar waar een hogere organisatiegraad is ter plekke afspraken te maken over onderwerpen als sluitingstijden.

Met de koepelorganisatie Koninklijk Horeca Nederland zijn goede afspraken te maken, maar die binden de individuele leden van de organisatie niet bij hun bedrijfsvoering. Gezamenlijke initiatieven kunnen wel bijdragen aan verbetering van het klimaat en het morele appèl op ondernemers vergroten, maar de werking daarvan is slechts indirect.

Met dit Horecabeleidsplan geeft het stadsdeel ruimte aan ondernemers. Daarbij wordt er van uitgegaan dat de betrokken ondernemers hun verantwoordelijkheid nemen, zoals bij het toepassen van het afkoeluur. Ondernemers die dat niet doen kunnen rekenen op handhaving. Het stadsdeel heeft diverse initiatieven ondernomen om toezicht te verbeteren en handhaving te verscherpen. Het verkorten van de stappenplannen bij handhaving, onder regie van de centrale stad, is een voortdurende wens. Maar belangrijker is dat goede ondernemers het niet zover laten komen en dat het normaal is binnen de regels te exploiteren.

Kwaliteit

Naast de voorwaarde van de gemeenteraad heeft het stadsdeel zichzelf tot doel gesteld afspraken te maken met de horeca over de verbetering van de kwaliteit. In dit kader is het wenselijk om dit begrip beter te definiëren. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat het stadsdeel weinig invloed hierop heeft omdat iedere ondernemer zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de eigen zaak. Het is de taak van de overheid om minimumregels te stellen in de vorm van wetten en verordeningen als de APV. Een zaak kan in verband met de openbare orde worden gesloten, er kan handhavend worden opgetreden of een vergunning kan worden geweigerd. De wens van het dagelijks bestuur gaat echter verder dan deze taak. Hoe krijgen we de horeca kwalitatief op een hoger niveau? Hoe kunnen we een rol spelen om topprestaties en goed ondernemerschap te bevorderen? Hoe wordt Amsterdam Topstad? Vandaar dat hier een aantal punten wordt genoemd dat bijdraagt aan een hogere kwaliteit van de horeca. Punten waar het stadsdeel geen invloed op heeft en waar zij de horecaondernemer wil uitdagen deze rol op zich te nemen. Hiermee wil het dagelijks bestuur bevorderen dat de horecabranche zelf het punt van kwaliteitsverhoging actief oppakt en van de mogelijkheden gebruik maakt die dit Horecabeleidsplan biedt om tot creatieve invullingen van de verruiming te komen.

  • De horeca is gastvrij en klantgericht. Klanten worden netjes bediend. Er is geen sprake van discriminatie;

  • De horecaondernemer voelt zich verantwoordelijk voor zijn zaak en zijn klanten, in de ruimste zin van het woord. Bij wangedrag voor de deur door klanten of overmatig alcoholgebruik binnen is de ondernemer actief en aanspreekbaar;

  • De uitstraling van een horecazaak past in het kwaliteitsbeeld van de historische Amsterdamse binnenstad;

  • De horeca staat ten dienste van de bewoners en bezoekers van de Amsterdamse binnenstad. Daarbij schaadt de horeca de binnenstad niet, noch door overlast, noch door aantasting van het beschermd stadsgezicht;

  • De ondernemer is betrokken bij de omgeving. Dat kan bijvoorbeeld gaan om het schoonhouden van de straat en daarbij iets verder kijken dan de eigen zaak of het gratis openstellen van het toilet voor voorbijgangers;

  • Originele formules en karakteristieke zaken zijn een kwaliteitskenmerk. Nieuwe trends vinden hun weerslag in nieuwe formules. De horeca houdt zichzelf levendig door concurrentie en innovatie. Zo is er voor veel verschillende doelgroepen steeds iets dat past bij de eigen behoeften en smaak;

  • Initiatieven om aan de randvoorwaarden van ‘OKÉ-zaken’ te voldoen gelden, wat betreft het dagelijks bestuur, voor alle zaken.

Er zijn reeds initiatieven die een positieve bijdrage leveren aan Amsterdam Topstad:

  • Bij het Meldpunt Discriminatie Amsterdam kan men met klachten over discriminatie terecht. Er is een convenant over deurbeleid gesloten;

  • Toezicht en handhaving door verschillende gemeentelijke instanties zijn geïntegreerd. Hierdoor worden overtreders effectiever aangepakt, en hebben goede bedrijven minder last van de overheid;

  • In het kader van de herprofilering van het Rembrandtplein (uitvoering in 2009) worden veel afspraken gemaakt met eigenaren en ondernemers over het beheer van het plein zoals het voortzetten van het pleinmanagement, het inzetten van stuarts op uitgaansavonden, een financiële bijdrage aan het beheer van het plein, het ter beschikking stellen van een gebouwde fietsenstalling voor ca. 400 fietsen, het werken aan een keurmerk ‘Veilig Uitgaan’ en het samenwerken aan de realisatie van een paviljoen op het plein waar een politiepost, een openbaar toilet en een ATCB vestiging in komen;

  • De website www.iens.nl geeft recensies van horecabedrijven. Steeds meer Amsterdammers kijken naar die recensies, voordat ze op stap gaan. Dit is goed nieuws voor de concurrentie, want ondernemers met hoge rapportcijfers vallen positief op en slechte service kan genadeloos worden beschreven.

