Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingGedragscode voor de burgemeester en de wethouders
CiteertitelGedragscode voor de burgemeester en de wethouders
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 41c, lid 2 en art. 69, lid 2

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-02-200326-06-2013Nieuwe regeling

13-02-2003

Stadskrant Veghel, 27-02-2003

datum voorstel: 17-12-2002

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders

De raad der gemeente Veghel;

overwegende dat er een wettelijke verplichting bestaat tot het vaststellen van een gedragscode voor de burgemeester en de wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2002;

gezien het advies van de Commissie Bestuurszaken van 21 januari 2003;

gelet op de artikelen 41c, tweede lid en 69, tweede lid van de Gemeentewet;

besluit:

tot het vaststellen van de navolgende gedragscode voor de burgemeester en de wethouders.

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1. Onder het college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Deze gedragscode geldt voor de burgemeester en alle leden van het college, hierna aan te duiden als bestuurder.

  • 3. In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college.

  • 4. De code is openbaar en voor derden te raadplegen.

  • 5. De voorzitter en de leden van het college ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 1. Een bestuurder doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties, waarmee de gemeente zakelijk betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt een bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 3. Een oud-bestuurder wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 4. Een bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 5. Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

Artikel 3 Nevenfuncties

  • 1. In aanvulling op de artikelen 41 b en 67 Gemeentewet vervult een bestuurder geen nevenfuncties, waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 2. Ingevolge de artikelen 41 b en 67 Gemeentewet maakt een bestuurder maakt melding van al zijn nevenfuncties, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

  • 3. De kosten die een bestuurder maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (qualitate-qua-nevenfunctie) worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

  • 4. Een bestuurder die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, bespreekt dit voornemen in het college. Daarbij komt tevens aan de orde hoe wordt gehandeld met betrekking tot eventuele vergoedingen en de te maken kosten.

Artikel 4 Informatie

  • 1. Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie, waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

  • 2. Een bestuurder houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 3. Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

Artikel 5 Aannemen van geschenken

  • 1. Geschenken die een bestuurder uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 2. Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in het college, waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 3. Indien een bestuurder geschenken ontvangt die een waarde van minder dan € 50,-vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het eerste lid, worden behouden. Zij dienen wel gemeld en geregistreerd te worden.

  • 4. Een bestuurder neemt geen geschenken aan van partijen, waarmee een overleg- of onderhandelingsfase nog niet is afgerond. Om elke schijn van bevoordeling te vermijden geldt deze regel ook voor lunchbesprekingen en etentjes.

  • 5. Een bestuurder aanvaardt alleen dan uitnodigingen voor excursies, werkbezoeken, evenementen, etentjes, lunchbesprekingen e.d. wanneer het belang van de gemeente daarmee gediend en de uitnodiging voortvloeit uit de functie.

Artikel 6 Bestuurlijke uitgaven

  • 1. Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 2. Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

  • a. met de uitgave is het belang van de gemeente gediend, en

  • b. de uitgave vloeit voort uit de functie.

Artikel 7 Declaraties

  • 1. De bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 2. Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

  • 3. Ingeval van twijfel omtrent een declaratie van een lid van het college, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zonodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het college voorgelegd.

Artikel 8 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

Gebruik van gemeentelijke voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

Artikel 9 Reizen buitenland

  • 1. Een bestuurder die het voornemen heeft een reis buiten Nederland te maken, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, heeft toestemming nodig van het college. De gemeenteraad wordt van het besluit op de hoogte gesteld.

  • 2. Een bestuurder die het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 3. Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijk op kosten van derden worden altijd besproken in het college en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 4. Van de reis wordt een verslag opgesteld. Buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag.

  • 5. Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een bestuurder is uitsluitend toegestaan, wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het college betrokken.

  • 6. Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van het college betrokken.

  • 7. Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van het college. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de bestuurder.

  • 8. De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

Artikel 10

Deze gedragscode treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum vanbekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 13 februari 2003.

De raad voornoemd,

De griffier,

J.J.A. Broekman

De voorzitter,

A. Frankfort

Toelichting

Algemene toelichting bij gedragscode voor burgemeester en wethouders

Leden van colleges van burgemeester en wethouders stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

Bestuurlijke integriteit houdt in dat bestuurders de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt aanvaarden en dat zij de bereidheid hebben om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders of de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

•      Dienstbaarheid

Het handelen van een bestuurder is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

•      Functionaliteit

Het handelen van een bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

•      Onafhankelijkheid

Het handelen van een bestuurder wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

•      Openheid

Het handelen van een bestuurder is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de bestuurder en zijn beweegredenen daarbij.

•      Betrouwbaarheid

Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

•      Zorgvuldigheid

Het handelen van een bestuurder is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.Bovenstaande kernbegrippen zijn verwerkt in de gedragscode. Gedragingen van bestuurders kunnen aan deze kernbegrippen getoetst worden.

Binnen de gemeente Veghel vindt jaarlijks een inventarisatie plaats van nevenfuncties van bestuurders. De Gemeentewet regelt niets over de bekendmaking of een nevenfunctie al dan niet bezoldigd is. In navolging van de gedragslijn van ministers verdient het aanbeveling dit wel openbaar te maken. De hoogte van een eventuele bezoldiging hoeft niet genoemd te worden.