8   Vervolgstappen

Een aantal punten uit deze notitie is kaderstellend voor het opstellen van bestemmingsplannen en krijgt pas rechtskracht als ze in de voorschriften van bestemmingsplannen zijn opgenomen. Daar waar sprake is van individuele beschikkingen kunnen die volgens de gebruikelijke procedures worden afgehandeld, bijvoorbeeld bestemmingsplanprocedures.

Hieronder volgt, waar dat van toepassing is, in het kort per beleidsuitgangspunt wat de vervolgstappen zijn.

Verruiming sluitingstijden

Na goedkeuring van het Horecabeleidsplan door de burgemeester kan de voorzitter van het stadsdeel volgens het vastgestelde beleid beschikkingen in mandaat nemen, zoals bijvoorbeeld de omzetting van individuele exploitatievergunningen naar avond- of nachtzaken. Voor de uitgaansgebieden worden alleen vergunningen met voorwaardelijke bepalingen verleend. Het stadsdeel zal met de horecaondernemers op de uitgaanspleinen praten over hun collectieve verantwoordelijkheid in het kader van de openbare orde en veiligheid. Na de zomer 2009 vindt een evaluatie in de uitgaansgebieden plaats waarna gekeken wordt of het (verder) verruimen van de sluitingstijden doorgang kan vinden of dat mogelijk een afschaffing aan de orde is. Indien de omstandigheden rond openbare orde en veiligheid dat noodzakelijk maken,kan de evaluatie eerder plaatsvinden (het stadsdeel heeft de regie over de uitvoering en aanbevelingen). Ten aanzien van het afkoeluur zal het stadsdeel praten met de ondernemers over de invulling daarvan: o.a. de eis dat minimaal 50% van de ondernemers mee moet doen om het afkoeluur te kunnen hanteren.

De ondernemers die een principeaanvraag voor verruiming hebben ingediend krijgen na vaststelling van het beleidsplan een brief waarin aangegeven is hoe zij al dan niet hun aanvraag definitief kunnen maken. Vanwege de verwerking van het grote aantal aanvragen zullen de verruiming van de sluitingstijden en het afkoeluur per 1 april 2009 ingaan.

Welke straten kunnen een horeca-impuls gebruiken?

Bij aanvragen voor extra horecazaken die passen binnen dit Horecabeleidsplan wordt de afweging in deze notitie als onderlegger gebruikt bij de vrijstellingsprocedure van een bestemmingsplan.

Uitbreiding in vierkante meters

Bij aanvragen voor uitbreiding in vierkante meters van horecazaken die passen binnen dit horecabeleidsplan wordt de afweging in deze notitie als onderlegger gebruikt bij de vrijstellingsprocedure van een bestemmingsplan.

Culturele horeca

Na vaststelling van dit beleidsplan wordt een facetbestemmingsplan opgesteld waarin de definitie van Horeca C wordt opgenomen en de locaties worden aangegeven waar deze categorie wordt toegekend.

Horecacategorieën in bestemmingsplannen

In het hiervoor genoemde facetbestemmingsplan wordt in de toelichting de term nachtzaak uit de categorie Horeca II geschreven. Tevens wordt in de toelichting aandacht besteed aan de verschillende vormen van zalenverhuur.

Evaluatie Horecabeleidsplan

Zoals hiervoor al gemeld wordt de verruiming van de sluitingstijden op het Rembrandtplein e.o. en het Leidseplein na de zomer van 2009 geëvalueerd. De omliggende straten rond het Leidseplein (Korte en Lange Leidsedwarsstraat, Leidsekruisstraat etc.) komen mogelijk in aanmerking voor verruiming na deze evaluatie. De sluitingstijden voor terrassen in de Jordaan worden na een jaar geëvalueerd of eerder, wanneer de omstandigheden tussentijds wijzigen. Een buurtonderzoek zal deel uitmaken van de evaluatie. Het Horecabeleidsplan 2008 in zijn geheel zal na 2 jaar geëvalueerd worden (begin 2011). Dit is vastgelegd in de APV 2005.