Sommige nevenfuncties vloeien voort uit hoofde van de functie. Dit zijn de zogenaamde q.q. (qualitate qua)-nevenfuncties. Bij een q.q.-nevenfunctie is sprake van:

Een aantoonbaar belang van de gemeente dat de nevenfunctie door een bestuurder wordt vervuld. De bestuurder bekleedt in dat geval de nevenfunctie uit hoofde van het ambt en behartigt (in)direct de belangen van de gemeente;

Een koppeling van de nevenfunctie aan de inhoud en duur van het ambt. Bij beëindiging van de hoofdfunctie moet de nevenfunctie ook worden neergelegd. Eventuele vergoedingen uit hoofde van q.q.-functies dienen in de gemeentekas te worden gestort (artikelen 44 en 66 Gemeentewet). Het is aan te bevelen dergelijke stortingen rechtstreeks te laten geschieden en niet eerst via de privé-rekening van de betrokken bestuurder te laten verlopen. De stortingsplicht betreft slechts de beloning voor geleverde diensten. Vergoedingen voor (daadwerkelijke) onkosten hoeven niet in de gemeentekas gestort te worden. Bestuurders mogen inkomsten uit nevenfuncties, die niet voortvloeien uit het ambt, behouden.

Artikel 4______ Informatie

Artikel 55 regelt de geheimhoudingsplicht voor het college van burgemeester en wethouders. Het wetsvoorstel Aanpassing van enkele wetten in verband met de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur (kortweg de Aanpassingswet genoemd) bevat een wijziging van artikel 60 Gemeentewet. Een toe te voegen derde lid bepaalt dat het college de besluitenlijst van zijn vergaderingen openbaar moet maken. Openbaarmaking kan achterwege blijven voor zover het aangelegenheden betreft waarvan op grond van artikel 55 geheimhouding is opgelegd of ten aanzien waarvan openbaarmaking in strijd is met het openbaar belang. Schenden van een geheimhoudingsplicht die is opgelegd op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid bestuur is strafbaar gesteld via artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.

Een integriteitsrisico kan ontstaan als een bestuurder over vertrouwelijke informatie beschikt die hij kan gebruiken om er persoonlijk voordeel mee te behalen of kan aanwenden ten bate van bij voorbeeld familieleden, vrienden kennissen of andere relaties.

Het lekken van vertrouwelijk informatie naar pers en media is te beschouwen als een bijzondere vorm van oneigenlijk gebruik van informatie. Het oogmerk daarbij is immers niet het behalen van een voordeel in de privé-sfeer, maar het nastreven van politieke doeleinden.

Artikel 5______ Aannemen van geschenken

De leden van het college hebben zich wat het aannemen van geschenken betreft tot nu toe geconformeerd aan de richtlijnen die sinds 15 november 1994 gelden voor de ambtelijke organisatie. Het is echter reëel het bedrag te verhogen tot € 50,--. Ook voor de ambtelijke medewerkers zal dit bedrag gaan gelden.In de gedragscode is een vijftal artikelen gewijd aan het aanvaarden van geschenken. Een bestuurder kan geschenken zelf behouden indien de waarde niet meer dan € 50,- bedraagt. Met de hoogte van dit bedrag is aansluiting gezocht bij de maximale vrijstelling voor de ambtenaren van de gemeente Veghel. Er is wel een meldings- en registratieplicht. Geschenken moeten geweigerd worden, indien er een tegenprestatie wordt verlangd. Een bestuurder mag uitsluitend geschenken in geld accepteren, wanneer hij dit doet als representant van de gemeente. Bovendien moet er tevoren een gemotiveerd collegebesluit zijn genomen, waarin bestemming van het geschenk is vastgelegd.

Onder declaratie is te verstaan de restitutie van een voorschotbetaling. De bestuurder betaalt dus in eerste instantie uit eigen middelen en verzoekt om terugbetaling van het bedrag. Uitsluitend bestuurlijke uitgaven komen voor vergoeding in aanmerking. Wanneer duidelijk is dat een uitgave valt onder het begrip bestuurlijke uitgave is het aan te bevelen de factuur rechtstreeks naar de gemeente te laten sturen. Vermenging van eigen en bestuurlijke middelen moet zoveel mogelijk worden voorkomen.De kosten die een bestuurder uit hoofde van een (q.q.-)nevenfunctie maakt zijn voor rekening van de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

Artikel 8______ Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

Het is niet toegestaan gemeentelijke voorzieningen en eigendommen ten eigen bate in de privé-sfeer aan te wenden. Het is ook niet toegestaan om voor rekening van de gemeente bij voorbeeld medewerkers in dienst van de gemeente in te zetten ten behoeve van reparaties aan het eigen huis, tuinonderhoud of bij de bediening tijdens privé-feestjes.

Artikel 9______ Reizen buitenland

In artikel 15 van hoofdstuk III van de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden is vastgelegd dat voor een reis in het gemeentelijke belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, vooraf toestemming van het college is vereist. Voor reizen naar het buitenland geldt dat zij altijd een functioneel karakter moeten hebben. Zij worden ook vermeld in het activiteitenoverzicht van het college.Kan de functionaliteit niet worden aangetoond dan heeft deelname aan de reis een privé-karakter en zijn de kosten voor eigen rekening van de bestuurder. Is de functionaliteit van een reis aangetoond, dan komen de redelijk gemaakte reis- en verblijfkosten voor rekening van de gemeente. Gehele of gedeeltelijke bekostiging van dergelijke reizen door derden moet in beginsel worden afgewezen. Een uitzondering kan gemaakt worden voor het op uitnodiging bezoeken van een jumelagepartner en die als ontvangende partij aanbiedt (een gedeelte van) de kosten te betalen. Het college zal bij een dergelijk aanbod een expliciet standpunt over de bekostiging in moeten nemen en volledige openheid over zijn besluit moeten betrachten. Meereizende partners ten laste van de gemeente zijn alleen toegestaan indien dit op uitnodiging van de ontvangende partij gebeurt én het belang van de gemeente er mee is gediend. Alvorens het college zijn goedkeuring hecht aan het ten laste van de gemeente meereizen van een partner, beoordeelt het of voldaan wordt aan de voorwaarden.